SlideShare uma empresa Scribd logo
1 de 39
Vlees
V
L
E
E
S
A
L
G
E
M
E
E
N
Alle eetbare delen van slachtdieren
 spierweefsel
 vetweefsel
 bindweefsel
 organen
VLEES
Spierweefsel bestaat uit spiercellen die spiervezels
vormen.
Vele spiervezels samen vormen een spier.
Spiervezels kunnen samentrekken en ontspannen
 spierarbeid.
SPIERWEEFSEL
SPIERWEEFSEL
Bindweefsel, collageen, is het materiaal dat de
spiervezels bij elkaar houdt.
Bindweefsel is zichtbaar als witte vliezen.
Bindweefsel zorgt ervoor dat vlees taai is.
BINDWEEFSEL
BINDWEEFSEL
Vet is de opslagplaats voor reservevoedsel.
Vet dient als beschermingsmateriaal voor o.a.
organen.
Vet komt ook in dunne laagjes verspreid door het
spierweefsel voor: gemarmerd vlees.
VETWEEFSEL
VETWEEFSEL
Organen komen i.h.a. maar één keer voor in een
lichaam. De enkelvoudige organen zijn
onmisbaar.
Organen hebben een specifieke functie in het
lichaam.
Organen worden in Nederland nauwelijks gegeten.
ORGANEN
In het dagelijks spraakgebruik bedoelen we met
vlees het spierweefsel, de spieren, van een
slachtdier.
VLEES
Vlees is voor de mens een belangrijke bron van
dierlijke proteïnen.
De hoeveelheid proteïne in het vlees is afhankelijk
van de soort (rund, kalf, gevogelte, etc.).
VOEDINGSWAARDE: PROTEÏNE
Met vlees krijgen we ook dierlijk vet binnen.
Dierlijk vet bestaat voor het grootste deel uit
verzadigde vetzuren.
In verband met de gezondheid, hart- en
vaatziekten, wordt er aangeraden zo weinig
mogelijk dierlijke vetten te eten.
De hoeveelheid vet varieert per soort, per spier en
plaats in het lichaam.
VOEDINGSWAARDE: VET
VOEDINGSWAARDE: VET
Vlees bevat vitaminen uit de B-groep.
Mineralen: calcium, fosfor, natrium, kalium.
IJzer: donkerrood spierweefsel, lever, nieren.
VOEDINGSWAARDE: VIT. EN MIN.
Spieren bevatten spiersuiker, glycogeen.
Spiersuiker is de brandstof voor de spieren.
Spiersuiker speelt een belangrijke rol bij het
besterven van vlees: spiersuiker wordt omgezet
in melkzuur en aromastoffen.
VOEDINGSWAARDE: SPIERSUIKER
Spieren die veel arbeid verricht hebben, bevatten meer
bindweefsel dan spieren die weinig arbeid verricht
hebben.
Dit spierweefsel is dan ook taaier.
In het algemeen geldt: hoe ouder het dier, des te taaier
het vlees zal zijn.
Let op! De spier zelf, dus de plaats in het lichaam, speelt
hierbij ook een belangrijke rol.
KWALITEIT
Spieren die veel arbeid verricht hebben, bevatten meer
smaakstoffen dan spieren die weinig arbeid verricht
hebben.
Dit spierweefsel is dan ook smaakvoller.
In het algemeen geldt: hoe ouder het dier, des te
smakelijker het vlees zal zijn.
Let op! De spier zelf, dus de plaats in het lichaam, speelt
hierbij ook een belangrijke rol.
KWALITEIT
Vet speelt een rol bij de kauweigenschappen van
vlees: het is een smeermiddel. Mager vlees
smaakt ‘droger’ dan vet vlees.
Vet bevat veel smaakstoffen. Vet vlees is dus
smakelijker dan mager vlees.
KWALITEIT
Conclusies:
Het meest taaie en vette vlees is het smakelijkst.
Het meest malse en magere vlees heeft de minste
smaak.
KWALITEIT
Vlees is een luxe artikel. Het is het meest kostbare
voedingsmiddel om te produceren.
Voor 1 kg vlees is 4-10 kg graan nodig.
Voor 1 kg vlees is veel meer zoet water nodig dan
voor 1 kg graan.
KRITISCHE OPMERKINGEN
De bio-industrie is een doorn in het oog van vele
consumenten:
 de manier waarop er met dieren omgegaan wordt
 productie: gebruik hormonen, geneesmiddelen,
etc.
 gevolgen voor milieu: mestoverschotten,
sojateelt
KRITISCHE OPMERKINGEN
SLACHTDIER
SLACHTDIER
RUND
RUND
KALF
VARKEN
LAM
Bavette
Longhaas
VERGETEN VLEES
Wat, als de wereld eens anders in elkaar zat?
VLEES
VLEES
VLEES
VLEES
VLEES
VLEES
AAN DE SLAG!
AAN DE SLAG!
tekst 24
TITEL 36

