SlideShare uma empresa Scribd logo
1 de 3
Baixar para ler offline
f.inc JAARGANG 2 - #10
overheid
door Ingeborg Koning
Het uitvoeren van het grotestedenbeleid
is voor veel gemeenten geen gemakkelij-
ke opgave. Het succes van het GSB is sterk
afhankelijk van de lokale regievoering
door gemeenten én het vermogen om
samenwerking tussen de betrokken
­par­­tij­en te faciliteren en te stimuleren.
Vaak zijn zowel bij de opzet als uitvoe-
ring van beleid verschillende actoren
betrokken. Zeker in complexe program-
ma’s met veel externe partijen is dan een
krachtig organi­serend vermogen onont-
beerlijk. Naar aanleiding van de leerpun-
ten uit de voorgaande GSB-periodes zijn
er vijf uitgangspunten geformuleerd die
het stelsel GSB III aan elkaar verbinden.
Een ervan is het sturen op resultaat. De
gemeenten worden aan het eind van de
periode (2005-2009) naast outcome­niveau
(de maatschappelijke effecten op de
middellange termijn), ook op output­
b
b
d
t
r
e
g
d
b
e
h
p
B
R
s
c
(
3
D
e
d
g
c
m
a
grotestedenbeleid: actie zonder bureaucratie
hoe stuur je de besteding v
niveau afgerekend. Het sturen op output-
niveau, oftewel het kwantificeren van de
eindresultaten, is nieuw voor ­gemeenten
en heeft de nodige conse­quen­ties voor
de project­uitvoering.
Deze stap is een ontwikkeling in de goede
richting. Voor zowel de gemeenten als het
ministerie is het bevredigend een meet-
baar eindresultaat te kunnen neerzetten.
Dit is niet alleen motiverend maar in het
kader van de transparante overheid ook
noodzakelijk.
deltaplan wordt
grotestedenbeleid
Het GSB is ongeveer een decennium
geleden van start gegaan. De vier grote
steden (Amsterdam, Den Haag, Rotterdam
en Utrecht: de G4) stelden gezamenlijk
een ‘Deltaplan’ op waarin zij pleitten
voor een nationaal grotestedenbeleid.
Er kwam een staatssecretaris voor dit
Het Grotestedenbeleid (GSB III) richt zich op de ontwikkeling van de
eenendertig grootste steden in Nederland. De subsidiestroom van 3,5
miljard vanuit het Ministerie van Binnenlandse Zaken is bedoeld voor het
verbeteren van de veiligheid en de (sociale) kwaliteit van de leefomgeving
en het vergroten van de economische kracht van de stad. De inzet: zicht­
bare resultaten met een minimum aan bureaucratie. Het ministerie heeft in
januari 2005 gerichte resultaatsafspraken op outputniveau gemaakt met
de steden voor de komende vijf jaar (2005-2009). De steden krijgen vanuit
het Rijk voor de volledige periode financiële zekerheid geboden.
h
i
a
v
l
d
finc10-08-Grotesteden 8 17-08-2006 15:11:08
SEPTEMBER/OKTOBER 2006 f.inc 9
gemeente Utrecht
Pretty Woman richt zich op minder-
jarige meisjes die een verhoogd risico
lopen om in de prostitutie terecht te
komen, en op jonge volwassen vrou-
wen die al dan niet gedwongen
prostitutie bedrijven. Het project is in
1997 gestart omdat politie, onderwijs
en welzijnswerk steeds vaker minder-
jarige meisjes tegenkwamen die de
prostitutie in werden gemanipuleerd.
Het is een samenwerkingsproject van
adviesbureau Stade, Bureau Jeugdzorg
Utrecht en zorgaanbieder De Rading.
Zij bieden individuele hulp en begelei-
ding aan deze meiden en organiseren
daarnaast preventieve activiteiten,
zoals voorlichtingsbijeenkomsten op
scholen en gespreksgroepen voor
risicomeisjes en ervaringsdeskundige
meiden. Pretty Woman geeft ook
advies aan instellingen.
Onder het motto ‘Doen we de goede
dingen en doen we de goede dingen
