3. Kimberly knikt en staat op. ‘Ik heb iets gevonden wat
Levi liever geheim had willen houden.’ zegt ze. ‘Ik
vermoed namelijk dat Levi afstamt van een oude
magiër.’ zegt ze. ‘En deze magiër was niet zomaar
iemand.’
4. Kimberly zucht. ‘De magiër had wel de
onsterfelijkheid in zijn bloed en een klein deel hiervan
heeft hij doorgegeven aan zijn kinderen die het weer
doorgeven aan zijn kinderen. Het zit in hun DNA. Dat
is waar we Levi mee kunnen pakken.’ zegt ze. ‘We
hebben zijn DNA of dat van zijn kinderen nodig. Daar
ga jij voor zorgen.’
5. Zodra hij de voordeur zachtjes gesloten heeft begint
hij sneller, maar toch nog steeds op zijn tenen, te
lopen. Hij wil zo snel mogelijk weg en hij kijkt niet
meer om zich heen. Iets wat hij misschien wel had
moeten doen.
6. ‘Wat is dat daar?’ vraagt ze en Jasper draait verbaasd
om. Razendsnel vliegen de vingers van Tara naar het
hoofd van Jasper en ze trekt aan een haar. Ze
controleert of de wortel eraan zit en stopt het in haar
zak voordat Jasper weer om kan draaien.
7. ‘En wees maar niet bang, je wordt er rijkelijk voor
beloont.’ zegt ze snel en ze wacht kort op het
antwoord. Tevreden met het antwoord begint ze te
grijnzen. ‘Ik wist wel dat ik op je kon rekenen, Leo,
maar ik waarschuw je. Dit wordt geen makkelijke
opdracht.’ Ze wacht even. ‘Ik wil dat je op zoek gaat
naar iemand die niet bestaat.’
8. ‘Ik weet dat ik bij jou bij de goede persoon ben. Jij
geeft net zo veel om Tara als ik doe. Sinds ze terug is
van de universiteit is Tara zichzelf niet meer en naar
mij luistert ze niet. Ik weet dat jij me kunt helpen.’
zegt Armand als hij stil blijft en hij de emotie van
Gabriël niet kan zien.
9. Levi schudt zijn hoofd. ‘Ik zou het ze heel graag willen
vertellen, maar ik weet uit eigen ervaring hoe het voelt
om dit te horen. Ik wil ze graag nog iets langer een
ontspannen jeugd geven. Nadine en Stijn groeien
immers vanavond pas op.’ legt hij uit.
10. Laurens grijnst en trekt haar naar zich toe. ‘Kom eens
hier gekkerd.’ zegt hij terwijl hij haar tegen zich aan
trekt. ‘Jij bent de enige voor mij en wat er ook
gebeurd, wat je ook doet of zegt, ik zal van je houden.
Kun je dat onthouden voor de volgende keer?’ vraagt
hij. ‘Bovendien is je vader heel duidelijk geweest met
zijn preek. Ik zou je nooit pijn durven doen.’
11. Maria slikt en knikt. ‘Ik denk dat jou verwachtingen
iets anders zijn dan die van mij.’ zegt ze. ‘Ik vond het
heel erg gezellig die avond, echt waar…’ zegt ze snel als
zijn gezicht betrekt.
12. Het blijft even stil. ‘Maar?’ vraagt Jasper als hij merkt
dat Maria nog niet uitgesproken is. ‘Maar ik denk dat
we het bij die ene avond moeten laten. Het was heel
gezellig, maar we zijn nog zo jong en we moeten ons
nog niet binden, vind je ook niet?’
13. Jasper schudt zijn hoofd. ‘Het hoeft voor mij niet meer
Maria. Het is alles of niets en als jij er zo over denkt,
dan is het niets.’ zegt hij. ‘Ik hoef je voorlopig niet
meer te zien. Je kunt gaan.’
14. ‘O, oké.’ zegt ze kort. ‘En morgen? Wil je morgen iets
afspreken?’ vraagt ze daarom maar. Er volgt opnieuw
een stilte. ‘Sorry, Manon, ik heb morgen al iets
afgesproken met Sophie.’ Opnieuw is het stil.
‘Misschien is het beter als we even afstand van elkaar
nemen, Manon.’
15. ‘Mijn wens is anders weinig geheim.’ zegt Levi en
Samantha kijkt hem vragend aan. ‘Mijn grootste wens
is dat we voor altijd samen blijven en dat we over
twintig jaar samen terug kunnen kijken op deze avond,
terwijl we nog steeds ons geluk samen kunnen delen.’
zegt hij kust Samantha voorzichtig.
16. ‘Jullie zien er goed uit als tieners.’ voegt Nadine daar
aan toe, terwijl ze Lex een kus op zijn wang drukt. ‘Eh,
dank je.’ zegt hij aarzelend terwijl zijn wangen rood
worden.
17. Nadine lacht. ‘Ik vind jou ook heel leuk Lex. Je bent
een goede vriend…’ zegt ze voorzichtig, maar Lex
onderbreekt haar. ‘Echt waar? Ik ben zo blij dat je dat
zegt.’ zegt hij opgelucht. ‘Ik was even bang dat jij hier
een heel ander gevoel bij zou hebben, maar gelukkig is
dat niet zo.’
18. Nadine opent aarzelend haar mond om er iets tegenin
te brengen, maar dat wordt door Lex totaal verkeerd
opgevat. Voor ze het weet doet hij een stap naar haar
toe en drukt voorzichtig zijn lippen op die van haar.
Zonder tegenstribbelen laat Nadine zich meevoeren in
de kus.
19. Tara draait zich razendsnel om en komt op hem
afstormen. ‘Hij is bij je geweest?’ sist ze en Gabriël
knikt. ‘Hoe durft hij?’ roept Tara vervolgens kwaad uit.
‘Waar bemoeit hij zich in hemelsnaam mee? Dit is
mijn leven!’
20. Tara lijkt iets rustiger te worden. ‘Jullie zouden het
toch niet begrijpen.’ zegt ze nogmaals. ‘Niemand
begrijpt het. Niemand snapt dat ik dit alleen maar doe
omdat ik door moet. Daarom doe ik alles. Ik wil verder
met mijn leven, maar dat kan niet zolang… Dat kan
niet zolang hij nog…’
21. Gabriël kijkt haar onzeker aan. ‘Het duurt niet lang
meer.’ fluistert ze. ‘Ik ben bijna klaar, nog even en dan
is dit allemaal voorbij. Ik zal hier nooit spijt van
hebben, want hierdoor heb ik jou ontmoet. Heb nog
even geduld.’ fluistert ze nog voordat ze zich omdraait
en wegloopt, Gabriël ontzet achterlatend.
22. Afwezig staart Kimberly naar het zachte witte vloerkleed onder haar
voeten, het kleed dat Samantha jaren geleden heeft uitgezocht. Ze
zucht. Het is alsof ze de afgelopen dagen opeens haar biologische klok
heeft horen tikken, alsof ze plotseling beseft dat ze niet het eeuwige
leven heeft. Al die jaren heeft ze haar leven gewijd aan haar wraak op
Levi en haar zus, maar wat heeft ze nu eigenlijk bereikt? Ze is helemaal
alleen, terwijl ze net als haar zus een familie had kunnen hebben.
23. Kimberly werpt een korte blik op de vloer en knikt
dan. ‘Het is wat we al dachten. Het haar van de
jongen, Jasper, bevat duidelijk sporen van magie en
het is duidelijk dat hij één van de afstammelingen van
de magiër is. En dat betekent dat Levi dat ook is.’
24. Kimberly kijkt haar bedenkelijk aan en Tara kijkt
zelfverzekerd naar haar. Kimberly zucht en knikt dan.
‘Nog één keer dan, maar we laten die mensen die op
zoek zijn naar Levi er voorlopig buiten.’ zegt ze. ‘En je
moet me beloven dat ik je hierna nooit meer hoef te
zien.’
25.
26. ‘En? Heb je al besloten wat je gaat doen met Maria?’
vraagt Isa als ze ‘s ochtends beneden komt en Jasper
ziet. Aan zijn ogen ziet ze meteen dat hij niet goed
geslapen heeft en daarmee heeft ze ook het antwoord
op haar vraag.
27. Jasper schudt treurig zijn hoofd. ‘Ik kon er niet van
slapen vannacht. Ik heb de hele nacht liggen tobben en
toen ik eindelijk in slaap viel, ging mijn wekker alweer
af.’ Hij gaapt even en gaat dan verder. ‘Ik denk gewoon
dat ze me nooit meer wil zien nu.’
