2. Samenvattend
1. Het moeder-dochter concept is in Italië in de begintijd gebruikt om een landelijk dekkend netwerk
van vulstations te krijgen;
2. De business case voor het realiseren van een offline dochterstation in plaats van een online
aardgasvulstation is afhankelijk van de volgende factoren:
a. Gebruik biomethaan in plaats van Nederlands groen gas / CNG;
b. Aansluitingskosten op het 4 bar of 8 bar transportnet;
c. Transportkosten gebaseerd op max. uurcapaciteit (capaciteit van de compressor);
d. Compressiekosten afhankelijk van hoogte inlaatdruk;
e. Rendement van de bufferopslag;
f. Hoogte van de initiële investering en schaalbaarheid bij groei van de markt.
3. Voor het slagen van het moeder-dochter concept moet een aantal randvoorwaarden worden
ingevuld:
a. Exploitatie van de moederstations;
b. Distributie van het gas van moederstation naar dochterstations;
c. Steun van lokale overheden.
4. DNE werkt bij de technische uitwerking van het concept samen met hoogwaardige partners, zoals
Idro Meccanica en Raufoss Fuel Systems.
3. 1. Het moeder-dochter concept is in Italië in de begintijd gebruikt
om een landelijk dekkend netwerk van vulstations te krijgen.
Nadat de markt voor aardgas voertuigen voldoende groot werd, zijn de stations in Italië op een hoge druk
leidingnet aangesloten (16-20 bar, dus veel hoger dan waar in de regel in Nederland op wordt aangesloten, nl.
4-8 bar). Op dit moment bedient een aardgasvulstation in Italië gemiddeld 1000 NGVs.
1. Moeder (direct fill mobiele opslag)
• Trailers met gasopslag worden volgetankt bij een
moederstation aangesloten op bijv. :
Mobiele – een biomethaan productie faciliteit;
opslag – het hogedruk aardgasnet (40 bar).
2. Distributie via tankwagens • Als de mobiele gasopslag is volgetankt bij de moeder, kan
deze door een vrachtwagen bij het dochterstation worden
Mobiele
opslag
afgeleverd. Hierbij kan gewerkt worden met trailers, swap
bodies etc.
3. Dochter (booster fill vanuit mobiele en stationaire opslag) • De hydraulische booster zorgt voor het vullen van de één-
banks stationaire gasopslag en de voertuigen, waarbij
Stationaire prioriteit wordt gegeven aan het vullen van de voertuigen;
opslag
• De booster houdt de stationaire opslag zoveel mogelijk op
250 bar;
Mobiele • De booster tankt de voertuigen altijd vanuit de opslag met
opslag hoogste afleverdruk;
• De booster kan een variabele inlaatdruk aan, zodat tot 95%
van zowel de mobiele als de stationaire opslag kan worden
leeggetankt.
4. 2. De business case voor het realiseren van een offline
dochterstation in plaats van een online aardgasvulstation is
afhankelijk van meerdere factoren
Verhoog prijs a. Biomethaan
Verhoog Vergroot volume
f. Schaalbaarheid
opbrengsten
Verhoog Verbeter mix
brutowinst Verbeter proces
(opbrengsten -/- Verlaag
Verhoog prod. kosten) productie- Verlaag kosten inputs d. Compressiekosten
netto kosten Verbeter gebruik (verbruik elektriciteit)
operationele productiemiddelen
winst na Verlaag Verbeter productiviteit
belasting Verlaag verkoop
operationele kosten Verminder personeel
kosten
Optimaliseer scheduling
Verlaag Optimaliseer fysiek netwerk
Economische distributie Verminder personeel
winst kosten Gebruik alternatieve
distributie
c. Transportkosten
Verlaag
Verlaag klantenservice kosten
administratieve
kosten Verlaag kosten informatie systeem
Verminder Verlaag accounting kosten
R&D
Verlaag HR kosten
Verminder voorraden e. Rendement buffer
Inzet kapitaal
Verbeter Verminder deb. Verhoog cred.
allocatie van b. Kosten aansluiting
geinvesteerd Verbeter kapitaal planning /
kapitaal
investeringsproces f. Schaalbaarheid
Kapitaal- Verlaag KVV
kosten Verlaag KEV
b. Kosten aansluiting
f. Hoogte initiële investering
Verbeter VV/EV mix
5. 2a. Gebruik biomethaan in plaats van Nederlands groen gas / CNG
In Nederland worden steeds meer vergistinginstallaties gerealiseerd voor het opwekken van biogas. Uit dit
biogas kan het meeste rendement worden gehaald, als het wordt gebruikt als transportbrandstof voor NVGs.
