SlideShare uma empresa Scribd logo
1 de 108
Baixar para ler offline
Waarom Marokkaanse moslimjongeren wel radicaliseren
            en Turkse moslimjongeren niet of nauwelijks.




Vruchtbare grond                                              1
Voor iedereen die heeft bijgedragen aan de
totstandkoming van deze scriptie.




                                       Vruchtbare grond
                                       Waarom Marokkaanse moslimjongeren
                                       wel radicaliseren en Turkse
                                       moslimjongeren niet of nauwelijks.


                                       Amsterdam, 25 april 2008


                                       Nynke C. C. Poortinga
                                       Studentnummer 0282316
                                       nynkepoortinga@hotmail.com


                                       Universiteit van Amsterdam
                                       Politicologie, Internationale Betrekkingen
                                       Begeleider: Prof. dr. Gerd Junne
                                                                                    2
“Wie religie en politiek van elkaar wil scheiden,
       heeft van beide niets begrepen”.
                              M O HAN DAS K . GAN D H I




                                                          3
Inhoudsopgave                         1.4           Voedingsbodem                                      24
                                                                1.4.1         Voedingsbodem                                      24
Inleiding                                                  10   1.4.2         Religieuze context                                 25
                                                                1.4.3         Overheidsbeleid                                    25
Hoofdstuk 1 Islamitisch radicalisme op Nederlandse bodem        1.4.4         Economische trends                                 26
1.1         Nedersalafisme                                 19   1.4.5         Slotopmerking                                      26
1.1.1       Salafisme                                      19
1.1.2       Doelen                                         19   1.5           Samengevat                                         27
1.1.3       Aanhang                                        20                 Noten                                              28
1.1.4       Profiel                                        20
                                                                Hoofdstuk 2   In de moskee
1.2         Oorsprong en debat                             20   2.1           Inleiding                                          33
1.2.1       Oorsprong                                      20   2.1.1         Hypothese en toelichting                           33
1.2.2       Wrok jegens het westen                         21   2.1.2         Methodiek                                          33
1.2.3       Radicaliseringsgolf in West-Europa             21
                                                                2.2           Migratiecontext                                    33
1.3         Leemte                                         22
1.3.1       Leemte in de sociale wetenschappen             22   2.3           Islamitische organisatie Marokkaanse gemeenschap   34
1.3.2       Marokkaanse oververtegenwoordiging taboe?      23   2.3.1         UMMON                                              34
                                                                2.3.1.1       Ideologie                                          34
                                                                2.3.1.2       Organisatiestructuur                               35




                                                                                                                                      4
2.3.1.3   Jongeren                                      35   2.5           Vergelijking                                     41
2.3.2     Vrije moskeeën: de islamisten                 35   2.5.1         Conclusie hypothese                              41
2.3.2.1   Ideologie                                     36   2.5.2         Verklaring                                       41
2.3.2.2   Organisatiestructuur                          36   2.5.3         Kanttekening: Turkse islamisten                  42
2.3.2.3   Jongeren                                      36                 Noten                                            43


2.4       Islamitische organisatie Turkse gemeenschap   37   Hoofdstuk 3   In het stemlokaal
2.4.1     Süleymancilar                                 37   3.1           Inleiding                                        46
2.4.1.1   Ideologie                                     37   3.1.1         Hypothese en toelichting                         46
2.4.1.2   Organisatiestructuur                          37   3.1.2         Methodiek                                        46
2.4.1.3   Jongeren                                      38
2.4.2     Diyanet                                       38   3.2           Migratiecontext                                  47
2.4.2.1   Ideologie                                     38
2.4.2.2   Organisatiestructuur                          38   3.3           Politieke participatie Marokkaanse gemeenschap   48
2.4.2.3   Jongeren                                      39   3.3.1         Opkomst gemeenteraadsverkiezingen                48
2.4.3     Milli Görüs                                   39   3.3.1.1       Amsterdam                                        48
2.4.3.1   Ideologie                                     40   3.3.1.2       Rotterdam                                        48
2.4.3.2   Organisatiestructuur                          40   3.3.1.3       Etnisch stemmen                                  49
2.4.3.3   Jongeren                                      40   3.3.2         Politiek vertrouwen                              50
                                                             3.3.3         Jongeren                                         51
                                                             3.3.3.1       Stemgedrag                                       51




                                                                                                                                 5
3.3.3.2   Politieke betrokkenheid                     51   Hoofdstuk 4   Op de werkvloer
3.3.3.3   Politiek vertrouwen                         51   4.1           Inleiding                     62
                                                           4.1.1         Hypothese en toelichting      62
3.4       Politieke participatie Turkse gemeenschap   52   4.1.2         Methodiek                     62
3.4.1     Opkomst gemeenteraadsverkiezingen           52
3.4.1.1   Amsterdam                                   52   4.2           Migratiecontext               63
3.4.1.2   Rotterdam                                   52
3.4.1.3   Etnisch stemmen                             52   4.3           Sociaaleconomische situatie
3.4.2     Politiek vertrouwen                         53                 Marokkaanse gemeenschap       64
3.4.3     Jongeren                                    54   4.3.1         Eerste generatie              64
3.4.3.1   Stemgedrag                                  54   4.3.1.1       Opleidingsniveau              64
3.4.3.2   Politieke betrokkenheid                     55   4.3.1.2       Werk en inkomen               64
3.4.3.3   Politiek vertrouwen                         55   4.3.2         Huisvesting                   65
                                                           4.3.2.1       Wijken                        65
3.5       Vergelijking                                56   4.3.2.2       Huis                          65
3.5.1     Conclusie hypothese                         56   4.3.2.3       Tevredenheid                  65
3.5.1.1   Eerste generatie                            56   4.3.3         Jongeren                      66
3.5.1.2   Marokkaanse en Turkse jongeren              56   4.3.3.1       Opleidingsniveau              66
3.5.2     Verklaring                                  57   4.3.3.2       Jeugdwerkloosheid             66
          Noten                                       58   4.3.4         Discriminatie                 67




                                                                                                            6
4.4       Sociaaleconomische situatie Turkse gemeenschap   68   Hoofdstuk 5   Oorzaak en gevolg
4.4.1     Eerste generatie                                 68   5.1           Religieuze organisatie en islamitisch radicalisme   78
4.4.1.1   Opleidingsniveau                                 68   5.1.1         Virtuele radicalisering                             78
4.4.1.2   Werk en inkomen                                  68   5.1.2         Islamistische kapers                                79
4.4.2     Huisvesting                                      69
4.4.2.1   Wijken                                           69   5.2           Politieke participatie en islamitisch radicalisme   80
4.4.2.2   Huis                                             69   5.2.1         Vertrouwensbreuk                                    81
4.4.2.3   Tevredenheid                                     69   5.2.2         Legitimiteitsprobleem                               82
4.4.3     Jongeren                                         69
4.4.3.1   Opleidingsniveau                                 69   5.3           Sociaaleconomische situatie en
4.4.3.2   Jeugdwerkloosheid                                70                 islamitisch radicalisme                             83
4.4.4     Discriminatie                                    70   5.3.1         Integratieparadox                                   83
                                                                5.3.2         Koren op de molen                                   84
4.5       Vergelijking                                     71   5.3.2.1       Lager opgeleide moslimjongeren                      85
4.5.1     Conclusie hypothese                              71   5.3.2.2       Hoger opgeleide moslimjongeren                      85
4.5.1.1   Eerste generatie                                 71
4.5.1.2   Marokkaanse en Turkse jongeren                   71   5.4           Samengevat: de kracht van sociaal kapitaal          85
4.5.2     Verklaring                                       72                 Noten                                               87
4.5.2.1   Turks arbeidscircuit                             72
4.5.2.2   Turkse ondernemersgeest                          72
          Noten                                            74




                                                                                                                                       7
Hoofdstuk 6   Conclusie
6.1           Antwoorden                    90
6.1.1         Theorie                       90
6.1.2         Empirie                       90
6.1.2.1       Hypothese 1                   90
6.1.2.2       Hypothese 2                   91
6.1.2.3       Hypothese 3                   91
6.1.3         Analyse                       92
6.1.3.1       Religieuze factoren           92
6.1.3.2       Politieke factoren            92
6.1.3.3       Sociaaleconomische factoren   92
6.1.4         Antwoord hoofdvraag           93


6.2           Reflectie                     94
6.2.1         Overdenkingen                 94
6.2.2         Gebruik van de theorie        95
6.2.3         Belang voor de wetenschap     95


Bronnen                                     97




                                                 8
Inleiding




            9
Aanleiding                                                  Mohammed is één van de naar schatting ongeveer 50.0001 moslims in
                                                                                                  Nederland, die zich aangetrokken voelen tot het islamitisch radicalisme
“Vooral na 11 september [2001] begon ik vragen te stellen over het geloof (...)                   (AIVD, 2007: 29). Het gaat slechts om een paar procent van de Nederlandse
en de positie van moslims in de wereld. Voorheen was ik helemaal niet praktiserend.               moslims. Bovendien is niet gezegd dat iedereen uit deze groep uiteindelijk
(...) Ik ben inmiddels een beter mens geworden. (...) Op een gegeven moment                       het radicaalislamitische gedachtegoed volledig zal accepteren. Noch verwacht
kan de Nederlandse regering zich niet langer permitteren de moslims te negeren.                   de Nederlandse Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) dat
Er kan geen sprake zijn van een compromis van de kant van de islam en de                          islamitische radicalen acuut de Nederlandse rechtsorde of het welzijn van de
moslims. Alleen de ongelovigen moeten concessies doen. (...) Moslims zijn zich                    bevolking bedreigen.
in de afgelopen jaren over de hele wereld gaan verspreiden, met als doel een                      Toch staat de opkomst van het islamitisch radicalisme in Nederland centraal
islamitische staat overal in de wereld te stichten. Dit zal lukken met de hulp                    in deze scriptie. Waarom? Ten eerste, omdat de sterke groei (AIVD, 2007:
van Allah”.                                                                                       29) van de beweging wel grote gevolgen kan hebben: de AIVD spreekt van
(Mohammed in Buijs et al., 2006: 107-110).                                                        een ‘sluipend proces, dat (...) de cohesie en onderlinge solidariteit in de


  Islamitisch radicalisme                                       aan het dictatoriale bewind van Robert Mugabe.               interpretaties. De islam is superieur aan andere religies.
  Het veelgebruikte radicalisme is een ‘nogal ruime             Kortom,    een   heldere    definitie   van   Islamitisch    Daarom moet de islam de basis vormen voor staat
  containerterm’, vinden politicologen Frank J. Buijs,          radicalisme is essentieel: De gedachtegang van               en samenleving; 6) Het is van het grootste belang dat
  Froukje Demant en Atef Hamdy (Buijs et al., 2006: 14).        het islamitisch radicalisme heeft volgens Buijs et al.       moslims actief proberen deze islamitische staat te
  Het verwijst naar ‘ernstige onvrede’ met een bestaande        de volgende standpunten: 1) De rol van de islam is           realiseren.
  maatschappelijke situatie, een ‘beeld van mensen en           uitgespeeld in de politiek en de maatschappij, waardoor      Het islamitisch extremisme vult deze standpunten aan
  instellingen, die hiervoor verantwoordelijk zijn’, een        ondergang van de samenleving onvermijdelijk is; 2) De        met de volgende denkbeelden: 7) Verwezenlijking van
  ideaalbeeld van hoe het wel moet, en wie dat kunnen           burgerlijke en politieke elite zetten de islam bewust op     de islamitische staat en de heerschappij van Allah is het
  bewerkstelligen (Buijs et al., 2006: 14). Binnen dit begrip   een zijspoor en dat rechtvaardigt wantrouwen en verzet       hoogste doel en heiligt daarom alle middelen; 8) Alleen
  valt de activist, die met behulp van (il)legale middelen      jegens hen en hun sociaal-politieke orde; 3) De meeste       de ware moslims horen bij Allah, alle overige moslims
  strijdt voor sluiting van een laboratorium, waar dier-        religieuze gezagsdragers accepteren de teloorgang van        en ongelovigen zitten in het kamp van het Kwaad; 9)
  proeven worden gehouden. Of de pro-Tibetaanhanger,            het primaat van de islam en plegen daarom verraad; 4)        Het is de plicht van alle ware moslims om dit Kwaad met
  die probeert de Olympische fakkelloop in Parijs te            De basis van de islam moet worden hersteld door terug        alle denkbare middelen te bestrijden en de gewenste
  frustreren. Ook ‘radicaal’ is het lid van de politieke        te keren naar de traditionele islamitische normen en         samenleving te realiseren (Buijs en Harchaoui, 2005:
  oppositie in Zimbabwe, die de hulp inroept van de             waarden en de letterlijke lezing van de heilige boeken; 5)   98, 99; Buijs et al., 2006: 15).
  Internationale Gemeenschap om een eind te maken               Deze interpretatie van de islam is superieur aan andere
                                                                                                                                                                                          10
samenleving en de vrije uitoefening van (klassieke) grondrechten kan aantasten’.   gebouwde Westen, staat in de kinderschoenen. Deskundigen zijn daarom
                 De nationale veiligheidsdienst vreest dat deze op langere termijn leidt tot        voorzichtig met het geven van antwoorden op deze nijpende vraag: Omzichtig
                 het ontstaan van ‘parallelle samenlevingsstructuren [van radicale moslims]         zoeken zij de oorzaak in de achtergestelde sociaaleconomische situatie
                 met verwerping van het gezag van de overheid en het streven naar eigen             van immigranten; het seculiere en schijnbaar islamonvriendelijke politiek
                 rechtssystemen; interetnische spanningen; en ernstige maatschappelijke onrust      en maatschappelijk klimaat; en de vervreemdende werking van schijnbaar
                 en polarisatie’ (AIVD, 2007: 10).                                                  ongenuanceerde mediaberichtgeving over de islam en allochtonen.
                 Ten tweede, omdat radicaliserende moslims in Nederland vooral (tweede              Ten derde, omdat radicaliserende moslims in Nederland vooral een Marokkaanse
                 generatie2) jongeren betreft, die hier geboren en getogen zijn (Buijs et al.,      achtergrond hebben (Buijs et al, 2006: 20; AIVD, 2004a/b/c, 2007). Jongeren
                 2006: 242). Jongeren, die eens Nederlandse uitgaansgelegenheden bezochten,         van Turkse afkomst radicaliseren niet of nauwelijks, ondanks de overeenkomstige
                                                             plezier maakten met autochtone         religieuze beleving, sociaaleconomische status en migratiegeschiedenis.3 Deze
Moslims                                                      vrienden en zich thuis leken           constatering vormt het uitgangspunt voor deze scriptie.
Een kritische noot bij het gebruik van de term moslim is     te voelen in dit land. Jongeren,
essentieel. Ik bedoel het volgende: individuen, die zichzelf die zich nu terugtrekken uit de
‘moslim’ noemen of zich hiermee vereenzelvigen.
                                                             Nederlandse samenleving en zich                                            Focus
Daarmee wil ik deze personen geenszins degraderen
                                                             afkeren van haar niet-islamitische
tot een ééndimensionale identiteit. Integendeel, de
islamitische identiteit is slechts één van velen: een moslim
                                                             inwoners. Ouders, imams, politici,     Marokkaanse jongeren radicaliseren wel, Turkse jongeren niet. Waarom? Zijn
kan tevens Berber zijn, piloot, salsadanser en inwoner       journalisten en sociale weten-         Turkse jongeren niet gevoelig voor het radicaalislamitische gedachtegoed?
van Amsterdam Oud-Zuid. Bij radicale moslims treedt          schappers vragen zich af: Waarom?      Politicoloog en onderzoeker Jean Tillie denkt van wel: Volgens hem zijn
de islamitische identiteit wel op de voorgrond en verdringt  Grootschalig kwantitatief onderzoek    Marokkaanse en Turkse jongeren in Nederland in beginsel even ontvankelijk
deze andere identiteiten. Overigens heb ik tijdens het       naar islamitisch radicalisme in        voor radicaalislamitische denkbeelden (Bron: interview met Tillie). Zijn
schrijven van deze scriptie de indruk gekregen, dat
                                                             het op christelijke fundamenten        assumptie doet vermoeden dat er factoren zijn, die de ontwikkeling van
bekeerde moslims het meest fanatiek zijn in hun geloof.
In de studie Strijders van Eigen Bodem (2006) van Buijs
et al. komen veel jongeren aan bod die vroeger niet
praktiseerden, maar nu overtuigd salafi zijn.




                                                                                                                                                                                      11
radicale denkbeelden bij Turkse jongeren afremmen en/ of deze bij Marokkaanse                     vormt het wetenschappelijke gereedschap voor de opbouw van deze
jongeren stimuleren. Dit vermoeden is de basis voor deze scriptie.                                scriptie. Wellicht leven Nederlandse Marokkanen en Nederlandse
                                                                                                  Turken in Nederland onder verschillende omstandigheden. Misschien kent
Theorie                                                                                           de Marokkaanse moslimgemeenschap daardoor wel een voedingsbodem
In de jaren ’80 ontwikkelen politicoloog Gabriel A. Almond, historicus                            voor islamitisch radicalisme ontwikkeld en de Turkse moslimgemeenschap
R. Scott Appleby en historicus Emmanuel Sivan een multidisciplinaire theorie,                     niet of in mindere mate. Dit zou verklaren waarom radicaliserende
die aansluit bij dit vermoeden: Volgens de drie onderzoekers creëren                              moslimjongeren in Nederland voornamelijk een Marokkaanse achtergrond
bepaalde structurele leefomstandigheden een voedingsbodem waarin radicale                         hebben en niet of nauwelijks Turks zijn.
religieuze opvattingen kunnen wortelen. Deze ‘voedingsbodemtheorie’


 Moslimgemeenschap                                            bestempelen als gemeenschappen van moslims, ofwel               op de overkoepelende, islamitische verbondenheid.
 In het onderzoeksrapport Moslim in Nederland (2004),         moslimgemeenschappen. Andersom geldt hetzelfde: de              Nogmaals, ik voel mij hiertoe gerechtigd vanwege de
 een bundel van het SCP, de Universiteit Utrecht en de        meeste studies die ik heb geraadpleegd, onderzochten            hoge zelfidentificatie. De termen moslimgemeenschap
 Universiteit van Amsterdam (UvA) staat dat ongeveer          de etnische Marokkaanse en Turkse gemeenschap.                  en gemeenschap gebruik ik daarom synoniem aan
 98% van de Turkse respondenten en 99% van de                 Hoewel, de leden natuurlijk niet allemaal moslim zijn, recht-   elkaar. Dat SCP, Universiteit Utrecht en de UvA eveneens
 Marokkaanse respondenten in Nederland zichzelf in            vaardigen de eerdergenoemde hoge percentages van                op deze manier generaliseren, sterkt mij in deze keuze.
 1999 moslim noemde (Phalet et al., 2004b: 24). Voor          islamitische beleving het wel voor mij om te generaliseren.     Een kanttekening is op zijn plaats: het betreft hier
 97% van de tweede generatie Marokkanen en 87% van            Daarmee wil ik geenszins de twee gemeenschap-                   gegevens van een onderzoek uit 1999. Het is mogelijk
 de tweede generatie Turken is de islam belangrijk voor       pen portretteren als homogene groepen. Integendeel:             dat   de   religieuze   zelftoewijzing   van   Turkse   en
 de persoonlijke zingeving (Phalet et al., 2004c: 25). Deze   vooral de Marokkaanse gemeenschap is een bijzonder              Marokkaanse Nederlanders ten tijde van de publicatie
 hoge zelfidentificatie rechtvaardigt het voor mij om de      heterogene groep en staat bekend vanwege de interne             van deze scriptie is afgenomen.
 Marokkaanse en Turkse gemeenschap in Nederland te            verdeeldheid. In deze scriptie leg ik echter de nadruk




                                                                                                                                                                                           12
In deze scriptie staat de invloed van de leefomstandigheden van                 Leeswijzer
Marokkanen en Turken op het ontstaan van het islamitisch radicalisme            De scriptie bestaat uit drie delen, waarin de subvragen uit de vorige
centraal. Met behulp van interviews met deskundigen en een                      paragraaf centraal staan.
literatuurstudie wordt de volgende probleemstelling onderzocht:
                                                                                Deel I (theorie) bestaat uit hoofdstuk 1. Hierin wordt het karakter
Hoofdvraag | Welke rol hebben de structurele leefomstandigheden van             geschetst van de Nederlandse variant van het islamitisch radicalisme. Het
de Marokkaanse en Turkse gemeenschap in Nederland gespeeld bij het              beschrijft eveneens de theoretische context en kaders van deze scriptie.
hier opgekomen islamitische radicalisme?                                        Tot slot licht hoofdstuk 1 de voedingsbodemtheorie van Almond, Appleby
                                                                                en Sivan toe.
Deze hoofdvraag is opgesplitst in de volgende drie deelvragen:
                                                                                In de hoofdstukken 2, 3 en 4 van deel II (empirie) worden respectievelijk
Theorie | Wat is islamitisch radicalisme en hoe heeft deze ideologie voet aan   de religieuze, politieke en economische leefomstandigheden van de
Hollandse grond gekregen?                                                       Marokkaanse en Turkse gemeenschap in Nederland beschreven. Dat
                                                                                gebeurt aan de hand van hypothesen, die overeenkomstig de theorie van
Empirie | Kennen de Marokkaanse en Turkse gemeenschap structurele               Almond et al. zijn ontwikkeld. Aan het eind van de hoofdstukken wordt
leefomstandigheden, die een voedingsbodem kunnen creëren voor                   duidelijk of deze hypothesen bevestigd of weerlegd zijn. Tevens komt de
islamitisch radicalisme?                                                        migratieachtergrond aan bod.

