2. 2
Het gaat ook over ‘de hele mens’
zien
Het belangrijkste uitgangspunt in de
mensvisie is dat we ‘de hele mens’
willen zien. Niet stukjes, maar de
hele mens. Alle onderdelen doen
ertoe.
Door alle leefgebieden steeds ‘na te
lopen’ en over alle leefgebieden met
elkaar in gesprek te zijn, weten we
zeker dat we de hele mens ziet. Dan
weten we zeker dat we holistisch
kijken.
Je zou anders maar eens alleen een
stukje kunnen zien en je lelijk
kunnen vergissen. Dat denk je dat je
weet wat er aan de hand is, maar je
hebt niet het hele plaatje… We gaan
namelijk uit van een holistisch
mensbeeld.
De hele mens zien
3. 3
Holistisch mensbeeld
Het holistisch mensbeeld komt van Holisme. Dit Holisme komt weer voort uit het Griekse woord “Holos”, dat wereld
betekent. Holisme is een begrip dat wijst op een groter geheel, waarvan het kleinere een onderdeel is. Het gaat dus
over samenhang. Alle leefgebieden hangen met elkaar samen. Het één kan niet zonder het ander. Wanneer er iets met
één leefgebied is, dan heeft dat effect op andere leefgebieden.
Zo zijn er leefgebieden om het hele leven – het hele mens-zijn – in beeld te brengen.
Er zijn veel verschillende manieren om de leefgebieden te ordenen. Of om te gebruiken. Als de mens maar het
uitgangspunt is, maakt het niet zo veel uit hoe we de leefgebieden uiteindelijk noemen. Voor de volledigheid van het
hele mens-zijn, hanteren we deze leefgebieden:
Mensbeeld
4. 4
Leefgebieden
Leefgebieden zijn ‘onderdelen van je leven’.
Belangrijke onderdelen die maken of je als mens zelfstandig kan functioneren.
Of dat je in meer of mindere mate zorg en ondersteuning nodig hebt.
De basisvisie achter deze leefgebieden is het ‘holistisch mensbeeld’.
We onderscheiden de volgende leefgebieden:
1. Gezinsrelaties
2. Sociale relaties
3. Psychisch
4. Fysiek
8. Zingeving
7. Wonen
6. Financiën
5. Werk en
opleiding
Leefgebieden hebben ordening
5. 5
1. Gezinsrelaties
2. Sociale relaties
3. Psychisch
4. Fysiek
8. Zingeving
7. Financiën
6. Werk en
opleiding
5. Wonen
Hoe zijn de relaties met de mensen ‘waar je vandaan komt’? Heb je je veilig kunnen
hechten? Ben je veilig opgegroeid en heb je nu een veilige gezinssituatie? Hoe is de
relatie met moeder, vader, broers, zussen en kinderen?
Een mens zonder mens, is geen mens. Wat ben je als je niemand hebt? Welke sociale
relaties heb je nu? Hoe is het contact met familie, vrienden en buren? Zijn ze er voor je?
Hoe is je psychische, mentale gesteldheid? Hoe is je geheugen? Je stemming? Hoe is het
met je interesse en sociale contacten? Last van angsten, spanningen, zwaarmoedigheid?
Hoe is je fysieke gesteldheid? Hoe fysiek fit ben je? Kan je voor jezelf zorgen (ADL)? Zorg
je goed voor je lichaam? Hoe is je algemene gezondheidstoestand?
Hoe zijn je woonomstandigheden? Kan je voor jezelf zorgen wanneer je ‘op jezelf woont’?
Wat heb je nodig om zo zelfstandig mogelijk te leven?
Hoe ontwikkel je je? Kan je leren en groeien? Heb je werk waarmee je in je
levensonderhoud kunt voorzien?
Hoe is de financiële situatie? Heb je een kloppende huishoudportemonnee? Of zijn er
schulden?
Hoe sta je zelf in het leven? Ben je zoekende in het ‘waarom ben ik hier op aard?’ Of heb je
vaste grond onder de voeten? Heb je houvast aan je geloof? Ben je veerkrachtig?
Levenslust? Ben je doelgericht en actiebereid?
Leefgebieden hebben ordening
6. 6
Verschillende namen
4. De woon- en
leefomstandig-
heden
1. Het mentale
welbevinden van de
cliënt als persoon
2. Het lichamelijke
gevoel van
welbevinden en
gezondheid
3. Daginvulling volgens eigen
interesse en onderhouden van
sociale contacten (participatie)
Welke namen we aan de leefgebieden geven, maakt ook niet uit.
