De inzet van ICT neemt toe in het po. Kennisnet (2013) geeft aan dat 75% van de lokalen een digitaal schoolbord hebben, ongeveer 30% van de leermiddelen zijn digitaal. Werken met oefenprogramma’s en zoeken op internet wordt veel genoemd, maar werken met games, simulaties en learning analytics staat nog in de kinderschoenen. De belofte van ICT is er al jaren, maar om te komen tot nieuwe didactische mogelijkheden die een meerwaarde vormen blijkt nog niet zo eenvoudig. ICT zou een toolbox moeten zijn (Dede, 2008) en zou de docent moeten helpen in de toenemende vraag naar onderwijs op maat. Het uitgangspunt voor een nieuwe methode Fries is flexibiliteit. Leraren moeten bij onderwijs op maat keuzes kunnen maken t.a.v. de didactiek, inhoud en organisatie van leren. Het leren van taal kan “taditioneel”, maar ook door projecten waar taal wordt gebruikt. Op basis van wat leraren willen, wordt door middel van een ontwerp-onderzoek (Reeves, 2011) samengewerkt tussen o.a. de uitgever, lerarenopleidingen, onderwijsbegeleiders en taalcoördinatoren in Fryslân. Het netwerk van taalcoördinatoren speelt een belangrijke rol in de formatieve evaluaties die bijdragen aan de relevantie en bruikbaarheid van deze nieuwe methode. ICT kan op deze manier ingezet worden om tot meerwaarde te komen.
Flexibiliteit als uitgangspunt voor een nieuwe taalmethode: ICT als meerwaarde
1. Flexibiliteit als
uitgangspunt voor een
nieuwe taalmethode:
ICT als meerwaarde
Dinsdag 11 maart 2014 - 3e ronde: 9.00 - 10.30 uur
dr. Wim de Boer, Afûk. w.deboer@afuk.nl
drs. Albert Walsweer, NHL, a.walsweer@nhl.nl
2. De vragen…
• welke ideeën & ervaringen bestaan t.a.v. de inzet
van ICT om onderwijs flexibeler te maken?
• een nieuwe aanpak van een taalmethode: ICT,
flexibiliteit, relevantie en bruikbaarheid staat
centraal
• reflectie op deze methode in ontwikkeling
• ontwerponderzoek aanpak van (Reeves, 2011):
wat kan/moet de rol van lerarenopleidingen en
netwerken van leraren zijn?
3. Programma
09.00 Welkom
09.10 ICT als meerwaarde? (1)
09.20 Nieuwe vormen van taalleren en -evalueren
09.30 ICT als meerwaarde… flexibiliteit, relevantie en bruikbaarheid
09.45 ICT als meerwaarde? (2)
- Groepswerk
- Presentatie groepen
10.00 Ontwerpaanpak en rol leraren (-opleiding) in
methodeontwikkeling
10.10 Ontwerpaanpak?!
- Groepswerk
- Presentatie groepen
10.20 Discussie en conclusies
4. ICT als meerwaarde…
• Bedenk 1 voorbeeld waar ICT een meerwaarde
biedt in (taal)onderwijs
– Waar zit de meerwaarde?
– Is het de ict die het verschil maakt
– Hoe is het zo in te zetten dat het een meerwaarde is?
• Bespreek dit met je collega
• Centraal: aantal voorbeelden bespreken
5. Project Boppeslach
Opdracht Wim (AFÛK): Maak een methode voor het Frysk en gebruik
daarbij (de meerwaarde van) ICT.
Opdracht Albert (NHL Hogeschool): Vertaal de werkwijze van het
lectoraat Taalgebruik & Leren naar een digitale en meertalige context.
Die werkwijze is: Leerlingen doen samen onderzoek en we observeren
daarbij het taalgebruik (ook van de leerkracht)
Overlap: (1) Waarmee laten we ze leren? De methode, bronnen en
materialen, en (2) Hoe wordt dat getoetst?
Uitdaging voor ons beide: Laten we die twee projecten samenbrengen.
We staan (nog maar) aan het begin: Gezamenlijke oriëntatie is gestart
in januari 2014. Iedere vorm van ondersteuning is vandaag gewenst.