28. Isa schudt haar hoofd. ‘Jullie zijn al zo lang vrienden,
het komt echt wel weer goed. Je moet haar gewoon
uitleggen waarom je zo boos werd en je excuses
aanbieden.’ Isa geeft haar broer een bemoedigend
klopje op zijn schouder. ‘Kop op, het was niet slim van
je, maar ze zal het echt wel begrijpen en…’
29. Voor Isa haar zin af kan maken wordt ze onderbroken
door haar zus. ‘En wat is dit dan? Een geheime
vergadering zonder mij?’ Als ze de stem van Manon
horen, draaien Jasper en Isa zich allebei razendsnel
om. ‘O… Manon…’ zegt Jasper geschrokken.
30. Manon kijkt hen afwachtend aan en Isa ziet hoe
Jasper haar smekend aankijkt. ‘Dat is het inderdaad
ja.’ zegt ze daarom snel tegen Manon. ‘Jasper zat met
een probleem dus vroeg hij om mijn advies.’ Ze aarzelt
even. ‘Het is niet vervelend bedoeld, maar ik denk dat
Jasper het je niet verteld heeft omdat… nou ja…’
31. Manon begint te grijnzen. ‘Laat maar zitten.’ zegt ze en
maakt een afwerend gebaar. ‘Ik weet dat ik niet zo
goed ben in het bewaren van geheimen. Het is goed
zo.’ Jasper haalt duidelijk opgelucht adem, terwijl
Manon naar de keuken loopt. Ze draait zich nog even
om en zegt met een knipoog: ‘Ik kom er toch wel
achter.’
32. Jasper kijkt Isa angstig aan voor hulp, maar Isa begint
alleen te grijnzen en volgt Manon naar de keuken om
het ontbijt klaar te maken. Als iedereen beneden zit,
geniet het hele gezin van het gezamenlijke ontbijt.
33. ‘Pap?’ vraagt Nadine voorzichtig en ze haalt haar
meest schattige glimlach tevoorschijn. Levi kijkt haar
onderzoekend aan. ‘Die puppy-ogen zullen wel niet
veel goeds betekenen.’ mompelt hij. Nadine kijkt hem
nog steeds zo lief mogelijk aan. ‘Zouden we vanmiddag
wat mensen uit mogen nodigen?’
34. Samantha neemt haar dochter ook onderzoekend op.
‘En wat moeten wij ons voorstellen bij “een paar
mensen”?’ vraagt ze daarom argwanend. Stijn neemt
het snel op voor zijn zus. ‘Niet zo veel. Lex en Lars en
misschien Axel en Pascal.’ legt hij uit, maar Samantha
en Levi kijken nog steeds bedenkelijk.
35. Nu bemoeit Manon zich er ook mee. ‘Vergeet niet dat
het al tieners zijn, mam. Bovendien wilde ik Lucas
toch vragen om vanmiddag langs te komen dus zijn wij
er ook om een oogje in het zeil te houden.’
Samantha zucht. ‘Ik weet niet of dat zo bemoedigend
is, maar vooruit dan.’
36. ‘Wat denk jij ervan?’ vraagt Samantha als ze één uur
later voor de winkel staan. ‘Denk je dat ik toch nog
even moet gaan kijken vanmiddag? Gewoon voor de
zekerheid?’ Ze kijkt Levi onzeker aan, maar hij knijpt
kort en bemoedigend in haar hand.
37. ‘Ik denk dat we ze even met rust moeten laten
vandaag. Je mag ze best één keer bellen vanmiddag,
maar je moet ze ook het gevoel geven dat je ze
vertrouwt. Je weet hoe tieners kunnen zijn.’ legt hij
uit, terwijl voorzichtig haar gezicht in zijn handen
neemt. ‘Je bent wel heel schattig als je bezorgd bent.’
38. Samantha lacht en knikt. ‘Wat ben je weer verstandig
vandaag.’ zegt ze, maar als ze de twinkeling in zijn
ogen ziet voegt ze er aan toe: ‘Je wilt nu zeker weer dat
ik je vertel hoe blij ik ben dat je mijn man bent?’
vraagt ze cynisch. Levi lacht alleen maar en drukt zijn
lippen op die van haar, net zolang totdat de eerste
klant kuchend langs hen naar binnen loopt.
39. Samantha maakt zich met een grijns van Levi los en
loopt snel naar binnen. De rest van de dag werken ze
allebei serieus in de winkel. Levi houdt zoals elke dag
de kassa bij en Samantha vult zorgvuldig de voorraad
bij.
40. Om één uur vult het geluid van de schoolbel het
gebouw van Belladonnabaan High School en een
stroom van leerlingen komt naar buiten. ‘Lucas!
Wacht even!’ roept Manon als ze haar beste vriend
weg ziet lopen.
41. Manon rent snel naar hem toe en ziet hoe hij even
aarzelt voor hij zich omdraait. ‘Hoi.’ zegt ze met een
glimlach. ‘Heb je tijd en zin om vandaag even bij te
kletsen?’ Terwijl ze het zegt schrikt ze van de
smekende toon in haar eigen stem.
42. Lucas kijkt haar even bedenkelijk aan voordat hij zijn
hoofd schudt. ‘Het spijt me, maar ik heb vanmiddag al
met Sophie afgesproken om samen huiswerk te maken
en daarna gaan we samen naar de bioscoop.’
43. Manons gezicht betrekt meteen. ‘O, jammer.’ mompelt
ze. ‘Ik had gehoopt dat we weer eens iets zouden
kunnen afspreken. Het is al zo lang geleden, want je
hebt het al weken druk met die Sophie.’ Manon moet
moeite doen om de naam Sophie vriendelijk uit te
spreken.
44. Lucas haalt luchtig zijn schouders op. ‘Is dit niet wat je
wilde?’ vraagt hij. ‘Ik heb je advies opgevolgd en het
heeft gewerkt. Je hebt de eerste klant van je
koppelingsbureau heel gelukkig gemaakt. Ben je niet
trots nu?’
45. Manon knikt langzaam en doet haar best om een
vrolijk gezicht op te zetten. ‘Dat is geweldig! Ik ben
echt heel blij voor je.’ zegt ze zo opgewekt mogelijk,
maar met een lichte trilling in haar stem. ‘Niet te
geloven dat het gewerkt heeft. Binnenkort zullen de
klanten wel binnenstromen.’
46. Lucas knikt tevreden. ‘Gefeliciteerd met je eerste
succes. Ik zal je niet langer ophouden. Je zult wel veel
te doen hebben nu je weet dat je koppeladvies werkt.
Bovendien wacht Sophie op me.’
47. Manon knikt met een glimlach en kijkt toe hoe Lucas
fluitend wegloopt. Pas als Lucas het schoolterrein
verlaten heeft haalt ze de neppe lach van haar gezicht
en slaakt een diepe, teleurgestelde zucht.
48. Ook Jasper staat zuchtend voor het schoolgebouw.
Normaal gesproken trekt hij zich niets aan van de
zoenende stelletjes in de fietsenstalling, maar vandaag
voelt hij toch een steek in zijn hart. Meer dan ooit zou
hij nu willen dat hij daar stond, samen met Maria.
49. Hij heeft de hele dag nog niet de kans gehad om met
Maria te praten en dat maakt hem alleen maar
onrustiger. Hij kijkt even zoekend om zich heen en ziet
Maria dan lopen. ‘Maria, wacht even!’ roept hij. ‘Ik wil
alleen even met je praten.’ zegt hij voorzichtig als ze
hem uitdagend aankijkt.
50. Hij kijkt haar smekend aan en Maria knikt
uiteindelijk. ‘Dank je.’ zegt Jasper en hij loopt snel
naar de fietsenstalling waar het intussen wat minder
druk is. Maria volgt hem en kijkt hem opnieuw
uitdagend aan. ‘Als je weer gaat schreeuwen, dan ga ik
weer.’ zegt ze bits, maar Jasper schudt zijn hoofd. ‘Ik
wil je juist mijn excuses aanbieden daarvoor.’
51. ‘Ik had je niet zo moeten behandelen, ik had je niet
weg moeten sturen en ik had zeker niet tegen je
moeten schreeuwen. Ik heb spijt van wat ik heb
gedaan, echt waar. Geef me alsjeblieft nog een kans?’
52. Maria kijkt nog steeds bedenkelijk dus vervolgt Jasper
zijn verhaal. ‘De woorden waren mijn mond al uit,
voordat ik wist wat ik zei. Ik was onnadenkend en dom
en impulsief en ik neem alles terug wat ik gezegd heb.
