SlideShare uma empresa Scribd logo
1 de 32
Trainingsleer Week 1.3 Martin Breedijk
Energielevering Vermogen In een korte tijd zoveel mogelijk energie leveren Vergelijk met topsnelheid auto Capaciteit Gedurende langdurige inspanning een grote hoeveelheid energie leveren Vergelijk tankinhoud en energie verbruik (aantal km’s op één liter)
Energielevering Centraal staat de splitsing van ATP in ADP + energie ATP					ADP + energie Max. hoeveelhied ATP in spier is goed voor 2 à 3 sec. Hoeveelheid ATP in de spier wordt weer aangevuld. Myosine ATP-ase
Creatinefosfaatsysteem Eerste bron van ATP resynthese is Creatine fosfaat (CP) CP + ADP					creatine + ATP Hoeveelheid creatine is beperkt tot 7 à 10 sec Dit is de alactische anaërobe fas Creatinekinase
Algemene kenmerken CP systeem 0 tot 10 sec. Te trainen eigenschap: alactische anaërobe uithouding Groot vermogen, klein capaciteit Energie onmiddellijk beschikbaar Geen O2 nodig
Praktisch voorbeeld
Lactisch anaërobe energiesysteem Treed na ongeveer 20 sec. in werking Glycogeen				2 ATP + melkzuur Glycogeen ligt opgeslagen in de spier Max. 45 à 90 sec. volhoudtijd Bijproduct is melkzuur (lactaat) Door opeenhoping van lactaat waardoor inspanning gestaakt moet worden Daarom b.v. voor voetballers belangrijk dat hu lichaam melkzuur kan verwerken Halfwaarde tijd lactaat 15 minuten Enzymen
Energielevering Begin van een inspanning is energielevering altijd anaëroob Cardiorespiratorisch systeem komt traag op gang Elke inspanning is daarom in het begin lactisch  Mede daarom belang warming-up
Kenmerken lactischanaërobe energiesysteem Tijdsduur: 10 tot 90 sec. Te trainen eigenschap: Lactisch anaerobe uithouding Groot vermogen, kleine capaciteit Energie is na ongeveer 10 sec. beschikbaar Geen O2 nodig Restproduct is lactaat
Aërobe energielevering Glycogeen + O2 		38 ATP + CO2 + H2O  Veel energie levering Geen restproducten (CO2 uitademen H2O is nuttig) Gebruikte glycogeen wordt zowel in rust als tijdens inspanning snel aangevuld Als glycogeen niet voorradig is of energiebehoefte is lager vetzuren als energiebron In uitzonderlijke omstandigheden ook eiwitten Schadelijk spierafbraakbijproduct ammoniak
Verhouding vetverbrandingGlycogeen
Kenmerken Aërobe energielevering Tijdsduur: vanaf 3 à 4 minuten tot langdurige inspanningen Te trainen eigenschap: aërobe uithoudingsvermogem Klein vermogen, grote capaciteit Vetzuurverbranding pas vanaf ongeveer 30 minuten Geen schadelijke afvalstoffen
Verhouding energiesystemen http://trackman.org/library/The%20Energy%20Systems_files/energysys1.jpg
Verhouding energiesystemen http://www.crossfit.com/journal/Jun03Metcon.jpg
Basisstructuur van het trainigsproces Vaststellen doel Keuze van de trainingsinhoud Vaststellen volgorde verschillende deelaspecten trainingsinhoud Keuze gebruikte oefenmethoden Controle van het te bereiken doel
Algemene structuur4 fases Voorbereidingsfase Trainingsfase Controlefase Deze twee fases vormen één geheel Verwerkingsfase
Vijf lichamelijke basiseigenschappen Kracht Snelheid Uithoudingsvermogen Lenigheid Coördinatie (niet genoemd in boek)
