Het Belgische referendum van 1950: mythe en realiteit
1. Het Belgische referendum van 1950: mythe en realiteit
Thierry Debels
4/7/15
‘Er is geen sprake van een tweedeling (Noord/Zuid) maar een
driedeling. Vlaanderen is voor een terugkeer van Leopold,
Brussel en de arrondissementen ten zuiden van de hoofdstad
tegen. De arrondissementen helemaal in het zuiden van het
land, hoofdzakelijk de provincie Luxemburg, is opnieuw voor
Leopold. Zelfs in de provincie Namen was 52,8 procent voor de
terugkeer van Leopold. Of anders bekeken: het industriëlë
België was tegen Leopold, het rurale Belgie voor.’̈
Met het Griekse referendum van zondag 5 juli, is er opnieuw
aandacht voor de volksraadpleging van 1950 over de terugkeer
van Leopold III naar België.
1
2. Tijdens het verblijf van Leopold in Zwitserland wordt hij na het
einde van de Tweede Wereldoorlog geregeld bezocht door
Belgische politici.
De man die hem het vaakst ontmoet is Paul-Henri Spaak. De
socialistische minister probeert herhaaldelijk de dialoog met
Leopold te hervatten. Spaak heeft een concreet voorstel op zak:
de koning neemt het regentschap van Karel over tot Boudewijn
meerderjarig is. De twee mannen spreken daar in het grootste
geheim over, onder meer op 18 januari 1948. Maar Leopold
komt met een tegenvoorstel. Hij wil een referendum over de
vraag of hij weer op de troon mag of niet. Hij gokt daarbij op
zijn populariteit onder de bevolking. Het dreigt een patstelling te
worden.
Leopold stelt zich tijdens de gesprekken met de Belgische
politici hard op. Eind april 1949 heeft hij nog een vruchteloos
gesprek met Paul-Henri Spaak en zijn broer Karel. Maar op 26
juni van dat jaar denkt Leopold dat er eindelijk een doorbraak is.
De christen-democraten behalen tijdens verkiezingen de
absolute meerderheid in de Kamer en beslissen een
volksraadpleging te houden. Eigenlijk proberen ze enkel tijd te
winnen. Dat blijkt ook duidelijk uit het feit dat die raadpleging
pas in de lente van 1950 gehouden zal worden.
‘De campagnes die in het kader van deze volksraadpleging
gehouden worden, zijn ontzettend hevig en doen veel stof
opwaaien,’ noteert Fralon. De beslissing om de mening van het
volk te vragen in deze kwestie is dan ook een politieke blunder.
Voor- en tegen- standers van Leopold III staan lijnrecht
tegenover elkaar.
Het referendum bestond maar uit één vraag: ‘Bent u van mening
dat koning Leopold III zijn grondwettelijke bevoegdheden weer
op moet nemen?’ Stemmen was verplicht, maar zoals auteur
Roger Keyes terecht opmerkt, weerhield niets de kiezer zijn
stembiljet ongeldig te maken.
2
3. De raadpleging van het volk was eigenlijk geen echt
referendum. Leopold had zelf gevraagd om de uitslag van de
bevraging als een richtlijn voor het parlement te beschouwen.
Zo zouden de volksvertegenwoordigers over de terugkeer van de
koning kunnen beslissen.
De regering wist dat de volksraadpleging een grote gok was. Als
Leopold meer dan zestig procent van de ja-stemmers achter zich
kon scharen, kon hij als koning naar België terugkeren. Als er
minder dan vijfenvijftig procent ja-stemmen waren, wenkte de
troonsafstand.
Al op 15 december 1949, maanden vóór de volksraadpleging,
voorspelt The New York Times dat de meest waarschijnlijke
uitslag tussen vijfenvijftig en zestig procent zal liggen. ‘Op basis
van die voorspelling twijfelen veel waarnemers aan de
wenselijkheid van een dergelijke volksraadpleging,’ schrijft de
krant profetisch.
De stemming zelf verloopt vrij rustig. Dat is verrassend
aangezien de voor- en tegenstanders van Leopold het in de
maanden daarvoor heel hard hebben gespeeld.
Leopold haalt uiteindelijk een kleine meerderheid van 57,68
procent. Van de 5.236.740 uitgebrachte stemmen zijn er
2.933.382 voor en 2.151.881 tegen zijn terugkeer. In totaal zijn
er slechts 151.477 blanco of ongeldige stemmen. De weg naar
het koningschap ligt dus in eerste instantie open. Zo ziet
Leopold het resultaat ook.
Auteurs schrijven vandaag dat Vlaanderen voor een terugkeer
van Leopold stemde, en Brussel en Wallonië tegen. Dat is niet
helemaal correct. In de biografie over Leopold III van Roger
Keyes staat een kaart van België met de resultaten van die eerste
en enige volksbevraging. Vlaanderen stemde inderdaad voor een
terugkeer van Leopold. Vooral het arrondissement Turnhout
(84,5 procent) en Maaseik-Tongeren (84,3 procent) waren voor.
3
4. Brussel en de arrondissementen net ten zuiden van de hoofdstad
waren tegen. In Bergen haalde Leopold nauwelijks 31,2 pro-
cent. In Zinnik 34,4 procent en in Nijvel 37,3 procent. Maar nog
meer ten zuiden van ons land wordt de verhouding opnieuw
positief voor Leopold. In Dinant-Philippeville is 59,7 procent
voor een terugkeer van Leopold. In Marche-en
Famenne/Bastogne-Arlon is dat percentage zelfs 65,7 procent.
