Het aantal klachten van asielzoekers op basis van artikel 580 is in 2015 verdrievoudigd ten opzichte van 2014. In 2014 ging het om amper 44 klachten. In 2015 werden er al 137 dergelijke klachten genoteerd . Vreemdelingen die een asielaanvraag indienen in België hebben recht op opvang, en dit overeenkomstig de bepalingen van de Opvangwet van 12 januari 2007. Artikel 6 van de Opvangwet bepaalt dat asielzoekers recht hebben op materiële hulp vanaf het moment van indiening van de asielaanvraag, met inbegrip van de beroepsprocedure bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) en gedurende de procedure van het administratief cassatieberoep bij de Raad van State (RvSt). Materiële hulp bestaat uit: huisvesting, voedsel, kleding, medische, maatschappelijke en psychologische begeleiding en de toekenning van een dagvergoeding. Zij omvat eveneens de toegang tot juridische bijstand, de toegang tot tolkendiensten of opleidingen en de toegang tot een programma voor vrijwillige terugkeer. Dit recht op opvang dient om de asielzoeker in staat te stellen om een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid (artikel 3 van de Opvangwet). De arbeidsrechtbank neemt kennis van de geschillen betreffende de toepassing van de wet van 12 januari 2007 betreffende opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen wat betreft de geschillen betreffende elke schending van de rechten die aan de begunstigden van de opvang worden gewaarborgd door de boeken II en III van voormelde wet (betwisting van sancties die worden opgelegd aan de asielzoeker die een ernstige overtreding begaat van de voorschriften en werkingsregels die van toepassing zijn in de opvangstructuren) . In 2015 werden er 137 geschillen ingeleid op basis van dat artikel (zie hieronder). Het valt op dat het grootste deel van die zaken uit Franstalig Brussel komen. Het gaat om 72 zaken van de 137. Dat is ruim de helft van alle zaken. De verklaring is eenvoudig. De arbeidsrechtbank van de woonplaats van de asielzoeker (in deze omstandigheden het adres van de DVZ) is bevoegd om kennis te nemen van het geschil (artikel 628, 14e Ger. Wb.), dit is dus te Brussel. Sommige organisaties hebben over dit onderwerp een handig dossier samengesteld voor advocaten. Zo is er een bundel van Vluchtelingenwerk Vlaanderen met standaardbrieven. De stijging in 2015 is in elk geval opvallend. Gaat het om terechte zaken? De informaticatoepassing van de overheid laat spijtig genoeg niet toe om na te gaan of deze vorderingen gegrond werden verklaard. Het zou een mogelijke verklaring kunnen bieden voor de opvallende toename van zaken in 2015.