Zes biologische principes Overload principe Principe van de verminderde meeropbrengst Principe van de optimale wisselwerking tussen belasting en herstel (supercompensatie) Principe van de omkeerbaarheid (reversibiliteit) Principe van de specificiteit Principe van de individuele verschillen in trainingsgevoeligheid
Het overload principe Intensiteit moet voldoende hoog zijn om een oefeneffect te verkrijgen Minimale drempel is afhankelijk van het beoogde doel Belasting moet progressief en systematisch toenemen.
Wet van de adaptatie
Principe van de verminderde meeropbrengst Prestatiecurve neemt exponentieel toe Als het prestatieniveau toeneemt wordt de winst steeds kleiner
Het principe van supercompensatie Trainingsprikkel Supercompensatie Vermoeidheid Herstel ‘Anti-compensatie’ Beginniveau
Hoe inspanning en herstel af te wisselen I Trainingsprikkel nadat het effect van supercompensatie is verdwenen = volledig herstel GEEN TRAININGSEFFECT!
Hoe inspanning en herstel af te wisselen II Trainingsprikkel bij onvolledig herstel PRESTATIEVERMINDERING
Hoe inspanning en herstel af te wisselen III Trainingsprikkel in supercompensatie PRESTATIEVERBETERING
Hoe inspanning en herstel af te wisselen IV Je kunt er ook voor kiezen om een aantal zware dagen achter elkaar te plannen met daarna een langere herstelperiode en hopelijk ook een grotere supercompensatie. Gevaar?
Principe van de omkeerbaarheid Als je stopt met trainen verdwijnen de trainingseffecten Hoe langer je traint hoe geringer dit effect is Bij ongetrainde mensen die 2 maanden een trainingsprogramma volgen verdwijnt totale trainingseffect na 8 weken inactiviteit Bij atleten die jarenlang sporten eerste 2 maanden een afname met 20%. Dit niveau blijft lang behouden
Principe van de specificiteit Dat wat je traint word je beter in! In de algemene voorbereidingsperiode is het goed om wat meer algemene trainingen te doen. B.v. langlaufen voor zwemmers Hardlopen voor voetballers Voetballen voor tennissers Aerobics voor lopers Hoe dichter je naar de wedstrijd toe komt hoe specifieker de trainingen (moeten) worden
Principe van de individuele verschillen in trainingseffecten Een zelfde absolute inspanning is voor verschillende atleten relatief niet gelijk Denk aan LornahKiplagat en Gerard van Lent die naast elkaar 12 km/u lopen Maar ook twee voetballers met dezelfde shuttle run test score reageren op verschillende prikkels Iedere atleet reageert anders op een trainingsprikkel Geef twee atleten precies hetzelfde trainingsprogramma en ze zullen niet hetzelfde trainingseffect hebben. Wat betekent dat voor teamsporters?
Zes methodologische principes Optimale dosering van de belasting Systematisch verhogen van de belasting Veelzijdigheid en systematisch afwisselen van training Continue belasting Optimale timing algemene en specifieke vormen Individualiseren van de training
Basiscomponenten trainingsprograam Oefenvorm X Belasting = Oefenprikkel Squat X (80 kg X 6 hh X p=4’) = oefenprikkel 1000 m lopen X (15 km/u X 10hh X p=1’) = oefenprikkel 60 m dribbel met bal X(100% X 6hh X p=4’) = oefenprikkel Etc..
Belastingcomponenten Intensiteit Snelheid Last Tijd Duur van de belasting Tijd Omvang van de belasting Aantal hh X aantal reeksen Duur en aard van de herstelfase Dichtheid van de belasting Verhouding inspanning/herstel Trainingsfrequentie Aantal trainingseenheden per week

