VKW Metena bespreekt de toekomst van de euro in het algemeen en de positie van België binnen de eurozone in het bijzonder.

1. EURO
Johan Van Overtveldt

2. Eén Europa, één munt
 een fout gemonteerd verhaal
POLITIEKE UNIE
 
MONETAIRE UNIE
 een stukje voorgeschiedenis

3. Eenheidsmunt
 uniform monetair beleid
 vaste (interne) wisselkoers
 uniforme rentevoeten (risicopremie)
 noodzaak aan
 mobiliteit op de arbeidsmarkt
 flexibele markten
 budgettaire automatismen
 politieke unie

4. Divergenties
 inflatie
 economische groei
 binnenlandse vraag
 begroting / schuld
 concurrentiepositie
 lopende rekening (handelsbalans)

5. Inflatie
Gemiddeld jaarlijks %, periode 2000-09
4
3,2
3,0 3,0
3
2,6
2,3
2,1 2,1
2
1
0
d
e
nd
l
ë
e
lië
ga
an
on
gi
nj
rla
Ita
tu
pa
el
nl
oz
B
Ie
or
ke
S
ur
P
rie
E
G
Bron: IMF

6. Economische groei
Gemiddeld jaarlijks %, periode 2000-09
5
4,3
4
3,4
3
2,6
2
1,4 1,5
0,9
1
0,5
0
d
nd
e
l
e
ë
lië
ga
an
on
nj
gi
rla
Ita
pa
tu
el
nl
oz
B
Ie
or
ke
S
ur
P
rie
E
G
Bron: IMF

7. Binnenlandse vraag
Gemiddelde jaarlijkse toename in %, periode 2000-09
4
3,6
3,2
2,9
3
2
1,5
1,3
1 0,8
0,4
0
d
nd
e
l
e
ë
lië
ga
an
on
nj
gi
rla
Ita
pa
tu
el
nl
oz
B
Ie
or
ke
S
ur
P
rie
E
G
Bron: OESO

8. Begrotingssaldi
Gemiddeld jaarlijks deficit, in % BBP, periode 2000-09
d
an
e
nl
l
on
ga
e
nd
ke
ë
oz
nj
tu
gi
lië
rla
rie
pa
ur
or
el
Ita
Ie
G
S
E
B
P
0
-1 -0,7
-1,0
-1,2
-2
-2,3
-3
-3,2
-4
-3,9
-5
-6
-5,9 Bron: OESO

9. Concurrentiepositie
Loonkosten per eenheid product, relatieve evolutie t.o.v. Duitsland
155,00
België 150,1
150,00
Griekenland 145,3
145,00
Spanje
140,00 Ierland
Italië
135,00
Portugal
130,00 127,5
125,00
121,7
120,00
115,00 112,1
110,00 111,8
105,00
100,00
95,00
90,00
85,00
1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008

10. Lopende rekening van de betalingsbalans
Gemiddeld jaarlijks saldo, in % BBP, periode 2000-09
d
an
e
l
nl
on
ga
nd
e
ke
ë
oz
nj
tu
gi
lië
rla
rie
pa
or
ur
el
Ita
Ie
G
P
S
E
B
4
3 +2,4
2
1
+0,2
0
-1
-2
-2,3 -1,7
-3
-4
-5
-6
-7 -6,1
-8
-9
-9,3 -9,2
-10
Bron: IMF

11. Overheidsschuld
In % BBP Italië
130,0
120,0 Griekenland
110,0
België
100,0
Portugal
90,0 Eurozone
80,0 Ierland
70,0
Spanje
60,0
50,0
40,0
30,0
20,0
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Bron: OESO

12. België in de euro
Geert Janssens

13. Exportgeleid model in last
Bron: NBB

14. 0,0
0,5
1,0
1,5
2,0
2,5
3,0
3,5
4,0
Be
lg
ië
0,6
Po
rtu
ga
l
1,0
Ita
lië
1,2
Fr
an
kr
ijk
1,2
Ne
de
rla
nd
1,3
Du
its
la
nd
1,3
Eu
ro
zo
ne
1,4
Sp
an
je
2,0
Ve
re Ie
ni rla
gd nd
Potentiële groei 2012-2017
K
2,0
on
in
kr
G ijk
2,1
rie
ke
nl
an
No d
2,3
or
Bron: OESO
w
eg
en
3,4

15. In the twilight zone
0
-1 Zwitserland
-2 Zweden
Finland
Denemarken
-3
Duitsland
Begrotingssaldo in procent BBP (2009)
-4 Australië
Nederland Oostenrijk
-5 Canada
België Italië
-6
Eurozone
Portugal
-7
-8
Frankrijk
-9
Spanje
-10
-11
Verenigde Staten
-12
Ierland
Verenigd Koninkrijk Griekenland
-13
-14
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110 120 130 140
Overheidsschuld in procent BBP (2009)
Bron: OESO

16. Vereiste verbetering van het primair saldo om
de begroting opnieuw in evenwicht te krijgen
Bron: Eurostat

17. Blootstelling
Belgische banken

18. Ve
re
ni
g de
0
0,1
0,2
0,3
0,4
0,5
0,6
St
a te
n
1,5%
Ja
pa
n
Zw
21,3%
D ed
en en
em
4,9%
ar
ke
Ve O n
re
In % BBP
os
13,0%
ni
Eu g d te n
rij
ro
pe K k
on 15,4%
es in
ge kr
m ij k
id
19,5%
de
ld
D e
ui
21,3%
ts
Zw lan
i ts d
25,2%
er
la
N nd
ed
36,8%
er
la
nd
Fr
38,9%
an
kr
ijk
B
41,4%
el
gi
ë
Ie
49,0%
rla
nd
Bron: BIS
50,5%
Blootstelling banken aan PIIGS risico

19. Belgische vorderingen op het buitenland
(miljard dollar) Verenigd
Koninkrijk; 107,6
Rest; 242,2
Frankrijk; 101,6
PIIGS 185,1
Griekenland; 7,5
Verenigde Staten;
Portugal; 8,8
90,3
Spanje; 46,4
Italië; 50,1 Nederland; 78,5
Duitsland; 64,1 Ierland; 72,3
Bron: BIS