Analyse | In hoeverre kunnen de structurele leefomstandigheden                  Hoofdstuk 2 behandelt de religieuze organisatie van de Marokkaanse en Turkse
van de Marokkaanse en Turkse gemeenschap de opkomst van het                     moslimgemeenschap aan de hand van de volgende hypothese: In Nederland
islamitisch radicalisme in Nederland verklaren?                                 is de Marokkaanse islamitische geloofsgemeenschap relatief los en de Turkse




                                                                                                                                                               13
islamitische geloofsgemeenschap relatief hecht georganiseerd. Het hoofdstuk      Deel III bestaat uit hoofdstuk 5. Hierin krijgt de lezer duidelijkheid over
beschrijft de verschillende islamitische stromingen binnen de Turkse en          de drie bestudeerde typen leefomstandigheden en hun relatie met de opkomst
Marokkaanse islam en hoe deze in Nederland zijn georganiseerd. Er wordt          van het islamitisch radicalisme in Nederland. De scriptie wordt afgesloten
speciaal aandacht besteed aan de mening en de invloed van moslimjongeren.        met een conclusie.

Hoofdstuk 3 stelt de politieke participatie centraal. Deze is bestudeerd
aan de hand van de volgende hypothese: De Marokkaanse gemeenschap                                               Verantwoording
neemt relatief weinig en de Turkse gemeenschap neemt relatief veel deel
aan de Nederlandse politiek. Het hoofdstuk beschrijft de deelname van            Keuze hypothesen
de twee gemeenschappen aan de gemeenteraadsverkiezingen in Rotterdam             Ik heb gekozen voor bovengenoemde hypothesen, omdat ik meen dat
en Amsterdam. De politieke betrokkenheid van moslimjongeren krijgt               daarmee de meest relevante dimensies zijn gedekt: religie, politiek en
speciaal aandacht.                                                               economie. Het gros van het Nederlandse sociaalwetenschappelijk onderzoek
                                                                                 naar allochtone bevolkingsgroepen is gewijd aan onderwerpen, die ook
Hoofdstuk 4 gaat in op de sociaaleconomische situatie aan de hand van            in deze scriptie aan bod komen: zelforganisatie, deelname aan de (lokale)
de volgende hypothese: De Marokkaanse gemeenschap kent een minder                Nederlandse politiek en de sociaalmaatschappelijke leefsituatie. Dat sterkt
gunstige sociaaleconomische situatie dan de Turkse gemeenschap. Het              mij in mijn uitgangspunt.
hoofdstuk beschrijft de werkgelegenheid, het opleidingsniveau, de woonsituatie   Graag had ik nog aandacht besteed aan sociologische en psychologische
en de tevredenheid hierover van de twee gemeenschappen. Er is speciaal           factoren. Ik ben ervan overtuigd dat onder meer gezinssituatie, opvoeding en
aandacht besteed aan het opleidingsniveau van moslimjongeren en de               psychologische kenmerken een belangrijke rol spelen bij de vraag waarom
jeugdwerkloosheid. Ook discriminatie door het bedrijfsleven komt aan bod.        een aantal moslimjongeren in Nederland radicaliseert. Deze elementen vallen echter




                                                                                                                                                                      14
buiten het politiek-maatschappelijke karakter van deze scriptie. Daarom heb                                         Doel scriptie
ik dat niet gedaan. Voor meer informatie over de invloed van sociologische
en psychologische kenmerken verwijs ik de lezer naar Buijs et al., 2006:             Met deze scriptie hoop ik een bijdrage te leveren aan het onderzoek naar
hoofdstuk 8; en Pels, 2003 en 1998.                                                  de groeiende populariteit van het radicaalislamitische gedachtegoed onder
                                                                                     Nederlandse moslimjongeren. Ik kom niet met oplossingen of aanbevelingen.
Moslimmeisjes                                                                        Deze scriptie dient de lezer vooral te helpen dit fenomeen te begrijpen.
Zoals eerder gezegd, zijn radicaliserende moslims vooral jonge mannen                Of het nou een tijdelijke hype is of een blijvend gegeven, dat onderdeel
met een Marokkaanse achtergrond. Andere groepen zijn autochtone                      uitmaakt van de emancipatie van moslimimmigranten.
bekeerlingen en jonge moslimvrouwen. De eersten komen niet aan                       Bovendien hoop ik aan te tonen dat religieus radicalisme niet van nature
bod in deze scriptie, omdat hierin de leefomstandigheden van moslim-                 voortkomt uit religie: politieke en maatschappelijke elementen spelen
immigranten zijn onderzocht.                                                         een even belangrijke of misschien wel belangrijkere rol. Noch is religieus
Waar de scriptie vertelt over (moslim)jongeren, kan jongens én meisjes               radicalisme een gevolg van gebrekkige integratie van islamitische immigranten:
worden gelezen. Een kanttekening is hier op zijn plaats: de in deze scriptie         de eigenheid van etnische en religieuze bevolkingsgroepen komt prominent
geraadpleegde studies gaan vooral over radicaliserende jongens. Het is               aan bod in deze scriptie. Maar, met name vanwege de interactie met de
bovendien goed mogelijk, dat de bestudeerde leefomstandigheden meer                  Nederlandse samenleving.
gelden voor jongens dan meisjes. Islamitische vrouwen spelen bijvoorbeeld
doorgaans geen rol in islamitische organisaties, laat staan dat jonge vrouwen hier
invloed op uitoefenen (Sunier, 1996).
Voor specifieke informatie over radicaliserende moslimmeisjes verwijs
ik de lezer graag naar het artikel Lijden, strijden, heilig worden van Jolande
Withuis (26/05/2007) en Nahed Selim’s reactie hierop: Dodelijke emancipatie
(16/6/2007) in het dagblad Trouw – De Verdieping.




                                                                                                                                                                      15
Deel I Theorie




                 16
Hoofdstuk 1 Islamitisch radicalisme op
                  Nederlandse bodem




                                         17
D
             it hoofdstuk gaat in op de volgende vragen: Wat is islamitisch
             radicalisme en hoe heeft deze ideologie voet aan Hollandse
             grond gekregen?
             De eerste paragraaf schetst het karakter van de Nederlandse
variant van het islamitisch radicalisme. De tweede paragraaf beschrijft
de internationale theoretische loopgravenoorlog tussen islamologen en
oriëntalisten: twee kampen die lijnrecht tegenover elkaar staan in hun
visie op de geschiedenis, de dreiging en de toekomst van de politieke islam.
De derde paragraaf stelt de vraag waarom radicale moslimjongeren in
Nederland voornamelijk tot één etnische groep behoren. De vierde paragraaf
beschrijft het theoretisch handvat waarmee deze vraag beantwoord dient
te worden. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een korte samenvatting
en een vooruitblik op deel II. f




                                                                               18
1.1 Nedersalafisme                                       jihadi salafi’s, die pleiten voor een (gewelddadige) strijd tegen ongelovigen,
                                                                                        inclusief gematigde moslims (Buijs et al., 2006: 69-96 en 132, 133).
1.1.1       Salafisme
Het kernconcept van het gedachtengoed van het islamitisch radicalisme                   1.1.2      Doelen
is din wa dawla; religie en staat zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.1             Wat willen Nederlandse salafi’s? Volgens Buijs et al. kennen de drie
Aanhangers willen het seculiere politieke bestel dat wereldwijd                         bovengenoemde groepen onderling grote meningsverschillen, maar delen
gangbaar is, vervangen door een bestuurlijk stelsel gebaseerd op islam-                 ze gemeenschappelijke kenmerken: Salafi’s verlangen ernaar de moslim-
itische grondbeginselen.                                                                wereld te verenigen in één overkoepelende islamitische staat, ingericht volgens
Vanwege de politieke doelstellingen zien islamologen2 het islamisme als                 de regels van de islam. Extreme salafi’s willen ook de westerse wereld, inclusief
een politieke stroming, die religieus is geïnspireerd. Deze assumptie, het              Nederland, onderwerpen aan islamitische wetgeving.
uitgangspunt voor deze scriptie, wordt verder toegelicht in paragraaf 1.2.1.            Salafi’s keuren in ieder geval het Nederlandse democratische stelsel af,
Nederlandse aanhangers van het islamitisch radicalisme noemen zich                      omdat deze door mensen is ingesteld. In een aantal gevallen leven zij in
veelal salafi’s.3 De huidige variant van het salafisme in Nederland combineert          geïsoleerde religieuze enclaves om zo min mogelijk met de Nederlandse
het gedachtengoed van de militante Egyptische oppositiebeweging                         maatschappij van doen te hebben.
Muslim Brotherhood met het wahhabisme, de puriteinse officiële godsdienst in            Salafi’s zijn ervan overtuigd dat zij de ‘ware’5 islam aanhangen. Dit betekent
Saoedi-Arabië4 (Buijs et al., 2006: 59, 150).                                           dat ze het bestaansrecht van andere geloofsvisies ontkennen. Met behulp
Politicologen Frank Buijs, Froukje Demant en Atef Hamdy onderscheiden                   van da’wa proberen ze ‘dwalende’ geloofsgenoten te overtuigen. Zo hopen
in de studie Strijders van Eigen Bodem (2006) in Nederland drie groepen                 ze islamisering van onderaf te realiseren. Extremistische salafi’s gaan een
salafi’s; a-politieke salafi’s, die zich alleen richten op da’wa (religieuze zending)   stap verder. Zij zijn bereid islamisering van de staat met geweld af te dwingen.6
en zich verre houden van de Nederlandse politiek en de gewelddadige
jihad; politieke salafi’s, die da’wa combineren met politiek activisme; en




                                                                                                                                                                            19
1.1.3     Aanhang                                                                                          1.2 Oorsprong en debat
Hoeveel procent van de islamitische geloofsgemeenschap in Nederland
is ontvankelijk voor het radicaalislamitische gedachtegoed? Schattingen            1.2.1     Oorsprong
lopen uiteen van 5%7 in Nederland tot 24% in Amsterdam.8                           De wortels van het islamitisch radicalisme liggen in het postkoloniale
De AIVD geeft aan dat sprake is van een ‘expontiële toename’ (AIVD,                Midden-Oosten. Na de onafhankelijkheid in de jaren ’60 bouwen de eerste
2007: 29). Het aantal salafitische predikers en lezingen is tussen 2005 en         Arabische overheden voort op het westerse seculiere staatsmodel. Van het
2007 minstens verdubbeld9, mede dankzij een actief rekruteringssysteem:            een op het andere moment zetten zij de modernisering in. Het resultaat is
tijdens lezingen worden talentvolle jongeren volgens de AIVD ‘gespot’ en           grote sociaaleconomische ongelijkheid, corruptie en politieke uitsluiting.
opgeleid tot prediker (AIVD, 2007: 29).                                            De staat wordt een vreemde voor het Arabische volk.
                                                                                   Er ontstaat een politieke oppositiebeweging met een religieuze basis:
1.1.4     Profiel                                                                  de politieke islam. Religie blijkt een effectief wapen, omdat religieuze
Wie zijn deze radicale moslims? Het gaat vooral om hier geboren en/ of             lijnen in het Midden-Oosten samenvallen met klassenlijnen: de rijke elite
getogen Marokkaanse jongeren.10 Ze zijn zowel laag- als hoogopgeleid.              is relatief seculier, de gedepriveerde onderklasse relatief vroom (Ayubi,
Buijs et al. stellen voorzichtig dat potentieel radicale jongeren de volgende      1991: hoofdstuk 10).
ideeën hebben: Het Westen bedreigt de islam en islamitische landen; islamitische
en Europese leefwijzen gaan niet goed samen; moslims worden in het Westen          Bovenstaand is de mening van islamologen, waarbij ik mij aansluit. Oriën-
behandeld als tweederangsburgers; hun gebrekkige opleidingsniveau of               talisten denken er heel anders over. De Amerikaanse historicus Bernard
werkloosheid is het resultaat van een discriminerende, anti-islamitische           Lewis, één van de bekendste hedendaagse oriëntalisten, beschouwt de
samenleving; politieke instituten en media moet je om die reden wantrouwen         islam als een politieke religie die eeuwen geleden al de basis vormde voor
(Buijs et al., 2006: 215, 216).                                                    het bestuur van het machtige Ottomaanse rijk. Daarmee onderschrijft




                                                                                                                                                                20
het oriëntalisme het radicaalislamitische standpunt dat religie en staat in          niale grootmacht volgens hen honderden jaren lang het Midden-Oosten
de islamitische wereld onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Dat de               geëxploiteerd. Ten tweede steunt het Westen tot op de dag van vandaag
politieke islam nu pas weer de kop opsteekt, komt volgens oriëntalisten              dictatoriale regimes in het Midden-Oosten, zoals die van Anware El-Sadat
doordat het koloniale westen en seculiere Arabische overheden haar lange             en zijn opvolger Hosni Mubarak in Egypte. Tot slot hebben de Verenigde
tijd hebben onderdrukt (Lewis, 1990: passim).                                        Staten zelf in de jaren tachtig de groei van de islamistische beweging
                                                                                     gestimuleerd om een prowesterse buffer te creëren tegen de communistische
1.2.2    Wrok jegens het Westen                                                      Sovjet-Unie (Fuller, 2003: hoofdstuk 10; Buijs et al., 2006: 159-161; Kepel,
Ook de motivatie van moslimextremisten om aanslagen te plegen in het                 2004: hoofdstuk 9).
Westen, is onderwerp van debat. Elf jaar voor de aanslagen in de Verenigde
Staten waarschuwt Bernard Lewis in het artikel Roots of Muslim Rage                  1.2.3     Radicaliseringsgolf in West-Europa
(1990) voor een eeuwenoude, diepgewortelde haat in de moslimwereld                   Het islamitisch radicalisme beperkt zich niet meer tot het verre Midden-
jegens de westerse cultuur. De woede is volgens Lewis een historische                Oosten. Sociale wetenschappers en Europese veiligheidsdiensten signal-
reactie op de teloorgang van het islamitische Ottomaanse Rijk en de                  eren onder westerse moslimjongeren in de arme buitenwijken van grote
opkomst van de losse, westerse leefstijl, die zich als een olievlek tot ver in het   West-Europese steden, een groeiende sympathie voor het gedachtegoed.
Midden-Oosten heeft verspreid (Lewis, 1990: 60). Jaren later bevestigt de            Voor oriëntalisten bewijst dit dat het islamisme wereldwijd terrein wint.
Nederlandse Arabist en oriëntalist Hans Jansen deze visie in de Volkskrant.          De verantwoordelijkheid hiervoor ligt volgens hen voor een groot deel bij
Volgens Jansen hebben islamisten “geen vrede met de superioriteit van                westerse politici. Zij zouden overdreven tolerant zijn en niet daadkrachtig
het westen en willen ze daar met behulp van terreur verandering in                   optreden. Na de moord op islamcriticus Theo van Gogh vertelt de Nederlandse
brengen”.11                                                                          Arabist Hans Jansen aan het Algemeen Dagblad dat “we [in Nederland]
Islamologen wijten de bloedige aanslagen in het Westen aan de westerse               net als de Azteken geen idee hebben van het gevaar waarin we verkeren”.12
geopolitiek en wel om drie redenen. Ten eerste heeft Europa als kolo-                Jansen hekelt het onduidelijke en ‘softe’ immigratiebeleid in Nederland.




                                                                                                                                                                    21
Hierdoor heeft zich volgens de arabist in achterstandswijken een islamitische       spreekt van een heersende “bunkermentaliteit” (Fuller, 2003: 211). Sinds
subcultuur kunnen ontwikkelen, die zich nu afzet tegen de Nederlandse               de aanslagen zijn volgens hem burgerlijke vrijheden in onder andere de
samenleving.3 Bernard Lewis meent zelfs dat Europese politici door hun              Verenigde Staten rigoureus beperkt. In andere westerse landen is het
politieke correctheid en ‘culturele zelfverachting’ islamisering op het continent   migratiebeleid flink aangescherpt. Dit beleid en de betrokkenheid bij de
‘onafwendbaar’ hebben gemaakt. Als Europeanen geen respect tonen voor               oorlog in Irak en Afghanistan resulteren volgens Fuller in een selffulfilling
hun eigen cultuur en verworven vrijheden, waarom zouden islamitische                prophecy: moslims keren zich af van de samenleving, omdat deze hen lijkt
migranten dat dan wel moeten doen, vraagt hij zich af.                              te verstoten (Fuller, 2003: ibidem.).
                                                                                    Ook Kepel wijst erop dat moslims in West-Europa sinds 2001 worden
De apocalyptische visie van oriëntalisten op het islamisme staat in scherp          geconfronteerd met een wantrouwige staat en samenleving. Daarnaast leven
contrast met het optimisme van islamologen. De bloedige aanslagen op                ze onder barre sociaaleconomische omstandigheden: Ze zijn nauwelijks
westerse doelen is voor hen een teken dat deze beweging wereldwijd aan              opgeleid, hebben geen werk en wonen samengepakt in slechte wijken.
populariteit inboet. De Franse Midden-Oostendeskundige en islamoloog                Volgens Kepel vormen deze leefomstandigheden tezamen een pasklaar recept
Gilles Kepel ziet het extremistische geweld als een “wanhopig symbool van           voor het ontwikkelen van een radicaalislamitische identiteit.14
isolatie, fragmentatie en afname” (Kepel, 2004: 375).
De groeiende schare van radicaalislamitische sympathisanten in West-Europa
lijkt sommige islamologen evenmin bezorgd te maken. Ze lijken dit                                                   1.3 Leemte
fenomeen te beschouwen als een onderdeel van de emancipatie van westerse
moslims (AIVD, 2007: 9-15; Buijs, 20/06/06, NRC Handelsblad).                       1.3.1    Leemte in de sociale wetenschap
Wel zijn islamologen het met hun oriëntalistische collega’s eens dat de             Volgens het Ministerie van Justitie, de Nederlandse Veiligheidsdienst AIVD
radicalisering van moslimjongeren deels westerse overheden te verwijten             en onderzoekers Frank Buijs, Froukje Demant, Atef Hamdy en Jean Tillie
valt. De Amerikaanse politiek analist en islamoloog Graham E. Fuller                hebben radicaliserende moslimjongeren in Nederland overwegend een




                                                                                                                                                                    22
Marokkaanse achtergrond (Buijs et al, 2006: 20; AIVD, 2004a/b/c, 2007).          Nederland is de gelijknamige bundel Moslims in Nederland (2004). De
Het aandeel radicale Turken is zowel in Nederland als in de rest van Europa      bundel is het resultaat van een samenwerkingsverband van het Sociaal en
tot nog toe gering.15                                                            Cultureel Planbureau (SCP), de Universiteit Utrecht en de Universiteit van
Dat is opvallend, omdat Turkse en Marokkaanse moslimjongeren in Nederland        Amsterdam. In deze studie zijn de resultaten opgenomen van kleinschalige
een vergelijkbare migratiegeschiedenis en sociaaleconomische positie kennen.16   onderzoeken (uitgevoerd tussen 1998 en 2002) naar de religieuze betrokkenheid
Bovendien delen zij dezelfde islamitische toewijding, praktijk en beleving.17    van Turken en Marokkanen19 in Nederland.
Sociale wetenschappers hebben hiervoor geen wetenschappelijke verklaring.        Na de extremistische moord op islamcriticus Theo van Gogh in 2004 komt het
Een reden is dat onderzoek naar de opvattingen van moslims in West-              islamisme in Nederland prominenter op de agenda. In mei 2006 publiceren
Europa en Nederland schaars is (Phalet et al, 2004a: 3). Onder meer, omdat       Frank J Buijs, Froukje Demant en Atef Hamdy de eerder genoemde studie
onderzoek onder allochtonen relatief moeilijk uit te voeren en daarom            Strijders van Eigen Bodem. Hierin analyseren zij interviews met salafitische
kostbaar is.18                                                                   en democratische moslimjongeren. In november 2006 presenteren Marieke
Een andere reden is, dat Nederlandse sociale wetenschappers geen                 Slootman en Jean Tillie van het Instituut voor Migratie en Etnische Studies
voedingsbodem vermoedden voor islamitisch radicalisme. Nico Landman              (IMES) onder grote media-aandacht Processen van Radicalisering. Waarom
concludeerde in 1992 dat “radicalisering (...) in deze [Nederlandse] samen-      sommige Amsterdamse moslims radicaal worden. De studie is het resultaat
leving zeer onwaarschijnlijk [was]” vanwege de vrijheid van godsdienst”          van een onderzoek naar radicale opvattingen onder moslims in Amsterdam.
(Landman, 1992: 180). Shadid en Van Koningsveld zeggen hetzelfde in
1997. Zij wijzen erop dat het democratisch leven in Nederland “pluralisme        1.3.2     Marokkaanse oververtegenwoordiging taboe?
bevordert, terwijl fundamentalisme bij de gratie van onderdrukking tot           Zoals gezegd neemt verklarend onderzoek naar de populariteit van het
bloei komt” (Shadid & Van Koningsveld, 1997: 40).                                islamitisch radicalisme in Nederland na de moord op Van Gogh toe. De
Eén van de weinige onderzoeken naar de opvattingen van moslims in                oververtegenwoordiging van Marokkaanse sympathisanten blijft echter