goed?’ heeft de gemeente Utrecht
Pretty Woman in 2003 geëvalueerd.
Tijdens de evaluatie is dossieronder-
zoek gedaan. Dit heeft een schat aan
informatie opgeleverd waaronder een
duidelijk profiel van de doelgroep. De
gebruikte methodiek is uitgewerkt en
vastgelegd in een boekje.
Opvallend is de grote stijging in zowel
aanmeldingen als consulten vanaf
2004. Stade geeft aan dat dit mogelijk
het gevolg is van enerzijds een grotere
naamsbekendheid van Pretty Woman
en anderzijds een groeiende bekend-
heid met loverboys en de enorme
belangstelling van de media hiervoor.
GSB-project: Pretty Woman
beleidsterrein en er ontstond een brede
bestuursdiscussie over de omgang met
de grote steden. De bestuurders kwamen
tot inzicht dat zij zich vooral moesten gaan
richten op het aanpakken van de sociale,
economische en fysieke problemen die
grote steden hebben. Het Deltaplan voor
de G4 ontwikkelde zich tot Grotesteden-
beleid voor eenendertig gemeenten,
een belangrijke bron van inkomsten die
het mogelijk maakt om grote integrale
projecten op te starten onder lokale regie.
Binnen het GSB maken gemeente en
Rijk in zogenoemde convenanten af-
spraken met elkaar. Inmiddels is de derde
convenantperiode (2005-2009) ingegaan
(GSB III). Voor deze periode is ongeveer
3,5 miljard euro vrijgemaakt.
krachtige steden
De missie van het grotestedenbeleid is
eenduidig: het heeft krachtige steden tot
doel, waarin zichtbare resultaten worden
geboekt, met een minimum aan bureau-
cratie. Krachtige steden zijn volgens het
ministerie steden die veilig zijn en die in
alle opzichten voldoen aan de – steeds
een stad die kansen biedt aan zijn burgers
en waar het veilig en prettig is om te ver-
blijven.
Uit de evaluatie van GSB II (1999 – 2004)
blijkt dat steden resultaatgerichter zijn
gaan werken en dat de participatie van
burgers is versterkt. Vooral maatregelen
in de fysieke sfeer (woningmarkt en leef-
omgeving) en het sociale beleid hebben
significant effect gehad in de GSB-steden.
Ondanks dit positieve effect, blijken af-
spraken tussen steden en het rijk moeilijk
meetbaar te maken. Het Rijk heeft daar-
om voor deze derde convenantperiode
(2005 – 2009) gerichte resultaatsafspraken
op outcome- en outputniveau met de ste-
den gemaakt: de betrokken gemeenten
zijn aanspreekbaar en afrekenbaar op de
geleverde resultaten.
sociale, fysieke en
economische verbeteringen
Om die krachtige stad verder te realiseren
zijn een aantal doelstellingen geformu-
leerd voor GSB III, die met elkaar samen-
hangen en gelijktijdig ontwikkeld worden:
- Het verbeteren van de objectieve en
de subjectieve veiligheid;
- Het verbeteren van de kwaliteit van
de leefomgeving;
- Het verbeteren van de sociale kwaliteit
van de leefomgeving;
- Het binden van de midden- en hogere
inkomensgroepen aan de stad;
- Het vergroten van economische kracht
van de stad.
In tegenstelling tot de 42 regelingen uit
de vorige GSB-periode, kent GSB III drie
brede doeluitkeringen (BDU’s), voor socia-
le, fysieke en economische doeleinden.
De administratieve lasten voor de steden
worden hierdoor aanzienlijk beperkt.
g van 3,5 miljard?
t
nieuw: het Rijk
rekent af op
outputniveau
hogere – eisen die bewoners, bedrijven,
instellingen, bezoekers en recreanten
aan een stad stellen; een economisch
vitale stad, met hoogwaardige vestigings-
locaties en een hechte sociale samenhang,
