4. 1
Gouden harpen ruisen,
Bij der Eng'len zang;
Paarlen poorten beiden,
's Konings hemelgang.
Jezus, Gloriekoning,
Vol van majesteit,
Ging Zijn troon bestijgen,
Hem omhoog bereid.
5. Refrein:
Dood en graf verwon Hij!
Juicht uit volle borst:
Jezus voert ten hemel,
Glorie onze Vorst!
6. 2
Hij, Wiens dood verlossing,
Schonk aan u en mij.
Zit gekroond met glorie,
Aan Zijn Vaders zij.
Jezus heeft verwonnen,
Dood en hel aan 't kruis.
Jezus, Gloriekoning,
Ging naar 't Vaderhuis.
7. Refrein:
Dood en graf verwon Hij!
Juicht uit volle borst:
Jezus voert ten hemel,
Glorie onze Vorst!
8. 3
Biddend voor Zijn kind'ren,
In dat zalig oord,
Roepend hen ten glorie,
Eeuwig, ongestoord;
Lief'lijk plaatsbereidend,
Voor Zijn toevend kind,
Daar waar Jezus eeuwig,
Leeft en hen bemint.
9. Refrein:
Dood en graf verwon Hij!
Juicht uit volle borst:
Jezus voert ten hemel,
Glorie onze Vorst!
10. Welkom
Voorganger dhr Kamphuis
Organist dhr van der Meulen
Thema: “Worstelen om een zegen”
37. 9 Jabez was van groter aanzien dan zijn
broers. Zijn moeder had hem
Jabez genoemd, want, zei ze, ik heb hem
met smart gebaard.
10 Jabez riep de God van Israël aan: Als U
mij rijk zegent en mijn gebied uitbreidt,
Uw hand met mij is en U het kwaad van
mij wegdoet, zodat het mij geen
droefheid brengt... En God liet komen wat
hij gevraagd had.