3. 3
Inleiding
Van tuinieren zonder gif tot genieten van gerechten met respect
voor het milieu. Velt, de Vereniging voor Ecologisch Leven en Tui-
nieren, helpt je graag om een ecologische levensstijl te ontwikkelen
in keuken, tuin en daarbuiten – met kwaliteitsvolle publicaties,
cursussen en campagnes. Meer dan 14000 gezinnen en 100 lokale
groepen in Vlaanderen en Nederland kiezen al voor een eco-actief
leven en maken Velt tot een spreekbuis voor de belangen van eco-
logische consumenten.
De samentuinen behoren tot een van de succesvolle projecten van
Velt. Met deze brochure willen we de expertise die we hebben op-
gebouwd benutten en jou helpen om je nieuwe initiatief succesvol
te maken. Je leest hierin alles over de opstartfase van een samen-
tuin: hoe je eraan begint, waar je het best aandacht aan besteedt
en wat je zeker niet mag vergeten.
Deze brochure is er voor alle mogelijke initiatiefnemers van een
samentuin:
• een groep mensen die in de wijk een samentuin wil aanleggen;
• een gemeente of stad die met behulp van samentuinen de sociale
cohesie in de gemeente of stad wil versterken;
• een intercommunale die het zelf tuinieren promoot als middel
tegen voedselverspilling en voor afvalpreventie;
• een vereniging die met haar leden een samentuin wil opstarten;
• een OCMW dat voor zijn doelgroep een samentuin wil realiseren;
• een bedrijf dat met werknemers een samentuin wil oprichten;
• een school die met leerkrachten en leerlingen een schooltuin wil
aanleggen;
• etc.
In het eerste hoofdstuk leggen we uit wat een samentuin precies
is en hoe het concept is opgebouwd volgens de drie pijlers van
duurzame ontwikkeling. Vervolgens komen enkele voordelen van
samentuinen – voor mens én milieu – aan bod. Vanaf het derde
hoofdstuk gaan we echt van start: wat moet je weten voor je aan
zo’n samentuin begint? Een doordachte planning is cruciaal. Alles
wat je daarin moet opnemen ontdek je in het vierde hoofdstuk dat
de kritische succesfactoren voor de opstart van een samentuin
weergeeft. Natuurlijk sta je er niet alleen voor. In het laatste hoofd-
stuk vertellen we hoe Velt jouw project kan ondersteunen en welke
andere partners je erbij kunt betrekken.
Bij deze brochure hoort de website samentuinen.org. Je vindt er tal
van voorbeelddocumenten en extra informatie. In deze brochure
verwijzen we vaak naar de website; ga dus zeker eens een kijkje
nemen.
Veel succes met jouw samentuin!
4. 4
Wat is een samentuin?
‘Een samentuin is een tuin waarin mensen samen ecologisch tuinieren.’
Velt vzw bedacht het concept ‘samentuinen’ om een duidelijk on-
derscheid te maken met een reguliere volkstuin of buurtmoestuin.
De focus ligt op twee aspecten: ‘ecologisch’ en ‘samen’. In een
samentuin tuinier je op een ecologische manier. Samen staat voor
samen doen, maar ook voor diversiteit: iedereen is welkom in een
samentuin.
In de meeste tuinen krijgt elke tuinier een eigen perceel en beheert
hij samen met de groep enkele gemeenschappelijke plekken zoals
paden, een tuinhuis en de beplanting rond de samentuin. Op
andere plaatsen werkt iedereen samen op de volledige oppervlakte
van de tuin. In een samentuin beslist en overlegt de groep tuiniers
samen over het beheer van de tuin.
Ecologisch tuinieren
In elke samentuin past men de principes van ecologisch tuinieren
toe.
Zorgzaamheid
De tuiniers gaan zorgzaam om met bodem, water, oogst en natuur.
Zorg dragen voor de bodem betekent dat je de bodem minimaal
bewerkt. De tuingrond maak je vruchtbaar door hem te voeden
met compost en/of groenbemesters en door hem alleen oppervlak-
kig te bewerken. Een mulchlaag voorkomt uitdroging en onkruid-
groei, en geeft geleidelijk voedingsstoffen vrij. Dit resulteert in een
hoge bodemvruchtbaarheid: de basis van een ecologische tuin.
Planten preventief beschermen
Door preventieve maatregelen zoals het toepassen van teeltwis-
seling, combinatieteelt, de keuze van rassen, het aantrekken van
natuurlijke vijanden, en afscherming met insectengaas of vogelnet-
ten voorkom je aantastingen. Chemische bestrijdingsmiddelen
verstoren het natuurlijke evenwicht en schaden het milieu, dus is
preventief ingrijpen de regel. In geval van nood gebruik je uitslui-
tend ecologisch verantwoorde bestrijdingsmiddelen.
Rekening houden met bestaande landschapselementen
Door zorg te dragen voor de natuur en het landschap, blijft het
ecologische evenwicht bewaard en draagt de samentuin daar
zelfs toe bij. Dat kan door bestaande landschapselementen zoals
bomen en poelen zo veel mogelijk te behouden. Voor dieren zijn er
speciale plekjes: nestkastjes, een insectenhotel, een takkenwal, een
bloemenweide etc. Kies voor inheemse planten voor de randbe-
planting en gebruik natuurlijk materiaal voor de infrastructuur.
Biodiversiteit
Biodiversiteit betekent dat er een verscheidenheid aan organis-
men is. Je kunt zelf voor diversiteit zorgen door veel verschillende
soorten gewassen aan te planten, die op hun beurt tal van soorten
dieren en insecten aantrekken. De biodiversiteit gebruikt men vaak
als indicator voor de gezondheid van een ecosysteem. Het is dus
5. 5
van belang dat je hier aandacht voor hebt in een samentuin.
Concreet betekent dit dat je bij de teelt van groenten al eens expe-
rimenteert met minder bekende groenten en dat speciale variëtei-
ten of rassen de voorkeur mogen krijgen.
Kleine voetafdruk
Uiteindelijk geniet je van een lekkere en gezonde oogst! Omdat je
alles zelf hebt gekweekt, weet je wat je eet: verse en vitaminerijke
groenten en vruchten zonder pesticidenresidu’s. Bovendien heb je
geen verpakking, eet je lokaal en op het ritme van de seizoenen.
In de tuin laat je zo weinig mogelijk verloren gaan door de oogst
goed te spreiden, te verdelen of in te maken en door de oogstresten
te composteren. Zo zorgt tuinieren voor een kleine ecologische
voetafdruk.
Samen tuinieren
Naast het ecologische aspect, wordt een samentuin getypeerd door
de sociale samenhang en de groepsdynamica waar veel aandacht
aan wordt besteed. Dit uit zich in de volgende kenmerken.
Een groep diverse mensen
Er is niet alleen biodiversiteit, maar ook een diversiteit aan
mensen: iedereen is welkom ongeacht leeftijd, opleidingsniveau,
afkomst, gezinssituatie, beperkingen of bijzondere talenten. Een
samentuin is een inclusieve plek waar iedereen op zijn manier een
steentje bijdraagt. Velt pleit er dan ook voor om de infrastructuur
er zo naar te maken dat de tuin ook effectief toegankelijk is voor
iedereen.
6. 6
Een participatieve aanpak
De organisatie van een samentuin is een participatief proces. Som-
migen kiezen ervoor om de volledige tuin samen te onderhouden,
anderen delen de tuin op in individuele percelen en spreken af om
de gemeenschappelijke infrastructuur samen te onderhouden. In
beide gevallen is er een vorm van samenwerking en zijn er goede
afspraken tussen de tuiniers nodig. Het is belangrijk dat je deze
keuzes in groep maakt opdat ze door iedereen gedragen worden.