Er is dus geen sprake van een tweedeling (Noord/Zuid) maar
een driedeling. Vlaanderen is voor een terugkeer van Leopold,
Brussel en de arrondissementen ten zuiden van de hoofdstad
tegen. De arrondissementen helemaal in het zuiden van het land,
hoofdzakelijk de provincie Luxemburg, is opnieuw voor
Leopold. Zelfs in de provincie Namen was 52,8 procent voor de
terugkeer van Leopold. Of anders bekeken: het industriële
België was tegen Leopold, het rurale België voor.
Zodra de uitslag van de raadpleging officieel bekend is, brengen
premier Gaston Eyskens en de voorzitters van de beide Kamers
een bezoek aan Leopold in Prégny. Leopold verklaart dat hij
kennis neemt van die uitslag en de uiteindelijke beslissing van
het parlement zal respecteren.
Socialist Paul-Henri Spaak voert een heftige campagne tegen
Leopold. Hij publiceert op 22 maart 1950 een open brief in de
socialistische krant Le Peuple. Hierin vraagt de linkse politicus
uitdrukkelijk aan Leopold om niet naar België terug te keren.
Spaak stelt voor dat Boudewijn koning wordt en zijn taken
overneemt. ‘Het land moet zich rondom zijn figuur groeperen.’
Het voorstel valt in dovemansoren.
Een belangrijk element in de ontwikkeling van de
koningskwestie is de boodschap van 15 april 1950, waarin
Leopold III zelf een tijdelijke machtsdelegatie aan zijn zoon
Boudewijn oppert. Volgens Gaston Eyskens is dat een
‘fantastische boodschap die bewees door welke dwaze mensen
de koning omgeven was’. Eyskens denkt vooral aan zijn
4
5. secretaris Jacques Pirenne, ‘le gaffeur’, of vrij vertaald: ‘de
politieke Guust Flater’. De dag daarop werd het standpunt
opnieuw gewijzigd.
De wet die de terugkeer van Leopold mogelijk maakt, wordt op
donderdag 20 juli 1950 gestemd. ‘Dit moet gebeuren nog vóór
de nationale feestdag aangebroken is,’ schrijft Fralon, ‘want het
is symbolisch belangrijk.’ Tegelijk wordt de onmogelijkheid om
te regeren voor Leopold opgeheven. Alle christendemocraten
stemmen voor. Er is ook een liberaal die met hen meestemt,
Hilaire Lahaye. De andere liberalen, socialisten en communisten
verlaten uit protest het halfrond.
Het nieuws werd onmiddellijk doorgebeld naar de koning in
Zwitserland. ‘Zijn reactie was karakteristiek,’ schrijft biograaf
Keyes. ‘Hij kuste Lilian en Boudewijn en zonder een woord te
zeggen trok hij zich terug in zijn persoonlijk appartement.’
Leopold had zijn slag thuisgehaald.
De volgende dag, op de erg symbolische eenentwintigste juli,
arriveert premier Duvieusart in Zwitserland om het officiële
besluit van het parlement te overhandigen. Leopold wordt
verzocht zijn koninklijke bevoegdheden opnieuw op te nemen.
Uiteraard aanvaardt hij deze opdracht. Ook zijn echtgenote
Lilian Baels is in de wolken. Eindelijk zal ze ‘koningin’ van
België worden. Haar droom wordt bewaarheid.
Zijn broer Karel schampert dat Leopold de koning is van één
partij, de christendemocraten. Lang zal het nieuwe koningschap
van Leopold dan ook niet duren.
Uit ‘Koning Boudewijn’, T.Debels, Houtekiet, 2011.
5
6. secretaris Jacques Pirenne, ‘le gaffeur’, of vrij vertaald: ‘de
politieke Guust Flater’. De dag daarop werd het standpunt
opnieuw gewijzigd.
De wet die de terugkeer van Leopold mogelijk maakt, wordt op
donderdag 20 juli 1950 gestemd. ‘Dit moet gebeuren nog vóór
de nationale feestdag aangebroken is,’ schrijft Fralon, ‘want het
is symbolisch belangrijk.’ Tegelijk wordt de onmogelijkheid om
te regeren voor Leopold opgeheven. Alle christendemocraten
stemmen voor. Er is ook een liberaal die met hen meestemt,
Hilaire Lahaye. De andere liberalen, socialisten en communisten
verlaten uit protest het halfrond.
Het nieuws werd onmiddellijk doorgebeld naar de koning in
Zwitserland. ‘Zijn reactie was karakteristiek,’ schrijft biograaf
Keyes. ‘Hij kuste Lilian en Boudewijn en zonder een woord te
zeggen trok hij zich terug in zijn persoonlijk appartement.’
Leopold had zijn slag thuisgehaald.
De volgende dag, op de erg symbolische eenentwintigste juli,
arriveert premier Duvieusart in Zwitserland om het officiële
besluit van het parlement te overhandigen. Leopold wordt
verzocht zijn koninklijke bevoegdheden opnieuw op te nemen.
Uiteraard aanvaardt hij deze opdracht. Ook zijn echtgenote
Lilian Baels is in de wolken. Eindelijk zal ze ‘koningin’ van
België worden. Haar droom wordt bewaarheid.
Zijn broer Karel schampert dat Leopold de koning is van één
partij, de christendemocraten. Lang zal het nieuwe koningschap
van Leopold dan ook niet duren.
Uit ‘Koning Boudewijn’, T.Debels, Houtekiet, 2011.
5