                                                                                                                                                                 23
onderbelicht. Waarom? Nederlandse onderzoekers lijken liever geen aandacht       kent Turkije met de huidige, regerende AK-partij, voortgekomen uit de
te besteden aan de oververtegenwoordiging van één etnische groep.20              islamitische Welvaartspartij, al jaren een islamistisch gekleurde overheid.21
Criminoloog en antropoloog Hans Werdmölder spreekt van een blinde                Wat betreft het tweede argument: islamisten stellen juist dat het Turkse
vlek, doordat sociale wetenschappers geen bijdrage willen leveren aan de         Ottomaanse Rijk de ultieme islamitische staat is geweest (Ayubi, 1990:
“stigmatisering van een kwetsbare minderheidsgroep” (Werdmölder, 2005: 61).      hoofdstuk 1). Het Arabische islamisme kent dus wel degelijk Turkse elementen.
Het is begrijpelijk en prijzenswaardig dat sociale wetenschappers voor-          Daarentegen heeft het Noord-Afrikaanse Marokko nooit deel uitgemaakt
zichtig omspringen met de relatie tussen cultuur en sociaal onacceptabel         van het glorieuze Ottomaanse Rijk. Bovendien heeft ruim 70% van de
gedrag. Maar, het kan onwetenschappelijk zijn. Zoals Werdmölder zegt:            Marokkanen in Nederland geen Arabische, maar een Berberse achtergrond
“Wetenschappers hebben de taak de plavuizen van de samenleving op te             (Obdeijn en De Mas, 2001: 12). In Marokko voelen Berbers zich gediscrimineerd
lichten. Niet om ongewenste gegevens (...) te verhullen of weg te verklaren”     ten opzichte van hun Arabische landgenoten.22 Dat het islamisme de Arabische
(Werdmölder, 2005: 61).                                                          broederschap verheerlijkt, lijkt daarom eerder een reden voor Marokkaanse
De AIVD geeft in het rapport Radicale dawa in verandering. De opkomst            jongeren om het gedachtegoed af te wijzen, dan om het te omarmen.
van islamitisch neoradicalisme in Nederland (2007) wel enkele verklaringen
voor de onder- en oververtegenwoordiging van respectievelijk Turkse en
Marokkaanse moslimjongeren. Turkse Nederlanders zijn volgens de AIVD                                        1.4 Voedingsbodem
gewend aan een seculiere staat, Marokkaanse Nederlanders niet. Bovendien
voelen Turken in tegenstelling tot Marokkanen geen verwantschap met              1.4.1    Voedingsbodem
het Arabische islamisme (AIVD, 2007: 37 en 41).                                  Uit de vorige paragrafen blijkt dat radicalisering een complex proces is met
Wat betreft het eerste argument: het is maar de vraag in hoeverre de politieke   historische, religieuze en politiek-maatschappelijke oorzaken. Politicoloog
situatie in Turkije en Marokko van invloed is op de politieke voorkeur van       Gabriel A. Almond, historicus R. Scott Appleby en historicus Emmanuel
jonge, in Nederland geboren en getogen Turken en Marokkanen. Bovendien           Sivan erkennen deze verschillende facetten. In de jaren ‘80 hebben zij ruim




                                                                                                                                                                 24
75 fundamentalistische23 netwerken wereldwijd onderzocht en zijn zij tot           overheidsbeleid; en economische trends. Met behulp van de Nederlandse
de volgende conclusie gekomen. De interactie tussen 1) bepaalde structurele        situatie licht ik deze hieronder kort toe.
leefomstandigheden van bevolkingsgroepen; 2) opvattingen van deze
bevolkingsgroepen; en 3) de invloed van de radicale elite, kan resulteren in een   1.4.2    Religieuze context
voedingsbodem voor religieus radicalisme (Almond et al., 2003: 116-135).           De meeste radicale afscheidingen ontstaan volgens Almond et al. als de
Structurele factoren als staatsstructuur en etnische samenstelling                 organisatie van een religieuze stroming zich beperkt rondom individuele
beïnvloeden bijvoorbeeld het denken en handelen van de bevolking: een              gemeenschappen of gebedshuizen. Er ontbreekt dan een strakke, verticale
overheid die een bepaalde etnische groep voortrekt, creëert onvrede onder          hiërarchie en er zijn geen vaste geloofsregels (Almond et al., 2003: 122).
de overige etnische groepen. Deze groepen zijn ontvankelijk voor de boodschap      Individuen kunnen zo makkelijker een eigen gebedshuis beginnen of de
van radicale religieuze leiders, waardoor een fundamentalistische beweging         koers van een bestaande kapen. Consequenties zijn er niet of nauwelijks,
kan ontstaan.                                                                      zoals een overkoepelende organisatie die de geldkraan dichtdraait.
                                                                                   Colin Mellis, adviseur voor de preventie van radicalisering bij de gemeente
De creativiteit en competenties van de radicale elite zijn volgens Almond          Amsterdam, herkent dit. Volgens hem zijn een aantal moskeeën in de
et al. doorslaggevend voor het ontstaan van een radicaal-religieuze beweging.      hoofdstad salafitisch gekleurd geraakt, omdat salafitische moslims hier het
De leiders hebben echter alleen succes bij een bevolking als sprake is             bestuur overnemen24.
van bepaalde structurele leefomstandigheden. Deze omstandigheden
creëren de vruchtbare grond waarin de fundamentalistische boodschap                1.4.3    Overheidsbeleid
kan wortelen.                                                                      Een overheid, die het religieuze karakter van bepaalde bevolkingsgroepen
Almond et al. noemen verschillende structurele factoren, die van                   negeert of hieraan juist veel aandacht besteedt, wekt volgens Almond et al.
invloed zijn op het ontstaan van een dergelijke voedingsbodem. Ik beperk           wantrouwen op. Etnische minderheden kunnen zich gediscrimineerd voelen
mij in deze scriptie tot de volgende drie: de religieuze context; het type         en dat maakt hen kwetsbaar voor radicalisering (Almond et al., 2003: 129).




                                                                                                                                                                 25
Almond et al. en Buijs bedoelen in deze context autocratische staats-          1.4.4     Economische trends
structuren, niet democratieën (Almond et al., 2003: 129-130; Buijs, 2002:      Een economische recessie, structurele werkloosheid of een onrechtvaardige
89). Toch kan ook een democratische overheid eenzijdige besluiten opleggen     verdeling van de welvaart kunnen radicale opvattingen genereren. Met
en allesoverheersend zijn. Graham Fuller stelt in zijn boek The Future of      name structurele werkloosheid creëert een “poel van potentiële rekruten”,
Political Islam dat de (radicale) moslimidentiteit sterker op de voorgrond     zeggen Almond et al. (Almond et al., 2003: 33) Volgen de auteurs werven
treedt, naarmate staten worden ervaren als “gevangenissen voor ongelukkige     radicale bewegingen daarom vooral onder laaggeschoolden en in de armere
[moslim]minderheden” (Fuller, 2003: 72). Kunnen moslims in westerse            wijken van grote steden (Almond, 2003: 33, 130).
democratieën zichzelf zien als gevangenen van een niet-islamitische            In Nederland zijn veel radicaliserende moslimjongeren juist hoger opgeleid
overheid? Misschien wel. Wanneer moslimgemeenschappen niet deelnemen           (Buijs et al., 2006: p. 203). Toch lijken ook zij een zwakke positie op de
aan de politiek, bijvoorbeeld door te stemmen, oefenen ze ook geen invloed     arbeidsmarkt te hebben. Volgens onderwijssocioloog Jaap Dronkers werken
uit op het overheidsbeleid. Wanneer ze dit overheidsbeleid als nadelig of      allochtone jongens vaker onder hun niveau en maken zij minder (snel)
krenkend ervaren, kunnen moslims zich machteloos voelen en zichzelf als        promotie dan hun autochtone collega’s.26
slachtoffers zien van een allesoverheersende overheid. Zelfs al functioneert   Met bovengenoemde factoren zijn de belangrijkste dimensies gedekt,
deze overheid volgens democratische rechtsregels.                              namelijk religie, politiek en economie.27 Het gros van het Nederlandse
In Nederland staan migranten en de islam prominent op de politieke agenda,     sociaalwetenschappelijke onderzoek naar islamitische migrantengroepen
mede dankzij de Partij voor de Vrijheid (PVV). Deze partij pleit onder meer    gaat over deze drie dimensies en dat sterkt mij in mijn uitgangspunt.
voor een burqaverbod en heeft grote kritiek op de koran.25 Het resultaat is
dat Nederlandse moslimjongeren zichzelf zien als “bedreigde tweederangs-       1.4.5  Slotopmerking
burgers”, zeggen Buijs et al. (Buijs et al., 2006: 214).                       Een nadeel van de hierboven beschreven voedingsbodemtheorie van
                                                                               Almond et al. is dat zij deze in de jaren ’80 hebben ontwikkeld op basis




                                                                                                                                                            26
van fundamentalistische bewegingen, die zijn ontstaan in hun natuurlijke           Om dit te onderzoeken vergelijk ik in deel II van deze scriptie de structurele
habitat: radicaalchristelijke netwerken in de christelijke Verenigde Staten,       leefomstandigheden van de Marokkaanse en Turkse gemeenschap in
radicaalislamitische netwerken in het islamitische Midden-Oosten, etc. Aan         Nederland met elkaar. Dat doe ik aan de hand van drie hypothesen op het
fundamentalistische bewegingen in een niet-natuurlijke religieuze omgeving         gebied van religie, politiek en economie. f
is, voor zover ik kan beoordelen, indertijd onderbelicht gebleven.
Deze scriptie toetst in de volgende hoofdstukken of de voedingsbodemtheorie
van Almond et al. ook de opkomst van het islamitisch radicalisme in het
van oudsher christelijke Nederland kan verklaren.



                               1.5 Samengevat


Onderzoekers Almond, Scott Appleby en Sivan stellen vast dat bepaalde
structurele omstandigheden een voedingsbodem creëren voor religieus
radicalisme. Ondanks dat Nederlandse Marokkanen en Nederlandse Turken
even gevoelig lijken te zijn voor het radicaalislamitische gedachtegoed,
radicaliseren Marokkaanse moslimjongeren wel en Turkse moslimjongeren
niet of nauwelijks. Hoe kan dat?
Vermoedelijk verschillen de structurele leefomstandigheden van Nederlandse
Marokkanen en Nederlandse Turken van elkaar. Wellicht is bij de eerste groep wel
sprake van een voedingsbodem voor islamitisch radicalisme en bij de tweede niet.




                                                                                                                                                                    27
1 Vrij vertaald, Ayubi,1990: 4.                                                                                   10 De overige groep radicale moslims bestaat uit autochtone bekeerlingen en recent gemigreerde
                                                                                                                  moslims. Bron: Buijs et al., 2006: 20; AIVD, 2007: 33; Tweede Kamerstuk 27925, 2003-2004: 3.
2 De wetenschap van de islam. Bron: Van Dale Woordenboek Hedendaags Nederlands.
                                                                                                                  11 Jansen, de Volkskrant, 19-09-2006.
3 Het salafisme is een strenge islamitische leer, die totale onderwerping aan God voorschrijft. Salaf
betekent voorvader en verwijst naar de periode waarin de profeet Mohammed, zijn volgelingen                       12 Jansen, het al.gemeen Dagblad, 04-11-04.
en zijn onmiddellijke opvolgers leefden. De moslimwereld beleefde toen een politieke, economische,
militaire en culturele bloeiperiode. Salafi’s geloven dat God met deze glorieuze era de eerste                    13 Lazaroff en Horovitz, The Jerusalem Post, 01-02-2007.
moslims beloonde voor hun ‘zuivere’ islambeleving. Zij pleiten daarom voor letterlijke naleving van
de islamitische richtlijnen, die in deze tijd zijn opgeschreven (Buijs et al., 2006: 15; Fuller, 2003: 38, 48).   14 Kepel, NRC Handelsblad, 27-08-05.

4 Voor meer informatie over het wahhabisme en haar invloed in Nederland. zie het AIVD rapport                     15 In 2005 constateert de Deense onderzoeker Michael Taarnby “that there is an absence of any
Saoedische invloeden in Nederland (2004).                                                                         significant component of Turks in the [islamist] (...) networks, despite the millions of Turks residing
                                                                                                                  in Europe” (Taarnby, 2005: 31). In de samenvatting van het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland
5 ‘Waar’ wordt (in deze context) beschouwd als subjectief begrip. Daarom is dit woord tussen                      (DTN) van 13/10/06, uit de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (Nctb) wel zorg over de
aanhalingstekens gezet.                                                                                           “groeiende radicalisering onder Turkse jongeren”, die eerder beperkt was (DTN, 2006: 4). Een jaar
                                                                                                                  later (in 2007) schrijft de AIVD dat radicaliserende jongeren nog steeds overwegend Marokkaans
6 Politicologen Frank Buijs, Atef Hamdy en Froukje Demant van de Universiteit van Amsterdam                       zijn en dat Turkse jongeren veel minder vatbaar lijken te zijn voor het salafitische gedachtegoed
interviewden voor hun studie Strijders van Eigen Bodem ruim twintig radicaalislamitische jongeren.                (AIVD, 2007: 38, 85).
Deze subparagraaf is gebaseerd op hun bevindingen. Bron: Buijs et al., 2006: 59-86 en 129-133.
                                                                                                                  16 In hoofdstuk 2, 3 en 4 wordt de migratiegeschiedenis en sociaaleconomische positie van Turken
7 AIVD, 2007: 29.                                                                                                 en Marokkanen in Nederland toegelicht.

8 In 2006 stellen politicologen Jean Tillie en Marieke Slootman vast dat ruim 24% van de moslims                  17 Voor respectievelijk 97% van de 2e generatie Marokkanen en 87% van de 2e generatie Turken
in Amsterdam een ‘orthodox religieuze overtuiging’ heeft en de islam als ‘politiek strijdpunt’                    is de islam belangrijk voor persoonlijke zingeving (Phalet et al., 2004c: 25). Drie op de tien 2e
beschouwt . Dit zijn kenmerken die gevoelig maken voor radicalisering. Bron: Tillie en Slootman,                  generatie Marokkanen en Turken bezoekt wekelijks de moskee (Phalet et al., 2004c: 94). Deze
2006: 24, tabel 11.                                                                                               bevindingen worden bevestigd in de studie Van Allah tot Prada (2006) van het Instituut voor
                                                                                                                  Multiculturele Ontwikkeling Forum. Onderzoekers Nabben et al. concluderen in deze studie dat
9 Volgens de AIVD worden in 2007 op dertig locaties lezingen gegeven door ongeveer 25 predikers,                  Turkse en Marokkaanse jongeren dezelfde religieuze beleving hebben (Nabben et al, 2006: 87).
waarvan er tien in opleiding zijn. Een lezing wordt bijgewoond door ongeveer 100 jonge Marokkanen. Bron:
AIVD, 2007: 29, 39.




                                                                                                                                                                                                                            28
18 Moeizaam en kostbaar vanwege onder meer de taalbarrière en de toegankelijkheid van allochtone      27 Uitgezonderd de sociologie en psychologie. Ik ben ervan overtuigd dat gezinssituatie, opvoeding
moslimgemeenschappen in Nederland (Vollebergh, W., 2002: 3, 4).                                       en psychologische kenmerken eveneens een belangrijke rol spelen bij de vraag waarom een aantal
                                                                                                      moslimjongeren in Nederland radicaliseert. Deze elementen vallen helaas buiten het politiek-
19 Ongeveer 98% van de onderzochte Turken en 99% van de onderzochte Marokkanen in                     maatschappelijke karakter van deze scriptie. Daarom heb ik hier geen aandacht aan besteed. Voor
Nederland ziet zichzelf in 1999 als moslim (Phalet et al, 2004b: 24). Deze overweldigende             meer informatie over de invloed van sociologische en psychologische kenmerken, verwijs ik de
religieuze zelftoewijzing is voor de onderzoekers en voor mij een rechtvaardiging om de Turkse en     lezer naar Buijs et al., 2006: hoofdstuk 8; en Pels, 2003 en 1998.
Marokkaans gemeenschap in Nederland te beschouwen als moslimgemeenschap. Vandaar dat de
term ‘moslimgemeenschap’ in deze scriptie wordt gebruikt als synoniem van de etnische Turkse
en Marokkaanse gemeenschap in Nederland. Een kanttekening is op zijn plaats: het betreft hier
gegevens van een survey uit 1999. Het is mogelijk dat de religieuze zelftoewijzing van Turkse en
Marokkaanse Nederlanders ten tijde van de publicatie van deze scriptie is afgenomen.

20 Voor meer informatie, zie hoofdstuk 3 van Marokkaanse jeugddelinquenten en het ITB-CRIEM
programma, de afstudeerscriptie van Elisabeth Marike Bachrach (2005, Universiteit van Amsterdam).

21 Kepel, 2004: hoofdstuk 15; Santing,21-04-1999, NRC Handelsblad http://www.nrc.nl/redactie/
W2/Lab/Turkije/pamuk.html (geraadpleegd op 06-04-08).

22 Het sociaaleconomische leven in Marokko richt zich vooral op Arabisch sprekenden, een taal
die de meeste Berbers niet machtig zijn. Daardoor maken ze onder andere minder kans op werk.
(Botje, 2001: 19; Hart, 2000: 7).

23 De auteurs definiëren fundamentalisme als een “onderscheidend patroon van religieus verzet
waarbij zelfbenoemde ‘ware’ gelovigen proberen de erosie van religieuze identiteit tegen te gaan en
alternatieven creëren voor seculiere instituties en gedragingen” (Almond et al, 2003: 17).

24 Bron: interview met Colin Mellis.

25 http://www.groepwilders.nl/.

26 Van Buuren, 18/11/04, Observant.




                                                                                                                                                                                                           29
Deel II Empirie




                  30
Hoofdstuk 2 In de moskee




                           31
V
         an theorie naar praktijk: Deel II van deze scriptie beschrijft
         in drie hoofdstukken de religieuze, politieke en economische
         leefwereld van de Marokkaanse en Turkse moslimgemeenschap
         in Nederland. Het volgende staat centraal: Kennen de
Marokkaanse en Turkse gemeenschap structurele leefomstandigheden,
die een voedingsbodem kunnen creëren voor islamitisch radicalisme?
Zo ja, komen deze verschillen overeen met de voedingsbodemtheorie
van Almond et al.? Ieder hoofdstuk vertrekt vanuit een hypothese,
gebaseerd op de theorie van Almond et al.


In hoofdstuk 2 staat de religieuze organisatie centraal. Deze is bestudeerd
aan de hand van de volgende hypothese: De Marokkaanse gemeenschap is
relatief los en de Turkse gemeenschap is relatief hecht georganiseerd.
Paragraaf 1 licht deze hypothese toe, paragraaf 2 geeft de lezer relevante
informatie over de migratieachtergrond. De derde en vierde paragraaf
beschrijven de religieuze organisatie van respectievelijk de Marokkaanse
en de Turkse moslimgemeenschap in Nederland. Op basis van deze
beschrijving wordt in de slotparagraaf geconcludeerd of de hypothese
al dan niet is bevestigd. f




                                                                              32
2.1 Inleiding                                    In Nederland is de Marokkaanse islamitische geloofsgemeenschap relatief
                                                                                los en de Turkse islamitische geloofsgemeenschap relatief hecht georganiseerd.
2.1.1     Hypothese en toelichting
Religieus radicalisme komt vaak voor bij stromingen, die losjes zijn            2.1.2     Methodiek
georganiseerd rondom individuele geloofsgemeenschappen (Almond et               Voor dit hoofdstuk maak ik primair gebruik van de volgende studies:
al., 2003: 122 en Buijs, 2002: 88). Ten eerste kunnen radicalen in een          Van mat tot minaret: de institutionalisering van de islam in Nederland van
autonome kerk of moskee makkelijker de religieuze koers beïnvloeden,            theoloog Nico Landman (1992); en De islam in beweging. Turkse jongeren
dan wanneer deze deel uitmaakt van een religieuze federatie. Ten tweede         en Islamitische Organisaties van antropoloog Thijl Sunier (1996).
is een radicale breuk minder ingrijpend, omdat er geen consequenties zijn:      Voor recente data heb ik geraadpleegd: Turkse Islam: perspectieven op
Er is geen overkoepelende autoriteit, die de geldkraan dichtdraait of die de    organisatievorming en leiderschap in Nederland van Kadir Canatan (2001);
enige weg naar de hemel pretendeert te kennen (Almond et al., 2003: 123).       People from the Middle East in the Netherlands van Hans van Amersfoort
Politicoloog Frank J. Buijs meent dat de islam in Nederland “geen kerkelijke    en Jeroen Doomernik (2003); en de SCP-deelstudie Moslim in Nederland.
structuren kent” en dat dit (mede) de opkomst van het islamitisch radicalisme   Islamitische Organisaties van Anja van Heelsum, Meindert Fennema en
verklaart (Buijs, 2002: 88). “De” islam bestaat echter niet. Eenheid in de      Jean Tillie (2004).
wijze waarop zij is georganiseerd daarom evenmin.
De salafitische beweging in Nederland trekt met name Marokkaanse
moslimjongeren aan. Turkse moslimjongeren radicaliseren niet of nauwelijks.                                 2.2 Migratiecontext
Overeenkomstig bovenstaande theorie van Almond et al. vermoed
ik dat de Marokkaanse variant (of varianten) van de islam in Nederland          De eerste Turkse en Marokkaanse moslims in Nederland zijn jonge mannen, die in
losser is georganiseerd dan de Turkse variant (of varianten) van de             de jaren ‘60 als gastarbeider naar Nederland vertrekken. De meeste van hen zijn
islam. Daarom toets ik in dit hoofdstuk de volgende hypothese:                  ongeschoold en komen van het traditionele platteland (Lindo et al., 1997: 58).




                                                                                                                                                                  33
In Turkije zijn religie en politiek gescheiden in een seculier staatsmodel,     Er is sprake van een losse verdeling tussen gebedshuizen, die zijn aangesloten
zorgvuldig bewaakt door het kemalistische leger (Canatan, 2001: hoofdstuk 2).   bij de Unie van Marokkaanse Moslim Organisaties Nederland (UMMON)
In Marokko vallen deze twee domeinen samen, omdat de Marokkaanse                en autonome moskeeën. De ideologie van autonome moskeeën varieert
koning tevens de hoogste religieuze gezagsdrager is (Landman, 1992:             van gematigd soennietisch tot islamistisch. Linkse oppositiegroeperingen
p. 51). In beide landen bepaalt de overheid echter de religieuze praktijk en    als het Komité Marokkaanse Arbeiders in Nederland (KMAN) hebben
zijn oppositiestromingen verboden (Lindo et al., 1997: 27).                     geprobeerd deze moskeeën te verenigen, maar zijn daarin niet geslaagd
Noch Turken, noch Marokkanen hebben hierdoor veel ervaring opgedaan             (Landman, 1992: 172, 173).
met organisatievormen als vakbonden of politieke partijen. Bovendien
ontbreekt het hen aan kennis van de Nederlandse taal en wetgeving. Daarom       2.3.1     UMMON
bloeit de islamitische organisatie pas op in de jaren ’701, met de komst        2.3.1.1 Ideologie | De Unie van Marokkaanse Moslim Organisaties Nederland
van gezinnen. Dan groeit de behoefte aan betere religieuze accommodatie,        (UMMON) is gelieerd aan de Marokkaanse overheid3 (Ter Wal, 2005: 30).
zodat kinderen bijvoorbeeld koranonderwijs kunnen volgen.                       Sinds 1982 vertegenwoordigt deze vereniging in Nederland de officiële
Wat begint met enkele moskeeën zal in enkele decennia uitgroeien tot een        islam, waarbij het standpunt van het Marokkaanse vorstenhuis de norm is.
geïnstitutionaliseerde Marokkaanse en Turkse infrastructuur met ruim 500        De ruim tachtig aangesloten moskeeën varen echter niet alle dezelfde
islamitische organisaties (Van Heelsum et al., 2004a: 3).                       ideologische koers. Er bestaat grote diversiteit in de mate van konings-
                                                                                gezindheid en iedere moskeeorganisatie bepaalt haar eigen religieuze
                                                                                beleid. Ter illustratie, de UMMON is er niet in geslaagd een consensus
       2.3 Islamitische organisatie Marokkaanse gemeenschap                     te creëren over de data van islamitische feestdagen.4 Een aantal moskeeën
                                                                                houdt zich aan de Marokkaanse kalender. Andere richten zich naar
De Marokkaanse moslimgemeenschap in Nederland kent in 2004 minimaal             islamitische landen in het Midden-Oosten (Landman, 1992: 164).
171 islamitische organisaties en 92 moskeeën2 (Van Heelsum et al., 2004a: 3).




