1. Welkom in de elfde les!

2. DISCUSSIE
Wat heb je in de kerstvakantie gedaan?
Wat heb je gegeten?
Heb je leuke cadeaus gekregen?
En … Heb je al gestudeerd?

3. EEN BEVEL GEVEN OF IETS VERBIEDEN
Infinitief Imperatief
Komen Kom!
Blijven Blijf!
Lezen Lees!
Weglopen Loop weg!
Zich haasten Haast je!
Zijn Wees!
ATTENTIE!
1. imperatief zonder subject Jan, kom hier!
2. imperatief met jij of jullie Leen, blijf jij zitten!
Blijven jullie daar, meisjes!
3. infinitief Hier komen kinderen!

4. BELANGRIJKE NUANCES (I)
ATTENTIE!
1. een vriendelijk bevel of verzoek
Ga even zitten. stam + even
Kom eens hier. stam + eens
Denk eens even goed na. stam + eens even
2. advies, toestemming of aanmoediging
Drink maar. stam + maar
Neem maar een koekje.
Neem het koekje maar.
Vertrouw me maar.

5. BELANGRIJKE NUANCES (II)
ATTENTIE!
3. een dringend verzoek
Kom toch. stam + toch
Help me alsjeblieft. stam + alsjeblieft
Kom toch alsjeblieft hier. stam + alsjeblieft toch
4. een beleefd verzoek, bevel of advies
Gaat u zitten. u-vorm + partikels
Blijft u eens even staan.
Neemt u maar een koekje.
Helpt u me toch alstublieft.

6. En dan nu goed studeren …
Succes!