die werk biedt aan wie dat zoekt. Kortom,
finc10-08-Grotesteden 9 17-08-2006 15:11:10
10 f.inc JAARGANG 2 - #10
overheid
sociale pijler
De bewoners zijn het belangrijkste kapi-
taal van een stad. De stad moet een plek
zijn waar het plezierig is om te wonen,
te studeren, te werken en te recreëren.
De beleving van de stad hangt af van de
veiligheid en leefbaarheid.
fysieke pijler
Hier is aandacht voor de verbetering van
de kwaliteit van de (semi-)openbare
ruimte. De fysieke pijler gaat bijvoorbeeld
in op het maken van een ‘wooncarrière’;
men moet in de stad een woning kunnen
vinden die past bij individuele wensen en
mogelijkheden.
economische pijler
Met aandacht voor het verminderen van
criminaliteit tegen bedrijven en onder­­ne­
mers, en stimulansen voor privaat-publieke
samenwerking. Een sterke stedelijke eco-
nomie biedt werk aan de bewoners en
zorgt voor koopkracht.
overheid wordt
projectensamenleving
Het gemeentelijk apparaat is niet in­
gericht op meerjarige geldstromen zoals
afkomstig uit het GSB. Om de geldstromen
nog beter te kunnen beheersen zijn op
begrotingsgebied al veel aanpassingen
gedaan door de gemeenten. Nu er voor
GSB III ook wordt afgerekend op output-
niveau, moeten de gemeenten hun pro-
jectuitvoering aanpassen, mogelijk kennis
opdoen of uit­besteden. Zij moeten flexibel
zijn omdat veranderingen snel gaan en
steeds weer nieuwe projecten met zich
meebrengen. Gemeenten kunnen hier-
door minder makkelijk dan voorheen
een bestendige relatie opbouwen met de
partners in de stad. Verschillende partijen
gaan steeds flexibeler en vrijblijvender
met elkaar om. Steden zullen daarom
de uitdaging moeten aangaan om een
duurzame verhouding op te bouwen met
alle doel­groepen en partners.
bc I.M. Koning is projectmanager bij de vakgroep
Binnenlands Bestuur van ConQuaestor.
Met dank aan:
Theo Strijers: directeur GSB Gemeente Den Haag
Marianne Zoetmulder: hoofd Programma Jeugd Gemeente
Utrecht
Martin Wisselink: beleidsmedewerker Jeugd en Veiligheid
Gemeente Utrecht
De uitdaging: het opbouwen van
duurzame relaties met alle partners
gemeente Den Haag
Een concentratie van creatieve be­roepen genereert economi-
sche bedrijvigheid in de stad. Creatieve bedrijven hebben
behoefte aan bijzondere, stedelijke bedrijfsruimte. Mede om
die ­reden kocht de gemeente Den Haag in 2001 de Caballero-
­fabriek op. Daarnaast wil de gemeente de economische
­functie van de Binckhorst versterken. De doelgroep bestaat
uit ICT-ers, grafisch ontwerpers en reclamebureaus maar ook
ontwerpers van games.
Veel huurders vinden het industriële karakter prachtig. Tot
nu toe zijn er 20 huurcontracten afgesloten voor 2.200 vier-
kante meter.
Voorbeeld outputindicator: Aantal hectare nieuw aangeleg-
de bedrijventerreinen
GSB-project: Caballero-fabriek
x 1000
Stad	 Totaal
Amsterdam	 702.794
Den Haag	 410.530
Rotterdam	 617.193
Utrecht	 181.483
Almelo	 32.914
Arnhem	 102.095
Breda	 84.766
Deventer	 39.597
Dordrecht	 79.113
Eindhoven	 95.619
Enschede	 74.978
Groningen	 128.687
Haarlem	 73.698
Heerlen	 56.566
Helmond	 40.618
Hengelo	 23.021
‘s-Hertogenbosch	 54.372
Leeuwarden	 74.247
Leiden	 72.604
Maastricht	 65.711
Nijmegen	 79.515
Schiedam	 46.267
Tilburg	 106.609
Venlo	 52.170
Zwolle	 56.535
Alkmaar	 40.529
Amersfoort	 51.186
Emmen	 45.751
Lelystad	 17.175
Zaanstad	 54.279
Totaal	 3.560.622
Verdeling GSB-gelden
finc10-08-Grotesteden 10 17-08-2006 15:11:17