                                                                                                                                                                 34
2.3.1.2 Organisatiestructuur | De UMMON moet de controle houden over         gevoelig. Financieel wanbestuur of geruchten hierover, zijn “een plaag”
de islambeleving van de Marokkaanse diaspora, maar slaagt daarin niet.       voor Marokkaanse moskeeorganisaties, zegt Landman (Landman, 1992: 70).
De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) beschrijft de
UMMON als een “nogal vaag verband van groeperingen”, die hun eigen           2.3.1.3 Jongeren | In Marokkaanse moskeeën maakt de eerste generatie de
beleid willen bepalen (Waardenburg, 2001: 25). Zo rekruteren ze imams5       dienst uit (Landman, 1992: 70; Tweede Kamerstuk 28689, 2004: 492). Dit
op hun eigen manier, ondanks door de UMMON vastgestelde standaardpro-        heeft gevolgen voor het aanbod van niet-religieuze activiteiten: Ten eerste,
cedures. Bovendien heeft de federatie moeite de achterban te mobiliseren:    hoe ouder de bestuursleden, hoe minder sociaal-culturele activiteiten er
Van de moskeeorganisaties die jaarlijks contributie betalen, bezoekt eind    in een moskee worden georganiseerd. Voor een belangrijk deel komt dit doordat
jaren ’80 niet meer dan 60% de algemene raadsvergaderingen (Landman,         het bestuur vindt dat zaken als tafeltennis en een voetbaltoernooi niet thuis
1992: 165).                                                                  horen in een moskeeorganisatie (Tweede Kamerstuk, 28689, 2004: p. 492).
Op lokaal niveau hebben moskeebesturen volgens theoloog Nico Landman         Een tweede gevolg is de generatiekloof tussen jongeren en de imam: De
eveneens “grote moeite om effectief te opereren” (Landman, 1992: 70).        religieuze voorganger is vaak een stuk ouder en spreekt over het algemeen
Dat komt doordat een formele organisatiestructuur vaak ontbreekt of          enkel Arabisch. Martijn de Koning en Edien Bartels stellen in hun artikel
uitsluitend op papier bestaat.6 Hoewel sommige Marokkaanse moskeeën          Voor Allah en Mijzelf. Jonge Marokkanen op zoek naar de ‘echte’ Islam
hierdoor prima functioneren, meent Landman dat dit gebrek de besluit-        (2005) dat de meeste Marokkaanse imams daarom geen flauw benul hebben
vorming bemoeilijkt. Ten eerste vinden activiteiten of het aanstellen van    van de wereld waarin moslimjongeren leven. Het gevolg is dat jongeren
een imam plaats volgens ongeschreven regels en met bemoeienis van de         zich buiten de moskeeorganisaties om verenigen of hun heil zoeken op
hele gemeenschap (Landman, 1992: 158). Ten tweede worden voortdurend         islamitische websites (De Koning en Bartels, 2005).
besluiten teruggedraaid. Zelfs als op grond hiervan al is onderhandeld met
Nederlandse instanties (Landman, 1992: 70). Tot slot maakt een gebrek        2.3.2    Vrije moskeeën: islamisten
aan vastgestelde regels en richtlijnen het beheer van een moskee fraude-     De “vrije moskee” is een term van het Komité Marokkaanse Arbeiders in




                                                                                                                                                             35
Nederland (KMAN). Deze linkse oppositiegroepering probeert in de jaren        “verval en [de] verwerpelijke vernieuwing” in de “ongelovige [Nederlandse]
‘80 tevergeefs islamitische verenigingen te verenigen, die niet aangesloten   maatschappij”. Ook richt het bestuur zich op de bekering van “dwalende”
zijn bij de UMMON. Volgens Landman mislukken deze pogingen doordat            geloofsgenoten (Landman, 1992: 176).
de UMMON de islam als strategisch wapen inzet in de strijd tegen de
Marokkaanse overheid (Landman, 1991: 172, 173). Moskeebestuurders             2.3.2.2 Organisatiestructuur | De Tawhidmoskee functioneert autonoom,
ontwikkelen een “afkeer tegen de nadrukkelijke politieke stellingname”        maar staat in contact met gelijkgezinde moskeeën (Landman, 1992: 175).
van de KMAN, aldus de theoloog (Landman, 1991: 173).                          Hoewel deze islamistische moskeeën voornamelijk een Marokkaanse achterban
Een aantal van deze vrije moskeeën heeft een radicaalislamitisch karakter.    hebben, worden ze vaak gefinancierd en bestuurd door niet-Marokkanen
Deze subparagraaf beschrijft de organisatie van één van hen: de Tawhid        (Van Heelsum et al., 2004a: 15; Landman, 1992: 183). De AIVD spreekt
Moskee in Amersfoort.                                                         van “islamistische filialen”, die worden gerund door met name Saoedische
                                                                              niet-gouvernementele organisaties (AIVD, 2004d: 3, 4).
2.3.2.1 Ideologie | In 1986 scheidt een groep jongeren zich af van de
officiële, bij de UMMON aangesloten Marokkaanse moskee in Amersfoort          2.3.2.3 Jongeren | In tegenstelling tot de moskeeën van de UMMON
om de Tawhidmoskee op te richten. Een belangrijke reden voor de breuk         richten islamisten zich specifiek op jongeren. Het gebrek aan activiteiten
is, dat de eerste moskee geen kritiek toestaat op het autocratische regime    voor jongeren bij de oude moskee in Amersfoort is een belangrijke reden
van het koningshuis in Marokko. Het bestuur van de Tawhid is eveneens         geweest voor de oprichting van de bovengenoemde Tawhid Moskee. De
kritisch over de Marokkaanse “gewoonte-islam”, die doordrenkt is van          Tawhid biedt recreatieve activiteiten, variërend van tafeltennis en -voetbal tot
niet-religieuze gebruiken. Conform het salafitische gedachtegoed stelt        computercursussen. Ook besteedt de moskee aandacht aan maatschappelijke
het bestuur een statuut op, waarin strikte navolging van de islamitische      problemen als werkloosheid (Landman, 177).
geschriften centraal staat (Landman, 1992: 176, 177).
De Tawhidmoskee wil met name jonge moslims beschermen tegen het




                                                                                                                                                                 36
2.4 Islamitische organisatie Turkse gemeenschap                    koranonderricht geniet grote faam. Zelfs ouders die bij een andere Turkse
                                                                              stroming horen, laten hun kinderen regelmatig bij de Süleymanci’s les
De Turkse islamitische gemeenschap in Nederland kent 356 islamitische         volgen (Sunier, 1996: 78).
organisaties en 205 moskeeën. De meeste zijn statutair verbonden aan          Religieuze bijeenkomsten zijn gericht op de heilzame invloed van de
de drie grootste ideologische bewegingen: de conservatief-mystieke            overleden oprichter Süleyman Hilmi Tunahan (Sunier, 1996: 52, 53). Dat
Süleymancilar; de Turks-nationalistische Diyanet; en de islamistische Milli   geeft de beweging een mystiek karakter.
Görüs. Europese koepelorganisaties bewaken het ideologisch gehalte van
de aangesloten stichtingen en verenigingen (Sunier, 1996: 40).                2.4.1.2 Organisatiestructuur | Het zwaartepunt van de organisatie ligt bij
                                                                              het Islamische Kulturzentrum (IKZ) in West-Duitsland. Vanuit dit centrale
2.4.1    Süleymancilar                                                        orgaan ontwikkelden de Süleymanci’s in de jaren ’70 een netwerk van
2.4.1.1 Ideologie | De Turkse Süleymanci’s zijn het eerst actief in Europa.   koranscholen annex gebedsruimtes door heel West-Europa. In 1972 vestigt
In Nederland beheren ze 20 moskeeën en 30 religieuze organisaties             de Nederlandse tak, de Stichting Islamitisch Centrum Nederland (SICN)
(Van Heelsum et al., 2004a: 11).                                              zich in een hoofdkantoor in Utrecht (Canatan, 2001: 86).
Er is weinig bekend over deze naar binnen gekeerde beweging                   De Süleymancilarbeweging kent een sterk hiërarchisch bestuur met verticale
(Sunier, 1996: 52). Wel is duidelijk dat de Süleymanci’s conservatief zijn:   gezagsverhoudingen (Landman, 1992: 72). Aangesloten stichtingen zijn
Ze stimuleren het dragen van hoofddoekjes en pleiten voor gescheiden          juridisch ondergeschikt aan het hoofdkantoor in Utrecht. Hier worden
gymnastiekles voor jongens en meisjes (Van Heelsum, 2004b: 27).               lokale bestuursleden benoemd en ontslagen (Canatan, 2001: p. 88, Sunier,
De Süleymanci’s richten zich primair op godsdienstonderwijs en hebben         1996: p. 103).
geen politieke aspiraties. Ze willen moslimjongeren in Nederland helpen       Wereldlijk en geestelijk bestuur zijn niet gescheiden in deze Turkse stroming.
een sterke islamitische identiteit te ontwikkelen om ze zo te beschermen      De landelijke voorzitter van de SICN is tevens hoofdimam. Ook bij lokale
tegen ‘slechte’ zaken als drank en drugs (Sunier, 1996: 103). Hun             moskeeorganisaties treden bestuursleden op als voorganger (Sunier, 1996: 103).




                                                                                                                                                               37
2.4.1.3 Jongeren | Jongeren zijn de belangrijkste doelgroep van de                De Diyanet propageert de Turks-islamitische Synthese, een gematigde
Süleymancilar, omdat religieus onderwijs de primaire activiteit is. Kinderen      soennitische islam die religie en politiek strikt gescheiden houdt. De synthese
bouwen vanaf een jaar of 7 een band op met de organisatie en de imam geniet       verheerlijkt de Turkse nationaliteit: een goed moslim heeft ook liefde voor
dan ook veel gezag bij jongeren. (Sunier, 1996: 100). Zo roemen jongeren          zijn Turkse vaderland. Andere islamvisies, inclusief de Arabische, worden
in de Merkez moskee in Rotterdam het laagdrempelige karakter van dit              als “achterlijk” beschouwd (Canatan, 1990: 90).
gebedshuis en de hechte band die ze hebben met de imam. Volgens hen is er
altijd ruimte om over persoonlijke problemen te praten. Daardoor brengen de       2.4.2.2 Organisatiestructuur | De Diyanet kent net als de Süleymancilar
jongeren veel vrije tijd door in de moskee, ondanks dat hier weinig recreatieve   een hiërarchisch bestuur met verticale gezagsverhoudingen (Landman,
activiteiten zijn. Hoewel jongeren bestuurlijke taken krijgen, maken              1992: 72). De ruim 140 aangesloten verenigingen staan onder leiding
ouderen vooralsnog de dienst uit in de Merkez moskee.7                            van twee landelijke koepelorganisaties: de Stichting Turks-islamitische
                                                                                  Culturele Federatie (TICF), opgericht in 1979 en de Islamitische Stichting
2.4.2      Diyanet                                                                Nederland (ISN)8, opgericht in 1982.
2.4.2.1 Ideologie | De Diyanet is de grootste Turkse islamitische beweging        De TICF houdt zich vooral bezig met sociaal-culturele en maatschappelijke
in Nederland: ruim 75% van de Turkse religieuze organisaties in Nederland         taken. Daarbij staan concrete zaken als taalproblemen centraal. Het bestuur
zijn hierbij aangesloten. Ter illustratie, als in een stad één Turkse moskee      bestaat uit Turkse migranten, afgevaardigden van aangesloten verenigingen.
staat, is dat meestal een Diyanetmoskee (Van Heelsum et al., 2004a: 8).           De ISN is betrokken bij de benoeming van bestuursleden van lokale
De Diyanetstroming in West-Europa staat onder controle van het                    moskeeorganisaties; bouwt, koopt en beheert moskeeën; is verantwoordelijk
gelijknamige ministerie van Godsdienstzaken in Turkije. Haar missie is te         voor de aanstelling en betaling van Turkse imams; en regelt de verspreiding
voorzien in de religieuze behoeften van de Turkse diaspora. Tegelijkertijd        van religieuze literatuur (Canatan, 2001: 89: Van Heelsum et al., 2004a: 58).
dient de beweging “extremistische” tendensen tegen te gaan, waarmee de            Het bestuur bestaat uit medewerkers van de Turkse ambassade (Canatan,
aanhang van de niet-officiële Turkse islam wordt bedoeld (Canatan, 2001: 90).     2001: 89). Met de oprichting van de ISN is de Turkse overheid er




                                                                                                                                                                    38
geleidelijk in geslaagd invloed uit te oefenen op de religieuze beleving       gesloten. In een reactie stapt het jongerenbestuur collectief op en het project
van de Turkse diaspora.                                                        gaat uit “als een nachtkaars” (Sunier, 1996: 91).
Geestelijke taken en bestuur zijn zowel bij de TICF als de ISN
strikt gescheiden, geheel in overeenstemming met het seculiere
Turks-Nationalistische ideaal (Sunier, 1996: 67).                              2.4.3     Milli Görüs
                                                                               2.4.3.1 Ideologie | Milli Görüs (Nationale Visie), de grootste Turkse
2.4.2.3 Jongeren | De Turkse overheid heeft lange tijd jongeren als            oppositiestroming in Nederland, kent volgens Van Heelsum et al. ongeveer
doelgroep verwaarloosd en richt zich vooral op het bouwen van moskeeën.        45 moskeeën en een “groeiend aantal” actieve jongerenverenigingen (Van
Het bestuur van deze moskeeën bestaat net als bij de Marokkaanse UMMON         Heelsum et al., 2004a: 9). Het karaker is niet-nationalistisch, waardoor ook
moskeeën uit mannen van de eerste generatie. Daardoor wordt weinig voor        veel Koerden zich bij de beweging hebben aangesloten (Sunier, 1996: 69).
jongeren georganiseerd.9 Antropoloog Thijl Sunier beschrijft de situatie van   Milli Görüs is een islamistische beweging. Voorlopers van de AK-Partij,
een jongerenvereniging in de Kocatepemoskee in Rotterdam, begin jaren ’90.     de politieke arm van Milli Görüs, hebben geprobeerd het vaderland te
De vereniging is verbonden aan de moskee, maar heeft haar eigen bestuur        islamiseren (Sunier, 1996: 55). Tegenwoordig volgt de AK-partij een mildere
en statuten (Sunier, 1996: 90). Bij wijze van experiment krijgt zij een        politieke koers. Wellicht is deze mede daardoor de grootste regerende partij
recreatieruimte toegewezen. Gezelligheid is hier prioriteit: Er staat een tv   in Turkije geworden.
en een tafeltennistafel. Ook doet de ruimte dienst als theehuis en worden      Auteurs betichten Milli Görüs ervan in Nederland “twee gezichten” te
er voorlichtingsbijeenkomsten gehouden, onder andere over seksueel             hebben (Van Heelsum et al., 2004a: 9). In Noord-Nederland zou de
overdraagbare aandoeningen (Sunier, 1996: 92).                                 beweging democratisch en tolerant zijn. Het zuiden volgt de koers van het
Het jongerencentrum is een daverend succes: ’s avonds staat het “stampvol”     hoofdkantoor in Duitsland: een “intolerante en antiwesterse islamistische
met jongens tussen de 15 en 22 jaar.10 De niet-religieuze activiteiten zijn    variant” (Den Exter in Van Heelsum et al., 2004a: 9).
het moskeebestuur echter een doorn in het oog en de recreatieruimte wordt      Ook Van Amersfoort en Doomernik beschouwen de zuidelijke tak als




                                                                                                                                                                 39
conservatief. Dat betekent volgens de auteurs niet, dat de zuidelijke Milli     2.4.3.3 Jongeren | Milli Görüs richt zich vooral op jongeren, die daarom
Görüsleden islamisering van de Nederlandse samenleving verlangen. Hiervoor      zowel in lokaal als landelijk bestuur steeds meer de dienst uitmaken
richten zij zich te veel op Turkije (Van Amersfoort en Doomernik, 2003: 185).   (Sunier, 1996: 112; Canatan, 2001: 132). Het jonge karakter geeft de
                                                                                beweging drie opvallende kenmerken: Ten eerste wil Milli Görüs jongeren
2.4.3.2 Organisatiestructuur | Milli Görüs kent net als de twee eerder-         “binnenboord houden” (Sunier, 1996: 80). Moskeeën zijn minder sterk
genoemde Turkse bewegingen een internationaal hiërarchisch bestuur              gericht op strenge ideologische beïnvloeding en bieden veel niet-religieuze
met verticale gezagsverhoudingen (Landman, 1992: 72). De Duitse                 activiteiten aan zoals sport en huiswerk-begeleiding. Ook helpen zij moslim-
koepelorganisatie AMGT (Organisatie van de Nationale Visie in Europa) is        jongeren bij het vinden van werk (Lindo et al., 1997: 39, 40). Hierdoor trekt
officieel sinds 1985 actief in Europa vanuit het West-Duitse Keulen.11 Zij      Milli Görüs veel jongeren aan, die lang niets met de islam hebben gedaan of
houdt intensief contact met de Nederlandse Islamitische Federatie (NIF) in      van wie de ouders tot een andere stroming behoren (Sunier, 1996: 80).
Utrecht én de twee grote regionale stichtingen (Sunier, 1996: 111).             Ten tweede zijn jongerenverenigingen in een vrij vroeg stadium formeel
In mei 2006 beslecht het Europese hoofdkwartier een conflict met het            losgekoppeld van de moskee, omdat er meningsverschillen ontstonden
liberale bestuur van Noord-Nederland door het voltallige bestuur in             tussen de eerste en tweede generatie moskeebezoekers (Sunier, 1996: 136 en
Amsterdam te vervangen door een conservatieve club. Ex-directeur Haci           184). Jongeren worden daardoor niet meer op de vingers gekeken, maar de
Karacaer beschrijft de kern van het conflict als volgt: “Amsterdam wilde        banden met de moskee blijven intact. Zij mogen een eigen beleid ontwikkelen
tot de (...) Nederlandse samenleving horen. [Keulen] blijft Turkije als         op voorwaarde dat deze niet in strijd is met de moskee. In ruil daarvoor krijgen
kompas zien”. Volgens ex-vice-voorzitter Üzeyir Kabaktepe houdt het             de verenigingen financiële steun. (Canatan, 2001: 160).
Europese bestuur met succes de spirituele leiding over haar Turkse achterban,   Ten derde stelt de relatief jonge achterban van Milli Görüs hoge eisen aan
waardoor deze niet tegen de wil van het bestuur durft in te gaan. Kabaktepe:    de aanstelling van imams: Ze willen dat hun opleidingsniveau hoger en hun
“Keulen volgen is het paradijs binnengaan” (Hoekman, 24/05/06,                  leeftijd lager is. Ook verlangen zij dat de imam kennis heeft van de Nederlandse
Reformatorisch Dagblad).                                                        samenleving en van de problemen waarmee moslimjongeren hier worstelen




                                                                                                                                                                   40
(Canatan, 2001: 168, 169). Is de gemeenschap niet tevreden over een imam?          Turkse moskeeën maken daarentegen deel uit van een verzuild netwerk,
Dan wordt hij onmiddellijk teruggestuurd naar Turkije (Sunier, 1996: 189).         waarbij de ideologische koers van individuele moskeeën van hogerhand
                                                                                   wordt bepaald.
                                                                                   Als van deze koers wordt afgeweken, kan de supranationale koepelorganisatie
                               2.5 Vergelijking                                    ingrijpen. Het conflict tussen het Europese hoofdkwartier van Milli Görüs en
                                                                                   de Noord-Nederlandse tak is hiervan een voorbeeld.
2.5.1     Conclusie hypothese
Aan het begin van dit hoofdstuk heb ik de hypothese gesteld, dat de                2.5.2     Verklaring
Marokkaanse islamitische gemeenschap relatief los en de Turkse islamitische        Waarom kent de Marokkaanse islamitische organisatie een lossere structuur?
gemeenschap relatief hecht is georganiseerd. De empirische resultaten              Deze vraag lijkt moeilijk te beantwoorden, omdat de Marokkaanse en
bevestigen deze stelling.                                                          Turkse diaspora in Nederland sterk overeenkomen: Eerste generatie
Ten eerste zijn over de Turkse islamitische infrastructuur in Nederland            Marokkaanse en Turkse migranten zijn over het algemeen beide laag
meer en gedetailleerdere studies beschikbaar dan over de Marokkaanse               opgeleid, onbekend met de Nederlandse taal en wetgeving en weinig
islamitische infrastructuur. Deze discrepantie komt niet voort uit gebrek          ervaren met organisatievormen. Bovendien heeft zowel de Marokkaanse als
aan interesse uit sociaalwetenschappelijke hoek. Volgens onderzoekers Van          de Turkse overheid geprobeerd de religieuze beleving van haar diaspora te
Amersfoort en Doomernik valt er simpelweg niets te onderzoeken vanwege             beïnvloeden.
de “lage organisatiegraad” van de Marokkaanse diaspora (Van Amersfoort et          Een belangrijk verschil is echter, dat alleen de Turkse overheid in haar
al., 2003: 185).                                                                   opzet is geslaagd (Bouddouft, 2005). Misschien doordat haar pogingen zijn
Ten tweede is gebleken dat Marokkaanse moskeeën onafhankelijk zijn, zelfs          samengegaan met een grote zak geld? De Marokkaanse overheid heeft haar
als ze deel uitmaken van het UMMON-netwerk: Stichtingen bepalen zelf               inspanningen niet vergezeld van financiële steun, waardoor Marokkaanse
wie in het bestuur zit en welke ideologische koers ze varen. Het laatste is vaak   moskeeën niets te winnen hebben gehad bij de staatscontrole.
niet vastgelegd in een statuut, waardoor de koers makkelijk kan veranderen.        Bovenstaande verklaart niet waarom de Marokkaanse gemeenschap niet net