Mais conteúdo relacionado

Mais procurados

Algunos ejemplos de un posible entrenamiento con objetivos estéticos
Algunos ejemplos de un posible entrenamiento con objetivos estéticosAlgunos ejemplos de un posible entrenamiento con objetivos estéticos
Algunos ejemplos de un posible entrenamiento con objetivos estéticos
felisamt
 
RETURN TO PLAY AFTER SPORTS INJURY I Dr.RAJAT JANGIR JAIPUR
RETURN TO PLAY AFTER SPORTS INJURY  I Dr.RAJAT JANGIR JAIPURRETURN TO PLAY AFTER SPORTS INJURY  I Dr.RAJAT JANGIR JAIPUR
RETURN TO PLAY AFTER SPORTS INJURY I Dr.RAJAT JANGIR JAIPUR
Dr.RAJAT JANGIR Orthopaedic surgeon Jaipur
 
Fisiologia do exercício aplicada à estética
Fisiologia do exercício aplicada à estéticaFisiologia do exercício aplicada à estética
Fisiologia do exercício aplicada à estética
washington carlos vieira
 

Mais procurados (20)

Marathon training theory
Marathon training theoryMarathon training theory
Marathon training theory
 
Fisiologia do esforço .pptx
Fisiologia do esforço .pptxFisiologia do esforço .pptx
Fisiologia do esforço .pptx
 
Workshop jaarplanning maken
Workshop jaarplanning makenWorkshop jaarplanning maken
Workshop jaarplanning maken
 
Apuntes sobre hipertrofia
Apuntes sobre hipertrofiaApuntes sobre hipertrofia
Apuntes sobre hipertrofia
 
Periodizzazione della forza nel calcio
Periodizzazione della forza nel calcio Periodizzazione della forza nel calcio
Periodizzazione della forza nel calcio
 
Strength Endurance Training
Strength Endurance TrainingStrength Endurance Training
Strength Endurance Training
 
High Intensity Interval Training.ppt
High Intensity Interval Training.pptHigh Intensity Interval Training.ppt
High Intensity Interval Training.ppt
 
Algunos ejemplos de un posible entrenamiento con objetivos estéticos
Algunos ejemplos de un posible entrenamiento con objetivos estéticosAlgunos ejemplos de un posible entrenamiento con objetivos estéticos
Algunos ejemplos de un posible entrenamiento con objetivos estéticos
 
Pulmonary rehabilitation exercise prescription in copd
Pulmonary rehabilitation exercise prescription in copdPulmonary rehabilitation exercise prescription in copd
Pulmonary rehabilitation exercise prescription in copd
 
Pre, During & Post Performance Nutrition
Pre, During & Post Performance NutritionPre, During & Post Performance Nutrition
Pre, During & Post Performance Nutrition
 
Analysis of Sebastian Coe's Training Methods
Analysis of Sebastian Coe's Training Methods   Analysis of Sebastian Coe's Training Methods
Analysis of Sebastian Coe's Training Methods
 
Metabolismo e exercicio
Metabolismo e exercicioMetabolismo e exercicio
Metabolismo e exercicio
 
Tipos de Periodización.pptx
Tipos de Periodización.pptxTipos de Periodización.pptx
Tipos de Periodización.pptx
 
Fitness and strength testing in sports
Fitness and strength testing in sportsFitness and strength testing in sports
Fitness and strength testing in sports
 
Periodização - Hipertrofia Muscular
Periodização - Hipertrofia Muscular Periodização - Hipertrofia Muscular
Periodização - Hipertrofia Muscular
 
Strength Training for Track & Field
Strength Training for Track & FieldStrength Training for Track & Field
Strength Training for Track & Field
 
Planning Speed Training for Team Sports
Planning Speed Training for Team SportsPlanning Speed Training for Team Sports
Planning Speed Training for Team Sports
 
Entrenamiento de la resistencia
Entrenamiento de la resistenciaEntrenamiento de la resistencia
Entrenamiento de la resistencia
 
RETURN TO PLAY AFTER SPORTS INJURY I Dr.RAJAT JANGIR JAIPUR
RETURN TO PLAY AFTER SPORTS INJURY  I Dr.RAJAT JANGIR JAIPURRETURN TO PLAY AFTER SPORTS INJURY  I Dr.RAJAT JANGIR JAIPUR
RETURN TO PLAY AFTER SPORTS INJURY I Dr.RAJAT JANGIR JAIPUR
 
