Presentatie voor een bijeenkomst van de Lezers van Stavast. Voorafgaand aan een lezing van Henk van Tuinen over zijn boek 'Ons land kan menselijker' (voorjaar 2014).
http://www.nobb.nl/nobb/collecties/jaarthema/146-algem1/jaarthema/4622-tuinen-jaarthema-2013-2014
2. Drie gevolgen crisis van 2008
1. uitwassen van de vrijemarkteconomie helder op ons netvlies gezet
2. de vraag of onze economie ons wel goeddoet, met name of de vrije markt
tegenwoordig niet meer schade dan vooruitgang in onze samenleving
teweegbrengt
3. nu de economische malaise aanhoudt, de vraag hoe de economie weer aan
de praat geholpen kan worden
Dit boek doet een poging om vooral de tweede vraag hoog op de agenda te
houden om de simpele reden dat samenleven belangrijker is dan economie.
3. Wie denkt nog dat in onze
samenleving alles goed loopt?
Opwarming aarde, maar we blijven fossiele energie gebruiken
Consuminderen, maar we blijven proberen om onze consumptie verder te laten
groeien
Normen en waarden lopen achteruit, maar niemand zit op mensen te wachten
die weten hoe ‘het’ moet of hoort
De politiek zou heel anders moeten, maar je kunt lang wachten
We zullen op zoek moeten naar veranderingsmechanismen. Naar
maatschappelijke processen die tot verbeteringen kunnen leiden of die
ongewenste trends kunnen doorbeken.
4. Dilemma
Maken wij de samenleving of maakt de samenleving ons?
Het is natuurlijk allebei waar.
Het stukje van de samenleving dat we zelf mede vormgeven, bevalt ons uitstekend, maar met
de rest is het goed mis. Daar zien we gebrek aan tolerantie en respect, toegenomen
hufterigheid en ik-cultuur. Dat vinden we ons grootste maatschappelijke probleem, erger dan
de recessie, de waardeloze politiek en onze bekommernis over zorg, immigratie of criminaliteit
en onveiligheid.
We zouden deze ontwikkelingen kunnen verklaren uit de voortgaande individualisering.
Maar waar komt die individualisering vandaan?
Zou het kunnen dat de samenleving onze individualisering produceert?
Dat de samenleving zich zo ontwikkelt dat zij ons stimuleert tot individualisme en tot het
vergroten van de afstand tot anderen?
5. Vier trends – 1. Grotere
heterogeniteit
Vergeleken met 50 jaar geleden
Gemiddeld (veel) hoger opgeleid
Mensen nemen andere posities in de samenleving in
Immigranten
Door individualisering een grote pluriformiteit aan
leefstijlen
6. Vier trends – 2. Sterkere dynamiek
Nieuwe goederen, technieken
Veel actualiteiten, hypes
In ons leven verschillende relatievormen
Kennis en vakbekwaamheid verouderen sneller
Emancipatie en individualisering dagen ons uit om ons leven
telkens op een andere manier vorm te geven
En media stimuleren ons daarbij actuele trends te volgen
7. Vier trends – 3. toenemende
complexiteit
Door globalisering is de wereld homogener geworden
Maar ook complexer want we beschikken nu over zowat
alles wat in de hele wereld te vinden is.
Technologische ontwikkelingen brengen zaken als
klimaatbeheersing, genetische manipulatie, financiële
innovatie
Veel ‘dingen’ kunnen we niet meer nationaal oplossen
8. Vier trends – 4. groeiende overvloed
Vroeger alleen voorzien in elementaire behoeften van het
levensonderhoud
Nu leven we in overvloed,
Want onze consumptie is nu 3 tot 4 keer zo hoog als rond 1960
Maar uit onderzoek blijkt dat we niet gelukkiger zijn geworden
Om twee redenen verbazend:
1. we worden allen gemiddeld rijker en blijven naar elkaar kijken
2. we hebben de illusie dat we als consument rationeel handelen
9. Consumentensoevereiniteit
Het heeft er alle schijn van dat we de afgelopen halve eeuw lange
werkweken zijn blijven werken om steeds meer te kunnen verdienen
en consumeren.
Dat zien we terug in ons consumentisme: we kopen niet alleen drie-
of viermaal zoveel, onze hele cultuur draait nu meer dan vroeger om
het winkelen als vrijetijdsbesteding …
We lieten onze consumptie zelfs nog sneller groeien dan ons
inkomen zodat we steeds hogere schulden hebben. We hebben de
illusie dat die hogere consumptie ons gelukkiger maakt. (pagina 35)
10. Die illusie wordt gevoed door 2
bronnen
De eerste bron is ons eigen brein,
Dat door de evolutie is gevormd door de lange periode waarin wij leefden als
jagers en verzamelaars. Toen was het handig om in perioden van relatieve
overvloed extra te consumeren zodat je wat vet op de botten had in de vele
perioden van schaarste.
De tweede bron is de alom aanwezige reclame
Deze vormt niet alleen een verklaring voor ons obesitasprobleem. De moderne
reclame is buitengewoon effectief in het opwekken van de illusie dat
consumeren gelukkig maakt.
Dat we steeds meer consumeren zonder er gelukkiger van te worden, is een
fundamentele tegenstrijdigheid in het economische discours. (p. 36)
11. Consumentensoevereiniteit???
Economen denken dat mensen rationaal handelen
Dat ‘de markt’ levert wat mensen willen
De consument is in hun ogen soeverein en de producenten passen
zich aan zijn behoeften aan. (p. 36)
Maar in de praktijk is de producent soeverein. De consument loopt
aan de leiband en wordt dan ook niet echt gelukkiger van zijn
toenemende consumptie.