Mais conteúdo relacionado

Destaque (20)

13 calculatie
13 calculatie13 calculatie
13 calculatie
 
15 pâtisserie grondstoffen
15 pâtisserie grondstoffen15 pâtisserie grondstoffen
15 pâtisserie grondstoffen
 
14 degen beslagen
14 degen beslagen14 degen beslagen
14 degen beslagen
 
15 desserts
15 desserts15 desserts
15 desserts
 
02 koude sausen
02 koude sausen02 koude sausen
02 koude sausen
 
04 voedselveiligheid
04 voedselveiligheid04 voedselveiligheid
04 voedselveiligheid
 
13 gevogelte
13 gevogelte13 gevogelte
13 gevogelte
 
11 conserveren vleeswaren
11 conserveren vleeswaren11 conserveren vleeswaren
11 conserveren vleeswaren
 
03 Smaakgevende stoffen
03 Smaakgevende stoffen03 Smaakgevende stoffen
03 Smaakgevende stoffen
 
05 zuivel + kaas
05 zuivel + kaas05 zuivel + kaas
05 zuivel + kaas
 
01 materialenkennis
01 materialenkennis01 materialenkennis
01 materialenkennis
 
07 soepen
07 soepen07 soepen
07 soepen
 
03 koude voorgerechten
03 koude voorgerechten03 koude voorgerechten
03 koude voorgerechten
 
12 sauteren vlees
12 sauteren vlees12 sauteren vlees
12 sauteren vlees
 
06 eieren en eierbereidingen
06 eieren en eierbereidingen06 eieren en eierbereidingen
06 eieren en eierbereidingen
 
05 koude nagerechten
05 koude nagerechten05 koude nagerechten
05 koude nagerechten
 
11 groentebereidingen
11 groentebereidingen11 groentebereidingen
11 groentebereidingen
 
10 aardappelen + bereidingen
10 aardappelen + bereidingen10 aardappelen + bereidingen
10 aardappelen + bereidingen
 