Zolang de mens maar centraal staat, we alle leefgebieden bekijken
(holistisch) én zolang we erkennen dat de relaties en waar we vandaan
komen, het vertrekpunt zijn.
Zo kennen we ook de 4 domeinen van het zorg-leefplan:
8. 8
Verschillende namen: domeinen
4. De woon- en leefomstandig-
heden
1. Het mentale
welbevinden van de
cliënt als persoon
2. Het lichamelijke
gevoel van
welbevinden en
gezondheid
3. Daginvulling volgens eigen
interesse en onderhouden van
sociale contacten (participatie)
In het geval van de domeinen van het zorgleefplan ziet de vertaling er als volgt uit:
9. 9
Verschillende namen: ZRM
4. Huiselijke relaties
1. Financiën
2. Dagbesteding
3. Huisvesting
In het geval van de leefgebieden van de ZelfRedzaamheidsMatrix (ZRM) ziet de
vertaling er als volgt uit:
5. Geestelijke gezondheid
6. Lichamelijke gezondheid
7. Verslaving
8. ADL
9. Sociaal netwerk
10. Maatschappelijke
participatie
11. Justitie
Opvallend!
Wat hier opvalt in de
ordening van de
leefgebieden is dat
de ZRM bij de
praktische invulling
begint en de
erkenning van de
relaties pas later
komt; een andere
ordening.
Opvallend!
Ook het uitgaan van
‘normaal
burgerschap’ en
‘normaal mens-zijn’ is
minder nadrukkelijk
aanwezig.
‘Dagbesteding’ is
bijvoorbeeld niet iets
wat bij normaal
burgerschap hoort.
10. 10
Waarom is het nu zo belangrijk om de mens als vertrekpunt
te nemen en uit te gaan van normaal burgerschap?
Omdat we daarmee er van uit gaan ‘dat je er nog steeds
gewoon bij hoort’. Ook al heb je een zorgvraag, beperking, of
zat het niet zo mee in het leven. Je hoort er gewoon bij! Ook
jij hebt recht op groei, ontwikkeling, op ‘jezelf mogen zijn’ op
al je leefgebieden. Ongeacht je leeftijd, sociale
omstandigheden, ongeacht waar je vandaan komt…
Dit is dus altijd ons uitgangspunt:
Mensbeeld
11. 11
Gericht op groei: ieder mens wil groeien, maar er is wel een basis voor nodig
Op basis van de uitgangspunten van het holistisch mensbeeld is verder onderzoek gedaan.
Bijvoorbeeld door Abraham Maslov (1908-1970). Maslov stelde vast dat ieder mens wil
groeien en ontwikkelen (zelfontplooiing), maar dat daar wel voorwaarden aan verbonden zijn.
Hij ontwikkelde de ‘piramide van Maslov’:
1. Fysiologische behoeften zoals eten, drinken, beweging
2. Behoefte aan veiligheid: een dak boven je hoofd hebben, een eigen
plek hebben. In hoeverre heb je je veilig gevoeld bij je ouders en
ben je beschermd?
3. Behoefte aan sociaal contact: de behoefte om ergens bij, bij
iemand, te horen, liefde te ontvangen.
4. Behoefte aan waardering – acceptatie – achting: werden er
complimentjes gemaakt toen je jong was? Werd je als kind
gewaardeerd in wie je werkelijk was?
5. Behoefte aan zelfontplooiing: dit proces is pas mogelijk wanneer je
voldoende kracht hebt meegekregen in de eerste vier niveaus.
6. Als bovenste niveau wordt ook vaak getoond ‘hetgeen de mens
overstijgt’, het Goddelijke. Dat wat groter is dan wij.
Mensbeeld
12. 12
Gericht op groei: ieder mens wil groeien, maar er is wel een basis voor nodig
Dit is dus een belangrijke basiswaarde: ieder mens wil groeien en zich ontwikkelen.
Ieder mens streeft daar ook naar. Maar niet altijd lukt dat. Als het niet lukt, zijn niet alle voorwaarden aanwezig om te
kunnen groeien. Bij Novire gaan we ervanuit dat iedereen wil groeien en ieder mens – iedere burger –
er in de basis ook toe in staat is. In een gebroken wereld gaan dingen
soms anders. Dan is zorg en ondersteuning nodig.
Maar alleen vanuit de waarde dat iemand het zelf kan, in welke vorm
en mate dan ook.
Mensbeeld
13. 13
Veilige hechting in je gezin: nog belangrijker dan eten?
