NOB Specialisatie Wrakduiken

1. Specialisatie Wrakduiken
Welkom bij de specialisatie Wrakduiken
• Telefoons graag uit.

2. De aftrap
TOEN GING DE
ZEE ZO TEKEER,
IN EEN RAZEND
VERWEER
ONGESTRAFT
SLAAT NIEMAND
HAAR NEER!

3. De Instructeur
Paul Remkes, inst.nr. 3418,
ca. 400 duiken
NOB 2* Instructeur
IANTD OW Instructor
IANTD Deepdive Instructor
IANTD Medic First Aid
Instructor

4. Jullie?

5. Cursus indeling
Theorie les
1 avond, ca. 2 uur
Kennistoets (datum nog bepalen)
Buitenwater lessen
Vinkeveen 1 duiken
Scharendijke 2 duiken
Zelfstandig uitvoeren
2 duiken op de Noordzee

6. Leerdoelen
Na het doorlopen van deze specialisatie moet de
cursist:
- zelfstandig een wrakduik kunnen voorbereiden;
- alle handelingen behorende bij een wrakduik
kunnen uitvoeren, als omschreven in deze
specialisatie.

7. Wrakduiken
Ingangsniveau:
• 2* duikbrevet
Uitgangsniveau:
• NOB Brevet Wrakduiken,
• Keuze specialisatie 4* duikbrevet

8. Benodigde informatie/materiaal
• Theorie
– Cursusboek
– 2* boek hoofdstuk
stroming & getijden
– (Internet)
• Praktijk
– Leitje
– Decoballon
– Reel

9. Plenaire discussie
• Jouw eigen argumenten om Wrakduiken te gaan maken
• Welke extra aandachtspunten gelden er voor je uitrusting?
Tijdsduur: 5 min.

10. Voorbereiding
• Wanneer ga je ?
• Hoe ga je er heen en wat kost het ?
• Welk wrak kies je en waar ligt het ?
• Waar vind je er meer informatie over ?
• Wie gaan er mee ?
• Hoe vind je het onder water ?
• Welke uitrusting heb je nodig ?

11. Historisch belang
• Wrak ongemoeid laten i.v.m. historisch belang
• Archeologische waarde
• Wrak leeghalen of slopen is de geschiedenis
vernietigen en vaak verboden
• Veel wrakken zijn wettelijk beschermd, of
behoren toe aan een verzekerings- maatschappij of
behoeven een vergunning
• Sommige wrakken zijn zeemansgraven

12. Vinden van het wrak
• Kruispeiling
• GPS
• Zeekaarten (Wk)
• Boei aan oppervlakte (Soms is een wrak dus
gemarkeerd)
• Echolood
• Eventueel zoekpatroon

13. Een kruispeiling is een manier om je positie te bepalen. Hiervoor moeten twee objecten in zicht zijn, waarvan de pos
bekend is en een peilkompas. De objecten mogen niet op één lijn met de waarnemer zijn. Van beide objecten wordt
een peilkompas bepaald in welke richting ze te zien zijn. Er zijn nu twee lijnen waarvan de richting bekend is, een p
op die bekend is en waarvan je weet dat je je ergens erop bevindt. Je positie is dus het snijpunt van de lijn

16. Correctietabel Dieptelijn
Stroomruit
Wrak
Verboden voor kleine vissersbootjes

17. Echolood
Een echolood is een instrument dat gebruikt wordt om vanaf
het water de waterdiepte te bepalen. Dit is de afstand tussen
de bodem van het betreffende water en de kiel van een
schip. De gemeten waterdiepte noemt men de loding.

20. Op weg naar het wrak
Biologen &
Fotografen
Verzamelaars &
Slopers
Toeristen
25-26

21. Afdalen
• Kentering (bovenstrooms ankeren)
• Wijze van overboord gaan (toestemmingen)
• Afdalen langs afdaallijn/ankerlijn (stroming !)
• Buddies op zelfde hoogte
• Bij duizeligheid naar lijn kijken
• Ankercontrole en lijn in voorkomend geval opstijg gereed
maken met hefballon

22. Boe i
Afboeien & ankeren Deco
stop
Boei Boe i
Stroomrichting gewic
ht
e i
Bo
zinks k
tu stu
k zink 27-29

23. Afboeien & ankeren
27-29

24. Na het vinden van een wrak
• Eventueel markeren met een boei
• Let op visnetten en vislijnen !
• Indien vast, niet bewegen en door buddy los laten
snijden
En blijf van munitie en wapens
af!