04 bedrijfsformules
04 bedrijfsformules04 bedrijfsformules
04 bedrijfsformules
 
02 micro-organismen
02 micro-organismen02 micro-organismen
02 micro-organismen
 

20 Vlees algemeen

  • 2. Alle eetbare delen van slachtdieren  spierweefsel  vetweefsel  bindweefsel  organen VLEES
  • 3. Spierweefsel bestaat uit spiercellen die spiervezels vormen. Vele spiervezels samen vormen een spier. Spiervezels kunnen samentrekken en ontspannen  spierarbeid. SPIERWEEFSEL
  • 5.
  • 6. Bindweefsel, collageen, is het materiaal dat de spiervezels bij elkaar houdt. Bindweefsel is zichtbaar als witte vliezen. Bindweefsel zorgt ervoor dat vlees taai is. BINDWEEFSEL
  • 8. Vet is de opslagplaats voor reservevoedsel. Vet dient als beschermingsmateriaal voor o.a. organen. Vet komt ook in dunne laagjes verspreid door het spierweefsel voor: gemarmerd vlees. VETWEEFSEL
  • 10. Organen komen i.h.a. maar één keer voor in een lichaam. De enkelvoudige organen zijn onmisbaar. Organen hebben een specifieke functie in het lichaam. Organen worden in Nederland nauwelijks gegeten. ORGANEN
  • 11.
  • 12. In het dagelijks spraakgebruik bedoelen we met vlees het spierweefsel, de spieren, van een slachtdier. VLEES
  • 13. Vlees is voor de mens een belangrijke bron van dierlijke proteïnen. De hoeveelheid proteïne in het vlees is afhankelijk van de soort (rund, kalf, gevogelte, etc.). VOEDINGSWAARDE: PROTEÏNE
  • 14. Met vlees krijgen we ook dierlijk vet binnen. Dierlijk vet bestaat voor het grootste deel uit verzadigde vetzuren. In verband met de gezondheid, hart- en vaatziekten, wordt er aangeraden zo weinig mogelijk dierlijke vetten te eten. De hoeveelheid vet varieert per soort, per spier en plaats in het lichaam. VOEDINGSWAARDE: VET
  • 16. Vlees bevat vitaminen uit de B-groep. Mineralen: calcium, fosfor, natrium, kalium. IJzer: donkerrood spierweefsel, lever, nieren. VOEDINGSWAARDE: VIT. EN MIN.
  • 17. Spieren bevatten spiersuiker, glycogeen. Spiersuiker is de brandstof voor de spieren. Spiersuiker speelt een belangrijke rol bij het besterven van vlees: spiersuiker wordt omgezet in melkzuur en aromastoffen. VOEDINGSWAARDE: SPIERSUIKER
  • 18. Spieren die veel arbeid verricht hebben, bevatten meer bindweefsel dan spieren die weinig arbeid verricht hebben. Dit spierweefsel is dan ook taaier. In het algemeen geldt: hoe ouder het dier, des te taaier het vlees zal zijn. Let op! De spier zelf, dus de plaats in het lichaam, speelt hierbij ook een belangrijke rol. KWALITEIT
  • 19. Spieren die veel arbeid verricht hebben, bevatten meer smaakstoffen dan spieren die weinig arbeid verricht hebben. Dit spierweefsel is dan ook smaakvoller. In het algemeen geldt: hoe ouder het dier, des te smakelijker het vlees zal zijn. Let op! De spier zelf, dus de plaats in het lichaam, speelt hierbij ook een belangrijke rol. KWALITEIT
  • 20. Vet speelt een rol bij de kauweigenschappen van vlees: het is een smeermiddel. Mager vlees smaakt ‘droger’ dan vet vlees. Vet bevat veel smaakstoffen. Vet vlees is dus smakelijker dan mager vlees. KWALITEIT
  • 21. Conclusies: Het meest taaie en vette vlees is het smakelijkst. Het meest malse en magere vlees heeft de minste smaak. KWALITEIT
  • 22. Vlees is een luxe artikel. Het is het meest kostbare voedingsmiddel om te produceren. Voor 1 kg vlees is 4-10 kg graan nodig. Voor 1 kg vlees is veel meer zoet water nodig dan voor 1 kg graan. KRITISCHE OPMERKINGEN
  • 23. De bio-industrie is een doorn in het oog van vele consumenten:  de manier waarop er met dieren omgegaan wordt  productie: gebruik hormonen, geneesmiddelen, etc.  gevolgen voor milieu: mestoverschotten, sojateelt KRITISCHE OPMERKINGEN
  • 26. RUND
  • 27. RUND
  • 28. KALF
  • 30. LAM
  • 32. Wat, als de wereld eens anders in elkaar zat? VLEES
  • 33. VLEES
  • 34. VLEES
  • 35. VLEES
  • 36. VLEES
  • 37. VLEES
  • 38. AAN DE SLAG! AAN DE SLAG!