Fisiologia do exercício aplicada à estética
Fisiologia do exercício aplicada à estéticaFisiologia do exercício aplicada à estética
Fisiologia do exercício aplicada à estética
 

Destaque

Trainingsleer 1e jaar 4.7 uitleg triathlon
Trainingsleer 1e jaar 4.7 uitleg triathlonTrainingsleer 1e jaar 4.7 uitleg triathlon
Trainingsleer 1e jaar 4.7 uitleg triathlon
Martin Breedijk
 
Trainingsleer 1e jaar 4.3 2012
Trainingsleer 1e jaar 4.3 2012Trainingsleer 1e jaar 4.3 2012
Trainingsleer 1e jaar 4.3 2012
Martin Breedijk
 
Trainingsleer 1e jaar 4.1
Trainingsleer 1e jaar 4.1Trainingsleer 1e jaar 4.1
Trainingsleer 1e jaar 4.1
Martin Breedijk
 

Destaque (6)

Trainingsleer 1e jaar 4.2 triathlon
Trainingsleer 1e jaar 4.2 triathlonTrainingsleer 1e jaar 4.2 triathlon
Trainingsleer 1e jaar 4.2 triathlon
 
Trainingsleer 1e jaar 4.7 uitleg triathlon
Trainingsleer 1e jaar 4.7 uitleg triathlonTrainingsleer 1e jaar 4.7 uitleg triathlon
Trainingsleer 1e jaar 4.7 uitleg triathlon
 
Trainingsleer 1e jaar 4.3 2012
Trainingsleer 1e jaar 4.3 2012Trainingsleer 1e jaar 4.3 2012
Trainingsleer 1e jaar 4.3 2012
 
Presentatie marathon training Statina 8 feb 2016
Presentatie marathon training Statina 8 feb 2016Presentatie marathon training Statina 8 feb 2016
Presentatie marathon training Statina 8 feb 2016
 
Presentatie onderzoek sons gehouden op dag van sportonderzoek 101116
Presentatie onderzoek sons gehouden op dag van sportonderzoek 101116Presentatie onderzoek sons gehouden op dag van sportonderzoek 101116
Presentatie onderzoek sons gehouden op dag van sportonderzoek 101116
 
Trainingsleer 1e jaar 4.1
Trainingsleer 1e jaar 4.1Trainingsleer 1e jaar 4.1
Trainingsleer 1e jaar 4.1
 

Semelhante a Trainingsleer week 1.3 2011

Semelhante a Trainingsleer week 1.3 2011 (8)

Trainingsleer week 1.4 hva sjabloon 2011
Trainingsleer week 1.4 hva sjabloon 2011Trainingsleer week 1.4 hva sjabloon 2011
Trainingsleer week 1.4 hva sjabloon 2011
 
Triday training en voeding
Triday training en voedingTriday training en voeding
Triday training en voeding
 
Terminologie
TerminologieTerminologie
Terminologie
 
Trainingsleer week 1.4 h3 h4 uithoudingsvermogen.pptx
Trainingsleer week 1.4 h3 h4 uithoudingsvermogen.pptxTrainingsleer week 1.4 h3 h4 uithoudingsvermogen.pptx
Trainingsleer week 1.4 h3 h4 uithoudingsvermogen.pptx
 
Trainingshandboek artv de_adelaar
Trainingshandboek artv de_adelaarTrainingshandboek artv de_adelaar
Trainingshandboek artv de_adelaar
 
4 uithoudingsvermogen les2
4 uithoudingsvermogen les24 uithoudingsvermogen les2
4 uithoudingsvermogen les2
 
Trainingsleer 1e jaar 4.4 triathlon
Trainingsleer 1e jaar 4.4 triathlonTrainingsleer 1e jaar 4.4 triathlon
Trainingsleer 1e jaar 4.4 triathlon
 
Clinic 1 : Blessurepreventie en revalidatie in het hedendaagse voetbal (13/12...
Clinic 1 : Blessurepreventie en revalidatie in het hedendaagse voetbal (13/12...Clinic 1 : Blessurepreventie en revalidatie in het hedendaagse voetbal (13/12...
Clinic 1 : Blessurepreventie en revalidatie in het hedendaagse voetbal (13/12...
 