Lees: Martin Lindstrom. Brandwashed : hoe bedrijven ons
manipuleren en overhalen te kopen (2012)
12. Mensen zijn niet rationeel en
autonoom
We beslissen doorgaans emotioneel en onbewust
Zijn uiterst beïnvloedbaar
Zijn meestal onvoldoende geïnformeerd om de juiste beslissing te (kunnen)
nemen
Zo zijn we, in onze steeds complexer wordende samenleving en met veel meer
geld op zak, steeds vatbaarder geworden voor manipulatie door marketing. (p.
38)
Reclame is overal en voortdurend aanwezig. Reclame financiert het gros van de
media … We leven steeds meer in een reclamecultuur. (p. 39)
13. Discrepantie, tegenstrijdigheid
Economen en beleidsmakers gaan uit van rationele
consumenten en het gelijk van de vrije markt
Als de producent soeverein is en de consument aan de
leiband loopt, waarom zou de vrije markt dan superieur
zijn? Alleen maar omdat de producenten kunnen verkopen
wat zij willen?
Wat doet de vrije markt met de samenleving?
14. Zin 1 - De markt verandert …
onze verlangens in behoeften en onze behoeften in absolute onmisbaarheden,
creëert verlangens die we niet wensen te hebben,
maakt ons ongeduldig en ondermijnt onze zelfsturing,
vervreemdt ons van onszelf,
en brengt de mens tot obesitas
onderschatting van risico’s,
competitie in hebzucht,
depressiviteit en sociale angst, (Paul Verhaeghe)
infantiliteit,
ressentiment.
15. Zin twee en drie
De markt bederft kinderen (Benjamin Barber)
met alle langetermijngevolgen van dien.
De markt ondermijnt de fundamenten van onze samenleving
en de publieke zaak
en verslindt burgerschap, (Benjamin Barber)
commercialiseert sociale relaties,
creëert een cultuur van weinig winners en veel losers
en koopt menselijke waardigheid af.
16. Het gevolg van dit alles
Ons consumentisme gaat ten koste van de samenhang van onze samenleving en
van onze waardigheid en menselijkheid.
De alomtegenwoordigheid van commerciële manipulatie veroorzaakt een
sluipende commercialisering van onze cultuur: mensen worden consumenten,
burgers worden egoïstische calculeerders, buren en collega’s worden
concurrenten, waardige en trotse personen worden materialisten.
Omdat het proces sluipend verloopt, valt het ons niet op.
Door de neoliberale consensus hebben we in de afgelopen drie decennia op
steeds meer terreinen marktwerking toegelaten en zelfs bevorderd.
Michael Sandel. Niet alle is te koop : de morele grenzen van marktwerking
(2012)
17. De trend keren?
We verliezen ons geleidelijk in toenemend egoïsme …
Deze paradoxale ontwikkeling doen nog het meest denken
aan verslavingsgedrag. Door onze consumptiedwang
verwaarlozen we onze sociale relaties en investeren we
minder in de samenleving.
Je zou kunnen zeggen dat het tijd wordt om de trend naar
een marktsamenleving om te keren, om de
commercialisering van onze cultuur te beëindigen en weer
op zoek te gaan naar andere waarden dan die van het geld.
(p. 43)
18. De kern?
Economische wetten dragen hun eigen tegendeel in zich, want ze zijn niet alleen niet
onaantastbaar, ze tasten elkaar en zichzelf aan.
Het economisch systeem keert zich tegen zijn eigen bestaansvoorwaarden, doordat het ons
leefmilieu in ongerede brengt;
het financiële deelsysteem keert zich als een parasiet tegen de reële economie die het wordt
geacht te faciliteren;
we gaan maar door met onze tijd en aandacht te offeren voor stresserend werk en steeds meer
consumptie,
die ons niet gelukkiger maakt;
we blijven maar geloven, net als zowat alle economen, dat wijzelf ons gedrag bepalen terwijl wij
in werkelijkheid het mikpunt vormen van massieve commerciële manipulatie door onze
marketeers. (p. 46)
19. Mondig maar machteloos
Zijn we autonomer, zelfbewuster, evenwichtiger, gelukkiger of waardiger
geworden?
Vaak bestaat de neiging om mensen te zien als rationele wezens – het gros van
de economen doet niet anders.
Waardige mensen willen ook als zodanig gezien worden: zich volledig bewust
van hun handelen. Wie kennis en inzicht heeft vermeerderd en die wil inzetten
bij zijn handelen, ziet zichzelf daarbij ook als rationeel mens.
Dan is het frustrerend dat de moderne neurowetenschap en psychologie leren
dat ons gedrag juist door ons onbewuste wordt bepaald (Damasio, Dijksterhuis,
Swaab) (e.a.) (p. 52)
20. Een fonds als tegenwicht
Het ontbreekt tegenwoordig niet aan kritiek op het neoliberalisme,
maar als het om oplossingen gaat, komen de critici meestal niet
verder dan een oproep aan de burgers om het anders te gaan doen,
zomaar uit zichzelf,
tegen de stroom van commerciële manipulatie in.
Vandaar mijn buitenissige beleidsvoorstel:
er zit niets anders op dan het instellen van het Ontplooiingsfonds.
(p. 69)
21. Een voorstel
De overheid vormt een fonds waaruit organisaties kunnen
putten die professionele reclame willen maken voor
activiteiten en doelen die concurreren met het door
commerciële marketing opgezweepte consumentisme.
Het Ontplooiingsfonds wordt beheerd door een bij wet
ingestelde onafhankelijke instelling. (p. 63)
Mijn tweede keus zou dan zijn om het fonds te financieren
uit een kleine verhoging van de btw-tarieven.