Wil je me alsjeblieft vergeven?’ Bij die laatste zin trekt
hij een pruillipje.
53. Maria kijkt nog steeds bedenkelijk, maar ze kan niet
voorkomen dat er toch een klein glimlachje op haar
gezicht verschijnt. ‘Ik wil je best vergeven, want we
hadden het echt heel leuk samen, maar wat doe jij
dan? Kun jij ermee leven dat ik niet meer wil zijn dan
vrienden?’
54. Jasper haalt kort zijn schouders op. ‘Natuurlijk had ik
het liever anders gezien, maar ik kan je niet dwingen
om hetzelfde te voelen als ik. Als jij vrienden wil zijn,
dan respecteer ik dan en dan kunnen we er maar beter
het beste van maken.’
55. ‘En is dat eigenlijk ook niet wat vrienden doen? Elkaar
respecteren en elkaar ten alle tijden steunen. Ik geef
echt om je en je bent mijn beste vriendin. Als hij denkt
dat je zo gelukkiger bent, dan ben ik tevreden, want als
vriend gun ik je het beste.’ Besluit hij zijn verhaal.
56. Ook Nadine en Stijn hebben die middag vrij van
school. ‘We hebben het huis de hele middag voor
onszelf.’ vertelt Nadine enthousiast. ‘We kunnen doen
wat we willen zonder dat we met iemand rekening
moeten houden.’ ‘Behalve met Isa, Manon en Jasper
dan.’ vult Stijn aan.
57. Pascal en Axel, die ook allebei pas hun verjaardag
hebben gevierd knikken goedkeurend. ‘Wat denk jij?’
vraagt Pascal terwijl hij vanaf de balustrade neerkijkt
op zijn broer. ‘Klinkt goed.’ zegt die met een grijns.
58. Nadine klapt enthousiast in haar handen. ‘Dat is dan
geregeld. Ik weet zeker dat het een geweldige middag
wordt. Het is zo gaaf om een tiener te zijn.’ Ze springt
blij op en neer, terwijl de jongens haar grijnzend
aankijken.
59. ‘Als jullie het niet erg vinden, dan gaan we eerst nog
even naar huis om mam te vertellen waar we zijn en
om ons huiswerk thuis af te geven.’ zegt Axel. ‘Dan
zien we jullie over een half uurtje wel bij jullie thuis.’
60. Nadine en Stijn nemen voor korte tijd afscheid van
Axel en Pascal en lopen samen naar de schoolbus,
totdat ze Lars en Lex tegen komen. ‘Hey jongens,
hebben jullie ook zin om vanmiddag bij ons langs te
komen? We hebben Axel en Pascal ook uitgenodigd.’
vertelt Stijn, terwijl Nadine de blik van Lex probeert te
ontwijken.
61. Lex heeft een grote grijns op zijn gezicht, terwijl hij
Nadines blik wil opvangen. Lars kijkt zijn broer
vragend aan en antwoordt dan: ‘Bedankt voor het
aanbod, maar we kunnen niet. Lizzy vertrekt
vanavond naar de universiteit en mam en pap hebben
een soort afscheidsfeestje georganiseerd voor de
familie.’
62. Stijn knikt begrijpend. ‘Natuurlijk. Doe haar maar de
groetjes en wens haar veel succes.’ zegt hij en Nadine
haalt naast hem opgelucht adem. ‘Jammer, maar heel
begrijpelijk.’ zegt ze snel en ze kijkt Lex kort aan.
63. ‘Jammer dat ze niet kunnen komen, vind je ook niet?’
vraagt Stijn als ze samen toekijken hoe Lex en Lars het
schoolterrein verlaten. Nadine knikt vaagjes en
mompelt: ‘Heel jammer ja.’
64. Nadine en Stijn willen ook naar de schoolbus lopen als
ze Kris en Romy de Pater tegenkomen. ‘Hey!’ roept
Nadine enthousiast uit. ‘Hebben jullie misschien zin
om een gezellig middagje bij ons thuis door te
brengen? We vieren dat we tieners zijn!’ legt ze uit.
65. Romy werpt een steelse blik op Stijn en kijkt haar
broer dan smekend aan. Kris begint meteen te
grijnzen en knikt. ‘Dat aanbod kunnen we niet afslaan.
Ik grijp elk excuus aan om niet meteen huiswerk te
hoeven maken.’
66. Om 2 uur zitten er 6 jonge tieners rondom de tuintafel
van Levi en Samantha. ‘Wij moeten wel op tijd naar
huis vandaag, want onze oudste broer, Roy, gaat
morgenavond naar de universiteit en Laurens heeft als
verrassing een afscheidsdiner voor hem gepland.’ legt
Romy uit.
67. ‘Etsu is een paar maanden geleden vertrokken.’ vertelt
Axel. ‘Je had eens moeten zien wat een dramatisch
afscheid onze moeder daar van maakte. Ik snap echt
niet waarom ze zich zo druk maakte, alleen maar
omdat “haar enige dochter de wijde wereld in trekt”’.
68. ‘Ik snap ook echt niet waarom ouders zo overbezorgd
zijn.’ valt Nadine hem bij. ‘Onze ouders deden
vanochtend ook zo moeilijk toen we vroegen of we
mensen mee naar huis mochten nemen. Alsof we
meteen in 7 sloten tegelijk zouden lopen. We zijn al
wel tieners, hoor!’ zegt ze verontwaardigd.
69. Stijn heeft zich tot dan toe buiten de discussie
gehouden, maar zegt toch: ‘Ik snap het ergens wel,
hoor. Het is toch je eigen kind en het is nogal een stap
als ze opgroeien.’ verdedigt hij zijn ouders.
70. ‘De familiesim heeft gesproken.’ zegt Pascal lachend,
terwijl hij Stijn een plagende stomp tegen zijn
schouder geeft. Iedereen lacht, op Romy na die Stijn
een samenzweerderig knipoogje geeft.
71. Ondertussen zitten Jasper, Manon en Isa op hun
kamer over hun huiswerk gebogen. Terwijl Jasper en
Isa zich ijverig door de opdrachten heen werken, heeft
Manon moeite om haar aandacht bij haar sommen te
houden.
72. Haar gesprek met Lucas blijft maar door haar hoofd
malen en het zit haar niet lekker. Ze zou blij moeten
zijn voor Lucas dat hij het zo leuk heeft met die
Sophie, maar toch voelt ze een ongemakkelijk gevoel
in haar buik elke keer dat ze aan Sophie samen met
Lucas denkt.
73. Met een zucht slaat ze haar schift dicht, hoewel ze nog
geen enkele opdracht af heeft. Onrustig ijsbeert ze
door de kamer, terwijl ze haar geest tot rust probeert
te laten komen, maar dat gebeurt niet.
74. Zuchtend loopt ze haar kamer uit en op de gang blijft
ze even besluiteloos staan voordat ze op Isa’s deur
klopt en stilletjes naar binnen schuift. ‘Ik maak even
deze opdracht af en dan kunnen we praten.’ mompelt
Isa.
75. Manon ploft op bed, tikt met haar tenen op de grond
en trekt na een geërgerde zucht van Isa haar benen
onder zich. ‘Wie zegt dat ik wil praten?’ zegt ze
uiteindelijk. ‘Kan ik niet zomaar gezellig bij mijn zus
komen zitten?’
76. Isa heeft intussen haar schrift opgeborgen en draait
haar stoel naar het bed toe. ‘Ik ben je grote,
verstandige zus,’ zegt ze. ‘Ik zie dat soort dingen aan
je. Bovendien klop je anders nooit voor je binnenkomt,
hoewel ik het je al zo vaak heb gevraagd, dus er moet
wel iets zijn.’
77. Manon zit even met haar mond vol tanden, maar
grijnst dan. ‘Oké dan, Sherlock. Je hebt met betrapt.
Doe je ook altijd zo streng tegen Laurens? Of vindt hij
dat juist leuk?’ vraagt ze ondeugend.
78. Isa rolt overdreven met haar ogen. ‘Je praat er
overheen, zusje. Je bent hier niet om het over mijn
liefdesleven te hebben, maar volgens mij gaat dit over
jouw liefdesleven. Vertel op; wie is het?’
79. ‘Maar hoe…?’ begint Manon, maar als ze de strenge
blik van Isa ziet valt ze stil. Zenuwachtig kijkt ze naar
haar voeten en frunnikt even aan het dekbed.
Ondertussen voelt ze de priemende ogen van Isa op
zich gericht. ‘Het is Lucas.’ mompelt ze dan.