Een plek om samen te leren
Een samentuin kun je beschouwen als een lokaal educatief cen-
trum waar mensen samen informeel leren over natuur, voeding,
samenwerken en tuinieren. We raden je daarbij aan om begin-
nende tuiniers te begeleiden om hen op weg te helpen naar een
succesvolle oogst. Dit kan door een lesgever of praktijkbegeleider
van Velt in te schakelen.
Bijzondere doelgroepen
Samentuinen zijn een erg toegankelijke manier om in aanraking
te komen met gezonde voeding en duurzame thema’s. We willen
dan ook extra aandacht besteden aan de opvang van kwetsbare
doelgroepen en ervoor zorgen dat een samentuin zowel fysiek als
emotioneel een veilige plek is voor iedereen. Het is wenselijk om
in deze gevallen extra te investeren in sociale begeleiding om de
integratie van deze mensen te stimuleren en te verzekeren.
7. 7
Samentuinen als duurzame ontwikkeling
Een samentuin integreert de drie pijlers van duurzame ontwikke-
ling: ecologische, sociale en economische duurzaamheid vinden er
hun plek.
Een ecologisch doel
Het ecologische doel van een samentuin is dat het tuinieren
klimaatvriendelijk, grondstoffenzuinig en natuurbeschermend
is. De samentuinen zijn esthetisch mooi en rijk aan leven (bijen,
vlinders, vogels). Het is indrukwekkend hoe op enkele maanden tijd
een tastbare, eetbare, rijke samentuin ontstaat op een plek die er
monotoon en vaak zelfs verloederd bij lag.
Bij Velt zijn we trots dat onze aanpak werkt, ook op de langere
termijn: een samentuin wint elk jaar aan ecologische waarde. Er
is bovendien een multiplicatoreffect: de bestaande tuinen breiden
hier en daar uit, tuiniers en bezoekers exporteren de ecologische
tuinprincipes naar andere tuinen. Via de media raakt samentuinen
bekend zodat er van overal vragen naar informatie en begeleiding
komen.
In samentuinen is de ecologische dimensie verworven en dat zal
ook zo blijven. Er is bij de tuiniers een grote eensgezindheid over
het belang van ecologische tuintechnieken, wat maakt dat ze die
zullen blijven toepassen en verder ontwikkelen.
Sociaal-maatschappelijke dimensie
Het sociale of maatschappelijke doel van samentuinen is dat
mensen elkaar vinden in hun bezorgdheid en gedrevenheid rond
thema’s als gezonde voeding, ecologisch leven en de transitie naar
een duurzame samenleving. Bovendien streven we ernaar dat in de
wijk waar de samentuin ligt de sociale cohesie toeneemt en de een-
zaamheid daalt. Er is daarbij bijzondere aandacht voor specifieke
doelgroepen (mensen in armoede, mensen met een beperking).
In een samentuin vinden mensen elkaar rond een concrete basis-
behoefte (voedsel) en dat is een bijzondere ervaring. Ze heront-
dekken de bijna verloren gegane vaardigheid ‘zelf in eigen voedsel
voorzien’. Dat schenkt voldoening en een samenhorigheidsgevoel
waar de deelnemers van genieten. Maar het werken in de moes-
tuin leidt bij velen ook tot reflectie over de zwakke kanten van het
voedselsysteem, zodat ze in hun consumptiepatroon meer ecologi-
sche keuzes gaan maken en zich zelfs engageren in het debat over
de transitie naar een meer duurzame voedselvoorziening.
De bijdrage aan sociale leefbaarheid is groot. Samentuinen zijn
waardevol voor de deelnemers en de buurt. Dat werd zelfs aange-
haald in een commissie van het Vlaams Parlement. Maar vooral de
reacties op het terrein zijn sprekend:
‘We wonen al jaren in dezelfde wijk, we kenden
elkaar niet en kijk, nu zijn we vrienden.’
8. 8
Economische dimensie
Het economische doel van samentuinen is dat ze na de initiële be-
geleidingsperiode verder kunnen blijven bestaan zonder subsidies,
en dat de betrokken gezinnen bewuster gaan consumeren.
Dat al de samentuinen een tastbaar voordeel opleveren voor zoveel
gezinnen is een stevige verzekering dat deze initiatieven zullen
blijven bestaan. Wie er tuiniert, plukt de oogst van zijn werk, en dat
is een blijvend voordeel.
De waarde van de ecologisch beheerde gronden stijgt voortdu-
rend, omdat de vruchtbaarheid vergroot en er geen gevaar is voor
vervuiling door overbemesting en pesticiden. De tuinen dragen
bovendien bij aan een schaars publiek goed: biodiversiteit, natuur
dicht bij de mensen, een schoon leefmilieu.
Het gaat om gronden die voorheen geld kostten aan de gemeen-
schap, omdat de lokale overheid ze moest onderhouden. Die kost
valt weg en er komen (gezins)inkomsten uit voort dankzij de pro-
ductie. Bovendien levert een samentuin diensten aan de gemeen-
schap op sociaal vlak. Het sociale weefsel wordt vanzelf sterker,
mensen zijn gelukkiger en gezonder. Zonder over harde cijfers te
beschikken kunnen we toch stellen dat de investering in een sa-
mentuin zich terugbetaalt door lagere kosten op vlak van welzijn.
Beleidskader
Los van het algemene kader van duurzame ontwikkeling passen
samentuinen ook binnen enkele beleidskaders van de Vlaamse
overheid. We lichten er hier twee toe: het decreet omtrent pestici-
denreductie en het harmonisch park- en groenbeheer.
Decreet reductie van bestrijdingsmiddelen
Volgens het ‘Decreet houdende vermindering van het gebruik
van bestrijdingsmiddelen door openbare diensten in het Vlaams
Gewest’ mogen openbare besturen geen bestrijdingsmiddelen
gebruiken bij het beheer van een openbaar terrein. In de praktijk
betekent dit dat de openbare diensten het gebruik van bestrijdings-
middelen afbouwen, tot een nulgebruik ten laatste in 2014.
Een stukje openbaar groen dat door burgers wordt beheerd zonder
gebruik van bestrijdingsmiddelen, past dus volledig in de doelstel-
ling van dit decreet. De opleiding van tuiniers past in het onderdeel
‘bewustmaking van de burger’. Eigen groenten telen is immers een
goede manier om mensen bewust te maken voor het gevaar van
pesticiden.
Visie harmonisch park- en groenbeheer
De visie ‘Harmonisch park- en groenbeheer’ van het Agentschap
Natuur en Bos (ANB) omkadert samentuinen. Een samentuin is
geen park, maar een verzameling moestuintjes voor een wijk of
buurt. De milieu- en menselijke functies zijn in deze tuinen na-
drukkelijk aanwezig. Het gaat om meer dan louter moestuinen; het
gaat ook om rust, activiteit en contact. De samentuinen zijn een
belangrijke ontmoetingsplaats. Ze spelen een educatieve, sociale
en ruimtelijke rol.
10. 10
Toch maakt de oogst voor velen maar een klein stukje van de vol-
doening uit. Men ervaart tuinieren als een zinvolle, ontspannende
bezigheid. Natuurbeleving heeft een positief effect op de gezond-
heid. Door zorg te dragen voor planten en hierin te slagen, draagt
tuinieren bij tot het verwerven van meer zelfvertrouwen. Iedereen
heeft behoefte aan het gevoel ergens in te slagen. Tuiniers mogen
trots zijn als ze hun groenten stilaan zien groeien doordat ze er op
de juiste manier voor zorgen.
In sociale instellingen, de psychiatrie en elders wendt men tuinie-
ren almaar vaker aan als instrument in een therapiecontext.
Sociaal contact
Uit een korte enquête bij samentuiniers blijkt dat een samentuin
vooral een ontmoetingsplek is. Mensen worden naar de tuin gedre-
ven vanuit hun behoefte aan sociaal contact.