                                                                                                                                                                  41
als de Turkse gemeenschap een goed georganiseerde islamitische oppositie       processen.12 In een interview van islamoloog Thijl Sunier met een
kent. Hier lijkt de lage organisatiegraad van Marokkaanse migranten een        imam van de Noord-Nederlandse tak van Milli Görüs, zegt de laatste
meer voor de hand liggende verklaring: Sommige onderzoekers denken dat         voorstander te zijn van de religieuze en politieke pluriformiteit in Nederland.
Marokkanen lange tijd simpelweg niet de behoefte hebben zich te verenigen      Juist, omdat religieuze oppositie lange tijd verboden is geweest in Turkije
(Wal, ter, 2005: p. 28).                                                       (Sunier, 1996: 170). Sunier schrijft: “geen van de bestuursleden [van deze
Anderen wijten het gebrek aan organisatie aan de onderlinge verdeeldheid       moskee in Noord-Nederland] beschouwde een radicale afwijzing van de
in de Marokkaanse gemeenschap. Onderzoeker Frank van Gemert stelt              Nederlandse samenleving als een wenselijk of noodzakelijk perspectief”
in zijn boek Ieder voor Zich. Kansen, cultuur en criminaliteit van             (Sunier, 1996: 134).
Marokkaanse jongens (1998) dat grote verschillen tussen Marokkaanse            Het is echter onduidelijk hoe de conservatieve zuidelijke tak van Milli
Arabieren en Berbers, stammen en regio’s samenwerking in de weg doen           Görüs erover denkt. Bovendien heeft zich in de noordelijke regio-organisatie
staan (Van Gemert, 1998: 54).                                                  recent een wisseling van de wacht voorgedaan.
                                                                               De toekomst moet uitwijzen of Milli Görüs de wereld zijn ware gezicht
2.5.3    Kanttekening: Turkse islamisten                                       toont. Eén ding is zeker: Als de beweging er radicaalislamitische
Ondanks de strakke organisatie van de Turkse islam, is één van de              opvattingen op na houdt, zal zij deze effectief kunnen verspreiden onder
stromingen gelieerd aan een politieke partij, die ooit openlijk islamisering   haar achterban. Juist, vanwege haar efficiënte organisatie. f
van Turkije nastreefde: Milli Görüs. Dat lijkt in tegenspraak met de
bevindingen van Almond et al., die radicalisme juist zien opkomen, daar
waar de religieuze organisatie zwak is. Hoe verklaren we dat? Islamologen
signaleren een belangrijk verschil tussen Milli Görüs en de groepjes
radicaalislamitische moslimjongeren in Nederland: Milli Görüs en de
hieraan gelieerde AK-Partij accepteren pluriformiteit en democratische




                                                                                                                                                                 42
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond
Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond

Mais conteúdo relacionado

Destaque

Product Design Trends in 2024 | Teenage Engineerings
Product Design Trends in 2024 | Teenage EngineeringsProduct Design Trends in 2024 | Teenage Engineerings
Product Design Trends in 2024 | Teenage EngineeringsPixeldarts
 
How Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental Health
How Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental HealthHow Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental Health
How Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental HealthThinkNow
 
AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdf
AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdfAI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdf
AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdfmarketingartwork
 
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024Neil Kimberley
 
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)contently
 
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024How to Prepare For a Successful Job Search for 2024
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024Albert Qian
 
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie Insights
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie InsightsSocial Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie Insights
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie InsightsKurio // The Social Media Age(ncy)
 
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024Search Engine Journal
 
5 Public speaking tips from TED - Visualized summary
5 Public speaking tips from TED - Visualized summary5 Public speaking tips from TED - Visualized summary
5 Public speaking tips from TED - Visualized summarySpeakerHub
 
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd Clark Boyd
 
Getting into the tech field. what next
Getting into the tech field. what next Getting into the tech field. what next
Getting into the tech field. what next Tessa Mero
 
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search Intent
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search IntentGoogle's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search Intent
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search IntentLily Ray
 
Time Management & Productivity - Best Practices
Time Management & Productivity -  Best PracticesTime Management & Productivity -  Best Practices
Time Management & Productivity - Best PracticesVit Horky
 
The six step guide to practical project management
The six step guide to practical project managementThe six step guide to practical project management
The six step guide to practical project managementMindGenius
 
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...RachelPearson36
 
Unlocking the Power of ChatGPT and AI in Testing - A Real-World Look, present...
Unlocking the Power of ChatGPT and AI in Testing - A Real-World Look, present...Unlocking the Power of ChatGPT and AI in Testing - A Real-World Look, present...
Unlocking the Power of ChatGPT and AI in Testing - A Real-World Look, present...Applitools
 
12 Ways to Increase Your Influence at Work
12 Ways to Increase Your Influence at Work12 Ways to Increase Your Influence at Work
12 Ways to Increase Your Influence at WorkGetSmarter
 

Destaque (20)

Product Design Trends in 2024 | Teenage Engineerings
Product Design Trends in 2024 | Teenage EngineeringsProduct Design Trends in 2024 | Teenage Engineerings
Product Design Trends in 2024 | Teenage Engineerings
 
How Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental Health
How Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental HealthHow Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental Health
How Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental Health
 
AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdf
AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdfAI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdf
AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdf
 
Skeleton Culture Code
Skeleton Culture CodeSkeleton Culture Code
Skeleton Culture Code
 
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024
 
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)
 
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024How to Prepare For a Successful Job Search for 2024
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024
 
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie Insights
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie InsightsSocial Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie Insights
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie Insights
 
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024
 
5 Public speaking tips from TED - Visualized summary
5 Public speaking tips from TED - Visualized summary5 Public speaking tips from TED - Visualized summary
5 Public speaking tips from TED - Visualized summary
 
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd
 
Getting into the tech field. what next
Getting into the tech field. what next Getting into the tech field. what next
Getting into the tech field. what next
 
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search Intent
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search IntentGoogle's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search Intent
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search Intent
 
How to have difficult conversations
How to have difficult conversations How to have difficult conversations
How to have difficult conversations
 
Introduction to Data Science
Introduction to Data ScienceIntroduction to Data Science
Introduction to Data Science
 
Time Management & Productivity - Best Practices
Time Management & Productivity -  Best PracticesTime Management & Productivity -  Best Practices
Time Management & Productivity - Best Practices
 
The six step guide to practical project management
The six step guide to practical project managementThe six step guide to practical project management
The six step guide to practical project management
 
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
 
Unlocking the Power of ChatGPT and AI in Testing - A Real-World Look, present...
Unlocking the Power of ChatGPT and AI in Testing - A Real-World Look, present...Unlocking the Power of ChatGPT and AI in Testing - A Real-World Look, present...
Unlocking the Power of ChatGPT and AI in Testing - A Real-World Look, present...
 
12 Ways to Increase Your Influence at Work
12 Ways to Increase Your Influence at Work12 Ways to Increase Your Influence at Work
12 Ways to Increase Your Influence at Work
 