80. Isa knikt. ‘Dat dacht ik al.’ zegt ze en Manon haar weer
niet begrijpend aan. Isa negeert haar blik. ‘Jullie zijn
al heel lang goede vrienden en jullie hebben het altijd
heel leuk samen, toch? Wat is precies het probleem?’
81. Manon haalt aarzelend haar schouders op. ‘Ik weet het
niet precies.’ zegt ze. ‘Ik dacht eigenlijk dat ik niets
voor hem voelde. We zijn al zo lang vrienden en we
zijn altijd zo gemoedelijk met elkaar om gegaan. Dat
wil ik niet kwijt, maar het is net alsof er iets veranderd
is.’
82. ‘Ik heb Lucas al een paar weken amper gesproken. Hij
is constant bezig met ene Sophie. In het begin was ik
heel blij voor hem, maar nu… Ik weet het gewoon niet.
Elke keer als ik denk aan Lucas samen met die Sophie
krijg ik zo’n onbehagelijk gevoel. Zo’n stekend gevoel,
ken je dat?’
83. Isa begint te grijnzen. ‘Dat gevoel ken ik zeker.’ zegt ze
en last een lange pauze in, terwijl Manon haar
verwachtingsvol aankijkt. ‘Dat gevoel heb ik ook elke
keer als Laurens te veel aandacht krijgt van andere
meisjes. Dat noemen ze jaloezie, lief zusje.’ zegt ze
grijnzend. ‘Wat voel je voor Lucas?’
84. Manon denkt even na voor ze antwoordt: ‘Ik voel me
altijd fijn als ik bij Lucas ben. Ik kan altijd mezelf zijn
en hij zal me nooit veroordelen. Ik krijg altijd zo’n
warm, fladderend gevoel van binnen.’ zegt ze en
onwillekeurig krijgt ze een steeds grotere glimlach op
haar gezicht.
85. Isa kijkt ernstig en knikt, waarop Manon geschrokken
vraagt: ‘Wat betekent dat?’ Isa lacht op het
geschrokken gezicht van haar zusje. ‘Dat betekent,
lieve Manon, dat je verliefd bent.’ legt ze uit. ‘En aan je
smile te zien niet zo’n beetje ook.’
86. Onwillekeurig verschijnt er weer een brede glimlach
op het gezicht van Manon. ‘Verliefd! Dat is zó cool!’
zegt ze, maar dan betrekt haar gezicht. ‘Maar wat moet
ik nu doen, dan? Ik kan toch niet zomaar op Lucas
afstappen van “Hey, ik ben verliefd op je”! Hij zit nu
natuurlijk helemaal vast geplakt aan die Sophie.’
87. Isa knikt peinzend en denkt even na. ‘Ik denk dat je
het hem gewoon moet vertellen. Dan weten jullie
allebei waar jullie aan toe zijn. Misschien is hij wel
helemaal niet zo serieus over die Sophie als jij denkt
en anders kunnen jullie altijd nog proberen om
vrienden te blijven, maar dan is de lucht tussen jullie
tenminste wel gezuiverd.’
88. Manon knikt aarzelend. ‘Ik denk dat je gelijk hebt.’
zegt ze, maar slaakt dan een diepe zucht. ‘Wat moet ik
nu zeggen tegen Lucas? Ik wist niet dat verliefd zijn zo
moeilijk kon zijn!’
89. ‘Wie belde er?’ vraagt Nadine als Stijn weer naar
buiten loopt. ‘Niet bijzonders, gewoon een enquête.’
zegt Stijn, terwijl het eigenlijk Samantha was die
belde. ‘Maar kijk eens wat ik heb gevonden.’ verandert
hij snel van onderwerp en hij houdt een zakje
waterballonen omhoog.
90. ‘Is dat wel iets wat tieners doen?’ vraagt Axel
argwanend, maar een half uur later staan ze alle 6 toch
in de aanvalshouding en vliegen de waterballonen
door de tuin.
91. Nadine richt haar ballon op Kris en ze heeft de
grootste lol wanneer hij het ding niet kan ontwijken.
De ballon spat tegen zijn arm kapot en doorweekt zijn
hele shirt.
92. ‘Die krijg je terug!’ roept Kris verontwaardigd en hij
grijpt snel een nieuwe waterballon. Nadine draait zich
snel om en rent weg. ‘Dat dacht ik niet!’ roept ze.
‘Probeer me maar eens te pakken!’.
93. Kris rent lachend achter haar aan. Als twee roofdieren
die wachten om aan te vallen draaien ze om elkaar
heen, totdat Kris zijn kans pakt en de waterballon naar
Nadine gooit. Behendig vangt ze het ding op.
94. ‘Ik zal wel eens laten zien hoe het moet, mannetje.’
zegt ze en ze gaat klaar staan om te gooien. ‘Dat zullen
we nog wel eens zien. Meisjes kunnen lang niet zo
goed gooien als jongens.’ zegt Kris en hij trekt een
gekke bek naar haar.
95. Met één worp bewijst Nadine het tegendeel en ze raakt
hem vol tegen zijn borst. Vervolgens barst er een ware
waterballonen oorlog uit, waarbij de ballonen over en
weer vliegen en ze geen van beiden nog drogen kleren
hebben.
96. ‘Ja kan me toch niet raken.’ roept Nadine uitgelaten en
ze springt op en neer over het gras. ‘Dat zullen we nog
wel eens zien.’ zegt Kris en hij houdt zijn waterballon
klaar. ‘Dit wordt de beste worp die je ooit gezien hebt!’
97. Dit keer is Nadine niet in staat om de ballon te
ontwijken en hij spat recht in haar gezicht uit elkaar.
‘Genade! Genade!’ roept ze en met een pijnlijk gezicht
grijpt ze naar haar oog.
98. ‘Wat is er?’ vraagt Kris geschrokken en hij rent snel
naar haar toe. ‘Ik heb water in mijn oog gekregen.’ zegt
ze, terwijl Kris een lok haar uit haar gezicht strijkt.
‘Laat mij eens kijken.’ zegt hij.
99. Hij bestudeert aandachtig haar linkeroog. ‘Ik zie niets
vreemds aan je oog. Ik denk dat het wel mee valt. Van
een beetje water smelt je niet.’ voegt hij er plagend aan
toe en hij veegt wat waterdruppeltjes van haar wang.
Nadine raakt kort zijn pols aan. ‘Dank je.’
100. De uitgelaten sfeer is plotseling verdwenen als Kris en
Nadine elkaar blijven aanstaren. Nadine is uiteindelijk
de eerste wegkijkt. ‘Eh, bedankt voor het consult,
dokter.’ zegt ze en ze streelt met haar schouder kort
langs zijn hand.
101. Een ongemakkelijke minuut lang voelt Nadine de
aantrekkingskracht tussen hen in hangen en dan legt
Kris voorzichtig zijn hand onder haar kin. ‘Laat eens
kijken, volgens mij zie ik toch wat in je oog.’ zegt hij.
102. Langzaam komen hun gezichten dichter bij elkaar,
totdat hun lippen elkaar zachtjes raken. Nadine laat
het toe dat Kris haar eerst zachtjes, maar dan vol
passie zoent.
103. Lichtelijk naar adem snakkend laten hun lippen elkaar
uiteindelijk los en Kris kijkt haar met een
triomfantelijke twinkeling in zijn ogen aan. ‘Wauw.’ Is
het eerste wat hij zegt. ‘Daar kan ik wel aan wennen.’
104. Nadine lachend stralend naar hem en knikt. ‘Ik ook
wel.’ zegt ze, maar wanneer Kris zich weer naar haar
toebuigt kan ze niet voorkomen dat ze terugdenkt aan
de vorige avond toen ze samen met Lex in de keuken
stond. Dit gaat allemaal veel te snel en veel te serieus.
‘Wacht even.’ zegt ze.
105. Kris neemt wat meer afstand en kijkt haar met
opgetrokken wenkbrauw aan. Nadine aarzelt even,
maar legt dan toch haar armen om zijn schouders. ‘Ik
vond die kus ook helemaal niet verkeerd.’ zegt ze.
‘Maar ik wil niet dat je verkeerde verwachtingen krijgt.
We zijn allebei nog zo jong, ik wil niet… je weet wel.’
106. Kris knikt begrijpend. ‘Ik weet helemaal wat je
bedoelt.’ zegt hij. ‘Ik wil ook niet dat Romy hier iets
van weet. Dit is voorlopig ons geheim.’ zegt hij. Nadine
aarzelt even, want dit is absoluut niet wat ze bedoelde,
maar voordat ze iets kan zeggen hoort ze Romy
roepen: ‘Kris, we moeten gaan.’