‘Vroeger gingen de mensen in hun eigen tuin aan de draad staan om
tijdens het tuinieren met elkaar te praten. Nu worden tuinen door
hoge hagen omsloten, waardoor we die verbondenheid in een samen-
tuin moeten terugvinden.’
Voornamelijk door de maatschappelijke trend van individualise-
ring zijn mensen meer dan ooit op zoek naar elkaar. We willen
onze buren weer leren kennen, we verlangen ernaar om tot een
groep te behoren.
Voor mensen die alleen zijn – om eender welke reden, is een sa-
mentuin de ideale manier om contacten te leggen. Mensen die pas
zijn verhuisd en niemand kennen in hun nieuwe gemeente, kunnen
in een samentuin hun kennissenkring uitbouwen.
‘Omdat ik thuis toch maar alleen ben, kom ik graag naar de tuin. Er is
altijd iemand om mee te babbelen! In mijn tuintje kom ik ook tot rust;
ik geniet ervan om mijn worteltjes te zien groeien.’
Als je van heel diverse mensen plotseling een groep maakt, gaat
niet alles van een leien dakje. Mensen moeten gewend raken aan
elkaar, elkaars sterke en gevoelige plekken ontdekken en erachter
11. 11
komen met wie ze goed samenwerken en met wie ze veel con-
frontaties het best vermijden. Die sociale vaardigheden heeft niet
iedereen van nature in zich. Door de interactie die in de groep
ontstaat, de dynamiek, leert iedereen veel over de ander én over
zichzelf. De combinatie van elkaar leren aanvoelen en inschat-
ten, en gepast reageren is een kunst die in een samentuin centraal
staat.
Kennis opdoen en delen
In de eerste plaats is een samentuin een plek waar informeel leren
een grote rol speelt. Een samentuin is ideaal voor ervaringsgericht
leren.
Maar het kan ook formeel: er worden professioneel begeleide
cursussen en workshops aangeboden en de deelnemers waarderen
dat. Mensen willen graag kennis opdoen over verschillende zaken,
en die kennis op hun beurt delen met anderen.
Zo kan iedereen tot op zekere hoogte de rol van leraar opnemen en
een steentje bijdragen. Een samentuin is een participatief gegeven
dat steunt op de inbreng, ervaring en kennis van alle betrokkenen.
Iedereen is idealiter eigenaar van het project.
Een groeiend ecologisch bewustzijn zorgt ervoor dat mensen hun
leven en houding willen aanpassen om hun impact te verkleinen,
maar dat ze niet altijd goed weten hoe dat moet. Een samentuin is
zowel voor tuiniers als buurtbewoners de ideale plek om vorm te
geven aan dat ecologische bewustzijn en om inspiratie op te doen
over maatregelen die je zelf kunt en wilt treffen om je voetafdruk te
verkleinen.
Het terrein en de activiteiten in een samentuin lenen zich ertoe
om de plek uit te bouwen tot een educatief centrum, ook voor de
buitenwereld.
Openbaar groen
Een terugkerend motief om een samentuin te starten is het demo-
grafische gegeven van verstedelijking, gekoppeld aan de nood van
stadsbewoners om omringd te blijven door groen. Almaar meer
mensen gaan kleiner wonen en hebben slechts beperkte toegang
tot groene zones. Een samentuin geeft een stuk grond dat voordien
geen of een andere bestemming had toch nut en vult de individuele
nood aan groen in.
Sommige project dragen bij aan ‘nieuw’ openbaar groen op plekken
die voorheen onbeheerd of onderbenut waren. Percelen die strikt
genomen privé zijn kunnen een openbaar karakter krijgen als de
tuin voor de buurt wordt opengesteld. In andere gevallen krijgt
bestaand openbaar groen een nieuwe betekenis en identiteit, bijv.
als een samentuin een onderdeel wordt van een bestaand park.
Samentuinen vergroten de betrokkenheid van bewoners bij de
publieke ruimte die door hen mee gedragen en gevormd wordt. In
het Engels spreekt men van ‘place making’.
12. 12
Voor je van start gaat
Het is belangrijk dat je op voorhand goed nadenkt over hoe je jouw
samentuin precies voorstelt. Wat is het belangrijkste doel? Wie wil
je ermee bereiken? Hoe ga je dat aanpakken?
Een doel kiezen
Wat voor een tuin wil je? Ga je hem collectief beheren of kies je
voor individuele percelen? Wordt het een demotuin? Deze keuze
maak je idealiter in groep, maar je kunt op voorhand al even na-
denken over de hoeveelheid grond die je nodig zult hebben.
De soort samentuin zal ook afhangen van wat je precies wilt
bereiken in de tuin. Dit kan sociale cohesie zijn in een bepaalde
wijk, een educatief project waar mensen leren tuinieren of gewoon
meer groen creëren in de omgeving. Of je combineert het sociale,
educatieve en ecologische aspect. Het is belangrijk om concrete
en algemene doelstellingen vast te leggen voor je begint. Dat zal je
helpen om het project een duidelijke richting te geven, en om bij te
sturen waar nodig.
In het vorige hoofdstuk vond je alvast enkele voordelen van een sa-
mentuin die je kunt bekijken bij het bepalen van de doelstellingen.
De doelgroep bepalen
Een samentuin staat open voor iedereen, maar misschien wil je
een bepaalde bevolkingsgroep zeker bereiken. In dat geval bedenk
je bij voorkeur even met welke partners je het best samenwerkt.
Als je met mensen in armoede wilt werken, contacteer je bijv. een
vereniging waar armen het woord nemen of Welzijnsschakels.
Houd bij de keuze van de doelgroep rekening met de toegankelijk-
heid en de ligging van de tuin. Als je mensen van een sociale wijk
wilt bereiken, plan je de samentuin als dat kan in de wijk zelf.
‘Natuurlijk wilden we een inclusieve tuin, een tuin waar je geen label
draagt en waar iedereen welkom is. Bij de oproep voor tuiniers,
kregen de mensen van ’t Kiertje (Welzijnsschakel) voorrang, maar we
hebben dit daarna opengetrokken naar de rest van de gemeente. Nu
heeft ongeveer de helft van de tuiniers ervaring met kansarmoede, en
het leuke is dat we dit van elkaar niet weten. Hier ben je gewoon een
van de tuiniers, los van je achtergrond.’
Je kunt in je samentuin een tuintje voorzien voor de scholen uit de
buurt. Niets is leuker dan met kinderen in de tuin werken! Als dit
je wat lijkt, kijk dan zeker eens op www.schoolmoestuin.be voor
inspiratie voor jouw project op of met de school.
Een planning maken
Alles begint met een plan. In de planning moet je rekening houden
met een kalender die je niet helemaal zelf kunt kiezen. Als je wilt
tuinieren, ben je ontzettend tijdsgebonden: in de winter of in het
vroege voorjaar moet je de grond klaarmaken, zodat je in maart
meteen kunt zaaien en planten. Anders mis je gemakkelijk de trein
van het seizoen en moet je nog een jaar wachten. Informeer je
hierover dus goed.
14. 14
Kritische succesfactoren
In dit hoofdstuk vind je ongeveer alles wat je in je planning moet
opnemen, of waarmee je het best rekening houdt. We hebben voor
een thematische indeling gekozen, en geen chronologische weer-
gave. Elke samentuin is namelijk anders en we kunnen onmogelijk
een standaard tijdsbesteding plakken op de verschillende stappen.
Op www.samentuinen.org bieden voorbeeldplanningen inspiratie.
Mensen
Een tuin zonder mensen, is geen samentuin. Dus je moet op zoek
naar mensen. Het gaat om alle mogelijke actoren die je bij de
samentuin kunt betrekken: tuiniers, vrijwilligers, buurtbewoners,
partnerorganisaties, begeleiders etc.
Kwantiteit versus kwaliteit
Omring je met mensen die het project mee willen dragen, actief en
passief. Een samentuin staat of valt met de mensen die eraan en
erin willen werken.