Doctoraalscriptie: Vruchtbare Grond

  • 1. Waarom Marokkaanse moslimjongeren wel radicaliseren en Turkse moslimjongeren niet of nauwelijks. Vruchtbare grond 1
  • 2. Voor iedereen die heeft bijgedragen aan de totstandkoming van deze scriptie. Vruchtbare grond Waarom Marokkaanse moslimjongeren wel radicaliseren en Turkse moslimjongeren niet of nauwelijks. Amsterdam, 25 april 2008 Nynke C. C. Poortinga Studentnummer 0282316 nynkepoortinga@hotmail.com Universiteit van Amsterdam Politicologie, Internationale Betrekkingen Begeleider: Prof. dr. Gerd Junne 2
  • 3. “Wie religie en politiek van elkaar wil scheiden, heeft van beide niets begrepen”. M O HAN DAS K . GAN D H I 3
  • 4. Inhoudsopgave 1.4 Voedingsbodem 24 1.4.1 Voedingsbodem 24 Inleiding 10 1.4.2 Religieuze context 25 1.4.3 Overheidsbeleid 25 Hoofdstuk 1 Islamitisch radicalisme op Nederlandse bodem 1.4.4 Economische trends 26 1.1 Nedersalafisme 19 1.4.5 Slotopmerking 26 1.1.1 Salafisme 19 1.1.2 Doelen 19 1.5 Samengevat 27 1.1.3 Aanhang 20 Noten 28 1.1.4 Profiel 20 Hoofdstuk 2 In de moskee 1.2 Oorsprong en debat 20 2.1 Inleiding 33 1.2.1 Oorsprong 20 2.1.1 Hypothese en toelichting 33 1.2.2 Wrok jegens het westen 21 2.1.2 Methodiek 33 1.2.3 Radicaliseringsgolf in West-Europa 21 2.2 Migratiecontext 33 1.3 Leemte 22 1.3.1 Leemte in de sociale wetenschappen 22 2.3 Islamitische organisatie Marokkaanse gemeenschap 34 1.3.2 Marokkaanse oververtegenwoordiging taboe? 23 2.3.1 UMMON 34 2.3.1.1 Ideologie 34 2.3.1.2 Organisatiestructuur 35 4
  • 5. 2.3.1.3 Jongeren 35 2.5 Vergelijking 41 2.3.2 Vrije moskeeën: de islamisten 35 2.5.1 Conclusie hypothese 41 2.3.2.1 Ideologie 36 2.5.2 Verklaring 41 2.3.2.2 Organisatiestructuur 36 2.5.3 Kanttekening: Turkse islamisten 42 2.3.2.3 Jongeren 36 Noten 43 2.4 Islamitische organisatie Turkse gemeenschap 37 Hoofdstuk 3 In het stemlokaal 2.4.1 Süleymancilar 37 3.1 Inleiding 46 2.4.1.1 Ideologie 37 3.1.1 Hypothese en toelichting 46 2.4.1.2 Organisatiestructuur 37 3.1.2 Methodiek 46 2.4.1.3 Jongeren 38 2.4.2 Diyanet 38 3.2 Migratiecontext 47 2.4.2.1 Ideologie 38 2.4.2.2 Organisatiestructuur 38 3.3 Politieke participatie Marokkaanse gemeenschap 48 2.4.2.3 Jongeren 39 3.3.1 Opkomst gemeenteraadsverkiezingen 48 2.4.3 Milli Görüs 39 3.3.1.1 Amsterdam 48 2.4.3.1 Ideologie 40 3.3.1.2 Rotterdam 48 2.4.3.2 Organisatiestructuur 40 3.3.1.3 Etnisch stemmen 49 2.4.3.3 Jongeren 40 3.3.2 Politiek vertrouwen 50 3.3.3 Jongeren 51 3.3.3.1 Stemgedrag 51 5
  • 6. 3.3.3.2 Politieke betrokkenheid 51 Hoofdstuk 4 Op de werkvloer 3.3.3.3 Politiek vertrouwen 51 4.1 Inleiding 62 4.1.1 Hypothese en toelichting 62 3.4 Politieke participatie Turkse gemeenschap 52 4.1.2 Methodiek 62 3.4.1 Opkomst gemeenteraadsverkiezingen 52 3.4.1.1 Amsterdam 52 4.2 Migratiecontext 63 3.4.1.2 Rotterdam 52 3.4.1.3 Etnisch stemmen 52 4.3 Sociaaleconomische situatie 3.4.2 Politiek vertrouwen 53 Marokkaanse gemeenschap 64 3.4.3 Jongeren 54 4.3.1 Eerste generatie 64 3.4.3.1 Stemgedrag 54 4.3.1.1 Opleidingsniveau 64 3.4.3.2 Politieke betrokkenheid 55 4.3.1.2 Werk en inkomen 64 3.4.3.3 Politiek vertrouwen 55 4.3.2 Huisvesting 65 4.3.2.1 Wijken 65 3.5 Vergelijking 56 4.3.2.2 Huis 65 3.5.1 Conclusie hypothese 56 4.3.2.3 Tevredenheid 65 3.5.1.1 Eerste generatie 56 4.3.3 Jongeren 66 3.5.1.2 Marokkaanse en Turkse jongeren 56 4.3.3.1 Opleidingsniveau 66 3.5.2 Verklaring 57 4.3.3.2 Jeugdwerkloosheid 66 Noten 58 4.3.4 Discriminatie 67 6
  • 7. 4.4 Sociaaleconomische situatie Turkse gemeenschap 68 Hoofdstuk 5 Oorzaak en gevolg 4.4.1 Eerste generatie 68 5.1 Religieuze organisatie en islamitisch radicalisme 78 4.4.1.1 Opleidingsniveau 68 5.1.1 Virtuele radicalisering 78 4.4.1.2 Werk en inkomen 68 5.1.2 Islamistische kapers 79 4.4.2 Huisvesting 69 4.4.2.1 Wijken 69 5.2 Politieke participatie en islamitisch radicalisme 80 4.4.2.2 Huis 69 5.2.1 Vertrouwensbreuk 81 4.4.2.3 Tevredenheid 69 5.2.2 Legitimiteitsprobleem 82 4.4.3 Jongeren 69 4.4.3.1 Opleidingsniveau 69 5.3 Sociaaleconomische situatie en 4.4.3.2 Jeugdwerkloosheid 70 islamitisch radicalisme 83 4.4.4 Discriminatie 70 5.3.1 Integratieparadox 83 5.3.2 Koren op de molen 84 4.5 Vergelijking 71 5.3.2.1 Lager opgeleide moslimjongeren 85 4.5.1 Conclusie hypothese 71 5.3.2.2 Hoger opgeleide moslimjongeren 85 4.5.1.1 Eerste generatie 71 4.5.1.2 Marokkaanse en Turkse jongeren 71 5.4 Samengevat: de kracht van sociaal kapitaal 85 4.5.2 Verklaring 72 Noten 87 4.5.2.1 Turks arbeidscircuit 72 4.5.2.2 Turkse ondernemersgeest 72 Noten 74 7
  • 8. Hoofdstuk 6 Conclusie 6.1 Antwoorden 90 6.1.1 Theorie 90 6.1.2 Empirie 90 6.1.2.1 Hypothese 1 90 6.1.2.2 Hypothese 2 91 6.1.2.3 Hypothese 3 91 6.1.3 Analyse 92 6.1.3.1 Religieuze factoren 92 6.1.3.2 Politieke factoren 92 6.1.3.3 Sociaaleconomische factoren 92 6.1.4 Antwoord hoofdvraag 93 6.2 Reflectie 94 6.2.1 Overdenkingen 94 6.2.2 Gebruik van de theorie 95 6.2.3 Belang voor de wetenschap 95 Bronnen 97 8
  • 10. Aanleiding Mohammed is één van de naar schatting ongeveer 50.0001 moslims in Nederland, die zich aangetrokken voelen tot het islamitisch radicalisme “Vooral na 11 september [2001] begon ik vragen te stellen over het geloof (...) (AIVD, 2007: 29). Het gaat slechts om een paar procent van de Nederlandse en de positie van moslims in de wereld. Voorheen was ik helemaal niet praktiserend. moslims. Bovendien is niet gezegd dat iedereen uit deze groep uiteindelijk (...) Ik ben inmiddels een beter mens geworden. (...) Op een gegeven moment het radicaalislamitische gedachtegoed volledig zal accepteren. Noch verwacht kan de Nederlandse regering zich niet langer permitteren de moslims te negeren. de Nederlandse Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) dat Er kan geen sprake zijn van een compromis van de kant van de islam en de islamitische radicalen acuut de Nederlandse rechtsorde of het welzijn van de moslims. Alleen de ongelovigen moeten concessies doen. (...) Moslims zijn zich bevolking bedreigen. in de afgelopen jaren over de hele wereld gaan verspreiden, met als doel een Toch staat de opkomst van het islamitisch radicalisme in Nederland centraal islamitische staat overal in de wereld te stichten. Dit zal lukken met de hulp in deze scriptie. Waarom? Ten eerste, omdat de sterke groei (AIVD, 2007: van Allah”. 29) van de beweging wel grote gevolgen kan hebben: de AIVD spreekt van (Mohammed in Buijs et al., 2006: 107-110). een ‘sluipend proces, dat (...) de cohesie en onderlinge solidariteit in de Islamitisch radicalisme aan het dictatoriale bewind van Robert Mugabe. interpretaties. De islam is superieur aan andere religies. Het veelgebruikte radicalisme is een ‘nogal ruime Kortom, een heldere definitie van Islamitisch Daarom moet de islam de basis vormen voor staat containerterm’, vinden politicologen Frank J. Buijs, radicalisme is essentieel: De gedachtegang van en samenleving; 6) Het is van het grootste belang dat Froukje Demant en Atef Hamdy (Buijs et al., 2006: 14). het islamitisch radicalisme heeft volgens Buijs et al. moslims actief proberen deze islamitische staat te Het verwijst naar ‘ernstige onvrede’ met een bestaande de volgende standpunten: 1) De rol van de islam is realiseren. maatschappelijke situatie, een ‘beeld van mensen en uitgespeeld in de politiek en de maatschappij, waardoor Het islamitisch extremisme vult deze standpunten aan instellingen, die hiervoor verantwoordelijk zijn’, een ondergang van de samenleving onvermijdelijk is; 2) De met de volgende denkbeelden: 7) Verwezenlijking van ideaalbeeld van hoe het wel moet, en wie dat kunnen burgerlijke en politieke elite zetten de islam bewust op de islamitische staat en de heerschappij van Allah is het bewerkstelligen (Buijs et al., 2006: 14). Binnen dit begrip een zijspoor en dat rechtvaardigt wantrouwen en verzet hoogste doel en heiligt daarom alle middelen; 8) Alleen valt de activist, die met behulp van (il)legale middelen jegens hen en hun sociaal-politieke orde; 3) De meeste de ware moslims horen bij Allah, alle overige moslims strijdt voor sluiting van een laboratorium, waar dier- religieuze gezagsdragers accepteren de teloorgang van en ongelovigen zitten in het kamp van het Kwaad; 9) proeven worden gehouden. Of de pro-Tibetaanhanger, het primaat van de islam en plegen daarom verraad; 4) Het is de plicht van alle ware moslims om dit Kwaad met die probeert de Olympische fakkelloop in Parijs te De basis van de islam moet worden hersteld door terug alle denkbare middelen te bestrijden en de gewenste frustreren. Ook ‘radicaal’ is het lid van de politieke te keren naar de traditionele islamitische normen en samenleving te realiseren (Buijs en Harchaoui, 2005: oppositie in Zimbabwe, die de hulp inroept van de waarden en de letterlijke lezing van de heilige boeken; 5) 98, 99; Buijs et al., 2006: 15). Internationale Gemeenschap om een eind te maken Deze interpretatie van de islam is superieur aan andere 10
  • 11. samenleving en de vrije uitoefening van (klassieke) grondrechten kan aantasten’. gebouwde Westen, staat in de kinderschoenen. Deskundigen zijn daarom De nationale veiligheidsdienst vreest dat deze op langere termijn leidt tot voorzichtig met het geven van antwoorden op deze nijpende vraag: Omzichtig het ontstaan van ‘parallelle samenlevingsstructuren [van radicale moslims] zoeken zij de oorzaak in de achtergestelde sociaaleconomische situatie met verwerping van het gezag van de overheid en het streven naar eigen van immigranten; het seculiere en schijnbaar islamonvriendelijke politiek rechtssystemen; interetnische spanningen; en ernstige maatschappelijke onrust en maatschappelijk klimaat; en de vervreemdende werking van schijnbaar en polarisatie’ (AIVD, 2007: 10). ongenuanceerde mediaberichtgeving over de islam en allochtonen. Ten tweede, omdat radicaliserende moslims in Nederland vooral (tweede Ten derde, omdat radicaliserende moslims in Nederland vooral een Marokkaanse generatie2) jongeren betreft, die hier geboren en getogen zijn (Buijs et al., achtergrond hebben (Buijs et al, 2006: 20; AIVD, 2004a/b/c, 2007). Jongeren 2006: 242). Jongeren, die eens Nederlandse uitgaansgelegenheden bezochten, van Turkse afkomst radicaliseren niet of nauwelijks, ondanks de overeenkomstige plezier maakten met autochtone religieuze beleving, sociaaleconomische status en migratiegeschiedenis.3 Deze Moslims vrienden en zich thuis leken constatering vormt het uitgangspunt voor deze scriptie. Een kritische noot bij het gebruik van de term moslim is te voelen in dit land. Jongeren, essentieel. Ik bedoel het volgende: individuen, die zichzelf die zich nu terugtrekken uit de ‘moslim’ noemen of zich hiermee vereenzelvigen. Nederlandse samenleving en zich Focus Daarmee wil ik deze personen geenszins degraderen afkeren van haar niet-islamitische tot een ééndimensionale identiteit. Integendeel, de islamitische identiteit is slechts één van velen: een moslim inwoners. Ouders, imams, politici, Marokkaanse jongeren radicaliseren wel, Turkse jongeren niet. Waarom? Zijn kan tevens Berber zijn, piloot, salsadanser en inwoner journalisten en sociale weten- Turkse jongeren niet gevoelig voor het radicaalislamitische gedachtegoed? van Amsterdam Oud-Zuid. Bij radicale moslims treedt schappers vragen zich af: Waarom? Politicoloog en onderzoeker Jean Tillie denkt van wel: Volgens hem zijn de islamitische identiteit wel op de voorgrond en verdringt Grootschalig kwantitatief onderzoek Marokkaanse en Turkse jongeren in Nederland in beginsel even ontvankelijk deze andere identiteiten. Overigens heb ik tijdens het naar islamitisch radicalisme in voor radicaalislamitische denkbeelden (Bron: interview met Tillie). Zijn schrijven van deze scriptie de indruk gekregen, dat het op christelijke fundamenten assumptie doet vermoeden dat er factoren zijn, die de ontwikkeling van bekeerde moslims het meest fanatiek zijn in hun geloof. In de studie Strijders van Eigen Bodem (2006) van Buijs et al. komen veel jongeren aan bod die vroeger niet praktiseerden, maar nu overtuigd salafi zijn. 11
  • 12. radicale denkbeelden bij Turkse jongeren afremmen en/ of deze bij Marokkaanse vormt het wetenschappelijke gereedschap voor de opbouw van deze jongeren stimuleren. Dit vermoeden is de basis voor deze scriptie. scriptie. Wellicht leven Nederlandse Marokkanen en Nederlandse Turken in Nederland onder verschillende omstandigheden. Misschien kent Theorie de Marokkaanse moslimgemeenschap daardoor wel een voedingsbodem In de jaren ’80 ontwikkelen politicoloog Gabriel A. Almond, historicus voor islamitisch radicalisme ontwikkeld en de Turkse moslimgemeenschap R. Scott Appleby en historicus Emmanuel Sivan een multidisciplinaire theorie, niet of in mindere mate. Dit zou verklaren waarom radicaliserende die aansluit bij dit vermoeden: Volgens de drie onderzoekers creëren moslimjongeren in Nederland voornamelijk een Marokkaanse achtergrond bepaalde structurele leefomstandigheden een voedingsbodem waarin radicale hebben en niet of nauwelijks Turks zijn. religieuze opvattingen kunnen wortelen. Deze ‘voedingsbodemtheorie’ Moslimgemeenschap bestempelen als gemeenschappen van moslims, ofwel op de overkoepelende, islamitische verbondenheid. In het onderzoeksrapport Moslim in Nederland (2004), moslimgemeenschappen. Andersom geldt hetzelfde: de Nogmaals, ik voel mij hiertoe gerechtigd vanwege de een bundel van het SCP, de Universiteit Utrecht en de meeste studies die ik heb geraadpleegd, onderzochten hoge zelfidentificatie. De termen moslimgemeenschap Universiteit van Amsterdam (UvA) staat dat ongeveer de etnische Marokkaanse en Turkse gemeenschap. en gemeenschap gebruik ik daarom synoniem aan 98% van de Turkse respondenten en 99% van de Hoewel, de leden natuurlijk niet allemaal moslim zijn, recht- elkaar. Dat SCP, Universiteit Utrecht en de UvA eveneens Marokkaanse respondenten in Nederland zichzelf in vaardigen de eerdergenoemde hoge percentages van op deze manier generaliseren, sterkt mij in deze keuze. 1999 moslim noemde (Phalet et al., 2004b: 24). Voor islamitische beleving het wel voor mij om te generaliseren. Een kanttekening is op zijn plaats: het betreft hier 97% van de tweede generatie Marokkanen en 87% van Daarmee wil ik geenszins de twee gemeenschap- gegevens van een onderzoek uit 1999. Het is mogelijk de tweede generatie Turken is de islam belangrijk voor pen portretteren als homogene groepen. Integendeel: dat de religieuze zelftoewijzing van Turkse en de persoonlijke zingeving (Phalet et al., 2004c: 25). Deze vooral de Marokkaanse gemeenschap is een bijzonder Marokkaanse Nederlanders ten tijde van de publicatie hoge zelfidentificatie rechtvaardigt het voor mij om de heterogene groep en staat bekend vanwege de interne van deze scriptie is afgenomen. Marokkaanse en Turkse gemeenschap in Nederland te verdeeldheid. In deze scriptie leg ik echter de nadruk 12
  • 13. In deze scriptie staat de invloed van de leefomstandigheden van Leeswijzer Marokkanen en Turken op het ontstaan van het islamitisch radicalisme De scriptie bestaat uit drie delen, waarin de subvragen uit de vorige centraal. Met behulp van interviews met deskundigen en een paragraaf centraal staan. literatuurstudie wordt de volgende probleemstelling onderzocht: Deel I (theorie) bestaat uit hoofdstuk 1. Hierin wordt het karakter Hoofdvraag | Welke rol hebben de structurele leefomstandigheden van geschetst van de Nederlandse variant van het islamitisch radicalisme. Het de Marokkaanse en Turkse gemeenschap in Nederland gespeeld bij het beschrijft eveneens de theoretische context en kaders van deze scriptie. hier opgekomen islamitische radicalisme? Tot slot licht hoofdstuk 1 de voedingsbodemtheorie van Almond, Appleby en Sivan toe. Deze hoofdvraag is opgesplitst in de volgende drie deelvragen: In de hoofdstukken 2, 3 en 4 van deel II (empirie) worden respectievelijk Theorie | Wat is islamitisch radicalisme en hoe heeft deze ideologie voet aan de religieuze, politieke en economische leefomstandigheden van de Hollandse grond gekregen? Marokkaanse en Turkse gemeenschap in Nederland beschreven. Dat gebeurt aan de hand van hypothesen, die overeenkomstig de theorie van Empirie | Kennen de Marokkaanse en Turkse gemeenschap structurele Almond et al. zijn ontwikkeld. Aan het eind van de hoofdstukken wordt leefomstandigheden, die een voedingsbodem kunnen creëren voor duidelijk of deze hypothesen bevestigd of weerlegd zijn. Tevens komt de islamitisch radicalisme? migratieachtergrond aan bod. Analyse | In hoeverre kunnen de structurele leefomstandigheden Hoofdstuk 2 behandelt de religieuze organisatie van de Marokkaanse en Turkse van de Marokkaanse en Turkse gemeenschap de opkomst van het moslimgemeenschap aan de hand van de volgende hypothese: In Nederland islamitisch radicalisme in Nederland verklaren? is de Marokkaanse islamitische geloofsgemeenschap relatief los en de Turkse 13
  • 14. islamitische geloofsgemeenschap relatief hecht georganiseerd. Het hoofdstuk Deel III bestaat uit hoofdstuk 5. Hierin krijgt de lezer duidelijkheid over beschrijft de verschillende islamitische stromingen binnen de Turkse en de drie bestudeerde typen leefomstandigheden en hun relatie met de opkomst Marokkaanse islam en hoe deze in Nederland zijn georganiseerd. Er wordt van het islamitisch radicalisme in Nederland. De scriptie wordt afgesloten speciaal aandacht besteed aan de mening en de invloed van moslimjongeren. met een conclusie. Hoofdstuk 3 stelt de politieke participatie centraal. Deze is bestudeerd aan de hand van de volgende hypothese: De Marokkaanse gemeenschap Verantwoording neemt relatief weinig en de Turkse gemeenschap neemt relatief veel deel aan de Nederlandse politiek. Het hoofdstuk beschrijft de deelname van Keuze hypothesen de twee gemeenschappen aan de gemeenteraadsverkiezingen in Rotterdam Ik heb gekozen voor bovengenoemde hypothesen, omdat ik meen dat en Amsterdam. De politieke betrokkenheid van moslimjongeren krijgt daarmee de meest relevante dimensies zijn gedekt: religie, politiek en speciaal aandacht. economie. Het gros van het Nederlandse sociaalwetenschappelijk onderzoek naar allochtone bevolkingsgroepen is gewijd aan onderwerpen, die ook Hoofdstuk 4 gaat in op de sociaaleconomische situatie aan de hand van in deze scriptie aan bod komen: zelforganisatie, deelname aan de (lokale) de volgende hypothese: De Marokkaanse gemeenschap kent een minder Nederlandse politiek en de sociaalmaatschappelijke leefsituatie. Dat sterkt gunstige sociaaleconomische situatie dan de Turkse gemeenschap. Het mij in mijn uitgangspunt. hoofdstuk beschrijft de werkgelegenheid, het opleidingsniveau, de woonsituatie Graag had ik nog aandacht besteed aan sociologische en psychologische en de tevredenheid hierover van de twee gemeenschappen. Er is speciaal factoren. Ik ben ervan overtuigd dat onder meer gezinssituatie, opvoeding en aandacht besteed aan het opleidingsniveau van moslimjongeren en de psychologische kenmerken een belangrijke rol spelen bij de vraag waarom jeugdwerkloosheid. Ook discriminatie door het bedrijfsleven komt aan bod. een aantal moslimjongeren in Nederland radicaliseert. Deze elementen vallen echter 14
  • 15. buiten het politiek-maatschappelijke karakter van deze scriptie. Daarom heb Doel scriptie ik dat niet gedaan. Voor meer informatie over de invloed van sociologische en psychologische kenmerken verwijs ik de lezer naar Buijs et al., 2006: Met deze scriptie hoop ik een bijdrage te leveren aan het onderzoek naar hoofdstuk 8; en Pels, 2003 en 1998. de groeiende populariteit van het radicaalislamitische gedachtegoed onder Nederlandse moslimjongeren. Ik kom niet met oplossingen of aanbevelingen. Moslimmeisjes Deze scriptie dient de lezer vooral te helpen dit fenomeen te begrijpen. Zoals eerder gezegd, zijn radicaliserende moslims vooral jonge mannen Of het nou een tijdelijke hype is of een blijvend gegeven, dat onderdeel met een Marokkaanse achtergrond. Andere groepen zijn autochtone uitmaakt van de emancipatie van moslimimmigranten. bekeerlingen en jonge moslimvrouwen. De eersten komen niet aan Bovendien hoop ik aan te tonen dat religieus radicalisme niet van nature bod in deze scriptie, omdat hierin de leefomstandigheden van moslim- voortkomt uit religie: politieke en maatschappelijke elementen spelen immigranten zijn onderzocht. een even belangrijke of misschien wel belangrijkere rol. Noch is religieus Waar de scriptie vertelt over (moslim)jongeren, kan jongens én meisjes radicalisme een gevolg van gebrekkige integratie van islamitische immigranten: worden gelezen. Een kanttekening is hier op zijn plaats: de in deze scriptie de eigenheid van etnische en religieuze bevolkingsgroepen komt prominent geraadpleegde studies gaan vooral over radicaliserende jongens. Het is aan bod in deze scriptie. Maar, met name vanwege de interactie met de bovendien goed mogelijk, dat de bestudeerde leefomstandigheden meer Nederlandse samenleving. gelden voor jongens dan meisjes. Islamitische vrouwen spelen bijvoorbeeld doorgaans geen rol in islamitische organisaties, laat staan dat jonge vrouwen hier invloed op uitoefenen (Sunier, 1996). Voor specifieke informatie over radicaliserende moslimmeisjes verwijs ik de lezer graag naar het artikel Lijden, strijden, heilig worden van Jolande Withuis (26/05/2007) en Nahed Selim’s reactie hierop: Dodelijke emancipatie (16/6/2007) in het dagblad Trouw – De Verdieping. 15
  • 17. Hoofdstuk 1 Islamitisch radicalisme op Nederlandse bodem 17
  • 18. D it hoofdstuk gaat in op de volgende vragen: Wat is islamitisch radicalisme en hoe heeft deze ideologie voet aan Hollandse grond gekregen? De eerste paragraaf schetst het karakter van de Nederlandse variant van het islamitisch radicalisme. De tweede paragraaf beschrijft de internationale theoretische loopgravenoorlog tussen islamologen en oriëntalisten: twee kampen die lijnrecht tegenover elkaar staan in hun visie op de geschiedenis, de dreiging en de toekomst van de politieke islam. De derde paragraaf stelt de vraag waarom radicale moslimjongeren in Nederland voornamelijk tot één etnische groep behoren. De vierde paragraaf beschrijft het theoretisch handvat waarmee deze vraag beantwoord dient te worden. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een korte samenvatting en een vooruitblik op deel II. f 18
  • 19. 1.1 Nedersalafisme jihadi salafi’s, die pleiten voor een (gewelddadige) strijd tegen ongelovigen, inclusief gematigde moslims (Buijs et al., 2006: 69-96 en 132, 133). 1.1.1 Salafisme Het kernconcept van het gedachtengoed van het islamitisch radicalisme 1.1.2 Doelen is din wa dawla; religie en staat zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.1 Wat willen Nederlandse salafi’s? Volgens Buijs et al. kennen de drie Aanhangers willen het seculiere politieke bestel dat wereldwijd bovengenoemde groepen onderling grote meningsverschillen, maar delen gangbaar is, vervangen door een bestuurlijk stelsel gebaseerd op islam- ze gemeenschappelijke kenmerken: Salafi’s verlangen ernaar de moslim- itische grondbeginselen. wereld te verenigen in één overkoepelende islamitische staat, ingericht volgens Vanwege de politieke doelstellingen zien islamologen2 het islamisme als de regels van de islam. Extreme salafi’s willen ook de westerse wereld, inclusief een politieke stroming, die religieus is geïnspireerd. Deze assumptie, het Nederland, onderwerpen aan islamitische wetgeving. uitgangspunt voor deze scriptie, wordt verder toegelicht in paragraaf 1.2.1. Salafi’s keuren in ieder geval het Nederlandse democratische stelsel af, Nederlandse aanhangers van het islamitisch radicalisme noemen zich omdat deze door mensen is ingesteld. In een aantal gevallen leven zij in veelal salafi’s.3 De huidige variant van het salafisme in Nederland combineert geïsoleerde religieuze enclaves om zo min mogelijk met de Nederlandse het gedachtengoed van de militante Egyptische oppositiebeweging maatschappij van doen te hebben. Muslim Brotherhood met het wahhabisme, de puriteinse officiële godsdienst in Salafi’s zijn ervan overtuigd dat zij de ‘ware’5 islam aanhangen. Dit betekent Saoedi-Arabië4 (Buijs et al., 2006: 59, 150). dat ze het bestaansrecht van andere geloofsvisies ontkennen. Met behulp Politicologen Frank Buijs, Froukje Demant en Atef Hamdy onderscheiden van da’wa proberen ze ‘dwalende’ geloofsgenoten te overtuigen. Zo hopen in de studie Strijders van Eigen Bodem (2006) in Nederland drie groepen ze islamisering van onderaf te realiseren. Extremistische salafi’s gaan een salafi’s; a-politieke salafi’s, die zich alleen richten op da’wa (religieuze zending) stap verder. Zij zijn bereid islamisering van de staat met geweld af te dwingen.6 en zich verre houden van de Nederlandse politiek en de gewelddadige jihad; politieke salafi’s, die da’wa combineren met politiek activisme; en 19