Trainingsleer week 1.3 2011

  • 1. Trainingsleer Week 1.3 Martin Breedijk
  • 2. Energielevering Vermogen In een korte tijd zoveel mogelijk energie leveren Vergelijk met topsnelheid auto Capaciteit Gedurende langdurige inspanning een grote hoeveelheid energie leveren Vergelijk tankinhoud en energie verbruik (aantal km’s op één liter)
  • 3. Energielevering Centraal staat de splitsing van ATP in ADP + energie ATP ADP + energie Max. hoeveelhied ATP in spier is goed voor 2 à 3 sec. Hoeveelheid ATP in de spier wordt weer aangevuld. Myosine ATP-ase
  • 4. Creatinefosfaatsysteem Eerste bron van ATP resynthese is Creatine fosfaat (CP) CP + ADP creatine + ATP Hoeveelheid creatine is beperkt tot 7 à 10 sec Dit is de alactische anaërobe fas Creatinekinase
  • 5. Algemene kenmerken CP systeem 0 tot 10 sec. Te trainen eigenschap: alactische anaërobe uithouding Groot vermogen, klein capaciteit Energie onmiddellijk beschikbaar Geen O2 nodig
  • 7. Lactisch anaërobe energiesysteem Treed na ongeveer 20 sec. in werking Glycogeen 2 ATP + melkzuur Glycogeen ligt opgeslagen in de spier Max. 45 à 90 sec. volhoudtijd Bijproduct is melkzuur (lactaat) Door opeenhoping van lactaat waardoor inspanning gestaakt moet worden Daarom b.v. voor voetballers belangrijk dat hu lichaam melkzuur kan verwerken Halfwaarde tijd lactaat 15 minuten Enzymen
  • 8. Energielevering Begin van een inspanning is energielevering altijd anaëroob Cardiorespiratorisch systeem komt traag op gang Elke inspanning is daarom in het begin lactisch Mede daarom belang warming-up
  • 9. Kenmerken lactischanaërobe energiesysteem Tijdsduur: 10 tot 90 sec. Te trainen eigenschap: Lactisch anaerobe uithouding Groot vermogen, kleine capaciteit Energie is na ongeveer 10 sec. beschikbaar Geen O2 nodig Restproduct is lactaat
  • 10. Aërobe energielevering Glycogeen + O2 38 ATP + CO2 + H2O Veel energie levering Geen restproducten (CO2 uitademen H2O is nuttig) Gebruikte glycogeen wordt zowel in rust als tijdens inspanning snel aangevuld Als glycogeen niet voorradig is of energiebehoefte is lager vetzuren als energiebron In uitzonderlijke omstandigheden ook eiwitten Schadelijk spierafbraakbijproduct ammoniak
  • 12. Kenmerken Aërobe energielevering Tijdsduur: vanaf 3 à 4 minuten tot langdurige inspanningen Te trainen eigenschap: aërobe uithoudingsvermogem Klein vermogen, grote capaciteit Vetzuurverbranding pas vanaf ongeveer 30 minuten Geen schadelijke afvalstoffen
  • 15. Basisstructuur van het trainigsproces Vaststellen doel Keuze van de trainingsinhoud Vaststellen volgorde verschillende deelaspecten trainingsinhoud Keuze gebruikte oefenmethoden Controle van het te bereiken doel
  • 16. Algemene structuur4 fases Voorbereidingsfase Trainingsfase Controlefase Deze twee fases vormen één geheel Verwerkingsfase
  • 17. Vijf lichamelijke basiseigenschappen Kracht Snelheid Uithoudingsvermogen Lenigheid Coördinatie (niet genoemd in boek)
  • 18. Zes biologische principes Overload principe Principe van de verminderde meeropbrengst Principe van de optimale wisselwerking tussen belasting en herstel (supercompensatie) Principe van de omkeerbaarheid (reversibiliteit) Principe van de specificiteit Principe van de individuele verschillen in trainingsgevoeligheid