Bij je zoektocht zijn enkele dingen van essentieel belang:
• Stem vraag en aanbod op elkaar af. In een buurt waar weinig
mensen een eigen tuin hebben, zal de vraag groter zijn en heb je
een grotere tuin nodig.
• Mensen moeten uit vrije wil naar de tuin komen. Gedwongen
deelname (bijv. school, leefgroep) zal een negatief effect hebben op
de motivatie. Mensen hebben ook de vrijheid nodig om te komen
en gaan wanneer ze willen.
15. 15
• Maak van bij het begin duidelijk dat het om ecologisch tuinieren
gaat, zodat tuiniers weten wat ze mogen verwachten. Meestal is
het feit dat er ecologisch getuinierd wordt en dat er begeleiding
voorzien wordt net een motiverende factor om aan het project deel
te nemen.
• Omschrijf de ondersteuning die tuiniers en vrijwilligers krijgen,
zowel op tuintechnisch als groepsdynamisch vlak, en maak de
beloofde ondersteuning ook waar. Belangrijk hierbij is dat de
ondersteuning vooral intern, tussen de tuiniers onderling, zal
plaatsvinden.
• Maak een aantrekkelijke informatiefolder. Hiermee informeer je
enerzijds de buurt over wat er zal gebeuren en anderzijds motiveer
je potentiële tuiniers om mee aan de slag te gaan.
• Organiseer een infomoment waarop je het project voorstelt en
waarop je gelegenheid biedt om vragen te stellen en in te schrijven.
Dit is meteen de eerste ontmoeting met toekomstige tuiniers; zorg
ervoor dat ze de kans hebben om een informele babbel te slaan
met elkaar.
Van zodra je een aantal geïnteresseerden hebt (die al dan niet
effectief aan de slag zullen gaan in de tuin), is het noodzakelijk om
een groep te vormen waarin iedereen zich thuis voelt. Een aange-
name sfeer krijg je niet zomaar; er kruipt tijd en vooral een grote
dosis enthousiasme in.
Aandachtspunten om de kwaliteit van de groep te versterken:
• Kom samen met de groep nog voor je met tuinieren begint. Je
kunt bijv. een samentuin in de buurt bezoeken. Op die manier zien
de deelnemers hoe zo’n tuin er kan uitzien en wordt het enthou-
siasme aangewakkerd. De groep kan vragen stellen aan tuiniers,
zodat het plan weer wat concreter wordt.
• Als de groep bestaat uit beginnende tuiniers, is het leuk om al
eens een workshop ‘tuinieren in potten’ te organiseren. Zo krijgen
ze een voorsmaakje van tuinieren. Een kookworkshop slaat ook
vaak aan, zeker in groepen waar de deelnemers weinig kennis over
en ervaring met gezonde voeding hebben.
• Persoonlijk contact is erg belangrijk. Mensen hebben een aan-
spreekpunt nodig, dus het is belangrijk dat er een lokale trekker is
die bij voorkeur ook zelf in de tuin aan de slag gaat. Zelfs als dat
niet het geval is, blijft het van belang dat de tuiniers jouw gezicht
kennen en bij jou terechtkunnen.
• Houd rekening met de diversiteit van de groep en wees opmerk-
zaam voor wat dit met zich meebrengt. Verschillende visies, inte-
resses en aanpakken zijn onvermijdelijk. Het is wel noodzakelijk
dat er op een goede manier met verschillen en gelijkenissen wordt
omgegaan en dat er geen frustraties ontstaan. Hierbij is het van
belang dat je het vertrouwen van de groep wint, zodat ze bij jou
terechtkunnen als er iets is.
• Houd ieders capaciteiten en beperkingen in de gaten. Er zullen al-
tijd meer en minder ervaren tuiniers zijn, en mensen die wat trager
dingen leren dan anderen. Pas het niveau zo goed mogelijk aan aan
de groep; maak ruimte voor ‘gevorderden’ om hun inbreng te doen
en voor beginnelingen om vragen te stellen.
16. 16
Mensen motiveren
Creëer een sfeer die ervoor zorgt dat tuiniers vanzelf gemotiveerd
zijn om zich te engageren. Houd daarvoor rekening met de indivi-
duele motieven van tuiniers en probeer er zo goed mogelijk op in
te spelen.
Uit een korte enquête blijkt dat de belangrijkste factor om in een
samentuin aan de slag te gaan, het sociale contact is. Samen zijn
met mensen of bij een groep horen, is dus erg belangrijk.
Naast het sociale aspect is werken in de tuin als nuttige vrijetijds-
besteding een belangrijke motivatie. Tot rust komen in de tuin,
genieten van de kleine dingen en het gevoel hebben dat je iets kunt
creëren, horen daar ook bij.
Dat je die groenten kunt opeten is voor sommige tuiniers eerder
bijkomstig. Een extra voordeel is wel dat deze groenten van goede
kwaliteit zijn en erg gezond, want vers, vitaminerijk en zonder
pesticidenresidu’s. Dit ecologische aspect is voor een groep wel een
belangrijke drijfveer, maar voor veel mensen slechts ondergeschikt.
Als laatste reden waarom tuiniers voor een samentuin kiezen,
noemt men vaak ‘informeel leren’. Een samentuin is een educatief
centrum, zowel voor de tuiniers als voor hun omgeving: de tuiniers
geven tips aan elkaar, ze wisselen recepten uit, ze inspireren elkaar
en dagen elkaar uit, ze ruilen zaden, plantgoed en oogst …
Om mensen te verleiden om mee aan de slag te gaan in de samen-
tuin, kun je een beroep doen op het tweede hoofdstuk van deze
brochure: de voordelen van samentuinen.
17. 17
Organisatietalent gezocht
Er komt wat organisatorisch talent van pas bij het opstarten
van een samentuin. Zorg ervoor dat je een kerngroepje hebt van
enthousiastelingen waarop je kunt rekenen. Soigneer deze vrijwil-
ligers; laat hen de vrijheid om te bepalen welke taken ze op zich
kunnen en willen nemen, en wanneer. Let op een evenwichtige
taakverdeling en spring bij wanneer nodig.
‘Ik ben al jaren lid van Velt, volgde al enkele cursussen over ecolo-
gisch moestuinieren en ben zelf een fervent tuinier. Toen het samentui-
nen opkwam, rees mijn interesse om zoiets in Vorselaar op te starten.
Ik was dan ook meteen enthousiast om in het project te stappen. Het
is een werk van lange adem geweest, maar het doet goed om de tuin te
zien zoals hij nu is, met alle enthousiaste tuiniers. Ik vind het boeiend
om mensen in contact te brengen met ecologisch tuinieren en te zien
dat ze ermee aan de slag gaan.’
Voor veel mensen is het belangrijk dat ze in een gestructureerd ka-
der kunnen werken, met duidelijke afspraken die snel en efficiënt
worden opgevolgd. Het is belangrijk om van meet af aan dit kader
zo goed mogelijk te scheppen, en om regelmatig terug te koppelen
en feedback te vragen.
Hoe een groep samentuiniers zich organiseert, is afhankelijk van
een aantal bepalende factoren zoals de grootte van de groep, de
leeftijd, hoe de werving gebeurde en de heersende cultuur. Zo zal
een grote groep van voornamelijk senioren eerder geneigd zijn
om zich formeel te structureren. Het is ook best logisch dat hoe
groter de groep is, hoe meer structuur je nodig hebt. Als de groep
bovendien bestaat uit mensen die al hun hele leven binnen formele
structuren hebben gefunctioneerd, zou het ongepast zijn om die
structuur opeens weg te halen.
Andere groepen kiezen voor een heel organische structuur, of zoe-
ken een middenweg en gaan voor een minimale taakverdeling en
structuur, op een informele manier. Het gaat vooral om veel dingen
samen doen.