  • 20. 1.1.3 Aanhang 1.2 Oorsprong en debat Hoeveel procent van de islamitische geloofsgemeenschap in Nederland is ontvankelijk voor het radicaalislamitische gedachtegoed? Schattingen 1.2.1 Oorsprong lopen uiteen van 5%7 in Nederland tot 24% in Amsterdam.8 De wortels van het islamitisch radicalisme liggen in het postkoloniale De AIVD geeft aan dat sprake is van een ‘expontiële toename’ (AIVD, Midden-Oosten. Na de onafhankelijkheid in de jaren ’60 bouwen de eerste 2007: 29). Het aantal salafitische predikers en lezingen is tussen 2005 en Arabische overheden voort op het westerse seculiere staatsmodel. Van het 2007 minstens verdubbeld9, mede dankzij een actief rekruteringssysteem: een op het andere moment zetten zij de modernisering in. Het resultaat is tijdens lezingen worden talentvolle jongeren volgens de AIVD ‘gespot’ en grote sociaaleconomische ongelijkheid, corruptie en politieke uitsluiting. opgeleid tot prediker (AIVD, 2007: 29). De staat wordt een vreemde voor het Arabische volk. Er ontstaat een politieke oppositiebeweging met een religieuze basis: 1.1.4 Profiel de politieke islam. Religie blijkt een effectief wapen, omdat religieuze Wie zijn deze radicale moslims? Het gaat vooral om hier geboren en/ of lijnen in het Midden-Oosten samenvallen met klassenlijnen: de rijke elite getogen Marokkaanse jongeren.10 Ze zijn zowel laag- als hoogopgeleid. is relatief seculier, de gedepriveerde onderklasse relatief vroom (Ayubi, Buijs et al. stellen voorzichtig dat potentieel radicale jongeren de volgende 1991: hoofdstuk 10). ideeën hebben: Het Westen bedreigt de islam en islamitische landen; islamitische en Europese leefwijzen gaan niet goed samen; moslims worden in het Westen Bovenstaand is de mening van islamologen, waarbij ik mij aansluit. Oriën- behandeld als tweederangsburgers; hun gebrekkige opleidingsniveau of talisten denken er heel anders over. De Amerikaanse historicus Bernard werkloosheid is het resultaat van een discriminerende, anti-islamitische Lewis, één van de bekendste hedendaagse oriëntalisten, beschouwt de samenleving; politieke instituten en media moet je om die reden wantrouwen islam als een politieke religie die eeuwen geleden al de basis vormde voor (Buijs et al., 2006: 215, 216). het bestuur van het machtige Ottomaanse rijk. Daarmee onderschrijft 20
  • 21. het oriëntalisme het radicaalislamitische standpunt dat religie en staat in niale grootmacht volgens hen honderden jaren lang het Midden-Oosten de islamitische wereld onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Dat de geëxploiteerd. Ten tweede steunt het Westen tot op de dag van vandaag politieke islam nu pas weer de kop opsteekt, komt volgens oriëntalisten dictatoriale regimes in het Midden-Oosten, zoals die van Anware El-Sadat doordat het koloniale westen en seculiere Arabische overheden haar lange en zijn opvolger Hosni Mubarak in Egypte. Tot slot hebben de Verenigde tijd hebben onderdrukt (Lewis, 1990: passim). Staten zelf in de jaren tachtig de groei van de islamistische beweging gestimuleerd om een prowesterse buffer te creëren tegen de communistische 1.2.2 Wrok jegens het Westen Sovjet-Unie (Fuller, 2003: hoofdstuk 10; Buijs et al., 2006: 159-161; Kepel, Ook de motivatie van moslimextremisten om aanslagen te plegen in het 2004: hoofdstuk 9). Westen, is onderwerp van debat. Elf jaar voor de aanslagen in de Verenigde Staten waarschuwt Bernard Lewis in het artikel Roots of Muslim Rage 1.2.3 Radicaliseringsgolf in West-Europa (1990) voor een eeuwenoude, diepgewortelde haat in de moslimwereld Het islamitisch radicalisme beperkt zich niet meer tot het verre Midden- jegens de westerse cultuur. De woede is volgens Lewis een historische Oosten. Sociale wetenschappers en Europese veiligheidsdiensten signal- reactie op de teloorgang van het islamitische Ottomaanse Rijk en de eren onder westerse moslimjongeren in de arme buitenwijken van grote opkomst van de losse, westerse leefstijl, die zich als een olievlek tot ver in het West-Europese steden, een groeiende sympathie voor het gedachtegoed. Midden-Oosten heeft verspreid (Lewis, 1990: 60). Jaren later bevestigt de Voor oriëntalisten bewijst dit dat het islamisme wereldwijd terrein wint. Nederlandse Arabist en oriëntalist Hans Jansen deze visie in de Volkskrant. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt volgens hen voor een groot deel bij Volgens Jansen hebben islamisten “geen vrede met de superioriteit van westerse politici. Zij zouden overdreven tolerant zijn en niet daadkrachtig het westen en willen ze daar met behulp van terreur verandering in optreden. Na de moord op islamcriticus Theo van Gogh vertelt de Nederlandse brengen”.11 Arabist Hans Jansen aan het Algemeen Dagblad dat “we [in Nederland] Islamologen wijten de bloedige aanslagen in het Westen aan de westerse net als de Azteken geen idee hebben van het gevaar waarin we verkeren”.12 geopolitiek en wel om drie redenen. Ten eerste heeft Europa als kolo- Jansen hekelt het onduidelijke en ‘softe’ immigratiebeleid in Nederland. 21
  • 22. Hierdoor heeft zich volgens de arabist in achterstandswijken een islamitische spreekt van een heersende “bunkermentaliteit” (Fuller, 2003: 211). Sinds subcultuur kunnen ontwikkelen, die zich nu afzet tegen de Nederlandse de aanslagen zijn volgens hem burgerlijke vrijheden in onder andere de samenleving.3 Bernard Lewis meent zelfs dat Europese politici door hun Verenigde Staten rigoureus beperkt. In andere westerse landen is het politieke correctheid en ‘culturele zelfverachting’ islamisering op het continent migratiebeleid flink aangescherpt. Dit beleid en de betrokkenheid bij de ‘onafwendbaar’ hebben gemaakt. Als Europeanen geen respect tonen voor oorlog in Irak en Afghanistan resulteren volgens Fuller in een selffulfilling hun eigen cultuur en verworven vrijheden, waarom zouden islamitische prophecy: moslims keren zich af van de samenleving, omdat deze hen lijkt migranten dat dan wel moeten doen, vraagt hij zich af. te verstoten (Fuller, 2003: ibidem.). Ook Kepel wijst erop dat moslims in West-Europa sinds 2001 worden De apocalyptische visie van oriëntalisten op het islamisme staat in scherp geconfronteerd met een wantrouwige staat en samenleving. Daarnaast leven contrast met het optimisme van islamologen. De bloedige aanslagen op ze onder barre sociaaleconomische omstandigheden: Ze zijn nauwelijks westerse doelen is voor hen een teken dat deze beweging wereldwijd aan opgeleid, hebben geen werk en wonen samengepakt in slechte wijken. populariteit inboet. De Franse Midden-Oostendeskundige en islamoloog Volgens Kepel vormen deze leefomstandigheden tezamen een pasklaar recept Gilles Kepel ziet het extremistische geweld als een “wanhopig symbool van voor het ontwikkelen van een radicaalislamitische identiteit.14 isolatie, fragmentatie en afname” (Kepel, 2004: 375). De groeiende schare van radicaalislamitische sympathisanten in West-Europa lijkt sommige islamologen evenmin bezorgd te maken. Ze lijken dit 1.3 Leemte fenomeen te beschouwen als een onderdeel van de emancipatie van westerse moslims (AIVD, 2007: 9-15; Buijs, 20/06/06, NRC Handelsblad). 1.3.1 Leemte in de sociale wetenschap Wel zijn islamologen het met hun oriëntalistische collega’s eens dat de Volgens het Ministerie van Justitie, de Nederlandse Veiligheidsdienst AIVD radicalisering van moslimjongeren deels westerse overheden te verwijten en onderzoekers Frank Buijs, Froukje Demant, Atef Hamdy en Jean Tillie valt. De Amerikaanse politiek analist en islamoloog Graham E. Fuller hebben radicaliserende moslimjongeren in Nederland overwegend een 22
  • 23. Marokkaanse achtergrond (Buijs et al, 2006: 20; AIVD, 2004a/b/c, 2007). Nederland is de gelijknamige bundel Moslims in Nederland (2004). De Het aandeel radicale Turken is zowel in Nederland als in de rest van Europa bundel is het resultaat van een samenwerkingsverband van het Sociaal en tot nog toe gering.15 Cultureel Planbureau (SCP), de Universiteit Utrecht en de Universiteit van Dat is opvallend, omdat Turkse en Marokkaanse moslimjongeren in Nederland Amsterdam. In deze studie zijn de resultaten opgenomen van kleinschalige een vergelijkbare migratiegeschiedenis en sociaaleconomische positie kennen.16 onderzoeken (uitgevoerd tussen 1998 en 2002) naar de religieuze betrokkenheid Bovendien delen zij dezelfde islamitische toewijding, praktijk en beleving.17 van Turken en Marokkanen19 in Nederland. Sociale wetenschappers hebben hiervoor geen wetenschappelijke verklaring. Na de extremistische moord op islamcriticus Theo van Gogh in 2004 komt het Een reden is dat onderzoek naar de opvattingen van moslims in West- islamisme in Nederland prominenter op de agenda. In mei 2006 publiceren Europa en Nederland schaars is (Phalet et al, 2004a: 3). Onder meer, omdat Frank J Buijs, Froukje Demant en Atef Hamdy de eerder genoemde studie onderzoek onder allochtonen relatief moeilijk uit te voeren en daarom Strijders van Eigen Bodem. Hierin analyseren zij interviews met salafitische kostbaar is.18 en democratische moslimjongeren. In november 2006 presenteren Marieke Een andere reden is, dat Nederlandse sociale wetenschappers geen Slootman en Jean Tillie van het Instituut voor Migratie en Etnische Studies voedingsbodem vermoedden voor islamitisch radicalisme. Nico Landman (IMES) onder grote media-aandacht Processen van Radicalisering. Waarom concludeerde in 1992 dat “radicalisering (...) in deze [Nederlandse] samen- sommige Amsterdamse moslims radicaal worden. De studie is het resultaat leving zeer onwaarschijnlijk [was]” vanwege de vrijheid van godsdienst” van een onderzoek naar radicale opvattingen onder moslims in Amsterdam. (Landman, 1992: 180). Shadid en Van Koningsveld zeggen hetzelfde in 1997. Zij wijzen erop dat het democratisch leven in Nederland “pluralisme 1.3.2 Marokkaanse oververtegenwoordiging taboe? bevordert, terwijl fundamentalisme bij de gratie van onderdrukking tot Zoals gezegd neemt verklarend onderzoek naar de populariteit van het bloei komt” (Shadid & Van Koningsveld, 1997: 40). islamitisch radicalisme in Nederland na de moord op Van Gogh toe. De Eén van de weinige onderzoeken naar de opvattingen van moslims in oververtegenwoordiging van Marokkaanse sympathisanten blijft echter 23
  • 24. onderbelicht. Waarom? Nederlandse onderzoekers lijken liever geen aandacht kent Turkije met de huidige, regerende AK-partij, voortgekomen uit de te besteden aan de oververtegenwoordiging van één etnische groep.20 islamitische Welvaartspartij, al jaren een islamistisch gekleurde overheid.21 Criminoloog en antropoloog Hans Werdmölder spreekt van een blinde Wat betreft het tweede argument: islamisten stellen juist dat het Turkse vlek, doordat sociale wetenschappers geen bijdrage willen leveren aan de Ottomaanse Rijk de ultieme islamitische staat is geweest (Ayubi, 1990: “stigmatisering van een kwetsbare minderheidsgroep” (Werdmölder, 2005: 61). hoofdstuk 1). Het Arabische islamisme kent dus wel degelijk Turkse elementen. Het is begrijpelijk en prijzenswaardig dat sociale wetenschappers voor- Daarentegen heeft het Noord-Afrikaanse Marokko nooit deel uitgemaakt zichtig omspringen met de relatie tussen cultuur en sociaal onacceptabel van het glorieuze Ottomaanse Rijk. Bovendien heeft ruim 70% van de gedrag. Maar, het kan onwetenschappelijk zijn. Zoals Werdmölder zegt: Marokkanen in Nederland geen Arabische, maar een Berberse achtergrond “Wetenschappers hebben de taak de plavuizen van de samenleving op te (Obdeijn en De Mas, 2001: 12). In Marokko voelen Berbers zich gediscrimineerd lichten. Niet om ongewenste gegevens (...) te verhullen of weg te verklaren” ten opzichte van hun Arabische landgenoten.22 Dat het islamisme de Arabische (Werdmölder, 2005: 61). broederschap verheerlijkt, lijkt daarom eerder een reden voor Marokkaanse De AIVD geeft in het rapport Radicale dawa in verandering. De opkomst jongeren om het gedachtegoed af te wijzen, dan om het te omarmen. van islamitisch neoradicalisme in Nederland (2007) wel enkele verklaringen voor de onder- en oververtegenwoordiging van respectievelijk Turkse en Marokkaanse moslimjongeren. Turkse Nederlanders zijn volgens de AIVD 1.4 Voedingsbodem gewend aan een seculiere staat, Marokkaanse Nederlanders niet. Bovendien voelen Turken in tegenstelling tot Marokkanen geen verwantschap met 1.4.1 Voedingsbodem het Arabische islamisme (AIVD, 2007: 37 en 41). Uit de vorige paragrafen blijkt dat radicalisering een complex proces is met Wat betreft het eerste argument: het is maar de vraag in hoeverre de politieke historische, religieuze en politiek-maatschappelijke oorzaken. Politicoloog situatie in Turkije en Marokko van invloed is op de politieke voorkeur van Gabriel A. Almond, historicus R. Scott Appleby en historicus Emmanuel jonge, in Nederland geboren en getogen Turken en Marokkanen. Bovendien Sivan erkennen deze verschillende facetten. In de jaren ‘80 hebben zij ruim 24
  • 25. 75 fundamentalistische23 netwerken wereldwijd onderzocht en zijn zij tot overheidsbeleid; en economische trends. Met behulp van de Nederlandse de volgende conclusie gekomen. De interactie tussen 1) bepaalde structurele situatie licht ik deze hieronder kort toe. leefomstandigheden van bevolkingsgroepen; 2) opvattingen van deze bevolkingsgroepen; en 3) de invloed van de radicale elite, kan resulteren in een 1.4.2 Religieuze context voedingsbodem voor religieus radicalisme (Almond et al., 2003: 116-135). De meeste radicale afscheidingen ontstaan volgens Almond et al. als de Structurele factoren als staatsstructuur en etnische samenstelling organisatie van een religieuze stroming zich beperkt rondom individuele beïnvloeden bijvoorbeeld het denken en handelen van de bevolking: een gemeenschappen of gebedshuizen. Er ontbreekt dan een strakke, verticale overheid die een bepaalde etnische groep voortrekt, creëert onvrede onder hiërarchie en er zijn geen vaste geloofsregels (Almond et al., 2003: 122). de overige etnische groepen. Deze groepen zijn ontvankelijk voor de boodschap Individuen kunnen zo makkelijker een eigen gebedshuis beginnen of de van radicale religieuze leiders, waardoor een fundamentalistische beweging koers van een bestaande kapen. Consequenties zijn er niet of nauwelijks, kan ontstaan. zoals een overkoepelende organisatie die de geldkraan dichtdraait. Colin Mellis, adviseur voor de preventie van radicalisering bij de gemeente De creativiteit en competenties van de radicale elite zijn volgens Almond Amsterdam, herkent dit. Volgens hem zijn een aantal moskeeën in de et al. doorslaggevend voor het ontstaan van een radicaal-religieuze beweging. hoofdstad salafitisch gekleurd geraakt, omdat salafitische moslims hier het De leiders hebben echter alleen succes bij een bevolking als sprake is bestuur overnemen24. van bepaalde structurele leefomstandigheden. Deze omstandigheden creëren de vruchtbare grond waarin de fundamentalistische boodschap 1.4.3 Overheidsbeleid kan wortelen. Een overheid, die het religieuze karakter van bepaalde bevolkingsgroepen Almond et al. noemen verschillende structurele factoren, die van negeert of hieraan juist veel aandacht besteedt, wekt volgens Almond et al. invloed zijn op het ontstaan van een dergelijke voedingsbodem. Ik beperk wantrouwen op. Etnische minderheden kunnen zich gediscrimineerd voelen mij in deze scriptie tot de volgende drie: de religieuze context; het type en dat maakt hen kwetsbaar voor radicalisering (Almond et al., 2003: 129). 25
  • 26. Almond et al. en Buijs bedoelen in deze context autocratische staats- 1.4.4 Economische trends structuren, niet democratieën (Almond et al., 2003: 129-130; Buijs, 2002: Een economische recessie, structurele werkloosheid of een onrechtvaardige 89). Toch kan ook een democratische overheid eenzijdige besluiten opleggen verdeling van de welvaart kunnen radicale opvattingen genereren. Met en allesoverheersend zijn. Graham Fuller stelt in zijn boek The Future of name structurele werkloosheid creëert een “poel van potentiële rekruten”, Political Islam dat de (radicale) moslimidentiteit sterker op de voorgrond zeggen Almond et al. (Almond et al., 2003: 33) Volgen de auteurs werven treedt, naarmate staten worden ervaren als “gevangenissen voor ongelukkige radicale bewegingen daarom vooral onder laaggeschoolden en in de armere [moslim]minderheden” (Fuller, 2003: 72). Kunnen moslims in westerse wijken van grote steden (Almond, 2003: 33, 130). democratieën zichzelf zien als gevangenen van een niet-islamitische In Nederland zijn veel radicaliserende moslimjongeren juist hoger opgeleid overheid? Misschien wel. Wanneer moslimgemeenschappen niet deelnemen (Buijs et al., 2006: p. 203). Toch lijken ook zij een zwakke positie op de aan de politiek, bijvoorbeeld door te stemmen, oefenen ze ook geen invloed arbeidsmarkt te hebben. Volgens onderwijssocioloog Jaap Dronkers werken uit op het overheidsbeleid. Wanneer ze dit overheidsbeleid als nadelig of allochtone jongens vaker onder hun niveau en maken zij minder (snel) krenkend ervaren, kunnen moslims zich machteloos voelen en zichzelf als promotie dan hun autochtone collega’s.26 slachtoffers zien van een allesoverheersende overheid. Zelfs al functioneert Met bovengenoemde factoren zijn de belangrijkste dimensies gedekt, deze overheid volgens democratische rechtsregels. namelijk religie, politiek en economie.27 Het gros van het Nederlandse In Nederland staan migranten en de islam prominent op de politieke agenda, sociaalwetenschappelijke onderzoek naar islamitische migrantengroepen mede dankzij de Partij voor de Vrijheid (PVV). Deze partij pleit onder meer gaat over deze drie dimensies en dat sterkt mij in mijn uitgangspunt. voor een burqaverbod en heeft grote kritiek op de koran.25 Het resultaat is dat Nederlandse moslimjongeren zichzelf zien als “bedreigde tweederangs- 1.4.5 Slotopmerking burgers”, zeggen Buijs et al. (Buijs et al., 2006: 214). Een nadeel van de hierboven beschreven voedingsbodemtheorie van Almond et al. is dat zij deze in de jaren ’80 hebben ontwikkeld op basis 26
  • 27. van fundamentalistische bewegingen, die zijn ontstaan in hun natuurlijke Om dit te onderzoeken vergelijk ik in deel II van deze scriptie de structurele habitat: radicaalchristelijke netwerken in de christelijke Verenigde Staten, leefomstandigheden van de Marokkaanse en Turkse gemeenschap in radicaalislamitische netwerken in het islamitische Midden-Oosten, etc. Aan Nederland met elkaar. Dat doe ik aan de hand van drie hypothesen op het fundamentalistische bewegingen in een niet-natuurlijke religieuze omgeving gebied van religie, politiek en economie. f is, voor zover ik kan beoordelen, indertijd onderbelicht gebleven. Deze scriptie toetst in de volgende hoofdstukken of de voedingsbodemtheorie van Almond et al. ook de opkomst van het islamitisch radicalisme in het van oudsher christelijke Nederland kan verklaren. 1.5 Samengevat Onderzoekers Almond, Scott Appleby en Sivan stellen vast dat bepaalde structurele omstandigheden een voedingsbodem creëren voor religieus radicalisme. Ondanks dat Nederlandse Marokkanen en Nederlandse Turken even gevoelig lijken te zijn voor het radicaalislamitische gedachtegoed, radicaliseren Marokkaanse moslimjongeren wel en Turkse moslimjongeren niet of nauwelijks. Hoe kan dat? Vermoedelijk verschillen de structurele leefomstandigheden van Nederlandse Marokkanen en Nederlandse Turken van elkaar. Wellicht is bij de eerste groep wel sprake van een voedingsbodem voor islamitisch radicalisme en bij de tweede niet. 27
  • 28. 1 Vrij vertaald, Ayubi,1990: 4. 10 De overige groep radicale moslims bestaat uit autochtone bekeerlingen en recent gemigreerde moslims. Bron: Buijs et al., 2006: 20; AIVD, 2007: 33; Tweede Kamerstuk 27925, 2003-2004: 3. 2 De wetenschap van de islam. Bron: Van Dale Woordenboek Hedendaags Nederlands. 11 Jansen, de Volkskrant, 19-09-2006. 3 Het salafisme is een strenge islamitische leer, die totale onderwerping aan God voorschrijft. Salaf betekent voorvader en verwijst naar de periode waarin de profeet Mohammed, zijn volgelingen 12 Jansen, het al.gemeen Dagblad, 04-11-04. en zijn onmiddellijke opvolgers leefden. De moslimwereld beleefde toen een politieke, economische, militaire en culturele bloeiperiode. Salafi’s geloven dat God met deze glorieuze era de eerste 13 Lazaroff en Horovitz, The Jerusalem Post, 01-02-2007. moslims beloonde voor hun ‘zuivere’ islambeleving. Zij pleiten daarom voor letterlijke naleving van de islamitische richtlijnen, die in deze tijd zijn opgeschreven (Buijs et al., 2006: 15; Fuller, 2003: 38, 48). 14 Kepel, NRC Handelsblad, 27-08-05. 4 Voor meer informatie over het wahhabisme en haar invloed in Nederland. zie het AIVD rapport 15 In 2005 constateert de Deense onderzoeker Michael Taarnby “that there is an absence of any Saoedische invloeden in Nederland (2004). significant component of Turks in the [islamist] (...) networks, despite the millions of Turks residing in Europe” (Taarnby, 2005: 31). In de samenvatting van het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 5 ‘Waar’ wordt (in deze context) beschouwd als subjectief begrip. Daarom is dit woord tussen (DTN) van 13/10/06, uit de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (Nctb) wel zorg over de aanhalingstekens gezet. “groeiende radicalisering onder Turkse jongeren”, die eerder beperkt was (DTN, 2006: 4). Een jaar later (in 2007) schrijft de AIVD dat radicaliserende jongeren nog steeds overwegend Marokkaans 6 Politicologen Frank Buijs, Atef Hamdy en Froukje Demant van de Universiteit van Amsterdam zijn en dat Turkse jongeren veel minder vatbaar lijken te zijn voor het salafitische gedachtegoed interviewden voor hun studie Strijders van Eigen Bodem ruim twintig radicaalislamitische jongeren. (AIVD, 2007: 38, 85). Deze subparagraaf is gebaseerd op hun bevindingen. Bron: Buijs et al., 2006: 59-86 en 129-133. 16 In hoofdstuk 2, 3 en 4 wordt de migratiegeschiedenis en sociaaleconomische positie van Turken 7 AIVD, 2007: 29. en Marokkanen in Nederland toegelicht. 8 In 2006 stellen politicologen Jean Tillie en Marieke Slootman vast dat ruim 24% van de moslims 17 Voor respectievelijk 97% van de 2e generatie Marokkanen en 87% van de 2e generatie Turken in Amsterdam een ‘orthodox religieuze overtuiging’ heeft en de islam als ‘politiek strijdpunt’ is de islam belangrijk voor persoonlijke zingeving (Phalet et al., 2004c: 25). Drie op de tien 2e beschouwt . Dit zijn kenmerken die gevoelig maken voor radicalisering. Bron: Tillie en Slootman, generatie Marokkanen en Turken bezoekt wekelijks de moskee (Phalet et al., 2004c: 94). Deze 2006: 24, tabel 11. bevindingen worden bevestigd in de studie Van Allah tot Prada (2006) van het Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling Forum. Onderzoekers Nabben et al. concluderen in deze studie dat 9 Volgens de AIVD worden in 2007 op dertig locaties lezingen gegeven door ongeveer 25 predikers, Turkse en Marokkaanse jongeren dezelfde religieuze beleving hebben (Nabben et al, 2006: 87). waarvan er tien in opleiding zijn. Een lezing wordt bijgewoond door ongeveer 100 jonge Marokkanen. Bron: AIVD, 2007: 29, 39. 28
