2. Ik klopte met mijn vuist op de muur. Het kon niet, het mocht niet. Nu zat ik hier weer, en ik schatte de kans dat ik hier weg mocht niet echt hoog.
3. Ja, ik zat weer in de gesloten instelling. Maar nu was het erger. Ze hebben mij ‘omdat ik gevaarlijk was voor de maatschappij’ opgesloten in mijn kamer. Ik mocht niet meer meedoen aan de sociale activiteiten met de anderen.
4. Ik mocht enkel bezoek ontvangen. Maar ik dacht niet dat ik dat zou krijgen. Ik kreeg het dus wel…
5. Na 2 dagen opgesloten te hebben gezeten, kreeg ik bezoek. Mijn hart begon zwaar te bonken wanneer ik zijn naam hoorde. Was hij soms verplicht om hier te komen? Wat wou hij me zeggen?
6. Ik kwam de zaal binnen en beelden van het laatste gesprek met mijn ouders dat ik hier had, floepten in mijn hoofd. Ik zag zijn volmaakte, maar toch een beetje gebroken, gezicht naar mijn staren. Zijn naam, Milan, zou me tot de dood achtervolgen.
7. “Hallo,” zei hij. Hij stond recht en schudde me formeel de hand. “Wat kom je hier doen?” Fluisterde ik pissig. “Ze hebben me verteld wat er allemaal is gebeurt vroeger en ik wil het één en ander rechtzetten, zodat we allemaal verder kunnen met ons leven.”
8. “Kom je je schuldgevoelens wegpraten?” Vroeg ik nog steeds boos. “Nee, ik wil je gewoon vertellen wat er echt is gebeurt. Je hebt het je allemaal ingebeeld.” “Denk jij nu ook al dat ik gek ben!” Tierde ik. Ik zag dat zijn ogen een beetje vochtig werden.
9. De bodyguards kwamen me weer halen zoals de eerste keer dat ik hier zat en begon te roepen. Maar voordat ze me naar mijn kamer wegbrachten, stopte Milan me nog een brief toe.
10. Ik mijn kamer begon ik niet, zoals ik normaalgezien zou doen, te huilen. Ik was veranderd, ik was mezelf niet meer. Iedereen had gelijk, kwam ik tot het besef. Er zat iemand anders in mij.
11. Ik verloor al mijn zelfrespect en opende de brief en begon hem te lezen, over en over. Tot het kleinste detail. Ik wist dat dit de laatste keer was dat ik die bezoekerszaal had betreed.
12. Ik drukte op het belletje van mijn kamer zodat er iemand zou komen.
13. Even later opende een tengere vrouw de deur en vroeg wat ik wou. Ik antwoorde niet en duwde haar opzij. Ik rende naar het luikje dat naar het dak leidde.
14. Eenmaal op het dak, hoorde ik de vrouw alarmslagen. Vervolgens voetstappen die zich naar het dak verplaatsten.
15. Maar snel als ik was, liep ik naar de rand van het dak en sprong naar beneden. Niemand kon me nog tegenhouden.
16. Ik voelde nog even de wind over mijn wangen strelen, dan een smak op de grond en dan niets meer. *****
17. Ik zweefde naar boven en bekeek de wereld zoals god. Ik zag mijn lichaam liggen op de grond liggen. Het leven van Imke De Vries was over. *****
18. Ik wil jullie nog even bedanken dat jullie naar mijn verhaal hebben geluisterd en mij hopelijk hebben geloofd. En niet zoals alle andere mensen het verhaal van Milan.
19. Dit was dus de brief van Milan met daarin de ‘waarheid’.
20. Lieve Imke, Ik steek de schuld niet op jouw dat je mij en mijn vader van zo iets beschuldigt. Het ligt waarschijnlijk aan je ziekte. De artsen hebben mij alles vertelt wat er is gebeurt met jouw. Nu begrijp ik je reactie.
21. Maarik wil toch nog even zeggen wat er die avond echt is gebeurt. Misschien heldert het dan bij je op. Ik had je die dag dus zien zitten met je vriendin. Ik wou al langer met je op date, maar ik had nog nooit de durf gehad om het je te vragen.
22. Ik raapte al mijn moed bijeen en stapt op je af. Ik was zo blij toen je ja zei. Die avond was je gewoon prachtig toen je aankwam. Ik begon je ene rondleiding te geven in ons huis en ineens viel je flauw.
23. Ik had je samen met mijn vader in een kamertje gelegd waar je weer bij je positieven kon komen. Toen we je nog eens kwamen nakijken, was je wakker geworden. Je was ineens zeer agressief en begon te schreeuwen.
24. Toen mijn vader je wou onderzoeken of je niets had opgelopen tijdens je val, had hij iets vergeten. Maar wanneer hij dat gehaald had en terugkwam, was je er niet meer. We dachten dat je naar huis was.
25. De volgende dagen kregen we plots veel politie over de deur. Ze hadden mijn vader verteld waarom, maar niet aan mij. Ik snapte helemaal niet wat er gaande was, en heb het dus gewoon proberen te vergeten.
26. En toen kwam ik jouw weer tegen en was ik zeer gefascineerd door jouw. En het vervolg ken je. Ik hoop dat ik dus van alles heb kunnen verklaren en je niet meer boos op me bent. Ik wil je graag helpen door het genezingsproces. Liefs, Milan