De groep moet hoe dan ook organisatorische keuzes maken over:
• De hoedanigheid van de groep: dit betekent dat je ervoor kiest om
de groep een formeel kader te geven zoals een feitelijke vereniging
of vzw, of niet. In beide gevallen zijn er voor- en nadelen. Als tus-
senoplossing kun je een Velt-werkgroep worden, dan ben je een
feitelijke vereniging onder de vleugels van Velt.
• De structuur van de groep: dit zal deels bepaald worden door de
vorige keuze, omdat je aan bepaalde voorwaarden moet voldoen
als je voor een formele structuur kiest. Maar je kunt ook ad hoc
taken verdelen in plaats van op voorhand functies te verdelen.
• De mate van participatie: je kunt alle beslissingen met de hele
groep samen maken of je kunt een kerngroep samenstellen en
voorstellen opmaken waarvoor je feedback vraagt van de groep.
Het is sowieso belangrijk om de tuiniers te betrekken bij het hele
proces om de gedragenheid te verzekeren.
• Verzekeringen: samentuinen zijn over het algemeen een veilige
18. 18
omgeving, maar je moet altijd het zekere voor het onzekere nemen.
Reken er niet op dat iedereen een persoonlijke verzekering heeft,
en informeer je over hoe je dit het best kunt opvangen.
• De boekhouding: je zult in verschillende fases met geld te maken
krijgen. Spreek goed af wie hiervoor verantwoordelijk is en hoe je
hiermee omgaat.
• De afsprakennota of het reglement: hoewel volgens veel tuiniers
het engagement belangrijker is dan het reglement, is het nuttig om
enkele afspraken waaraan tuiniers zich moeten houden op papier
te zetten. Stel dit document samen met de tuiniers op, zodat er in
komt wat zij belangrijk vinden.
• Het lidgeld: in veel samentuinen wordt een bijdrage gevraagd van
de tuiniers. Dit kan financieel, materieel of in natura zijn. Met de
opbrengst wordt bijvoorbeeld een samenaankoop van zaden en
plantgoed gedaan of de huur van de grond betaald. Wees je ervan
bewust dat een financiële bijdrage een drempel kan vormen, dus ga
hier creatief en flexibel mee om.
Communicatie
‘Waar mensen zijn, wordt er gemenst.’
En waar er ‘gemenst’ wordt, is open communicatie onmisbaar.
Creëer daarom een sfeer waarbij op een veilige manier alles kan
worden geuit. Door op een goede manier met elkaar te communi-
ceren, vermijd je escalaties, omdat misverstanden meteen worden
rechtgezet.
Afhankelijk van de organisatie en de structuur van de samentuin,
zijn er verschillende communicatiestrategieën mogelijk, zowel tus-
sen de tuiniers als naar de omgeving.
In veel samentuinen spreken de tuiniers wekelijks of maandelijks
een moment af waarop ze allemaal aanwezig proberen te zijn,
zodat iedereen elkaar op dat moment ziet en er die dag afspraken
kunnen worden gemaakt. Het vergt wat organisatie om iedereen
samen te krijgen en door de verscheidenheid aan mensen lukt dat
niet altijd even goed. Daarom communiceert men tussendoor vaak
via e-mail of via een bord/schriftje in de tuin.
De communicatie naar de omgeving hangt vaak af van de onder-
steuning die de tuiniers krijgen. Als de gemeente nauw betrokken
is, blijkt het gemeenteblad een gemakkelijk communicatiemiddel.
Het is handig voor de tuiniers om hun verhaal te kunnen doen,
en het lokt mensen naar de tuin om bij te leren over ecologisch
tuinieren.
Naast de formele kanalen, is mond-tot-mondreclame erg efficiënt.
Tuiniers vertellen in hun omgeving over de tuin en de toehoorders
spreken op hun beurt nieuwe geïnteresseerden aan.
Verschillende tuinen nemen deel aan de Velt-ecotuindagen of
organiseren een officieel openingsfeest om zich bekend te maken
bij de buitenwereld. Hierbij worden relevante partners uitgenodigd
die ook weer een netwerk aanspreken en zo het draagvlak voor het
initiatief vergroten. Wie houdt er tenslotte niet van feest?
19. 19
Begeleiding en uitwisseling
Tuinieren was lang een vaardigheid die je verwierf door thuis met
je ouders mee te werken. Tegenwoordig komt een landbouwer of
een ervaren tuinier in het gezin minder en minder voor. Slechts
enkele gelukzakken hebben nog wat tips van de grootouders mee-
gepikt. Een hoop mensen met tuinervaring is niet vertrouwd met
het ecologisch tuinieren.
Het is dus van groot belang om de tuiniers te begeleiden op weg
naar een succesvolle oogst. Professionele begeleiding op tuintech-
nisch vlak is onmisbaar, wil je het project doen slagen. Niets is
frustrerender dan maandenlang hard werken in de tuin om dan
geen resultaat te behalen. Zeker in het eerste jaar hebben begin-
nende tuiniers een succeservaring nodig om hen aan te moedigen
om verder te doen. Over de begeleiding die Velt aanbiedt, lees je
alles in het vijfde hoofdstuk van deze brochure.
‘Het mooie aan dit project is dat er geen financiële drempel is en dat
de tuin daarom toegankelijk is voor iedereen. Naast een sociale mix,
ontstaat er ook een mix van ervaren en beginnende tuiniers. We komen
hier allemaal vanuit een andere insteek, maar met een gemeenschap-
pelijk doel: de tuin.’
Natuurlijk begeleiden de tuiniers elkaar. Je zult altijd te maken
hebben met verschillende niveaus van tuinieren. Het geeft meer
ervaren tuiniers een goed gevoel als zij anderen kunnen helpen en
wat extra uitleg geven. Voor de minder ervaren tuiniers is het dan
weer gemakkelijker om naar iemand van de eigen groep te stappen,
dan naar een externe.
Geef naast inhoudelijke begeleiding ook af en toe een schouder-
klopje; waardering uiten voor wat de tuiniers verwezenlijken is
belangrijk.
Andere aandachtspunten
De buurt betrekken
Van zodra ze beweging zien, zullen buurtbewoners nieuwsgierig
worden. Daarom is het nuttig om hen vooraf in te lichten over het
project, en om hen op de hoogte te houden. Dit zorgt ervoor dat
ze zich erkend voelen en dat ze positief omgaan met de verande-
ringen. Je kunt hen bijv. voorrang geven bij de inschrijvingen, er
op wijzen dat hun buurt wordt opgefleurd… Meteen aandacht
schenken aan de buurt is essentieel voor latere fases; je verzekert
een aangenaam contact tussen buren en tuiniers, je verhoogt de
veiligheid …
Natuurlijk zullen niet alle buurtbewoners mee komen tuinieren.
Toch blijft het belangrijk om de ontmoetingsfunctie van de samen-
tuin uit te spelen. Organiseer bijv. publieksactiviteiten om elkaar
beter te leren kennen.
Je kunt ook een stapje verder gaan: in sommige samentuinen kop-
pelt men recreatieve activiteiten aan de tuin om mensen naar het
terrein te ‘lokken’. Voorzie bijv. een speeltuin, een hondentoilet of
een kippenren … Mensen die met verschillende doelen langslopen,
raken op die manier wellicht geïnteresseerd in de tuin.
21. 21
Een samentuin kan een educatieve functie hebben. Misschien
wordt het de plek bij uitstek voor cursussen, lezingen en work-
shops over ecologie. Het materiaal en de praktijkervaring zijn
rechtstreeks voorhanden!
Maak van je samentuin geen besloten gemeenschap, maar laat
hem openstaan voor de wereld rondom en zoek er op een geschikte
manier aansluiting mee.
Groepswerk
Vergeet niet dat een samentuin een vrijetijdsbesteding is voor tui-
niers. Er moeten regels en afspraken zijn, maar houd het daarnaast
vooral gezellig. Behoed je ervoor om mensen te overladen met
taken, want op lange termijn doe je daar eerder verkeerd dan goed
aan.