107. De rest van de middag houdt Nadine zich een beetje
afzijdig en ze volgt stilletjes de gesprekken tussen
Stijn, Axel en Pascal. Tijdens het avondeten zit ze nog
steeds een beetje stilletjes in haar eten te prikken
wanneer Levi vraagt: ‘En, Manon, hebben de tieners
zich een beetje gedragen vanmiddag?’
108. Manon knikt hevig. ‘Ze hebben de hele middag lief
gespeeld en ze hebben geen kik gegeven.’ zegt ze. ‘Het
waren net engeltjes, zo zoet.’ zegt ze met een knipoog
naar Stijn en Nadine. Levi kijkt haar argwanend aan,
maar Jasper valt zijn zus snel bij. ‘Ze hebben zich echt
goed gedragen, pap.’ zegt hij.
109. Hij wil eigenlijk nog iets zeggen, maar dan gaat zijn
telefoon. Hij kijkt snel op het scherm wie het is en
staat dan op. ‘Ik moet deze echt even nemen. Sorry.’
mompelt hij, wanneer zijn moeder hem verwijtend
aankijkt en hij loopt snel naar de keuken. ‘Met Jasper.’
110. ‘O, Maria. Wat leuk dat je belt.’ zegt hij met een
onvaste stem. ‘Nee, je stoort absoluut niet.’ zegt hij en
hij kijkt snel over zijn schouder, maar zijn moeder is
intussen alweer druk in gesprek.
111. ‘Je wilt praten? Maar waarover dan?’ vraagt hij verbaasd
en ook een beetje zenuwachtig. ‘Nee, natuurlijk. Dat
begrijp ik. Ik kan wel naar jou toekomen. Ik ben er
binnen een kwartiertje.’
112. Na een korte discussie met zijn ouders loopt Jasper zo
snel als hij kan naar het appartement van de familie
Hafkamp. Nog voordat hij kan aanbellen opent Maria
de deur voor hem en trekt hem naar binnen.
‘Eindelijk! Goed dat je er bent.’ zegt ze.
113. Jasper, nog een beetje buiten adem van het snelle
lopen, knikt. ‘Je wilde me spreken?’ vraagt hij. ‘Gaat
dit over vanmiddag? Want ik weet dat ik misschien
een beetje bazig overkwam, maar zo bedoelde ik het
zeker niet. Als jij alleen vrienden wilt zijn, dan is dat
prima.’
114. Maria gebaart dat hij stil moet zijn. ‘Je bazelt weer.’
zegt ze streng. ‘Ik heb nagedacht over wat je zei en ik
heb ook iets te zeggen, dus nu moet je mij een keer uit
laten praten.’ legt ze uit. ‘Maar dat gaan we niet hier
bespreken. Kom mee.’
115. Maria duwt Jasper weer de gang op en neemt hem
mee naar buiten, naar de achterkant van het
appartementen complex. ‘Zo, brand maar los.’ zegt
Jasper als ze voor hem gaat staan. ‘Ik zal je niet
onderbreken.’
116. Maria knikt dankbaar, maar aarzelt toch. ‘Ik weet niet
zo goed waar ik moet beginnen.’ zegt ze. ‘Ik heb
nagedacht over wat je zei vanmiddag en ik denk dat ik
ook wil zeggen dat … het me spijt.’ de laatste woorden
komen er mompelend uit.
117. Jasper kijkt haar even verbaasd aan. ‘Wat spijt je
precies? Ik ben toch degene geweest die voor botte
boer heeft gespeeld. Daar hoef jij je toch niet voor te
verontschuldigen?’ vraagt hij.
118. ‘Als jij een botte boer bent geweest, dan was ik een
tactloze boerin.’ zegt Maria met een zenuwachtig
lachje. ‘Het is gewoon allemaal zo ingewikkeld.
Vroeger konden we gewoon samen spelen, knuffelen,
lol maken, zonder dat iemand daar iets vreemds bij
dacht. Het voelt alsof dat nu allemaal veel moeilijker
is.’
119. ‘Ik weet gewoon niet wat ik moet denken van dit, van
ons samen.’ zegt ze met een snel handgebaar. ‘Het ene
moment voelt het gewoon net als vroeger dan van het
ene op het andere moment kan de sfeer weer helemaal
omslaan en weet ik niet meer wat ik moet denken of
hoe ik me moet gedragen. En dat voelt de ene keer
heel raar, maar ook soms weer heel fijn.
120. ‘Ik weet gewoon niet wat ik hiermee moet.’ ratelt ze
verder. ‘We zijn nog jong en er is nog zo veel om te
doen en te ontdekken en daar wil ik nog volop van
genieten, maar als ik eerlijk ben geniet ik het meest
van die dingen als jij er ook bij bent. Dat wil ik gewoon
niet opgeven. Snap je?’
121. Na haar relaas moet Maria zichtbaar even op adem komen en
Jasper grijpt deze kans om ook zijn mond te openen. ‘Ben je
klaar?’ vraagt hij, terwijl hij voorzichtig haar handen vastpakt.
‘Ik voel hetzelfde als wat jij voelt. Ik wil gewoon samen leuke
dingen doen en lol maken. Ik vraag je niet om je helemaal vast
te leggen en om nu meteen samen een huis te komen en te
trouwen. Ik wil gewoon samen met jou de wereld verkennen.’
122. Maria kijkt hem met een speelse grijns aan. ‘Weet je,
dat klinkt eigenlijk best goed. Ik denk dat ik dat wel
wil proberen.’ zegt ze. ‘Gewoon samen leuke dingen
meemaken, maar zonder moeilijk gedoe.’
123. Plotseling verschijnt er een ondeugende blik in haar
ogen en ze buigt zich naar Jasper toe. ‘Weet je wat me nu
wel leuk lijkt om te doen?’ vraagt ze, terwijl ze haar
lippen steeds dichter bij die van hem brengt. Jasper
schudt met ingehouden ademen zijn hoofd en langzaam
buigt ook zijn hoofd zich naar dat van haar om de korte
afstand tussen hun lippen te kunnen overbruggen.
124. Secondelang houden ze hun lippen op elkaar gedrukt.
‘Daar kan ik wel aan wennen.’ zegt Maria als ze even
later haar lippen van die van Jasper haalt. ‘Maar nu
niet van dat kleffe gedoe, hé?’ voegt ze er snel aan toe.
125. Jasper kijkt haar lachend aan. ‘Ik zou niet durven,
baas.’ zegt hij plagerig, maar hij buigt zich toch weer
naar haar toe om hun kus een vervolg te geven.
126. ‘Adem in, adem uit.’ Blijft Gabriël hardop herhalen
terwijl hij langzaam zijn ogen opent. Hij haalt nog een
laatste keer diep adem en buigt zich dan over het
toetsenbord heen. Hij weet waar hij naar moet zoeken,
ook al wil hij niet weten wat hij vindt.
127. Langzaam bladert hij door het nieuwsarchief van de
afgelopen jaren. Hij weet niet wat het precies is, maar
de woorden van Tara hebben hem aan het denken
gezet. Hoe zeer hij ook zijn best doet, hij kan het
knagende gevoel in zijn achterhoofd niet kwijtraken,
wanneer hij haar woorden in zijn hoofd blijft herhalen.
128. “Niemand snapt dat ik dit alleen maar doe omdat ik
door moet. Daarom doe ik alles. Ik wil verder met mijn
leven, maar dat kan niet zolang… Dat kan niet zolang
hij nog…” Dat is wat ze zei en dat zijn de woorden die
er voor gezorgd hebben dat Gabriël terugdenkt aan
zijn eerste ontmoetingen met Tara en de ‘gunsten’ die
Tara toen van hem gevraagd heeft.
129. Hij haalt nogmaals diep adem en klikt op een artikel
dat zijn aandacht heeft getrokken. “Inbraak in
appartementencomplex” is de titel. Snel controleert hij
de datum: de dag nadat Tara hem vroeg om haar een
appartement binnen te laten. Snel klikt hij verder en
zoekt naar artikelen rond de datum van hun eerste
ontmoeting.
130. “Huwelijksfeest eindigt in drama voor succesvolle
onderneemster”. Beverig kijkt hij nogmaals naar de
datum en loopt dan snel weg van de computer.
Hijgend en trillend leunt hij tegen de muur. ‘Dit kan
niet waar zijn.’ fluistert hij als hij zachtjes met zijn
hoofd tegen de muur bonkt. ‘Dat kan ze niet gedaan
hebben.’
