1. Welkom in de veertiende les!

2. Interview met je buur
1. Is het in jouw land kouder of warmer dan in België?
2. Is de koffie in jouw land sterker of slapper dan in België?
3. Zijn de porties op restaurant in jouw land groter of kleiner dan in
4.
5.
6.
7.
België?
Zijn de dokters in jouw land goedkoper of duurder dan in België?
Kopen de mensen in jouw land meer of minder kleren?
Ben jij kleiner of groter dan de docent?
Ben jij jonger of ouder dan ik?

3. Comparatief (I)
REGELMATIGE VORMEN
ADJECTIEF
COMPARATIEF
moeilijk
moeilijker
gezond
gezonder
intelligent
intelligenter
slecht
slechter
dik
dikker
groot
groter
wijs
wijzer
lief
liever
ver
verder
donker
donkerder
Comparatief =
- adjectief + -er
- adjectief op -r + -der

4. Comparatief (II)
ONREGELMATIGE VORMEN
ADJECTIEF
COMPARATIEF
goed
beter
dikwijls
vaker
graag
liever
veel
meer
weinig
minder
Comparatief =
speciale vorm

5. Vraagjes
1. Hoe zegt Jennifer dat zij vindt dat ze nu wel wat geluk heeft
2.
3.
4.
5.
verdiend?
Hoe zegt Jennifer dat zij het goed vindt Fred en zij uit elkaar zijn?
Hoe zegt Jennifer dat zij vindt dat Bert het uitstekend maakt?
Wat kun je zeggen tegen iemand die je lang niet hebt gezien?
Hoe zegt Marian dat Jennifer en zij minder contact hebben gehad?

6. Vraagjes
1. Wat is er aan de hand met Bert?
2. Hoe is dit kunnen gebeuren?
3. Wat vindt Jennifer dat Bert moet doen?
4. Hoe geeft Jennifer Bert moed?

7. Comparatief
GEBRUIK
1. een groter huis
geen groter huis
kouder water
2. meer warme melk
minder koude koffie
adjectief zonder enooit met e-

8. Zoek de zeven verschillen!
Niet zo gemakkelijk …