Mais conteúdo relacionado

Semelhante a Gs bprojecten

11-1025 HPS Netherlands Brochure AW 150dpi
11-1025 HPS Netherlands Brochure AW 150dpi11-1025 HPS Netherlands Brochure AW 150dpi
11-1025 HPS Netherlands Brochure AW 150dpi
Jeroen Bosch
 
De Wijkonderneming Terugblik En Resultatenoverzicht 2010.
De Wijkonderneming Terugblik En Resultatenoverzicht 2010.De Wijkonderneming Terugblik En Resultatenoverzicht 2010.
De Wijkonderneming Terugblik En Resultatenoverzicht 2010.
Mieke Sanden, van der
 
Bachelor Scriptie Niels Honders
Bachelor Scriptie Niels HondersBachelor Scriptie Niels Honders
Bachelor Scriptie Niels Honders
Niels Honders
 
Nederland laat subsidies liggen
Nederland laat subsidies liggenNederland laat subsidies liggen
Nederland laat subsidies liggen
QDiG
 
Handreiking prestatieafspraken
Handreiking prestatieafsprakenHandreiking prestatieafspraken
Handreiking prestatieafspraken
Marnix Groenland
 

Semelhante a Gs bprojecten (20)

130827 Beleidsprioriteiten Stad Turnhout 2014-2019
130827 Beleidsprioriteiten Stad Turnhout 2014-2019130827 Beleidsprioriteiten Stad Turnhout 2014-2019
130827 Beleidsprioriteiten Stad Turnhout 2014-2019
 
Vastgoedsamenwerking tussen gemeenten (2013)
Vastgoedsamenwerking tussen gemeenten (2013)Vastgoedsamenwerking tussen gemeenten (2013)
Vastgoedsamenwerking tussen gemeenten (2013)
 
11-1025 HPS Netherlands Brochure AW 150dpi
11-1025 HPS Netherlands Brochure AW 150dpi11-1025 HPS Netherlands Brochure AW 150dpi
11-1025 HPS Netherlands Brochure AW 150dpi
 
Stappenplan Stedelijk Kompas. Intensivering van de aanpak van dakloosheid
Stappenplan Stedelijk Kompas. Intensivering van de aanpak van dakloosheidStappenplan Stedelijk Kompas. Intensivering van de aanpak van dakloosheid
Stappenplan Stedelijk Kompas. Intensivering van de aanpak van dakloosheid
 
shareNL | onderzoek iov EZ | innoveren in de deeleconomie | 18 12 2015
shareNL | onderzoek iov EZ | innoveren in de deeleconomie | 18 12 2015shareNL | onderzoek iov EZ | innoveren in de deeleconomie | 18 12 2015
shareNL | onderzoek iov EZ | innoveren in de deeleconomie | 18 12 2015
 
Stedelijk Kompas Stappenplan Intensivering Van De Aanpak Van Dakloosheid Vng ...
Stedelijk Kompas Stappenplan Intensivering Van De Aanpak Van Dakloosheid Vng ...Stedelijk Kompas Stappenplan Intensivering Van De Aanpak Van Dakloosheid Vng ...
Stedelijk Kompas Stappenplan Intensivering Van De Aanpak Van Dakloosheid Vng ...
 
Voorjaarstreffen lokale economie 2013
Voorjaarstreffen lokale economie 2013Voorjaarstreffen lokale economie 2013
Voorjaarstreffen lokale economie 2013
 
De Wijkonderneming Terugblik En Resultatenoverzicht 2010.
De Wijkonderneming Terugblik En Resultatenoverzicht 2010.De Wijkonderneming Terugblik En Resultatenoverzicht 2010.
De Wijkonderneming Terugblik En Resultatenoverzicht 2010.
 
Congres Succesvol de gemeentelijke organisatie vernieuwen - De workshops
Congres Succesvol de gemeentelijke organisatie vernieuwen - De workshopsCongres Succesvol de gemeentelijke organisatie vernieuwen - De workshops
Congres Succesvol de gemeentelijke organisatie vernieuwen - De workshops
 
160104 Leveranciersdag KING
160104 Leveranciersdag KING160104 Leveranciersdag KING
160104 Leveranciersdag KING
 
Raadsvoorstel thuis in de wijk 17 id021993
Raadsvoorstel thuis in de wijk 17 id021993Raadsvoorstel thuis in de wijk 17 id021993
Raadsvoorstel thuis in de wijk 17 id021993
 
Bachelor Scriptie Niels Honders
Bachelor Scriptie Niels HondersBachelor Scriptie Niels Honders
Bachelor Scriptie Niels Honders
 
Kpvvupdate
KpvvupdateKpvvupdate
Kpvvupdate
 
Jaarrapportage bedrijfsvoering rijk 2017
Jaarrapportage bedrijfsvoering rijk 2017Jaarrapportage bedrijfsvoering rijk 2017
Jaarrapportage bedrijfsvoering rijk 2017
 