131. Hij haalt beverig adem en probeert zijn gedachten op
een rijtje te krijgen. Hij moet uitvinden waar Tara mee
bezig is en waarom. Plotseling hapt hij naar adem als
hij terugdenkt aan díe avond; Tara heeft hem nog één
gunst meer gevraagd, de gevaarlijkste van allemaal.
132. ‘Binnen!’ roept Nadine wanneer er op haar
slaapkamerdeur geklopt wordt. Haar gezicht klaart
een beetje op als ze haar broer de kamer in ziet
wandelen. ‘Wat doe je?’ vraagt Stijn als hij haar op bed
ziet liggen.
133. Nadine zucht en trekt een moeilijk gezicht.
‘Nadenken.’ zegt ze met een moeilijk gezicht. ‘Heb je
zin om er even bij te komen zitten? Of heb je andere
plannen?’
134. Stijn schudt zijn hoofd en ploft in de fauteuil naast het
bed van Nadine. ‘Waar is mijn zusje haar mooie
bolletje over aan het breken? Ik zie denkrimpels en dat
is niets voor jou.’ voegt hij er plagend aan toe als
Nadine zich heeft omgedraaid.
135. Nadine kan er niets aan doen, maar ze lacht toch even.
‘Over jongens en waarom ze alles altijd zo ingewikkeld
moeten maken.’ legt ze uit. ‘Maar ik denk niet dat jij,
als jongen er iets van zult begrijpen. Ik wil je helemaal
niet vervelen met mijn meisjes problemen.’
136. Stijn haalt nonchalant zijn schouders op. ‘Waarom
probeer je het niet eens? Ik denk dat deze jongen best
goed naar je zou kunnen luisteren en misschien heeft
hij ook nog wel wat goede raad voor je.’ antwoordt hij
met een ondeugende twinkeling in zijn ogen.
137. Nadine bestudeert even bedenkelijk de strepen op
haar behang, maar knikt dan. ‘Lex heeft me
gisterenavond gezoend.’ zegt ze dan. ‘Zomaar uit het
niets. Ik knipper 3 keer met mijn ogen en toen stonden
we plots te zoenen. Zonder waarschuwing, niks.’ zegt
ze met een zucht.
138. Stijn probeert zijn gezicht zo vlak mogelijk te houden
als hij ernstig knikt. ‘En wat is nu precies het
probleem? Mocht hij je niet zoenen? Of was het niet
wat je je ervan voorgesteld had?’
139. ‘Laat me nu eerst eens uitpraten!’ roept Nadine
verontwaardigd en ze laat zich op haar rug op het bed
vallen. ‘Kris heeft me vandaag ook gezoend.’ zegt ze en
ze werpt snel een waarschuwende blik op haar broer
als ze ziet dat hij weer iets wil zeggen. ‘Twee jongens
hebben me gezoend en allebei verwachten ze nu iets
van mij.’
140. ‘Allebei zijn ze helemaal hoteldebotel, maar ik weet
niet of ik me ook wel zo hoteldebotel voel.’ zegt ze.
‘Natuurlijk vond ik het wel leuk en ze zoenen allebei
niet verkeerd, maar ik voel niks speciaals bij een van
hen.’
141. Nu kijkt ze Stijn pas aan, wachtend op een antwoord.
‘Tja, ik ben natuurlijk maar een jongen, maar als je het
mij vraagt vindt niemand het leuk om aan het lijntje
gehouden te worden. Volgens moet jij eerst eens bij
jezelf nagaan hoe je toekomst er in jouw ogen uitziet
en dan zal je zelf weten hoe je dit op moet lossen.’
142. Nadine laat de woorden van haar broertje even op zich
inwerken en knikt dan goedkeurend. ‘Weet je, voor
een jongen kun je toch best goede adviezen geven. Je
klinkt alleen wel een beetje als een oud omaatje.’
143. Net op tijd weet Nadine het kussen te ontwijken dat op
haar hoofd afkomt en ze steekt lachend haar tong uit
naar haar Stijn. ‘Dit oud omaatje komt tenminste niet
zo snel in de problemen.’ zegt hij.
144. ‘Weet je al wat je met Lucas gaat doen?’ vraagt Isa aan
Manon als ze samen op het bed van Isa zitten. Manon
kijkt naar haar vingers die de contouren van Isa’s
dekbed volgen en antwoordt zonder haar zus aan te
kijken. ‘Ik denk dat ik hem maar gewoon moet zeggen
wat ik voel, maar ik weet niet zo goed hoe ik het moet
verwoorden.’
145. Isa port haar zus plagerig tegen haar schouder. ‘Dit is
voor het eerst dat Manon Wander met haar mond vol
tanden staat.’ zegt ze. Manon wil iets terug zeggen,
maar dan gaat de deur open en een vrolijke stem
begroet hen. ‘Hallo, mijn twee favoriete oudere zusjes.’
zegt Jasper vrolijk.
146. Manon kijkt hem argwanend aan. ‘Nogal logisch, want
je hebt maar twee oudere zussen.’ zegt ze, terwijl
Jasper een stoel bijschuift. Jasper haalt nonchalant
zijn schouders op. ‘Zijn jullie weer meidenzaken aan
het bespreken?’
147. Manon negeert zijn vraag en neemt hem nogmaals
argwanend op. ‘Jij bent veel te vrolijk. Wie ben jij en
wat heb jij met Jasper gedaan?’ vraagt ze. ‘Of heeft dit
soms iets met dat geheimzinnige telefoontje tijdens
het eten te maken?’
148. ‘Jazeker.’ zegt Jasper vrolijk en de lach op zijn gezicht
wordt nog groter. ‘Maar voordat ik daar iets over
vertel, wil ik eerst weten waar jullie het over hadden.
Heb jij soms een oogje op iemand, Manon?’
149. Manon richt haar blik meteen weer op Isa’s dekbed en
geeft geen antwoord. Isa schiet haar zusje te hulp. ‘We
hadden het over mij en Laurens, ik... eh… weet niet
wat ik hem voor zijn verjaardag moet geven.’
150. Jasper knikt. ‘Het is maar goed dat jij niet kunt liegen,
Isa.’ zegt hij. ‘En die rode blos op jouw wangen zegt
genoeg, Manon. Maar als jullie er niet over willen
praten, dan is het ook goed.’
151. ‘Aan jouw blije gezicht te zien gaat het bij jou wel goed
in de liefde.’ zegt Isa om de aandacht van Manon af te
leiden. ‘Ik neem aan dat dat telefoontje van Maria was.
Hebben jullie het weer goed gemaakt?’
152. Bij het noemen van haar naam wordt de grijns op
Jaspers gezicht alweer groter. ‘We hebben het meer
dan goed gemaakt! Ze heeft uitgelegd waarom ze eerst
afhield en het komt er eigenlijk op neer dat ze bang is
dat een relatie alles veel gecompliceerde maakt, terwijl
we nu zo goed met elkaar op kunnen schieten.’
153. ‘We willen allebei graag samen leuke dingen doen,
maar dan zonder al dat moeilijke gedoe.’ legt hij uit.
‘En daarom hebben we afgesproken dat we een soort
van relatie hebben, maar alleen voor de leuke dingen,
zonder gedoe.’
154. Tijdens de uitleg van Jasper is Manon naar het randje
van het bed geschoven en is ze haar zorgen om Lucas
weer helemaal vergeten. ‘Hoe kan het dat ik hier
helemaal niets van wist, broertje?! Wanneer is dit
allemaal begonnen? Ik wil alles weten!’
155. ‘Ik ben uitgeput.’ zegt Samantha, terwijl ze haar
handen op de schouders van Levi legt. ‘Wat zou je
ervan zeggen als we lekker op tijd in bed kruipen
vanavond? De kinderen redden het ook wel even
zonder ons, dat hebben ze vanmiddag wel bewezen.’
156. Levi krijgt een ondeugende grijns op zijn gezicht en
slaat zijn armen om Samantha heen. ‘Dat lijkt me een
heel goed idee, Sammie.’ zegt hij. ‘Ik controleer
beneden nog even of alle deuren al op slot zijn. Blijf
hier, verroer je niet, oké?’
157. Jasper heeft intussen het hele verhaal over Maria uit
de doeken gedaan. De grote grijns is nog steeds niet
van zijn lippen verdwenen. ‘Ik ben nu zo blij dat ik die
avond met haar mee ben gegaan. Zo’n eerste kus, dat
is zo speciaal, dat vergeet je nooit meer.’
158. Levi, die de laatste woorden van Jasper heeft
opgevangen, komt verbaasd de kamer binnen. ‘Heeft
een jullie soms iets te vertellen? Over welke eerste kus
gaat dit en met wie?’ vraagt hij nieuwsgierig.