  • 19. Het overload principe Intensiteit moet voldoende hoog zijn om een oefeneffect te verkrijgen Minimale drempel is afhankelijk van het beoogde doel Belasting moet progressief en systematisch toenemen.
  • 20. Wet van de adaptatie
  • 21. Principe van de verminderde meeropbrengst Prestatiecurve neemt exponentieel toe Als het prestatieniveau toeneemt wordt de winst steeds kleiner
  • 22. Het principe van supercompensatie Trainingsprikkel Supercompensatie Vermoeidheid Herstel ‘Anti-compensatie’ Beginniveau
  • 23. Hoe inspanning en herstel af te wisselen I Trainingsprikkel nadat het effect van supercompensatie is verdwenen = volledig herstel GEEN TRAININGSEFFECT!
  • 24. Hoe inspanning en herstel af te wisselen II Trainingsprikkel bij onvolledig herstel PRESTATIEVERMINDERING
  • 25. Hoe inspanning en herstel af te wisselen III Trainingsprikkel in supercompensatie PRESTATIEVERBETERING
  • 26. Hoe inspanning en herstel af te wisselen IV Je kunt er ook voor kiezen om een aantal zware dagen achter elkaar te plannen met daarna een langere herstelperiode en hopelijk ook een grotere supercompensatie. Gevaar?
  • 27. Principe van de omkeerbaarheid Als je stopt met trainen verdwijnen de trainingseffecten Hoe langer je traint hoe geringer dit effect is Bij ongetrainde mensen die 2 maanden een trainingsprogramma volgen verdwijnt totale trainingseffect na 8 weken inactiviteit Bij atleten die jarenlang sporten eerste 2 maanden een afname met 20%. Dit niveau blijft lang behouden
  • 28. Principe van de specificiteit Dat wat je traint word je beter in! In de algemene voorbereidingsperiode is het goed om wat meer algemene trainingen te doen. B.v. langlaufen voor zwemmers Hardlopen voor voetballers Voetballen voor tennissers Aerobics voor lopers Hoe dichter je naar de wedstrijd toe komt hoe specifieker de trainingen (moeten) worden
  • 29. Principe van de individuele verschillen in trainingseffecten Een zelfde absolute inspanning is voor verschillende atleten relatief niet gelijk Denk aan LornahKiplagat en Gerard van Lent die naast elkaar 12 km/u lopen Maar ook twee voetballers met dezelfde shuttle run test score reageren op verschillende prikkels Iedere atleet reageert anders op een trainingsprikkel Geef twee atleten precies hetzelfde trainingsprogramma en ze zullen niet hetzelfde trainingseffect hebben. Wat betekent dat voor teamsporters?
  • 30. Zes methodologische principes Optimale dosering van de belasting Systematisch verhogen van de belasting Veelzijdigheid en systematisch afwisselen van training Continue belasting Optimale timing algemene en specifieke vormen Individualiseren van de training
  • 31. Basiscomponenten trainingsprograam Oefenvorm X Belasting = Oefenprikkel Squat X (80 kg X 6 hh X p=4’) = oefenprikkel 1000 m lopen X (15 km/u X 10hh X p=1’) = oefenprikkel 60 m dribbel met bal X(100% X 6hh X p=4’) = oefenprikkel Etc..
  • 32. Belastingcomponenten Intensiteit Snelheid Last Tijd Duur van de belasting Tijd Omvang van de belasting Aantal hh X aantal reeksen Duur en aard van de herstelfase Dichtheid van de belasting Verhouding inspanning/herstel Trainingsfrequentie Aantal trainingseenheden per week