De volgende argumenten kunnen worden gebruikt om dit biogas op te werken tot biomethaan (ca. 98%
methaan) in plaats van Nederlands groen gas (ca. 84% methaan):
• Om in het aardgas netwerk te mogen worden ingevoerd, moet biogas worden opgewaardeerd tot
Slochteren gas kwaliteit. Opwaarderen van biogas tot biomethaan is goedkoper¹ dan
opwaarderen tot biogas met Slochteren kwaliteit;
• Gecomprimeerd biomethaan heeft per kilo een 30%- 38% hogere energie-inhoud dan Nederlands
groen gas/CNG², waardoor:
– de actieradius van NGVs significant wordt vergroot;
– het biomethaan hoger kan worden geprijst dan groen gas/CNG.
Conclusie: Omdat biomethaan niet in het aardgas netwerk mag worden ingevoerd, moet het op
andere manieren worden getransporteerd. Dit kan in liquide of in gecomprimeerde vorm
gebeuren. Op dit moment zijn zowel de productiefaciliteiten als de markt nog niet groot genoeg
om de extra investeringen te rechtvaardigen die zijn gemoeid met het realiseren van de “liquified
biomethane” keten. Om deze reden kan biomethaan het best in gecomprimeerde vorm worden
getransporteerd met tankwagens naar dochterstations.
¹ Bron: Productie en inzetbaarheid van Bio-LNG in de Nederlandse transportsector, Carbon-negatief vrachtvervoer op lokale brandstof vóór 2013, Van der Gaag et al.
² Bron: Productie en inzetbaarheid van Bio-LNG in de Nederlandse transportsector, Carbon-negatief vrachtvervoer op lokale brandstof vóór 2013, Van der Gaag et al.
6. 2b. Aansluitingskosten op het 4 bar of 8 bar transportnet
In Nederland is het transport netwerk wijd verbreid. Het is echter nog steeds niet goedkoop om op het 4 of 8
bar netwerk aan te sluiten.
• Gebruik maken van een inlaatdruk van100mbar is niet rendabel vanwege te hoge
compressiekosten (zie ook “2d. Compressiekosten afhankelijk van hoogte inlaatdruk”). Om een
rendabel station te openen moet minstens op het 4 bar netwerk worden aangesloten;
• Om voldoende capaciteit te kunnen leveren voor het tanken van bijv. bussen en vuilniswagens is
aansluiting gewenst op het 8 bar netwerk of nog liever op het 40 bar netwerk;
• Kosten om aan te sluiten op het 4 bar of 8 bar netwerk zijn minimaal 20K Euro. Kosten om aan te
sluiten op het 40 bar netwerk liggen nog veel hoger;
• Indien het 4 of 8 bar transportnet op een grote afstand van de gewenste locatie ligt, kunnen de
aansluitingskosten dusdanig hoog worden dat het niet meer rendabel is om een aardgasvulstation
te realiseren. Op deze manier kunnen ondernemers die met hun tankstation niet dicht genoeg bij
het gas netwerk liggen nooit een aardgasvulstation openen;
Conclusie: indien gebruik wordt gemaakt van het moeder-dochter concept komen veel meer
locaties in aanmerking voor het openen van een aardgasvulstation. Het realiseren van het
landelijk dekkende netwerk kan hierdoor dan ook worden versneld.
7. 2c. Transportkosten gebaseerd op max. uurcapaciteit (capaciteit
van de compressor)
De transportkosten van het gas zijn gebaseerd op de maximale uurcapaciteit die gedurende een jaar nodig is
bij een aardgas aansluiting. In het geval van een aardgasvulstation wordt dit bepaald door de capaciteit van de
compressor (nm3/uur)
• In het geval dat compressoren met een grote capaciteit worden geplaatst, dan worden de
transportkosten ook groter. Aangezien de capaciteit van deze compressoren (vooral in het begin)
niet volledig wordt gebruikt zal snel worden gekozen voor compressoren met een kleinere
capaciteit die:
– als de markt groeit niet meer de gewenste capaciteit kunnen leveren, zodat vervolginvesteringen nodig zijn;
– niet voldoende capaciteit kunnen leveren voor het tanken van bijv. bussen en vuilniswagens.
Conclusie: bij het moeder-dochter concept zullen de stations worden bevoorraad door
tankwagens. De transportkosten zijn hierbij volledig afhankelijk van de hoeveelheid aardgas die
moet worden afgeleverd en de afstand die moet worden afgelegd, wat tot een eerlijkere beprijzing
van de transportkosten leidt.