Houd de groepsdynamiek in de gaten. Zeker in groepen met een
grote diversiteit aan achtergronden is het belangrijk om de tuiniers
op dezelfde golflengte te krijgen. Je schakelt het best een neutrale
persoon in die bemiddelt waar nodig.
Niet alle tuiniers zullen enthousiast zijn over ecologisch tuinieren.
Het is niet gemakkelijk om hiermee om te gaan: enerzijds is het
een voorwaarde, maar anderzijds moet je voorzichtig zijn met het
vermanende vingertje en met verplichtingen. Probeer deze tuiniers
op een enthousiaste manier mee te nemen in het ecologische ver-
haal door te focussen op de voordelen en gaandeweg te bewijzen
dat ecologisch tuinieren gemakkelijk, duurzaam en effectief is.
Verleiden is altijd beter dan overtuigen!
Bovendien blijkt dat tuiniers die aanvankelijk sceptisch staan
tegenover ecologisch tuinieren op termijn de beste ambassadeurs
worden. Het is de investering waard!
Locatie
Een groep zonder tuin, is geen samentuin. Je moet dus op zoek
naar een geschikte locatie om aan de slag te gaan.
Zeg niet zomaar tuin tegen een terrein
Heel Vlaanderen lijkt wel volgebouwd. Maar met wat geluk en goed
netwerken vind je beslist een veelbelovend perceel en dan kun je
aan de slag. Een braakliggend stuk grond, een gewezen voetbalveld
of speeltuin, een akker van een boer die stopt … Een goed perceel is
zonnig, niet te nat, vlot toegankelijk en betaalbaar.
Zonnig
Met behulp van een schaduwmeter, een smartphone-app of goede
observatie kun je de schaduw op jouw perceel opmeten, rekening
houdend met de verschillende standen van de zon. Als het gekozen
perceel te veel in de schaduw ligt, wordt het moeilijk om er veel
verschillende gewassen op te kweken. Als je daar zelf nog veran-
dering in kunt brengen, door bijv. bomen te snoeien of te rooien,
moet je hier in de planning rekening mee houden. Let wel: het is
niet de bedoeling om te veel bestaande landschapselementen te
veranderen. Probeer de ingrepen dus te beperken tot het hoogst
noodzakelijke.
22. 22
Bodem
Een ideale bodem vind je maar op weinig plaatsen, maar in een
moeras zul je al helemaal geen succes oogsten. Een te droge bodem
brengt dan weer met zich mee dat je een extra efficiënte water-
voorziening moet hebben.
Probeer na te gaan wat de geschiedenis van de grond is om er
zeker van te zijn dat je niet te maken hebt met bodemverontreini-
ging. Je kunt dit laten testen.
Naast bodemvervuiling kun je ook te maken krijgen met luchtver-
vuiling, als je bijv. naast een drukke weg wilt gaan tuinieren. Deze
zaken kunnen invloed hebben op de kwaliteit van de groenten.
Meer info hierover lees je op www.samentuinen.org.
Bereikbaarheid en toegankelijkheid
Met bereikbaarheid bedoelen we enerzijds de afstand die tuiniers
moeten afleggen, en anderzijds of ze vlot en zelfstandig de tuin
kunnen betreden. Als je bijvoorbeeld door het huis van de eigenaar
moet, is de tuin niet toegankelijk.
Toegankelijk betekent ook dat de infrastructuur is afgestemd op
de tuiniers. Zijn er tuiniers in een rolstoel bij, dan moeten zij op
een vlotte manier toegang kunnen krijgen tot de tuin. In dat geval
is het zinvol om verhoogde bakken te voorzien op hoogte van de
rolstoelgebruiker. Voor senioren kan dat eveneens nuttig zijn.
Betaalbaar
Hoewel de prijs geen beperking zou mogen zijn, is het wel een
realistisch gegeven. Als je huur moet betalen, denk dan na over
een duurzame manier om hierin te voorzien. Ga eventueel op zoek
naar een stuk grond waarover je gratis mag beschikken.
Juridische aspecten
Als je een grond hebt gevonden, is het belangrijk om goede afspra-
ken te maken zodat geen van de partijen voor verrassingen komt te
staan. Maak daarom een beheersovereenkomst op die door beide
partijen (eigenaar en huurder van de grond) wordt ondertekend en
waarin de volgende dingen zeker vermeld staan:
• De groep krijgt de toestemming om de grond op een ecologische
manier en als een goede huisvader te bewerken.
• Wat daar tegenover staat, bijv. de huurprijs, de oogst delen etc.
• De duur van de overeenkomst, bijv. onbeperkt in tijd, tot een
bepaalde datum etc.
• Wie de overeenkomst kan opzeggen en onder welke voor-
waarden, bijv. een jaar op voorhand melden, als er sprake is van
misbruik etc.
• Toegelaten veranderingen en werken, bijv. een tuinhuis plaatsen,
bomen rooien etc.
• Wie verantwoordelijk is voor gemaakte kosten, bijv. het installe-
ren van een waterput, bomen rooien etc.
Enkele voorbeelden van beheersovereenkomsten vind je op
www.samentuinen.org/downloads.
Voor bepaalde werken heb je een vergunning nodig. Die wordt het
best minstens drie maanden op voorhand aangevraagd, nadat er
een akkoord is met de eigenaar dat je de werken mag uitvoeren.
23. 23
Licht de buren in en ga na of iedereen akkoord is. De vergunningen
die je waarschijnlijk nodig zult hebben, zijn een bouwvergunning
voor een tuinhuis en een vergunning voor het rooien van bomen.
De grond klaarmaken
Voor je begint met tuinieren, moet er heel wat gebeuren om van
de grond een samentuin te maken. Hiervoor kun je rekenen op de
technische expertise van Velt. Een overzicht van werken, materiaal
en kostprijs, vind je op www.samentuinen.org/downloads.
Hier volgt alvast een opsomming van zaken die in deze fase aan
bod zullen komen:
• De ligging van de grond: schaduw wegwerken, vocht wegwerken
etc.
• Bodemonderzoek: we beoordelen de vruchtbaarheid en leveren
een ecologisch bemestingsadvies. Eventueel laten we de vervuiling
onderzoeken.
• Een grondplan maken en de indeling afspreken. Een virtueel
grondplan kan overtuigend werken als er geen grond aanwezig
is en om het totaalconcept te duiden. Het zorgt er ook voor dat
elke tuinier – in geval van individuele percelen – een evenwaardig
stukje krijgt (rekening houdend met zon-schaduw, afstand tot
water, compost, …).
•Zaden en hulpstoffen bestellen. Hulpstoffen zijn natuurlijke stof-
fen die je kunt toevoegen aan de grond om hem vruchtbaarder
te maken. Uit het bemestingsadvies leer je welke stoffen je nodig
hebt.
• Grond frezen, bomen snoeien etc. Laat je grond ploegen en frezen
24. 24
om snel te ontginnen of organiseer samenwerkdagen en ontgin
alles met de hand.
• Omheining, paden, percelen en bedden aanleggen.
• Tuinhuis, composttoilet, compostbakken, bergruimte, schuil-
plaats… Kies eerst wat je nodig hebt, en plaats het dan. We
verkiezen ecologisch verantwoorde materialen zoals gerecycleerd
of gelabeld hout.
• Watervoorziening. Voorzie een systeem waarbij je regenwater
opvangt of boor een waterput om grondwater te gebruiken.
• Randbeplanting en onderhoud van gemeenschappelijke delen.
• Denk na over extra’s die je eventueel in de tuin zult opnemen,
bijv. een kippenhok, een speeltuin, vierkantemetertuintjes voor de
kinderen etc.
Veiligheid en toegankelijkheid
Ook al vinden we het belangrijk dat samentuinen geen gesloten
clubje worden en dat ze openstaan voor hun omgeving, je moet
wel rekening houden met de veiligheid.