159. Jasper springt geschrokken op van zijn stoel, maar hij
weet ook dat hij zijn enthousiasme niet lang zal
kunnen verhullen. ‘Maria en ik hebben gezoend, die
avond dat we samen naar die nieuwe club gingen.’ Hij
houdt meteen geschrokken zijn mond.
160. Levi kijkt Jasper ongelovig aan, terwijl hij de woorden
op zich in laat werken. ‘Met “die avond in de club”
bedoel je de avond dat ik je verboden heb om weg te
gaan? Die avond dat ik je heel nadrukkelijk heb gezegd
dat je thuis moest blijven?’
161. Jasper’s euforische stemming is meteen verdwenen en
zijn wenkbrauwen veranderen in een frons. ‘Ja, over
die avond gaat het. En wat dan nog? Ik ben geen klein
kind meer! Je kunt me niet vastbinden en me hier
vasthouden.’
162. ‘Dat kan ik wel. Ik ben je vader en als ik zeg dat je
thuis blijft dan hoor je te gehoorzamen in plaats van
midden in de nacht het huis uit sluipen! ’ roept Levi
kwaad en Jasper krimpt zichtbaar ineen als hij de
stemverheffing van zijn vader hoort.
163. ‘Het is te gevaarlijk, Jasper.’ zegt Levi, maar nu op
rustigere toon. ‘Ik doe dit niet om je te pesten, maar
om je te beschermen. Het is voor je eigen bestwil. Het
is gewoon te gevaarlijk. Ik wil niet dat je in de
problemen komt.’
164. ‘Te gevaarlijk?’ vraagt Jasper ongelovig. ‘Onzin! Je
doet dit gewoon omdat je me niet vertrouwt. Alle
andere kinderen mogen toch ook gaan? Waarom zo
het voor mij dan zo gevaarlijk zijn? Het probleem ligt
niet bij mij! Jíj bent hier het probleem!’
165. ‘Jasper Wander! Ik wil niet dat je zo’n toon tegen me
aanslaat.’ Levi’s stem is harder en feller dan ooit. ‘Ik
heb helemaal nooit gezegd dat ik je niet vertrouw,
maar er zijn gewoon dingen in deze wereld waar jij
niets vanaf weet en waar je voor in bescherming
genomen moet worden.’
166. Isa en Manon zijn intussen ook van het bed opgestaan
en kijken hun vader geschrokken aan: dit is voor het
eerst in hun leven dat ze hem zo boos hebben gezien
en allebei krimpen ze onwillekeurig een beetje ineen.
167. Jasper laat zich echter niet zo snel van zijn stuk
brengen. ‘En waar zou jij mij dan wel niet voor moeten
beschermen? Je roept dat wel steeds, maar je vertelt
nooit waar het over gaat. Er is iets en jij wilt ons niet
vertellen wat! Je zegt wel dat je het beste met ons
voorhebt, maar waarom verzwijg je dan iets voor
ons?!’
168. ‘Ik verzwijg niets voor jullie.’ zegt Levi, maar hij merkt
zelf dat zijn stem onvast klinkt en hij slaat snel zijn
armen over elkaar om zichzelf een houding te geven.
‘Alles wat ik doe, doe ik om jullie te beschermen.
Omdat ik om mijn familie geef en omdat mijn familie
het belangrijkste is wat ik heb!’
169. Jasper schudt afkeurend zijn hoofd. ‘Als familie zo
belangrijk voor je is, waarom vertel je dan nooit iets
over je familie; je ouders of broers of zussen?
Verzweeg je voor hen ook iets? Willen ze daarom niets
meer met je te maken hebben?’
170. Die woorden doen Levi meer pijn dan Jasper zich ooit
had kunnen voorstellen en het voelt alsof alle lucht uit
zijn longen wordt geslagen. Levi merkt dat zijn zicht
wazig wordt en hij komt niet meer uit zijn woorden.
‘Dat is niet…’ probeert hij nog, maar zijn stem klinkt
dun en breekbaar.
171. Voor Jasper nog iets kan zeggen draait Levi zich om en
stormt de kamer uit. Hij merkt niet eens dat hij bijna
tegen Samantha botst. ‘Wat is hier aan de hand?’
vraagt ze verbaasd als ze Isa’s kamer binnen komt.
‘Wat hebben jullie met je vader gedaan?’
172. Hijgend rent Levi de trap af, naar buiten. Snel gaat hij
op het bankje zitten en probeert zo veel mogelijk frisse
lucht op te snuiven, maar het drukkende, angstige
gevoel in zijn borst gaat niet weg. Met zijn hoofd in
zijn handen probeert hij zijn gedachten te ordenen.
173. De woorden van Jasper blijven in zijn hoofd
rondspoken. Alle herinneringen aan zijn familie
komen weer terug; alle leuke dagen dat hij speelde
met Marjolein en Julian, de waterballongevechten met
zijn vader, de knuffels van zijn moeder. Tegelijkertijd
komt ook de angst weer boven.
174. De angst om alles opnieuw te verliezen, het gevoel van
nooit veilig zijn en altijd achterom moeten kijken. En
in de loop van de jaren is daar nog een grotere angst
bijgekomen: wat doet dit allemaal met zijn kinderen.
Aan wat voor gevaar heeft hij hen bloot gesteld?
175. Hij dacht dat hij er goed aan deed om ze nog even
niets te vertellen, maar Jasper heeft duidelijk al door
dat er iets niet klopt. Nu Stijn en Nadine ook tieners
zijn kunnen ze het niet veel langer uit blijven stellen:
Ze moeten de kinderen vertellen over hun
familiegeschiedenis. Hoe sneller hoe beter.
176. Levi blijft op het bankje zitten en merkt niet dat er
intussen twee figuren achter hem verschenen zijn.
Kimberly kijkt Tara twijfelend aan, maar Tara krijgt
meteen een verbitterde uitdrukking op haar gezicht als
ze Levi ziet zitten. ‘Hallo, Levi Wander. Dat is lang
geleden.’
177. Levi draait zich om en tot zijn verbazing ziet hij Tara
en Kimberly aan het begin van de oprit staan. ‘Tara,
Kimberly?’ vraagt hij verbaasd, terwijl hij opstaat.
‘Wat doen jullie hier? Kennen jullie elkaar?’
178. Tara snuift afkeurend. ‘Natuurlijk kennen wij elkaar.’
zegt ze. ‘Wij hebben elkaar leren kennen bij de ‘Anti-
Levi Wander’-club. Misschien zou jij ook eens moeten
komen naar zo’n gezellige bijeenkomst.’ zegt ze
cynisch. ‘Er komen allemaal vrouwen van wie jij ooit
het hart hebt gebroken.’
179. Levi kijkt niet-begrijpend van Tara naar Kimberly en
weer terug. ‘Waar gaat dit allemaal over, Tara?’ vraagt
hij. ‘Het is jaren geleden dat wij elkaar hebben gezien.
Je hebt me al die jaren ontlopen en volkomen
genegeerd, wat heb ik jou in al die jaren misdaan,
dan?’
180. ‘Dat weet je best.’ zegt Kimberly, maar Tara merkt
amper op dat ze iets zegt. ‘Houd je niet van de domme,
Levi.’ briest ze. ‘Je weet heel goed waar dit over gaat.
Liegen en bedriegen zijn altijd al je specialiteiten
geweest.’
181. ‘Jij hebt het allemaal verpest! Jij hebt mijn hele leven verpest die
dag op Twikki eiland! Wat wij hadden dat was speciaal, tenminste
dat dacht ik. Ondertussen heb je mij en mijn afkomst gewoon
gebruikt om je eigen leugenachtige verleden te verdoezelen. En
toen je me niet meer nodig had, heb je me gewoon laten vallen en
heb je met alle vrouwen in Belladonnabaan aangepapt, alsof dat
van ons niets betekende.’ spuwt ze.
182. Levi schudt ongelovig zijn hoofd. ‘Zo is het niet
gegaan, Tara. Dat weet jij ook.’ zegt hij, maar als hij
het vuur in Tara’s ogen ziet richt hij zich snel op
Kimberly. ‘En jij? Waarom ben jij hier?’
183. Kimberly kijkt even aarzelend naar Tara, maar als die
haar hatelijk aankijkt zegt ze: ‘Je wist dat ik je leuk
vond en je ging met me uit, maar ondertussen was je
ook aan het flikflooien met mijn zus. Je hebt me al die
tijd aan het lijntje gehouden.’ De woorden komen er
minder zelfverzekerd uit dan ze zelf had gedacht.