8. 2d. Compressiekosten afhankelijk van hoogte inlaatdruk
Indien de benodigde capaciteit van een station een gegeven is, dan zal bij een hogere inlaatdruk een
kleinere compressor nodig zijn om deze capaciteit te leveren. Dit leidt tot lagere compressiekosten
(lager verbruik elektriciteit) en dus een betere business case.
Stationaire
opslag Flow-rate Power consumption
3000 30
2500 25
2000 20
Sm³/h
kW
1500 15
1000 10
500 5
Mobiele 0 0
opslag
10 60 110 160 210 10 110 210
bara bara
Conclusie 1: Doordat de hydraulische boosters van Idro Meccanica een variabele inlaatdruk
kunnen innemen, kunnen de compressiekosten bij een dochterstation zo laag mogelijk worden
gehouden (zie grafiekjes);
Inlaatdruk 40 bar 8 bar
Mobiele € €
opslag €
Compressiekosten €
(electriciteit) €
Conclusie 2: Een moeder station aansluiten op het hogedruk netwerk van Gasunie (40 bar) is niet
goedkoop, maar zal bij hogere afnamen bij het moeder-dochter concept zeker rendabel zijn
vanwege de veel lagere compressiekosten.
9. 2e. Rendement van de bufferopslag
Het rendement van de bufferopslag is bij het gebruik van de hydraulische boosters van Idro Meccanica
veel groter dan bij traditionele mechanische compressoren.
• De hydraulische booster kan gas innemen met een variabele inlaatdruk vanuit de stationaire of de
mobiele buffer (afhankelijk welke de hoogste druk heeft), om de voertuigen vol te tanken
(afleverdruk 200bar). Doordat de booster een variabele inlaatdruk aan kan, kunnen de buffers tot
wel 95% kunnen worden leeg getankt t.o.v. ca.30%-40% bij traditionele mechanische
compressoren;
• Hierbij geldt dat bij de werking van de hydraulische booster prioriteit wordt gegeven aan het
tanken van de voertuigen (t.o.v. het vol tanken van de stationaire buffer);
• De booster zal de stationaire opslag zoveel mogelijk op 250 bar houden, waardoor de capaciteit
van het dochterstation altijd zo hoog mogelijk is (zie grafiek flow rate op volgende pagina).
Conclusie: Idro Meccanica dochterstations kunnen met kleinere stationaire buffervoorraden
werken dan stations met traditionele mechanische compressoren.
10. 2f. Hoogte van de initiële investering en schaalbaarheid bij groei
van de markt
Een Idro Meccanica dochterstation heeft door het innemen van overwegend hoge inlaatdrukken een
kleinere booster compressor nodig om een hoge capaciteit en vulsnelheid te leveren.
Conclusie: Dit leidt tot een lagere initiële investering terwijl de oplossing al voldoende capaciteit
levert om een groei van de markt te kunnen absorberen en om bijv. bussen en vuilniswagens in
fastfill modus te tanken.
11. 3. Voor het slagen van het moeder-dochter concept moet een
aantal randvoorwaarden worden ingevuld
Om het moeder-dochter concept in Nederland succesvol te kunnen uitrollen is het van belang dat
kapitaalkrachtige partners worden gevonden voor de exploitatie van de moederstations en voor het
opzetten van de distributie van het gecomprimeerde biomethaan/aardgas. Ook steun van de lokale
overheden is hierbij onontbeerlijk.
a. Exploitatie van de moederstations, bijv.:
– een biomethaan productie faciliteit;
– het hogedruk aardgasnet (40 bar).
b. Distributie van het gas van moederstation naar dochterstations. Hierbij kan gewerkt worden met
trailers, swap bodies etc.;
c. Het moeder-dochter concept kan in overeenstemming met de PGS25, PED, ATEX, ADR en
TPED regelgeving worden gerealiseerd, maar heeft wel steun nodig van lokale overheden bij het
verlenen van vergunningen etc.
12. 4. DNE werkt bij de technische uitwerking van het concept samen
met hoogwaardige partners, zoals Idro Meccanica en Raufoss Fuel
Systems
Indien u naar aanleiding van deze presentatie meer te weten wilt komen over het moeder-dochter
concept, dan kunt u mij bereiken via onderstaande contact details.
Robert Kooloos
Briellaerdseweg 44
3772 TM Barneveld
Mobiel: +31 6 206 19 575
Fax: +31 3 424 90 036
Skype: robert.kooloos
Email: robert.kooloos@dutchnaturalgas.com
Website: www.dutchnaturalgas.com