Bij Maslov is de onderste laag in de piramide de ‘fysiologische behoefte’. Eten,
drinken, kunnen ademen. Maslov werkte samen met Harlow (1905-1981). Harlow is
bekend geworden door zijn onderzoek naar baby-aapjes. Deze moesten kiezen
tussen twee kunstmoeders, de een met voedsel, de ander met vacht. De aapjes
kozen consequent voor de moeder met vacht: voor de ‘warme moeder’.
De uitkomst: voor hechting is voedsel alleen niet genoeg. We hebben warmte nodig
van de mensen waarvan we vandaan komen, vanuit onze gezinsrelaties.
Behoefte aan een veilige
hechting, aan een veilige relatie
in het gezin waar je vandaan
komt, is misschien dus nog wel
belangrijker dan eten en drinken
voor een mens.
In de zorg weten we dat vaak niet
of weten we niet goed wat we
daarmee moeten doen. Liever
gaan we praktisch aan de slag op
de andere leefgebieden dan
aandacht hieraan te geven.
Mensbeeld
14. 14
Mensbeeld
Van de onderzoeken van Harlow zijn beelden beschikbaar. De video’s zijn in het Engels ingesproken,
maar de beelden spreken al voor zichzelf.
Klik op de plaatjes om de video’s te bekijken.
15. 15
Waar richten we ons op? Een logische ordening van de leefgebieden
Nu je hebt gelezen over Maslov en Harlow is het belangrijk om de piramide en de
aapjes in je achterhoofd te houden. We gaan terug naar onze leefgebieden. Waar
richten we ons op in de zorg?
Als we naar de piramide van Maslov en de aapjes van Harlow kijken is dit een
logische ordening van de leefgebieden:
1. Het belangrijkste is een veilige hechting: een veilig
gezin. Dan hebben we een stevige basis om te staan in
het leven. Om zelfstandig te zijn. Heb je geen veilige
hechting gehad, dan heb je het een heel stuk pittiger in
het leven. Je kan wel zelfstandig zijn en worden, maar
het kost je veel meer moeite en pijn.
2. Dan heb je relaties nodig. Je bent geen mens zonder een
mens. Eenzaamheid is vreselijk. Als mensen hebben we
elkaar nodig.
Mensbeeld
16. 16
3. Hebben we een veilige basis en hebben we mensen op wie we
kunnen terugvallen, dan kunnen we tegen een stootje. Dat
kunnen we psychisch meer aan. We zijn minder vatbaar voor
verslavingen, voor onzekerheden, voor angsten, voor
depressies enzovoorts.
4. Zijn we psychisch gezonder, dan zijn we – heel vaak – ook
fysiek fitter. Lichaam en geest hangen met elkaar samen.
5. Zitten we goed in ons vel, voelen we ons veilig, dan kunnen we
beter en makkelijker leren en ons aanpassen. Dan kunnen we
uitdagingen beter aan en kunnen we effectiever zijn.
6. Hebben we werk, dan zal de financiële basis beter zijn.
7. Hebben we financiën, dan kunnen we makkelijker voor een
goede woonruimte zorgen.
8. En – dan zijn we terug bij Maslov – hebben we de basis op
orde, dan is er ruimte voor groei en ontwikkeling. Door
zingeving in ons leven staan we steviger, hebben we meer
veerkracht; weten we waartoe we op aarde zijn en kunnen we
daardoor doelgerichter zijn.
Mensbeeld
17. 17
Hoe gaat het vaak in de praktijk?
In de praktijk kan het op alle leefgebieden mis gaan. Soms heb je even een korte
ondersteuning nodig op één van de leefgebieden. Misschien omdat je even een
wond hebt die verzorgd moet worden. Wanneer je op alle leefgebieden gaat
‘schuiven’, kunnen de gevolgen groot zijn. Zo is hoe het kan gaan:
1. Er kunnen momenten in je leven zich voordoen
(bijvoorbeeld bij de overgang naar een andere
levensfase) waarbij vraagstukken uit je verleden weer
opspelen. Gebeurtenissen in het leven kunnen je in de
war brengen. Hierdoor komen gezinsrelaties
2. en sociale relaties onder druk te staan. Gezinnen vallen
uiteen, het komt helaas steeds vaker voor.
3. Psychisch lijden ontstaat: angsten, verslavingen.
4. Daardoor neemt de fysieke gesteldheid ook af.
5. Je komt te laat op je werkt. Te vaak. Je verliest je baan.
Mensbeeld
18. 18
6. De financiën komen ernstig onder druk te staan.
Wel kosten en veel minder of geen inkomsten
meer. Schulden lopen op.