6. Visie op (taal) leren (1)
1. Traditioneel: Deelvaardigheden in (aparte) methodes; Evaluatie
van producten (nadruk op spelling, technisch lezen)
2. Strategisch: Methode, structuur, transfer; Procesgerichte toetsing
3. Taakgericht: Samenhangende taaltaken (methodisch); Observatie +
methode-afhankelijke en onafhankelijke toetsen
4. Communicatief: Actualiteit; Dossiers (van producten)
5. Interactief: Prototypen (doelen, uitgangspunten, didactische
kaarten, voorbeelden); Observatie + methode-onafhankelijk
6. Thematisch cursorisch: Leerkracht ontwerpt ‘programma’ (met
leerlingen); Observaties
7. Taal in alle vakken (in ontwikkeling): Taalmethode wordt
losgelaten; Toetsing (nog) niet specifiek
Gebruik van ‘bronnen en materialen’ en ‘toetsing’ (Van
den Akker, 2003)
7. Visie op (taal) leren (2)
Het (schoolse) leren gaat soms vanzelf (natuurlijk), soms is instructie nodig, maar meestal is leren
cultureel van aard (Gee, 2004). In die zin wijzen we geen enkele visie af, maar wij willen zelf vorm
geven aan (taal) leren vanuit het idee dat…
• Leerlingen zich ontwikkelen als (volwaardige) participanten in communities of practice
(Wenger, 1998). Schools leren gaat om kwalificatie, socialisatie en subjectivatie (Biesta,
2009). Dus:
• Leerlingen doen (gezamenlijke) ervaringen op, m.b.v. authoritative sources.
• De kwaliteit van de interactie met de leerkracht (Wells, 1999; Alexander, 2004) en tussen
leerlingen onderling (Mercer & Littleton, 2007) bepaalt de kwaliteit van het (taal) leren.
• Niet het aanbod (een programma, of werkwijze) staat centraal, maar aanleidingen o.b.v.
initiatieven van de leerlingen zelf.
• Verschillen tussen leerlingen zijn het uitgangspunt van leren.
• Kennis staat centraal in het curriculum (Bereiter, 2002)
• IDEAAL: Kinderen sleutelen gezamenlijk aan kennis en produceren in dat proces nieuwe
(bruikbare) kennis. In dat proces wordt taal gebruikt, en ontwikkelt een kind taal.
Wat wij (lectoraat Taalgebruik & Leren) willen?
8. • Experimenteren met nieuwe vormen van
(taal) leren, samen met leerkrachten;
• = ˙Samen onderzoeken˙
• Ontwerpen van werkwijzen
• Ontwerpen van interventies
• Ontwerpen van manieren om het (taal) leren
te evalueren (observatie-instrumenten)
Visie op (taal) leren (3)
Wat wij doen?
15. Leermiddelen gebruik
• De methode belangrijkste hulpmiddel
• Leraren gaan flexibel met de methode om.
• Ruim een derde van de leermiddelen zelf ontwikkeld of
gevonden.
• Zoeken niet gemakkelijk: gevonden leermiddelen vaak
niet aansluiten bij wat leraren zoeken
• Er is weinig stimulans om gebruik te maken van vrij
beschikbare (digitale) leermiddelen
• Eigen en gevonden leermiddelen voornamelijk ingezet
om te oefenen, om uit te leggen en te demonstreren,
te remediëren.
• Toekomst: aandeel eigen of gevonden leermiddelen zal
toenemen
21. Richtlijnen
• Maak programma’s Interactief: met directe feedback, adaptiviteit
• Gebruik digitale prentenboeken om woordenschatontwikkeling en verhaalbegrip te
bevorderen.
• Gebruik computerprogramma om het fonemisch bewustzijn en letterkennis te stimuleren
• Gebruik bij woordenschatsoftware veel herhaling van nieuwe woorden (consolidatie) en het
aanbieden van nieuwe woorden in verschillende contexten (verdiepen van woordkennis).
• Gebruik ICT voor begrijpend luisteren voor het luisteren naar verhalen en dialogen waar ze
met de leerkracht en klasgenoten over kunnen praten
• Gebruik bij ICT voor het systematisch oefenen van technisch lezen en spelling, gericht op
inslijpen (automatisering) van de vaardigheid in aansluiting met (de structuur/didactiek van)
methodemateriaal
• Gebruik bij ICT voor begrijpend lezen om leerlingen samen te laten werken aan oefeningen,
zodat ze erover kunnen praten/discussiëren.
Wetting, H. (2012) Handreiking digitale leermiddelen taal in po en vo.
22. Flexibiliteit in/voor…
• Inhoud en doelen (curriculum)
• Didaktiek (inhoud, differentiatie, klasse-organisatie,
groeps-/individueel leren)
• Verschijningsvorm (print, digitaal, tablet, digibord)
• Nieuwe vormen van leren (gamification, serious
games, adaptive learmodules)
• Evaluatie (learning analytics, assessment for learning,
integratie LVS met ELO)
• Kenmerken dosenten & school (tijd, doelen,
leerlingen, bevoegdheid, …)
23. Jierplan/kursus meitsje
Lestiid: ..... minuten wyks Nivo’s fan de
bern yn de
klasse:
Foar it grutste part Frysktalich
Mikst
Foar it grutste part
Hollânsktalich
Foarkar
media:
Gebrûk digiboerd
Gebrûk tablets
Gebrûk laptop/
kompjûter
Gebrûk papieren
(wurk)boek
....