Op het terrein betekent dit bijv. dat materiaal niet mag blijven
rondslingeren zodat kinderen veilig kunnen rondlopen. Voor de
begeleider is het belangrijk om de tuiniers goed het onderscheid
tussen eetbare en giftige planten aan te leren.
Iedereen is welkom in de samentuin, maar niet altijd. Je doet er
goed aan om openingsuren af te spreken met de groep. Buiten die
uren kan de tuin op slot en hoeft er niemand te zijn. Zo voorkom
je ongewenste gasten met minder goede bedoelingen. Zorg er so-
wieso voor dat kostbaar materiaal veilig weggeborgen is en maak
25. 25
dat je op goede voet staat met de buren zodat zij mee een oogje in
het zeil willen houden.
Het kostenplaatje
Jammer genoeg is een samentuin niet gratis. Je hebt hoe dan ook
een startkapitaal nodig. Er zijn verschillende manieren om daar-
voor te zorgen, afhankelijk van de grootte van het project.
Om zo ecologisch mogelijk aan de slag te gaan, werk je bij voorkeur
met zo veel mogelijk recyclagemateriaal, zelfgeteelde zaden etc. Je
beperkt op die manier meteen het benodigde budget. Toch zul je
nog altijd naar inkomsten moeten zoeken.
Een begroting maken
Als je een plan hebt gemaakt van wat je precies wilt bereiken, heb
je een duidelijker zicht op de uitgaveposten. Het is belangrijk om
die op te nemen in een begroting, voor je subsidieaanvragen doet.
Voorbeelden zie je op www.samentuinen.org/downloads.
Het is bovendien van belang om inkomsten en uitgaven op een
transparante manier met de groep te communiceren. Zo voorkom
je misverstanden en weet iedereen goed waarin je investeert en
met welk geld.
Mogelijke kanalen
Lokale overheid
Lokale overheden werken vaak met projecten en geven zelf subsi-
dies of kunnen je helpen om een dossier in te dienen. Naast finan-
ciële steun, kun je vaak materiële steun krijgen van je gemeente
(zie ‘interessante partners’ in het laatste hoofdstuk).
Intercommunale
Een intercommunale is een vereniging van twee of meer gemeen-
ten met als doel taken van gemeenschappelijk belang te realiseren,
vaak op het gebied van nutsvoorzieningen, huisvuilverwerking,
streekontwikkeling etc. Velt werkt samen met de afvalintercom-
munale Limburg.net voor de realisatie van samentuinen in de
provincie Limburg en de stad Diest.
Stichtingen en andere overheden
Je kunt bij verschillende instanties subsidiedossiers indienen voor
projecten. De meeste lanceren op diverse tijdstippen concrete
oproepen. Enkele voorbeelden:
• Cera is een coöperatieve vennootschap voor welvaart en welzijn
en maakt deel uit van de KBC-groep. Cera ondersteunt zowel
lokale als regionale projecten. Er is o.a. een ‘boerenburenplan’.
• Argus is het milieusteunpunt van Cera/KBC. Velt krijgt steun van
Argus voor de ondersteuning van samentuinen in Vlaanderen.
• Vlaamse Land Maatschappij (VLM), bijv. projectoproep inrichting
volkstuinen.
• De Koning Boudewijn Stichting (KBS) is een stichting met als
opdracht de levensomstandigheden van de bevolking te helpen
verbeteren. Zij lanceren geregeld oproepen voor bijzondere doel-
groepen maar ook rond klimaat, plattelandsontwikkeling etc.
• Nationale loterij.
• De Vlaamse overheid subsidieert vanuit verschillende domeinen
26. 26
Crowdfunding werkt volgens het principe ‘alle kleine beetjes
helpen’.
Aandachtspunten
Geldkwesties zijn nooit eenvoudig en ook in een samentuin zijn er
enkele aandachtspunten waarmee je rekening moet houden.
Subsidiedossiers zijn beperkt in tijd
Als een subsidiedossier wordt goedgekeurd, kan het opeens snel
gaan. Binnen een jaar loopt de subsidie af, en je moet nog zoveel
gedaan krijgen op die tijd… Geef jezelf genoeg tijd om het werk
gedaan te krijgen, los van een dossier. Soms zorg je beter eerst voor
een groep en grond, en dien je pas daarna een subsidieaanvraag in.
Reken op minstens een jaar voor de opstartfase alleen.
Realistische planning
De planning moet afgestemd zijn op de subsidie, die in tijd beperkt
is. Je moet ervoor zorgen dat je het geld dat je krijgt, uitgeeft voor
de einddatum en dat je daarna geen uitgaven meer plant, of toch
niet binnen het dossier.
Gedeeltelijke goedkeuring
Sommige dossiers dekken gedeeltelijk de kosten, maar de uitgaven
moeten dan wel worden gemaakt. Wat doe je als je project maar
gedeeltelijk wordt goedgekeurd? Ga je op zoek naar andere inkom-
stenbronnen of annuleer je de boel?
projecten die bijv. innoverend zijn, bijzondere aandacht hebben
voor een bepaalde doelgroep etc.
Sponsoring en giften
Om materiaalkosten te beperken, kun je bijv. een lokaal tuin-
centrum aanspreken om in ruil voor een reclamepaneel gratis
materiaal te leveren. Wie weet willen mensen uit de omgeving oud
tuinmateriaal geven of financiële schenkingen doen.
Ga zeker ook langs bij het containerpark. Je vindt er een schat aan
herbruikbare materialen. Hiervoor komt je samenwerking met
de intercommunale of gemeente al meteen van pas, want op de
meeste containerparken mag je tegenwoordig niets meer meene-
men.
Lidgeld tuiniers
In veel samentuinen betalen tuiniers een klein bedrag aan
‘huurgeld’. Hiermee kun je bijv. gezamenlijk zaden aankopen, een
tuinhuis plaatsen etc.
Zorg ervoor dat te hoge bedragen mensen niet uitsluiten. Spreek
dit goed af met de tuiniers en zorg eventueel voor trimestriële
betaling, of een systeem met alternatieve munten (zie LETS).
Crowdfunding
Crowdfunding betekent dat je het project aanbiedt op een inter-
netforum en daarbij het benodigde budget vermeldt. Particulieren
kunnen via deze website jouw project financieren zonder dat je
grote instellingen moet aanspreken voor subsidies of leningen.
27. 27
Zo weinig mogelijk afhankelijk zijn
Probeer zo weinig mogelijk afhankelijk te zijn van externe subsi-
dies, door de kosten te drukken en prioriteiten te stellen. Werk bijv.
met gerecycleerd materiaal en spreid de uitgaven over een langere
periode. De tuin moet er niet van bij het begin uitzonderlijk goed
uitzien. Wees voorzichtig met een mix van inkomstenbronnen;
zorg dat alles duidelijk en overzichtelijk blijft. Zo bespaar je jezelf
heel wat administratieve rompslomp.
28. 28
Ondersteuning
Velt heeft sinds 2006 een methode en knowhow opgebouwd voor
de ondersteuning van initiatiefnemers die beschikken over een
stuk grond en er een samentuin willen opstarten. Het ondersteu-
ningsaanbod van Velt omvat verschillende aspecten. Hieronder
omschrijven we ze gedetailleerd, telkens met het concrete aanbod
van Velt vzw.
Het aanbod van Velt
Advies bij de opstart
Op een bepaald ogenblik ontstaat het idee om een samentuin te
starten. Mensen komen samen, en ideeën worden concreter. Op
zulke ogenblikken is de inbreng van een ervaringsdeskundige nut-
tig. Nieuwe initiatiefnemers leren op die manier van ervaringen
elders.
Velt biedt de infosessie ‘Hoe een samentuin starten?’ aan. De doel-
groepen voor deze sessies zijn divers: een groep geïnteresseerde
buurtbewoners, een gemeente, een organisatie, de eigenaar van
een stuk grond etc.
