1. Sarah De Wael Erasmushogeschool Brussel 17/11
Leerreflectie
In deze module zijn we dieper ingegaan op het aspect observeren. We werden er meteen
ingesleurd via een hoorcollege, hier gingen we in op hoe we dit doen, waarom en welk doel
het precies heeft. Via de observatie stage hebben we dit ook kunnen toepassen in onze
stageklas via de verschillende formulieren die we moesten invullen. Dit waren
verschillende soorten papieren, waardoor dit gemakkelijker ging om dit later te leren.
We hadden namelijk al een voorbeeld gezien van de verschillende aspecten. De laatste
dag van de module kregen we ook een kennistoets, de toets was eerlijk: wie veel geleerd
had begreep het; wie zijn boek niet open had gedaan.. kon er weinig van.
Het hoorcollege was eigenlijk de korte samenvatting van alle teksten die we geleerd
hadden. In het middelbaar leerden we bij sociale wetenschappen over de mens en zijn
deelaspecten. Observeren hadden we gezien, maar niet zo diep uitgewerkt. Dankzij de
module ben ik meer te weten gekomen over de verschillende methodes van observeren.
Tijdens de stagedag hebben we geobserveerd via verschillende codes, tijdsduur,
activiteiten en verschillende omstandigheden. Dit was handig want het bracht variatie in
het observeren. Later kon je de activiteiten gemakkelijker onthouden. Het liefst schrijf
ik alle details op van een activiteit. Zo kan ik eventueel terugkijken naar wat de
leerkracht gezegd had. Je let op alles, de uitleg die ze gaf met instructies, de verbale
en non-verbale taal, de duur van een bepaalde activiteit. In de cursus zagen we ook waar
de mentor specifiek op lette. Hier kan je rekening mee houden bij een volgende doe-dag.
Ik ga extra letten op de commentaar die zij geeft.
We hebben vele formulieren ingevuld, één daarvan moesten we objectief invullen. Toen
beseften we maar hoe moeilijk dit was omdat je je eigen interpretatie er gemakkelijk in
weerlegd. We hebben dit proberen interpreteren via verschillende aspecten van wat we
zagen. Zo is elk kind uniek en heeft het verschillende interesses. Je kan het kind niet
verplichten iets te leren wat het niet wil. Al spelend leren ze allemaal graag. Hier maak
je gebruik van als juf om verschillende activiteiten te plannen waar elk kind eens kan bij
uitblinken. Er zijn meer dan alleen de punten!
Als leerkracht moet je ook geen oordeel hebben op kinderen, je mag niet afgaan op hun
gezichtsvorm, uiterlijk of lichaamskleur. Je moet je waarnemingen bij sturen anders
worden diegenen die niet bevooroordeeld zijn vooruit getrokken ten opzichte van de
andere. Hier ga ik later zeker rekening mee houden om elk kind gelijk te behandelen. Ze
moeten zich allemaal goed voelen in de klas, anders is de sfeer meteen verpest.
2. Sarah De Wael Erasmushogeschool Brussel 17/11
Om een kind iets aan te leren moet je deze oefeningen herhalen met veel geduld, liefde
en genot. Het kind moet zich goed kunnen voelen, je moet niet verwachten dat het
meteen zal lukken! Het is een proces dat zich ontwikkelt, als een kindje ziet dat het veel
moeite kost om iets te leren zal het kind er later meer van genieten als dit uiteindelijk
goed lukt! Ik vind dat je het kind niet moet dwingen iets te laten lukken, wees zelf
enthousiast en werk in verschillende stappen dat het kind niet wordt afgebroken en dat
hij zijn zelfvertrouwen niet verliest.
Als leerkracht moet je zeker niet verwachten dat elk kind dezelfde kwaliteiten bezit!
Bij de ene zal het iets moeilijker gaan dan bij de andere. Toen ik klein was, was ik
helemaal niet goed in wiskunde. Op school werden enkel naar de punten gekeken en niet
naar de creativiteit. Als kind werd je zelfvertrouwen naar beneden gehaald. Later kan je
bij elke les eens een kind in de belangstelling zetten door zijn kwaliteiten naar boven te
halen. De kinderen vinden dit ook eens leuk en voelen zich niet minderwaardig. Dit heb ik
ook gemerkt toen we het kindbeeld moesten maken. De kleuters leerden via het spelen
verschillende aspecten van het leren maar via activiteiten dat hun zelf aansprak.