Hokker
persintaasje fan
de tiid besteegje
oan:
Harkje: ..... %
Lêze: ..... %
Prate: ..... %
Skriuwe: ..... %
Wurdskat: ..... %
Foarkar
ynhâld:
Aktualiteit
Tema’s:
o Seizoenen
o Sport
o Kultuer
o Feesten
o ....
...
Hokker einnivo: A1
A2
B1
B2
Differinsjaasje: Beheind
Foar in part
Safolle mooglik
24. Leerplannen middenbouw
6 onderzoeks-
projecten
Thema “natuur”
20 uur zelfstandig
werken aan
spelling – “game”
10 methodische
lessen
(woordschat,
spelling)
Thema feest
10 methodische
lessen
(woordschat,
spelling)
Thema Fryslân
25 events:
Frysk op de dyk
Wurdt oersette
It nijs
Moaiste wurd
Beppes ferhaal
15 webquests
in groepjes van 2-
4
Thema: Fryske
Kanon
5 kleine taalgames
(woordenschat,
woordbeeld)
20 werkbladen bij
Tsjek (nieuws)
Serious game
“brief foar de
kening” (uitspraak)
25. Leerplannen middenbouw
6 onderzoeks-
projecten
Thema “natuur”
20 uur zelfstandig
werken aan
spelling – “game”
10 methodische
lessen
(woordschat,
spelling)
Thema feest
10 methodische
lessen
(woordschat,
spelling)
Thema Fryslân
25 events:
Frysk op de dyk
Wurdt oersette
It nijs
Moaiste wurd
Beppes ferhaal
15 webquests
in groepjes van 2-
4
Thema: Fryske
Kanon
5 kleine taalgames
(woordenschat,
woordbeeld)
20 werkbladen bij
Tsjek (nieuws)
Serious game
“brief foar de
kening” (uitspraak)
26.
27. zelfstandig werken aan
spelling
15 webquests
10 methodische lessen. Thema
Fryslân
20 werkbladen bij Tsjek
6 onderzoeks-projecten
Thema “natuur”
28.
29.
30.
31.
32.
33.
34. ICT als meerwaarde
Meer
- ... keuze in media
- ... differentiatie
- ... materialen en didactieken (leerplannen)
- Cursorisch
- Games
- Adaptieve onderdelen
- Taal in vakken
- ...
- Overzicht in die leerplannen
- Manieren om aan te passen, toe te voegen
- Learning analytics
- Opties voor (formatieve) evaluatie
Dus meer
- flexibiliteit
- “Eigenaarschap van het leerplan”
35. Flexibiliteit in de nieuwe taalmethode:
ICT als meerwaarde?
In groepjes:
- Biedt deze aanpak volgens jullie meerwaarde?
- Wat zijn de sterkte punten?
- Wat zijn de zwakke punten?
- Wat zijn jullie aanbevelingen?
Presentatie groepen
36. Ontwerpaanpak en rol leraren (-
opleiding) in methodeontwikkeling
Development research
37. Ontwerpaanpak in
methodeontwikkeling
Ontwerpaanpak en rol leerkrachten en taalcoördinatoren
(1) De projecten worden ontwikkeld i.s.m. allerlei
partijen
(1) Vooronderzoek (o.b.v. literatuur)
(2) Prototyping: Ontwerp, uitvoeren, evalueren, aanpassen
(cyclisch: 2007 Ruimte voor leren; 2010 Taalgebruik en
Leren; 2014 Project Boppeslach)
(3) Effectmeting (discourse analyse)
(2) De observatie-instrumenten zijn (en worden)
ontwikkeld samen met leerkrachten (Prominent
Feature Analysis)
38. Ontwerpaanpak in
methodeontwikkeling
- Wat zou de rol van leraren/lerarenopleiding
kunnen en moeten zijn?
- Biedt deze aanpak volgens jullie meerwaarde?
- Wat zijn de sterkte punten?
- Wat zijn de zwakke punten?
- Wat zijn jullie aanbevelingen?
Curriculum flexibility: Custom made curricula based on school and teacher (pupil) choices and characteristics;
Didactical/pedagogical flexibility: Options for different learning styles, content, differentiation, class organization, group & individual learning;
Presentation flexibility: Custom made based presentation on school and teacher (pupil) choices and characteristics, digital white/blackboard, digital teacher assistant, use on mobile devices and tablets, crossed media/blended learning, printing on demand;
New learning options: Serious games, gamification, personal learning, adaptive learning modules;
Evaluating learning options: Smart learning analytics, evaluation tools and instruments, integrated as part of learning activities;
General usability requirements: Ease of use, well-arranged, accessible, motivating, actual, scalable, easy to manage.