De aanpak van Velt is enthousiasmerend en inspirerend. We wil-
len mensen niet zozeer overtuigen om aan de slag te gaan in een
samentuin, we willen ze liever verleiden. We leggen de focus op de
voordelen en het participatieve proces.
Onderzoek van het perceel
Van zodra het perceel voor de samentuin bekend is, kan er con-
creet worden gestart. Zoals je in het vorige hoofdstuk uitgebreid
las, is het wenselijk om de geschiktheid van het perceel na te gaan.
Velt onderzoekt de lichtinval en de geschiktheid van de bodem,
zowel wat betreft eventuele bronnen van vervuiling als bemesting.
Met het ecologische bemestingsadvies kun je aan de slag om de
bodemvruchtbaarheid op peil te brengen.
Advies voor de inrichting
Is het perceel geschikt om te tuinieren, dan kunnen we het
ontwerp van de samentuin maken. Dit gebeurt het best in sa-
menspraak met de tuiniers. In sommige tuinen onderhoudt men
alles gemeenschappelijk, anderen delen de tuin op in individuele
percelen en spreken af om de gezamenlijke infrastructuur samen te
onderhouden. In beide gevallen is er altijd een vorm van samen-
werking en zijn er goede afspraken tussen de tuiniers nodig.
Velt geeft advies op maat voor de inrichting van de samentuin,
afgestemd op de verwachtingen van de tuiniers. De inrichtings-
werken staan beschreven in het vorige hoofdstuk onder ‘de grond
klaarmaken’.
Begeleiding van de tuiniers
De samenstelling van een groep tuiniers varieert sterk. Mensen
met tuinervaring én beginners krijgen een plek. Een ding hebben
ze gemeenschappelijk: ze willen tuinieren. Dat geeft eens zo veel
29. 29
voldoening als het goed lukt. Maar hoe moet je zaaien en hoe houd
je de vervelende bladluizen in toom? Samen ecologisch leren tui-
nieren biedt daar een antwoord op. Hierbij komen heel wat thema’s
aan bod:
• Hoe begin je op je eigen perceel?
• Hoe bemest je, met nadruk op compost?
• Hoe bewerk je de bodem en moet je al dan niet bedekken?
• Hoe moet je planten beschermen, met de nadruk op preventieve
maatregelen?
• Hoe stel je een teeltplan op en hoe hanteer je vruchtwisseling?
• Hoe moet je zaaien en planten?
• Wanneer en hoeveel moet je gieten?
• Wanneer kun je oogsten en hoe kun je de oogst bewaren?
• Hoe teel je zelf zaad?
• Welk gereedschap en materiaal gebruik je?
• Welke groenten, kruiden en bloemen en welk (klein)fruit teel je?
Voor de begeleiding van de tuiniers hanteert Velt een eigen aanpak,
gebaseerd op de principes van het socioculturele vormingswerk:
• De activiteiten zijn laagdrempelig en ervaringsgericht.
• De beleving en de participatie van tuiniers staan centraal.
• De begeleiding gebeurt door medewerkers van Velt en/of door
degelijk opgeleide praktijkbegeleiders of lesgevers van Velt.
• De vorming gebeurt ter plaatse (begeleiding in de tuin) en vanop
afstand (helpdesk).
30. 30
Velt heeft voor de begeleiding van de tuiniers een divers aanbod. In
overleg met initiatiefnemers werken we een aanpak op maat uit –
kort of meerdaags, al dan niet gespreid in de tijd. Dit aanbod voor
de tuiniers omvat:
• Een basiscursus ecologisch tuinieren, vier sessies, meestal in de
winter ter voorbereiding van het komende teeltseizoen.
• Een intensieve praktijkbegeleiding in de tuin tijdens het eerste
jaar, bijv. tweewekelijks een gezamenlijk tuinmoment, van maart
tot oktober.
• Een minder intensieve opvolging tijdens het tweede teeltseizoen,
bijv. een maandelijks tuinmoment, van maart tot oktober.
• Een nieuwsbrief met een omschrijving van tuinwerkzaamheden.
• Een helpdesk waar tuiniers met vragen terechtkunnen.
Nazorg voor de tuiniers
Uit de praktijk blijkt dat na twee teeltseizoenen een groep tuiniers
voldoende stevig op de benen staat om zonder begeleiding verder
te kunnen. Niettemin willen tuiniers na deze periode nog verder
samen leren.
Velt voorziet de mogelijkheid voor deze samentuinen om zich als
thematische werkgroep aan te sluiten bij Velt vzw. Zo kan de groep
aan voordeeltarief Velt-lesgevers inhuren, kadervorming voor vrij-
willigers bijwonen en medewerkers van Velt inschakelen voor hulp
op vlak van groepsontwikkeling en ecologisch tuinieren.
31. 31
Andere interessante partners
Je kunt op zoek gaan naar andere organisaties en verenigingen
die je kunnen ondersteunen bij de opstart en verdere opvolging.
Enkele voorbeelden.
Lokale Velt-afdeling
Velt is een vereniging, actief in Vlaanderen en Nederland, met
regionale afdelingen, aangevoerd door vrijwilligers die op lokaal
niveau vorm geven aan ecologisch leven en tuinieren. Deze vrijwil-
ligers hebben vaak heel wat inhoudelijke kennis, en ze zijn ook een
belangrijke schakel in het leggen van contacten.
Lokale overheid
Een samenwerking aangaan met lokale overheden is in verschil-
lende opzichten interessant: zij stellen soms gratis grond ter
beschikking, en ambtenaren en arbeiders van de gemeente zijn
soms betrokken partners. Zelfs als de gemeente niet financieel kan
ondersteunen, kan ze nog altijd de groendienst ter beschikking
stellen om te helpen bij grote werken in de tuin (bijv. ploegen bij de
startfase, aanvoer van houtsnippers, …).
Sociale partners
Sociale partners zijn organisaties waarvan de kerntaak weinig of
niets te maken heeft met ecologie, maar via hun gemeenschaps-
vormende en educatieve functie hebben ze hun oog laten vallen op
samentuinen. Om bijzondere doelgroepen te bereiken zijn ze een
must. Vaak hebben deze organisaties veel kennis over groepsvor-
ming en kunnen zij vooral op dit vlak ondersteunen.
Bijv.: verenigingen waar armen het woord nemen, Welzijnsscha-
kels, Vormingplus, organisaties actief in maatschappelijk opbouw-
werk/samenlevingsopbouw, OCMW, KWB, LETS etc.
Lokale transitiegroepen
Een samentuin is vaak het eerste grote, concrete project van een
transitiegroep. Via een lokale transitiegroep kun je het inhoude-
lijke aspect van de samentuin verbreden (de plaats van ecologisch
tuinieren in transitie), enthousiaste tuiniers vinden en een lokaal
netwerk uitbouwen.
Compostmeesters
Via de gemeente kun je gemakkelijk contact leggen met plaatse-
lijke compostmeesters. Zij kunnen de tuiniers beter dan gelijk wie
uitleggen hoe compost werkt en hoe ze zelf goede compost kunnen
maken.
Volkstuinen vzw
Samentuinen zijn volkstuinen waarin ecologisch getuinierd wordt,
met oog voor het sociale groepsaspect. Hoewel Volkstuinen vzw
ietwat andere accenten legt, hebben we hetzelfde doel: mensen
aan het tuinieren krijgen. Overleg daarom eventueel met de lokale
mensen van Volkstuinen vzw en zie hen niet per definitie als
concurrent.
32. 32
Velt vzw
Uitbreidingstraat 392 c
2600 Berchem
T 03 281 74 75
E info@velt.be
www.velt.beDeze brochure kwam tot stand met steun van de Vlaamse overheid
en van ARGUS, het milieupunt van KBC en Cera
www.samentuinen.org