200801120 Presentatie Bl
200801120 Presentatie Bl200801120 Presentatie Bl
200801120 Presentatie Bl
 
Real estate magazine 2010 - Maatschappelijk vastgoed luxe of noodzaak
Real estate magazine 2010 - Maatschappelijk vastgoed luxe of noodzaakReal estate magazine 2010 - Maatschappelijk vastgoed luxe of noodzaak
Real estate magazine 2010 - Maatschappelijk vastgoed luxe of noodzaak
 
Nederland laat subsidies liggen
Nederland laat subsidies liggenNederland laat subsidies liggen
Nederland laat subsidies liggen
 
Balans in doelmatig en doeltreffend vastgoedmanagement
Balans in doelmatig en doeltreffend vastgoedmanagementBalans in doelmatig en doeltreffend vastgoedmanagement
Balans in doelmatig en doeltreffend vastgoedmanagement
 
Wat betekent duurzame stadslogistiek voor stadsplanner?
Wat betekent duurzame stadslogistiek voor stadsplanner?Wat betekent duurzame stadslogistiek voor stadsplanner?
Wat betekent duurzame stadslogistiek voor stadsplanner?
 
Handreiking prestatieafspraken
Handreiking prestatieafsprakenHandreiking prestatieafspraken
Handreiking prestatieafspraken
 