7. Je kunt de huur of de hypotheek niet meer
betalen. Huisuitzetting volgt.
8. Je vraagt je af waarom jou dit moet overkomen.
Je raakt de vaste grond onder je voeten kwijt.
Een dramatisch verhaal
Een nogal dramatisch verhaal, zal je misschien denken.
Maar het komt vaak voor en de directeur van het Leger
des Heils zei eens tegen mij: ‘het komt vaker en sneller
voor dan je denkt’. Er hoeft maar iets te gaan wankelen
in je leven en – als je geen sterk sociaal netwerk hebt –
dan zijn de leefgebieden net domino-steentjes. Om een
domino-effect te voorkomen, is het belangrijk om goed
te weten hoe de leefgebieden met elkaar samenhangen
en het zicht te krijgen op het totaal.
Voor iedereen anders
Uiteraard is ieders verhaal anders. Niet bij iedereen is er op
alle leefgebieden iets aan de hand. Veel vaardigheden en
compensatievermogen op één leefgebied maakt dat je
misschien andere leefgebieden kunt compenseren. Mensen
kunnen heel sterk en veerkrachtig zijn.
Naast zicht op het totaal is het in beeld krijgen van de
zelfstandigheid maatwerk: ieder mens heeft weer een andere
combinatie van uitkomsten per leefgebied.
Mensbeeld
19. 19
Zelfstandigheid: wat wil je zelf vs. wat wil de samenleving? Uitgangspunt is normaal burgerschap!
Wanneer we de zelfstandigheid in kaart brengen en we meten de vaardigheden en ‘wat wil je’ en ‘wanneer wil je dat
bereiken’ dan is dat niet alleen helemaal ‘vrij’. Niet helemaal alleen je eigen keuze. Voordat we naar de inhoud
gaan kijken is het belangrijk om even hierbij stil te staan. Als mens maken we deel uit van de samenleving. We zijn
‘burger’.
We zetten de zelfstandigheid daarom altijd af tegen de ‘geldende normen in de maatschappij’.
Wat verwachten we met elkaar wat je kan en doet?
Het meten van de vaardigheden is dus gebaseerd op wat je vanuit normaal burgerschap zou moeten kunnen. Veel
andere instrumenten die in het werkveld worden gebruikt gaan niet uit van normaal burgerschap, maar uit van de
ziekte of beperking. De vragenlijst geldt dus voor iedere burger. De doelen die je nastreeft, zijn dus ook gebaseerd
op ‘mee doen in de samenleving’.
Omdat ‘erbij horen’ bijna onderaan in de piramide van Maslov staat én omdat uit het aapjes-onderzoek van Harlow
bleek dat erbij horen nog belangrijker is dan eten, sluit dit volledig op elkaar aan:
Je hoort erbij, want we kijken naar jou vanuit normaal burgerschap.
Dat geeft veiligheid en vanuit deze veiligheid kan je groeien in je vaardigheden.
Krijg je weer vertrouwen en een basis om je te ontwikkelen. Zo verwerf je weer meer
zelfstandigheid.
En zo hoor je er weer meer bij. Enzovoorts…
Normaal burgerschap!
20. 20
Daarmee is het een hulpmiddel in het kunnen zien van
mensen
Wanneer we steeds het normaal burgerschap in ons
achterhoofd houden en we daarmee de bril opzetten van
‘erbij horen’, voeren we steeds het goede gesprek.
Vanuit oprechte aandacht en interesse samen stil staan
wie jij bent, wat jij goed kan, waar jij hulp bij nodig hebt,
bij wat je wilt of juist niet wilt.
Het gaat namelijk over ‘echt gezien worden’.
Je denkt misschien dat dat vanzelfsprekend is, maar niets
is minder waar.
Een ervaring van een klant:
‘Eindelijk voeren we een goed gesprek. Ik had
nooit gedacht dat ik dat zou zeggen, maar
eindelijk wordt er gekeken en geluisterd naar
wie ik ben en naar wat ik nodig heb.’
21. 21
De leer- en werkomgeving Qsuite worden mogelijk gemaakt en onder licentie uitgebracht door
de Novire, kenniscentrum.
Novire doet dit onder andere door middel van de Improvement Academy.
De Improvement Academy ontwikkelt en beheert opleidingen in de Qsuite-leeromgeving op
basis van het landelijk door de Raad voor Accreditatie geaccepteerde Improvement Model.