25. Inschatten van een wrak
• Mogelijke gevaren
• Interessante punten
• Algemene conditie

26. In kaart brengen van een wrak
• Vastleggen van de ligging en potentiële
gevaren en interessante punten
• Hulp voor het plannen van penetratieduiken
• Afstanden schatten a.h.v. armlengtes of
vinslagen
• Onder water hulpmiddelen: leitje, potlood,
kompas, gemarkeerde lijn

27. Navigeren op een wrak
• Het volgen van de vorm van het wrak
• Kenmerken als referentiepunten gebruiken
• Gebruik van een basislijn
• Kompas kan onbetrouwbaar zijn

28. Mogelijke wrakduikgevaren
• Scherpe voorwerpen
• Vastraken (netten, lijnen)
• Onderwaterleven
• Onstabiele structuren
• Trekgaten, zuiging en stroming
• Geen directe toegang naar oppervlakte
• Beperkte doorgangen

29. Binnengaan van een wrak (limieten)
• Altijd met een haspel
• 2e automaat/fles en 2 lampen !
• Nooit aan einde van de duik
• Standby duikers buiten het wrak
• Luchtberekening: bepaal luchthoeveelheid
voor opstijging; van resterende deel max
1/3 in het wrak

30. PAUZE

31. Vastmaken van de reel
• Bevestigen aan vast punt buiten ingang
• Dit punt mag niet bewegen, zwak zijn of scherp
• Moet makkelijk los te maken zijn
• In wrak zelf lijn af en toe om een niet scherp object draaien,
tegen in de knoop raken

32. Het binnengaan
• Opening mag niet dicht kunnen vallen
• Buddyteam. Duiker met reel gaat eerst
• Met lamp schijnen voor binnengaan. Alle
gebieden controleren
• Kijk waar luchtbellen het plafond raken
en of het ze geen sediment losmaken

33. Voortbeweging
• Handhaaf een neutraal drijfvermogen
• Zwem horizontaal of met benen lichtjes boven het hoofd
• Korte vinslagen
• Trek je eventueel voorzichtig voort
• Nooit aan de lijn van de reel trekken
• Langzaam, voorzichtig, bedachtzaam
• FrogKick

34. Wrakkenhaspel
• Maximaal 2 duikers per reel
• Altijd contact met de lijn houden
• Zorg voor een BackUp reel
• Bij het bereiken van de luchtlimiet wordt er omgedraaid. De
achterste duiker wordt dan de voorste

35. Penetratie duiken
Bij de NOB wrakduik specialisatie zit er in
Principe géén penetratie duiken bij. Bij de
IANTD wel. Dan krijg je dus meer een
technische opleiding. Natuurlijk blijft het wel
altijd leuk en een uitdaging om toch een
wrak van binnen te bekijken dus behandelen
we de penetratie kort.

36. Noodgevallen tijdens de penetratie
• Sediment
• Kwijtraken of breken van de lijn
• Uitgaan van de lamp
• Opraken van de luchtvoorraad
• Verstrikt raken

37. Sediment
• Stop direct, maak contact met de lijn, wacht tot
het sediment zakt
• Indien zicht niet verbetert, duik afbreken en lijn
volgen naar de uitgang

38. Kwijtraken of breken van de lijn
• Stop en laat eventueel aanwezig sediment zakken
• Zoek naar het natuurlijke licht bij de ingang
• Zwem daar naartoe, met je buddy

39. Uitvallen van de lamp
• Stop en maak voorzichtig contact met de lijn
• Pak je backup lamp
• Breek de penetratie af samen met je buddy

40. Opraken van je luchtvoorraad
• Indien je een ponybottle hebt, maak hier
dan gebruik van. Breek de duik af.
• Maak in het andere geval gebruik van de
alternatieve luchtbron van je buddy. Breek
de duik af.

41. Na de duik
• Onder ladder wegblijven terwijl voorganger naar boven klimt
• Automaat in de mond tijdens het klimmen
• Naar boot blijven kijken
• Dek zoveel mogelijk vrijhouden
• Parameters doorgeven

42. Noodprocedures
• Boot gemist
• Duikleider waarschuwen (fluitje)
• Signaalboei
• Fles niet afgooien
• Eventueel buddylijn gebruiken
• Hulp vanaf boot via marifoon

43. Einde Theorie
Vragen over de theorie ?

44. De Praktijk
Deze bestaat uit:
2. 1 oefenduiken in Vinkeveen;
3. 2 oefenduiken in Scharendijke;
4. Zelfstandig 2 noordzee ervaringsduiken
maken.

45. Praktijk oefeningen
Vinkeveen
– Landdrills: Lijn leggen met reel
– Afdaling langs lijn
– Gidslijn uitzetten
– Wrak opmeten
– Wrak uittekenen
– Valve Shutdown (Out of Air Situatie)
Scharendijke
- Simulatie van 2 Noordzeeduiken

47. Inleiding
• Anders duiken ?
Donator Porquerolles

49. Specialisatie Wrakduiken
Bedankt voor de aandacht en veel
wrakduik-plezier!