Gs bprojecten

  • 1. f.inc JAARGANG 2 - #10 overheid door Ingeborg Koning Het uitvoeren van het grotestedenbeleid is voor veel gemeenten geen gemakkelij- ke opgave. Het succes van het GSB is sterk afhankelijk van de lokale regievoering door gemeenten én het vermogen om samenwerking tussen de betrokken ­par­­tij­en te faciliteren en te stimuleren. Vaak zijn zowel bij de opzet als uitvoe- ring van beleid verschillende actoren betrokken. Zeker in complexe program- ma’s met veel externe partijen is dan een krachtig organi­serend vermogen onont- beerlijk. Naar aanleiding van de leerpun- ten uit de voorgaande GSB-periodes zijn er vijf uitgangspunten geformuleerd die het stelsel GSB III aan elkaar verbinden. Een ervan is het sturen op resultaat. De gemeenten worden aan het eind van de periode (2005-2009) naast outcome­niveau (de maatschappelijke effecten op de middellange termijn), ook op output­ b b d t r e g d b e h p B R s c ( 3 D e d g c m a grotestedenbeleid: actie zonder bureaucratie hoe stuur je de besteding v niveau afgerekend. Het sturen op output- niveau, oftewel het kwantificeren van de eindresultaten, is nieuw voor ­gemeenten en heeft de nodige conse­quen­ties voor de project­uitvoering. Deze stap is een ontwikkeling in de goede richting. Voor zowel de gemeenten als het ministerie is het bevredigend een meet- baar eindresultaat te kunnen neerzetten. Dit is niet alleen motiverend maar in het kader van de transparante overheid ook noodzakelijk. deltaplan wordt grotestedenbeleid Het GSB is ongeveer een decennium geleden van start gegaan. De vier grote steden (Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht: de G4) stelden gezamenlijk een ‘Deltaplan’ op waarin zij pleitten voor een nationaal grotestedenbeleid. Er kwam een staatssecretaris voor dit Het Grotestedenbeleid (GSB III) richt zich op de ontwikkeling van de eenendertig grootste steden in Nederland. De subsidiestroom van 3,5 miljard vanuit het Ministerie van Binnenlandse Zaken is bedoeld voor het verbeteren van de veiligheid en de (sociale) kwaliteit van de leefomgeving en het vergroten van de economische kracht van de stad. De inzet: zicht­ bare resultaten met een minimum aan bureaucratie. Het ministerie heeft in januari 2005 gerichte resultaatsafspraken op outputniveau gemaakt met de steden voor de komende vijf jaar (2005-2009). De steden krijgen vanuit het Rijk voor de volledige periode financiële zekerheid geboden. h i a v l d finc10-08-Grotesteden 8 17-08-2006 15:11:08
  • 2. SEPTEMBER/OKTOBER 2006 f.inc 9 gemeente Utrecht Pretty Woman richt zich op minder- jarige meisjes die een verhoogd risico lopen om in de prostitutie terecht te komen, en op jonge volwassen vrou- wen die al dan niet gedwongen prostitutie bedrijven. Het project is in 1997 gestart omdat politie, onderwijs en welzijnswerk steeds vaker minder- jarige meisjes tegenkwamen die de prostitutie in werden gemanipuleerd. Het is een samenwerkingsproject van adviesbureau Stade, Bureau Jeugdzorg Utrecht en zorgaanbieder De Rading. Zij bieden individuele hulp en begelei- ding aan deze meiden en organiseren daarnaast preventieve activiteiten, zoals voorlichtingsbijeenkomsten op scholen en gespreksgroepen voor risicomeisjes en ervaringsdeskundige meiden. Pretty Woman geeft ook advies aan instellingen. Onder het motto ‘Doen we de goede dingen en doen we de goede dingen goed?’ heeft de gemeente Utrecht Pretty Woman in 2003 geëvalueerd. Tijdens de evaluatie is dossieronder- zoek gedaan. Dit heeft een schat aan informatie opgeleverd waaronder een duidelijk profiel van de doelgroep. De gebruikte methodiek is uitgewerkt en vastgelegd in een boekje. Opvallend is de grote stijging in zowel aanmeldingen als consulten vanaf 2004. Stade geeft aan dat dit mogelijk het gevolg is van enerzijds een grotere naamsbekendheid van Pretty Woman en anderzijds een groeiende bekend- heid met loverboys en de enorme belangstelling van de media hiervoor. GSB-project: Pretty Woman beleidsterrein en er ontstond een brede bestuursdiscussie over de omgang met de grote steden. De bestuurders kwamen tot inzicht dat zij zich vooral moesten gaan richten op het aanpakken van de sociale, economische en fysieke problemen die grote steden hebben. Het Deltaplan voor de G4 ontwikkelde zich tot Grotesteden- beleid voor eenendertig gemeenten, een belangrijke bron van inkomsten die het mogelijk maakt om grote integrale projecten op te starten onder lokale regie. Binnen het GSB maken gemeente en Rijk in zogenoemde convenanten af- spraken met elkaar. Inmiddels is de derde convenantperiode (2005-2009) ingegaan (GSB III). Voor deze periode is ongeveer 3,5 miljard euro vrijgemaakt. krachtige steden De missie van het grotestedenbeleid is eenduidig: het heeft krachtige steden tot doel, waarin zichtbare resultaten worden geboekt, met een minimum aan bureau- cratie. Krachtige steden zijn volgens het ministerie steden die veilig zijn en die in alle opzichten voldoen aan de – steeds een stad die kansen biedt aan zijn burgers en waar het veilig en prettig is om te