184. ‘Ook dat is niet waar. Vanaf het begin heb ik laten
merken dat we gewoon vrienden waren, maar jij wilde
meer.’ zegt Levi voorzichtig. ‘Wat Sam en ik hebben is
sterker dan wat dan ook, dat zag jij ook. Jij hebt zelf
besloten om te breken met je zus en je hebt geen idee
hoeveel pijn je haar daarmee hebt gedaan.’
185. Kimberly kijkt twijfelend naar de punten van haar
schoenen, maar Tara laat zich niet uit het veld slaan.
‘Je smoesjes zijn weer goed, Levi, maar deze keer kun
je er niet onderuit komen. Voor de buitenwereld lijk jij
misschien de perfecte schoonzoon, maar wij weten wel
beter!’
186. Levi doet zijn uiterste best om zijn kalmte te bewaren,
maar tegelijkertijd wil hij deze twee vrouwen zo snel
mogelijk weg krijgen. ‘En nu zijn jullie samen hier
naartoe gekomen om mij dit te vertellen? Heel erg
bedankt daarvoor, maar als jullie het niet erg vinden
ga ik weer naar binnen. Mijn familie wacht op mij.’
187. ‘Oh nee, Levi, zo snel kom je niet van ons af!’ Tara
vernauwd haar ogen steeds meer tot spleetjes en haar
stem wordt steeds scherper. ‘Je denkt toch niet dat wij
jou zomaar met rust laten na alles wat jij ons aan hebt
gedaan?!’
188. ‘Tara, alsjeblieft…’ begint Levi, maar dan hoort hij de
voordeur achter zich open gaan. ‘Pap, kunnen we even
praten?’ vraagt Jasper met gebogen hoofd. Levi knikt
snel. ‘Ga maar vast naar binnen, ik ben bijna klaar
hier.’
189. ‘Nee!’ roept Tara en Kimberly kijkt geschrokken op.
‘Wij zijn nog lang niet klaar met jou. De jongen blijft
hier, zodat hij precies kan horen wat een leugenachtige
klootzak zijn vader is. Jij gaat luisteren naar wat ik te
zeggen heb!’
190. Jasper kijkt zijn vader verbaasd aan. ‘Waar gaat dit
over, pap?’ Levi zet voorzichtig een stap naar Tara toe.
‘Laat Jasper hierbuiten, Tara. Jij denkt misschien dat
ik jou iets misdaan heb, maar mijn kinderen hebben
hier niets mee te maken.’
191. ‘NEE!’ Tara ziet rood van woede en voordat Kimberly
doorheeft wat er gebeurt haalt Tara een pistool uit
haar zak en richt het op Levi. Kimberly kijkt er
geschrokken naar en legt voorzichtig haar hand op de
arm van Tara. ‘Tara…’ mompelt ze zacht.
192. ‘Nee!’ zegt Tara nogmaals en ze schudt de hand van
Kimberly van zich af. ‘Jij gaat luisteren en wel NU! Ik
dénk niet dat jij mij slecht behandeld hebt, ik wéét dat
het zo is! En iedereen moet weten wat voor een hufter
jij bent!’
193. Levi en Jasper kijken allebei geschrokken naar het
pistool dat op hen gericht is. ‘Tara, alsjeblieft. We
kunnen hier toch rustig over praten.’ probeert Levi
voorzichtig. ‘Ik zal naar je luisteren, maar stop
alsjeblieft dat pistool weg.’
194. Tara schudt haar hoofd en het pistool zwiept heen en
weer. ‘Jij hebt mijn leven verwoest en met alleen een
kort gesprekje ga je hier niet mee wegkomen. Jij gaat
boeten voor wat je mij hebt aangedaan!’ zegt ze bitter.
195. Plotseling ziet Jasper wie er voor hem staat. ‘Wacht
eens even! Jij bent die vrouw uit de nachtclub. Die
vrouw met de zonnebril!’ roept hij verbaasd uit. ‘Je zei
dat je mijn ouders niet kende, maar waar ken je mijn
vader dan van?’
196. Levi draait zich geschrokken om naar Jasper. ‘Je hebt
Tara ontmoet die avond? Wat heeft ze gedaan? Wat
heeft ze gezegd?’ vraagt hij. Jasper haalt aarzelend zijn
schouders op. ‘We hebben even gepraat; ze wilde weten
met wie ik in de club was. Meer niet eigenlijk.’ zegt hij,
maar dan bedenkt hij zich nog iets. ‘Er was wel iets
raars. Ze dacht iets achter me te zien, maar ik zag niets.’
197. Tara snuift. ‘De perfecte afleidingsmanoeuvre om een
haar van jouw lieve zoontje in bezit te krijgen. Nog
bedankt Jasper, zonder jou zouden we nooit achter het
grote geheim van je vader gekomen zijn. Je hebt ons
echt uitstekend geholpen.’
198. ‘Hoe durf je!’ Nu is het Levi die zijn stem verheft en
Tara woedend aankijkt. ‘Hoe durf je Jasper in jouw
persoonlijke vete met mij te betrekken? Het is nog
maar een kind en hij heeft hier niets mee te maken.
Als je mij zo graag wilt pakken doe het dan hier en nu,
maar mijn kinderen blijven hierbuiten!’
199. ‘Jouw kinderen hebben hier alles mee te maken! Zij
hebben dezelfde leugenachtige genen als jij. Wil je niet
weten waarom wij een haar van Jasper nodig hadden?
Wat wij op het spoor zijn gekomen? Wij weten alles
van jou verleden. Alles!’
200. ‘Ik moet zeggen dat je het heel erg goed geheim hebt
kunnen houden en ik zou hier niet snel opgekomen
zijn, maar Kimberly hier heeft gelukkig wat connecties
in ‘bovennatuurlijke’ kringen en al snel hadden we het
allemaal uitgevogeld. Je staat met je rug tegen de
muur, lieve Levi.’ raast Tara verder.
201. Jasper kijkt verbaasd van Tara naar zijn vader. ‘Waar
gaat dit allemaal over, pap? Waar heeft ze het over?’
Levi schudt langzaam zijn hoofd. ‘Als je zo goed weet
wie mijn voorouders zijn, dan weet je ook dat dit
geheim moet blijven. Dit zijn geen kinderspelletjes,
Tara!’
202. Tara trekt een gezicht. ‘Och jee, je zoon heeft geen idee
waar dit over gaat. Heb je hem ook al voorgelogen?
Dat verbaasd me eigenlijk ook helemaal niet. Eens een
leugenachtige zak, altijd een leugenachtige zak. Zo
jammer dat je er straks niet meer bent om hem alles
uit te leggen.’
203. ‘Je bereikt hier niets mee, Tara.’ zegt Levi sussend. ‘Ja,
als je mij nu neerschiet zal ik even lijden, maar meer
ook niet. Ik weet nu dat ik je pijn heb gedaan en ik heb
berouw. Geef dat pistool rustig aan mij en ik beloof je
dat ik je niets zal doen en dat we dit rustig uit zullen
praten.’
204. ‘Nee! Praten is nu te laat! Je hebt genoeg tijd gehad
om te praten.’ snauwt ze. ‘Maar je hebt gelijk. Als ik
jou nu neerschiet zal je even pijn lijden, maar dat
weegt niet op tegen alle pijn die jij mij hebt gedaan.
Dat zal het nooit doen.’
205. Een sinister lachje vormt zich rond haar lippen. ‘Ik
weet iets wat jou veel meer pijn zal doen. Ik kan je
beter iets afnemen dat je heel dierbaar is.’ zegt ze en ze
richt het pistool op Jasper, die geschrokken achteruit
deinst.
206. ‘Tara, alsjeblieft, doe dit niet.’ probeert Kimberly
zwakjes, maar Tara schudt verbitterd haar hoofd.
‘Nee! Hij zal boeten! Hij zal nooit vergeten wat hij mij
heeft aangedaan!’ zegt ze. Ze houdt het pistool op
Jasper gericht, terwijl ze langzaam de trekker
overhaalt.
207. Jasper voelt hoe zijn hele lichaam verlamd is, hij kan zich
niet verroeren. Hij sluit zijn ogen. Hij hoort een schot,
zijn vader schreeuwt en hij bereidt zich voor op wat
komen gaat. Hij bereidt zich voor op het gevoel van de
metalen kogel die zijn lichaam doorboort, op het bloed
dat uit de wond stroomt, het moment dat zijn lichaam
levenloos de grond zal raken. Maar hij voelt… niets.