ver- blijven. Uit de evaluatie van GSB II (1999 – 2004) blijkt dat steden resultaatgerichter zijn gaan werken en dat de participatie van burgers is versterkt. Vooral maatregelen in de fysieke sfeer (woningmarkt en leef- omgeving) en het sociale beleid hebben significant effect gehad in de GSB-steden. Ondanks dit positieve effect, blijken af- spraken tussen steden en het rijk moeilijk meetbaar te maken. Het Rijk heeft daar- om voor deze derde convenantperiode (2005 – 2009) gerichte resultaatsafspraken op outcome- en outputniveau met de ste- den gemaakt: de betrokken gemeenten zijn aanspreekbaar en afrekenbaar op de geleverde resultaten. sociale, fysieke en economische verbeteringen Om die krachtige stad verder te realiseren zijn een aantal doelstellingen geformu- leerd voor GSB III, die met elkaar samen- hangen en gelijktijdig ontwikkeld worden: - Het verbeteren van de objectieve en de subjectieve veiligheid; - Het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving; - Het verbeteren van de sociale kwaliteit van de leefomgeving; - Het binden van de midden- en hogere inkomensgroepen aan de stad; - Het vergroten van economische kracht van de stad. In tegenstelling tot de 42 regelingen uit de vorige GSB-periode, kent GSB III drie brede doeluitkeringen (BDU’s), voor socia- le, fysieke en economische doeleinden. De administratieve lasten voor de steden worden hierdoor aanzienlijk beperkt. g van 3,5 miljard? t nieuw: het Rijk rekent af op outputniveau hogere – eisen die bewoners, bedrijven, instellingen, bezoekers en recreanten aan een stad stellen; een economisch vitale stad, met hoogwaardige vestigings- locaties en een hechte sociale samenhang, die werk biedt aan wie dat zoekt. Kortom, finc10-08-Grotesteden 9 17-08-2006 15:11:10
  • 3. 10 f.inc JAARGANG 2 - #10 overheid sociale pijler De bewoners zijn het belangrijkste kapi- taal van een stad. De stad moet een plek zijn waar het plezierig is om te wonen, te studeren, te werken en te recreëren. De beleving van de stad hangt af van de veiligheid en leefbaarheid. fysieke pijler Hier is aandacht voor de verbetering van de kwaliteit van de (semi-)openbare ruimte. De fysieke pijler gaat bijvoorbeeld in op het maken van een ‘wooncarrière’; men moet in de stad een woning kunnen vinden die past bij individuele wensen en mogelijkheden. economische pijler Met aandacht voor het verminderen van criminaliteit tegen bedrijven en onder­­ne­ mers, en stimulansen voor privaat-publieke samenwerking. Een sterke stedelijke eco- nomie biedt werk aan de bewoners en zorgt voor koopkracht. overheid wordt projectensamenleving Het gemeentelijk apparaat is niet in­ gericht op meerjarige geldstromen zoals afkomstig uit het GSB. Om de geldstromen nog beter te kunnen beheersen zijn op begrotingsgebied al veel aanpassingen gedaan door de gemeenten. Nu er voor GSB III ook wordt afgerekend op output- niveau, moeten de gemeenten hun pro- jectuitvoering aanpassen, mogelijk kennis opdoen of uit­besteden. Zij moeten flexibel zijn omdat veranderingen snel gaan en steeds weer nieuwe projecten met zich meebrengen. Gemeenten kunnen hier- door minder makkelijk dan voorheen een bestendige relatie opbouwen met de partners in de stad. Verschillende partijen gaan steeds flexibeler en vrijblijvender met elkaar om. Steden zullen daarom de uitdaging moeten aangaan om een duurzame verhouding op te bouwen met alle doel­groepen en partners. bc I.M. Koning is projectmanager bij de vakgroep Binnenlands Bestuur van ConQuaestor. Met dank aan: Theo Strijers: directeur GSB Gemeente Den Haag Marianne Zoetmulder: hoofd Programma Jeugd Gemeente Utrecht Martin Wisselink: beleidsmedewerker Jeugd en Veiligheid Gemeente Utrecht De uitdaging: het opbouwen van duurzame relaties met alle partners gemeente Den Haag Een concentratie van creatieve be­roepen genereert economi- sche bedrijvigheid in de stad. Creatieve bedrijven hebben behoefte aan bijzondere, stedelijke bedrijfsruimte. Mede om die ­reden kocht de gemeente Den Haag in 2001 de Caballero- ­fabriek op. Daarnaast wil de gemeente de economische ­functie van de Binckhorst versterken. De doelgroep bestaat uit ICT-ers, grafisch ontwerpers en reclamebureaus maar ook ontwerpers van games. Veel huurders vinden het industriële karakter prachtig. Tot nu toe zijn er 20 huurcontracten afgesloten voor 2.200 vier- kante meter. Voorbeeld outputindicator: Aantal hectare nieuw aangeleg- de bedrijventerreinen GSB-project: Caballero-fabriek x 1000 Stad Totaal Amsterdam 702.794 Den Haag 410.530 Rotterdam 617.193 Utrecht 181.483 Almelo 32.914 Arnhem 102.095 Breda 84.766 Deventer 39.597 Dordrecht 79.113 Eindhoven 95.619 Enschede 74.978 Groningen 128.687 Haarlem 73.698 Heerlen 56.566 Helmond 40.618 Hengelo 23.021 ‘s-Hertogenbosch 54.372 Leeuwarden 74.247 Leiden 72.604 Maastricht 65.711 Nijmegen 79.515 Schiedam 46.267 Tilburg 106.609 Venlo 52.170 Zwolle 56.535 Alkmaar 40.529 Amersfoort 51.186 Emmen 45.751 Lelystad 17.175 Zaanstad 54.279 Totaal 3.560.622 Verdeling GSB-gelden finc10-08-Grotesteden 10 17-08-2006 15:11:17