  • 29. 18 Moeizaam en kostbaar vanwege onder meer de taalbarrière en de toegankelijkheid van allochtone 27 Uitgezonderd de sociologie en psychologie. Ik ben ervan overtuigd dat gezinssituatie, opvoeding moslimgemeenschappen in Nederland (Vollebergh, W., 2002: 3, 4). en psychologische kenmerken eveneens een belangrijke rol spelen bij de vraag waarom een aantal moslimjongeren in Nederland radicaliseert. Deze elementen vallen helaas buiten het politiek- 19 Ongeveer 98% van de onderzochte Turken en 99% van de onderzochte Marokkanen in maatschappelijke karakter van deze scriptie. Daarom heb ik hier geen aandacht aan besteed. Voor Nederland ziet zichzelf in 1999 als moslim (Phalet et al, 2004b: 24). Deze overweldigende meer informatie over de invloed van sociologische en psychologische kenmerken, verwijs ik de religieuze zelftoewijzing is voor de onderzoekers en voor mij een rechtvaardiging om de Turkse en lezer naar Buijs et al., 2006: hoofdstuk 8; en Pels, 2003 en 1998. Marokkaans gemeenschap in Nederland te beschouwen als moslimgemeenschap. Vandaar dat de term ‘moslimgemeenschap’ in deze scriptie wordt gebruikt als synoniem van de etnische Turkse en Marokkaanse gemeenschap in Nederland. Een kanttekening is op zijn plaats: het betreft hier gegevens van een survey uit 1999. Het is mogelijk dat de religieuze zelftoewijzing van Turkse en Marokkaanse Nederlanders ten tijde van de publicatie van deze scriptie is afgenomen. 20 Voor meer informatie, zie hoofdstuk 3 van Marokkaanse jeugddelinquenten en het ITB-CRIEM programma, de afstudeerscriptie van Elisabeth Marike Bachrach (2005, Universiteit van Amsterdam). 21 Kepel, 2004: hoofdstuk 15; Santing,21-04-1999, NRC Handelsblad http://www.nrc.nl/redactie/ W2/Lab/Turkije/pamuk.html (geraadpleegd op 06-04-08). 22 Het sociaaleconomische leven in Marokko richt zich vooral op Arabisch sprekenden, een taal die de meeste Berbers niet machtig zijn. Daardoor maken ze onder andere minder kans op werk. (Botje, 2001: 19; Hart, 2000: 7). 23 De auteurs definiëren fundamentalisme als een “onderscheidend patroon van religieus verzet waarbij zelfbenoemde ‘ware’ gelovigen proberen de erosie van religieuze identiteit tegen te gaan en alternatieven creëren voor seculiere instituties en gedragingen” (Almond et al, 2003: 17). 24 Bron: interview met Colin Mellis. 25 http://www.groepwilders.nl/. 26 Van Buuren, 18/11/04, Observant. 29
  • 31. Hoofdstuk 2 In de moskee 31
  • 32. V an theorie naar praktijk: Deel II van deze scriptie beschrijft in drie hoofdstukken de religieuze, politieke en economische leefwereld van de Marokkaanse en Turkse moslimgemeenschap in Nederland. Het volgende staat centraal: Kennen de Marokkaanse en Turkse gemeenschap structurele leefomstandigheden, die een voedingsbodem kunnen creëren voor islamitisch radicalisme? Zo ja, komen deze verschillen overeen met de voedingsbodemtheorie van Almond et al.? Ieder hoofdstuk vertrekt vanuit een hypothese, gebaseerd op de theorie van Almond et al. In hoofdstuk 2 staat de religieuze organisatie centraal. Deze is bestudeerd aan de hand van de volgende hypothese: De Marokkaanse gemeenschap is relatief los en de Turkse gemeenschap is relatief hecht georganiseerd. Paragraaf 1 licht deze hypothese toe, paragraaf 2 geeft de lezer relevante informatie over de migratieachtergrond. De derde en vierde paragraaf beschrijven de religieuze organisatie van respectievelijk de Marokkaanse en de Turkse moslimgemeenschap in Nederland. Op basis van deze beschrijving wordt in de slotparagraaf geconcludeerd of de hypothese al dan niet is bevestigd. f 32
  • 33. 2.1 Inleiding In Nederland is de Marokkaanse islamitische geloofsgemeenschap relatief los en de Turkse islamitische geloofsgemeenschap relatief hecht georganiseerd. 2.1.1 Hypothese en toelichting Religieus radicalisme komt vaak voor bij stromingen, die losjes zijn 2.1.2 Methodiek georganiseerd rondom individuele geloofsgemeenschappen (Almond et Voor dit hoofdstuk maak ik primair gebruik van de volgende studies: al., 2003: 122 en Buijs, 2002: 88). Ten eerste kunnen radicalen in een Van mat tot minaret: de institutionalisering van de islam in Nederland van autonome kerk of moskee makkelijker de religieuze koers beïnvloeden, theoloog Nico Landman (1992); en De islam in beweging. Turkse jongeren dan wanneer deze deel uitmaakt van een religieuze federatie. Ten tweede en Islamitische Organisaties van antropoloog Thijl Sunier (1996). is een radicale breuk minder ingrijpend, omdat er geen consequenties zijn: Voor recente data heb ik geraadpleegd: Turkse Islam: perspectieven op Er is geen overkoepelende autoriteit, die de geldkraan dichtdraait of die de organisatievorming en leiderschap in Nederland van Kadir Canatan (2001); enige weg naar de hemel pretendeert te kennen (Almond et al., 2003: 123). People from the Middle East in the Netherlands van Hans van Amersfoort Politicoloog Frank J. Buijs meent dat de islam in Nederland “geen kerkelijke en Jeroen Doomernik (2003); en de SCP-deelstudie Moslim in Nederland. structuren kent” en dat dit (mede) de opkomst van het islamitisch radicalisme Islamitische Organisaties van Anja van Heelsum, Meindert Fennema en verklaart (Buijs, 2002: 88). “De” islam bestaat echter niet. Eenheid in de Jean Tillie (2004). wijze waarop zij is georganiseerd daarom evenmin. De salafitische beweging in Nederland trekt met name Marokkaanse moslimjongeren aan. Turkse moslimjongeren radicaliseren niet of nauwelijks. 2.2 Migratiecontext Overeenkomstig bovenstaande theorie van Almond et al. vermoed ik dat de Marokkaanse variant (of varianten) van de islam in Nederland De eerste Turkse en Marokkaanse moslims in Nederland zijn jonge mannen, die in losser is georganiseerd dan de Turkse variant (of varianten) van de de jaren ‘60 als gastarbeider naar Nederland vertrekken. De meeste van hen zijn islam. Daarom toets ik in dit hoofdstuk de volgende hypothese: ongeschoold en komen van het traditionele platteland (Lindo et al., 1997: 58). 33
  • 34. In Turkije zijn religie en politiek gescheiden in een seculier staatsmodel, Er is sprake van een losse verdeling tussen gebedshuizen, die zijn aangesloten zorgvuldig bewaakt door het kemalistische leger (Canatan, 2001: hoofdstuk 2). bij de Unie van Marokkaanse Moslim Organisaties Nederland (UMMON) In Marokko vallen deze twee domeinen samen, omdat de Marokkaanse en autonome moskeeën. De ideologie van autonome moskeeën varieert koning tevens de hoogste religieuze gezagsdrager is (Landman, 1992: van gematigd soennietisch tot islamistisch. Linkse oppositiegroeperingen p. 51). In beide landen bepaalt de overheid echter de religieuze praktijk en als het Komité Marokkaanse Arbeiders in Nederland (KMAN) hebben zijn oppositiestromingen verboden (Lindo et al., 1997: 27). geprobeerd deze moskeeën te verenigen, maar zijn daarin niet geslaagd Noch Turken, noch Marokkanen hebben hierdoor veel ervaring opgedaan (Landman, 1992: 172, 173). met organisatievormen als vakbonden of politieke partijen. Bovendien ontbreekt het hen aan kennis van de Nederlandse taal en wetgeving. Daarom 2.3.1 UMMON bloeit de islamitische organisatie pas op in de jaren ’701, met de komst 2.3.1.1 Ideologie | De Unie van Marokkaanse Moslim Organisaties Nederland van gezinnen. Dan groeit de behoefte aan betere religieuze accommodatie, (UMMON) is gelieerd aan de Marokkaanse overheid3 (Ter Wal, 2005: 30). zodat kinderen bijvoorbeeld koranonderwijs kunnen volgen. Sinds 1982 vertegenwoordigt deze vereniging in Nederland de officiële Wat begint met enkele moskeeën zal in enkele decennia uitgroeien tot een islam, waarbij het standpunt van het Marokkaanse vorstenhuis de norm is. geïnstitutionaliseerde Marokkaanse en Turkse infrastructuur met ruim 500 De ruim tachtig aangesloten moskeeën varen echter niet alle dezelfde islamitische organisaties (Van Heelsum et al., 2004a: 3). ideologische koers. Er bestaat grote diversiteit in de mate van konings- gezindheid en iedere moskeeorganisatie bepaalt haar eigen religieuze beleid. Ter illustratie, de UMMON is er niet in geslaagd een consensus 2.3 Islamitische organisatie Marokkaanse gemeenschap te creëren over de data van islamitische feestdagen.4 Een aantal moskeeën houdt zich aan de Marokkaanse kalender. Andere richten zich naar De Marokkaanse moslimgemeenschap in Nederland kent in 2004 minimaal islamitische landen in het Midden-Oosten (Landman, 1992: 164). 171 islamitische organisaties en 92 moskeeën2 (Van Heelsum et al., 2004a: 3). 34
  • 35. 2.3.1.2 Organisatiestructuur | De UMMON moet de controle houden over gevoelig. Financieel wanbestuur of geruchten hierover, zijn “een plaag” de islambeleving van de Marokkaanse diaspora, maar slaagt daarin niet. voor Marokkaanse moskeeorganisaties, zegt Landman (Landman, 1992: 70). De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) beschrijft de UMMON als een “nogal vaag verband van groeperingen”, die hun eigen 2.3.1.3 Jongeren | In Marokkaanse moskeeën maakt de eerste generatie de beleid willen bepalen (Waardenburg, 2001: 25). Zo rekruteren ze imams5 dienst uit (Landman, 1992: 70; Tweede Kamerstuk 28689, 2004: 492). Dit op hun eigen manier, ondanks door de UMMON vastgestelde standaardpro- heeft gevolgen voor het aanbod van niet-religieuze activiteiten: Ten eerste, cedures. Bovendien heeft de federatie moeite de achterban te mobiliseren: hoe ouder de bestuursleden, hoe minder sociaal-culturele activiteiten er Van de moskeeorganisaties die jaarlijks contributie betalen, bezoekt eind in een moskee worden georganiseerd. Voor een belangrijk deel komt dit doordat jaren ’80 niet meer dan 60% de algemene raadsvergaderingen (Landman, het bestuur vindt dat zaken als tafeltennis en een voetbaltoernooi niet thuis 1992: 165). horen in een moskeeorganisatie (Tweede Kamerstuk, 28689, 2004: p. 492). Op lokaal niveau hebben moskeebesturen volgens theoloog Nico Landman Een tweede gevolg is de generatiekloof tussen jongeren en de imam: De eveneens “grote moeite om effectief te opereren” (Landman, 1992: 70). religieuze voorganger is vaak een stuk ouder en spreekt over het algemeen Dat komt doordat een formele organisatiestructuur vaak ontbreekt of enkel Arabisch. Martijn de Koning en Edien Bartels stellen in hun artikel uitsluitend op papier bestaat.6 Hoewel sommige Marokkaanse moskeeën Voor Allah en Mijzelf. Jonge Marokkanen op zoek naar de ‘echte’ Islam hierdoor prima functioneren, meent Landman dat dit gebrek de besluit- (2005) dat de meeste Marokkaanse imams daarom geen flauw benul hebben vorming bemoeilijkt. Ten eerste vinden activiteiten of het aanstellen van van de wereld waarin moslimjongeren leven. Het gevolg is dat jongeren een imam plaats volgens ongeschreven regels en met bemoeienis van de zich buiten de moskeeorganisaties om verenigen of hun heil zoeken op hele gemeenschap (Landman, 1992: 158). Ten tweede worden voortdurend islamitische websites (De Koning en Bartels, 2005). besluiten teruggedraaid. Zelfs als op grond hiervan al is onderhandeld met Nederlandse instanties (Landman, 1992: 70). Tot slot maakt een gebrek 2.3.2 Vrije moskeeën: islamisten aan vastgestelde regels en richtlijnen het beheer van een moskee fraude- De “vrije moskee” is een term van het Komité Marokkaanse Arbeiders in 35
  • 36. Nederland (KMAN). Deze linkse oppositiegroepering probeert in de jaren “verval en [de] verwerpelijke vernieuwing” in de “ongelovige [Nederlandse] ‘80 tevergeefs islamitische verenigingen te verenigen, die niet aangesloten maatschappij”. Ook richt het bestuur zich op de bekering van “dwalende” zijn bij de UMMON. Volgens Landman mislukken deze pogingen doordat geloofsgenoten (Landman, 1992: 176). de UMMON de islam als strategisch wapen inzet in de strijd tegen de Marokkaanse overheid (Landman, 1991: 172, 173). Moskeebestuurders 2.3.2.2 Organisatiestructuur | De Tawhidmoskee functioneert autonoom, ontwikkelen een “afkeer tegen de nadrukkelijke politieke stellingname” maar staat in contact met gelijkgezinde moskeeën (Landman, 1992: 175). van de KMAN, aldus de theoloog (Landman, 1991: 173). Hoewel deze islamistische moskeeën voornamelijk een Marokkaanse achterban Een aantal van deze vrije moskeeën heeft een radicaalislamitisch karakter. hebben, worden ze vaak gefinancierd en bestuurd door niet-Marokkanen Deze subparagraaf beschrijft de organisatie van één van hen: de Tawhid (Van Heelsum et al., 2004a: 15; Landman, 1992: 183). De AIVD spreekt Moskee in Amersfoort. van “islamistische filialen”, die worden gerund door met name Saoedische niet-gouvernementele organisaties (AIVD, 2004d: 3, 4). 2.3.2.1 Ideologie | In 1986 scheidt een groep jongeren zich af van de officiële, bij de UMMON aangesloten Marokkaanse moskee in Amersfoort 2.3.2.3 Jongeren | In tegenstelling tot de moskeeën van de UMMON om de Tawhidmoskee op te richten. Een belangrijke reden voor de breuk richten islamisten zich specifiek op jongeren. Het gebrek aan activiteiten is, dat de eerste moskee geen kritiek toestaat op het autocratische regime voor jongeren bij de oude moskee in Amersfoort is een belangrijke reden van het koningshuis in Marokko. Het bestuur van de Tawhid is eveneens geweest voor de oprichting van de bovengenoemde Tawhid Moskee. De kritisch over de Marokkaanse “gewoonte-islam”, die doordrenkt is van Tawhid biedt recreatieve activiteiten, variërend van tafeltennis en -voetbal tot niet-religieuze gebruiken. Conform het salafitische gedachtegoed stelt computercursussen. Ook besteedt de moskee aandacht aan maatschappelijke het bestuur een statuut op, waarin strikte navolging van de islamitische problemen als werkloosheid (Landman, 177). geschriften centraal staat (Landman, 1992: 176, 177). De Tawhidmoskee wil met name jonge moslims beschermen tegen het 36
  • 37. 2.4 Islamitische organisatie Turkse gemeenschap koranonderricht geniet grote faam. Zelfs ouders die bij een andere Turkse stroming horen, laten hun kinderen regelmatig bij de Süleymanci’s les De Turkse islamitische gemeenschap in Nederland kent 356 islamitische volgen (Sunier, 1996: 78). organisaties en 205 moskeeën. De meeste zijn statutair verbonden aan Religieuze bijeenkomsten zijn gericht op de heilzame invloed van de de drie grootste ideologische bewegingen: de conservatief-mystieke overleden oprichter Süleyman Hilmi Tunahan (Sunier, 1996: 52, 53). Dat Süleymancilar; de Turks-nationalistische Diyanet; en de islamistische Milli geeft de beweging een mystiek karakter. Görüs. Europese koepelorganisaties bewaken het ideologisch gehalte van de aangesloten stichtingen en verenigingen (Sunier, 1996: 40). 2.4.1.2 Organisatiestructuur | Het zwaartepunt van de organisatie ligt bij het Islamische Kulturzentrum (IKZ) in West-Duitsland. Vanuit dit centrale 2.4.1 Süleymancilar orgaan ontwikkelden de Süleymanci’s in de jaren ’70 een netwerk van 2.4.1.1 Ideologie | De Turkse Süleymanci’s zijn het eerst actief in Europa. koranscholen annex gebedsruimtes door heel West-Europa. In 1972 vestigt In Nederland beheren ze 20 moskeeën en 30 religieuze organisaties de Nederlandse tak, de Stichting Islamitisch Centrum Nederland (SICN) (Van Heelsum et al., 2004a: 11). zich in een hoofdkantoor in Utrecht (Canatan, 2001: 86). Er is weinig bekend over deze naar binnen gekeerde beweging De Süleymancilarbeweging kent een sterk hiërarchisch bestuur met verticale (Sunier, 1996: 52). Wel is duidelijk dat de Süleymanci’s conservatief zijn: gezagsverhoudingen (Landman, 1992: 72). Aangesloten stichtingen zijn Ze stimuleren het dragen van hoofddoekjes en pleiten voor gescheiden juridisch ondergeschikt aan het hoofdkantoor in Utrecht. Hier worden gymnastiekles voor jongens en meisjes (Van Heelsum, 2004b: 27). lokale bestuursleden benoemd en ontslagen (Canatan, 2001: p. 88, Sunier, De Süleymanci’s richten zich primair op godsdienstonderwijs en hebben 1996: p. 103). geen politieke aspiraties. Ze willen moslimjongeren in Nederland helpen Wereldlijk en geestelijk bestuur zijn niet gescheiden in deze Turkse stroming. een sterke islamitische identiteit te ontwikkelen om ze zo te beschermen De landelijke voorzitter van de SICN is tevens hoofdimam. Ook bij lokale tegen ‘slechte’ zaken als drank en drugs (Sunier, 1996: 103). Hun moskeeorganisaties treden bestuursleden op als voorganger (Sunier, 1996: 103). 37
  • 38. 2.4.1.3 Jongeren | Jongeren zijn de belangrijkste doelgroep van de De Diyanet propageert de Turks-islamitische Synthese, een gematigde Süleymancilar, omdat religieus onderwijs de primaire activiteit is. Kinderen soennitische islam die religie en politiek strikt gescheiden houdt. De synthese bouwen vanaf een jaar of 7 een band op met de organisatie en de imam geniet verheerlijkt de Turkse nationaliteit: een goed moslim heeft ook liefde voor dan ook veel gezag bij jongeren. (Sunier, 1996: 100). Zo roemen jongeren zijn Turkse vaderland. Andere islamvisies, inclusief de Arabische, worden in de Merkez moskee in Rotterdam het laagdrempelige karakter van dit als “achterlijk” beschouwd (Canatan, 1990: 90). gebedshuis en de hechte band die ze hebben met de imam. Volgens hen is er altijd ruimte om over persoonlijke problemen te praten. Daardoor brengen de 2.4.2.2 Organisatiestructuur | De Diyanet kent net als de Süleymancilar jongeren veel vrije tijd door in de moskee, ondanks dat hier weinig recreatieve een hiërarchisch bestuur met verticale gezagsverhoudingen (Landman, activiteiten zijn. Hoewel jongeren bestuurlijke taken krijgen, maken 1992: 72). De ruim 140 aangesloten verenigingen staan onder leiding ouderen vooralsnog de dienst uit in de Merkez moskee.7 van twee landelijke koepelorganisaties: de Stichting Turks-islamitische Culturele Federatie (TICF), opgericht in 1979 en de Islamitische Stichting 2.4.2 Diyanet Nederland (ISN)8, opgericht in 1982. 2.4.2.1 Ideologie | De Diyanet is de grootste Turkse islamitische beweging De TICF houdt zich vooral bezig met sociaal-culturele en maatschappelijke in Nederland: ruim 75% van de Turkse religieuze organisaties in Nederland taken. Daarbij staan concrete zaken als taalproblemen centraal. Het bestuur zijn hierbij aangesloten. Ter illustratie, als in een stad één Turkse moskee bestaat uit Turkse migranten, afgevaardigden van aangesloten verenigingen. staat, is dat meestal een Diyanetmoskee (Van Heelsum et al., 2004a: 8). De ISN is betrokken bij de benoeming van bestuursleden van lokale De Diyanetstroming in West-Europa staat onder controle van het moskeeorganisaties; bouwt, koopt en beheert moskeeën; is verantwoordelijk gelijknamige ministerie van Godsdienstzaken in Turkije. Haar missie is te voor de aanstelling en betaling van Turkse imams; en regelt de verspreiding voorzien in de religieuze behoeften van de Turkse diaspora. Tegelijkertijd van religieuze literatuur (Canatan, 2001: 89: Van Heelsum et al., 2004a: 58). dient de beweging “extremistische” tendensen tegen te gaan, waarmee de Het bestuur bestaat uit medewerkers van de Turkse ambassade (Canatan, aanhang van de niet-officiële Turkse islam wordt bedoeld (Canatan, 2001: 90). 2001: 89). Met de oprichting van de ISN is de Turkse overheid er 38
  • 39. geleidelijk in geslaagd invloed uit te oefenen op de religieuze beleving gesloten. In een reactie stapt het jongerenbestuur collectief op en het project van de Turkse diaspora. gaat uit “als een nachtkaars” (Sunier, 1996: 91). Geestelijke taken en bestuur zijn zowel bij de TICF als de ISN strikt gescheiden, geheel in overeenstemming met het seculiere Turks-Nationalistische ideaal (Sunier, 1996: 67). 2.4.3 Milli Görüs 2.4.3.1 Ideologie | Milli Görüs (Nationale Visie), de grootste Turkse 2.4.2.3 Jongeren | De Turkse overheid heeft lange tijd jongeren als oppositiestroming in Nederland, kent volgens Van Heelsum et al. ongeveer doelgroep verwaarloosd en richt zich vooral op het bouwen van moskeeën. 45 moskeeën en een “groeiend aantal” actieve jongerenverenigingen (Van Het bestuur van deze moskeeën bestaat net als bij de Marokkaanse UMMON Heelsum et al., 2004a: 9). Het karaker is niet-nationalistisch, waardoor ook moskeeën uit mannen van de eerste generatie. Daardoor wordt weinig voor veel Koerden zich bij de beweging hebben aangesloten (Sunier, 1996: 69). jongeren georganiseerd.9 Antropoloog Thijl Sunier beschrijft de situatie van Milli Görüs is een islamistische beweging. Voorlopers van de AK-Partij, een jongerenvereniging in de Kocatepemoskee in Rotterdam, begin jaren ’90. de politieke arm van Milli Görüs, hebben geprobeerd het vaderland te De vereniging is verbonden aan de moskee, maar heeft haar eigen bestuur islamiseren (Sunier, 1996: 55). Tegenwoordig volgt de AK-partij een mildere en statuten (Sunier, 1996: 90). Bij wijze van experiment krijgt zij een politieke koers. Wellicht is deze mede daardoor de grootste regerende partij recreatieruimte toegewezen. Gezelligheid is hier prioriteit: Er staat een tv in Turkije geworden. en een tafeltennistafel. Ook doet de ruimte dienst als theehuis en worden Auteurs betichten Milli Görüs ervan in Nederland “twee gezichten” te er voorlichtingsbijeenkomsten gehouden, onder andere over seksueel hebben (Van Heelsum et al., 2004a: 9). In Noord-Nederland zou de overdraagbare aandoeningen (Sunier, 1996: 92). beweging democratisch en tolerant zijn. Het zuiden volgt de koers van het Het jongerencentrum is een daverend succes: ’s avonds staat het “stampvol” hoofdkantoor in Duitsland: een “intolerante en antiwesterse islamistische met jongens tussen de 15 en 22 jaar.10 De niet-religieuze activiteiten zijn variant” (Den Exter in Van Heelsum et al., 2004a: 9). het moskeebestuur echter een doorn in het oog en de recreatieruimte wordt Ook Van Amersfoort en Doomernik beschouwen de zuidelijke tak als 39
  • 40. conservatief. Dat betekent volgens de auteurs niet, dat de zuidelijke Milli 2.4.3.3 Jongeren | Milli Görüs richt zich vooral op jongeren, die daarom Görüsleden islamisering van de Nederlandse samenleving verlangen. Hiervoor zowel in lokaal als landelijk bestuur steeds meer de dienst uitmaken richten zij zich te veel op Turkije (Van Amersfoort en Doomernik, 2003: 185). (Sunier, 1996: 112; Canatan, 2001: 132). Het jonge karakter geeft de beweging drie opvallende kenmerken: Ten eerste wil Milli Görüs jongeren 2.4.3.2 Organisatiestructuur | Milli Görüs kent net als de twee eerder- “binnenboord houden” (Sunier, 1996: 80). Moskeeën zijn minder sterk genoemde Turkse bewegingen een internationaal hiërarchisch bestuur gericht op strenge ideologische beïnvloeding en bieden veel niet-religieuze met verticale gezagsverhoudingen (Landman, 1992: 72). De Duitse activiteiten aan zoals sport en huiswerk-begeleiding. Ook helpen zij moslim- koepelorganisatie AMGT (Organisatie van de Nationale Visie in Europa) is jongeren bij het vinden van werk (Lindo et al., 1997: 39, 40). Hierdoor trekt officieel sinds 1985 actief in Europa vanuit het West-Duitse Keulen.11 Zij Milli Görüs veel jongeren aan, die lang niets met de islam hebben gedaan of houdt intensief contact met de Nederlandse Islamitische Federatie (NIF) in van wie de ouders tot een andere stroming behoren (Sunier, 1996: 80). Utrecht én de twee grote regionale stichtingen (Sunier, 1996: 111). Ten tweede zijn jongerenverenigingen in een vrij vroeg stadium formeel In mei 2006 beslecht het Europese hoofdkwartier een conflict met het losgekoppeld van de moskee, omdat er meningsverschillen ontstonden liberale bestuur van Noord-Nederland door het voltallige bestuur in tussen de eerste en tweede generatie moskeebezoekers (Sunier, 1996: 136 en Amsterdam te vervangen door een conservatieve club. Ex-directeur Haci 184). Jongeren worden daardoor niet meer op de vingers gekeken, maar de Karacaer beschrijft de kern van het conflict als volgt: “Amsterdam wilde banden met de moskee blijven intact. Zij mogen een eigen beleid ontwikkelen tot de (...) Nederlandse samenleving horen. [Keulen] blijft Turkije als op voorwaarde dat deze niet in strijd is met de moskee. In ruil daarvoor krijgen kompas zien”. Volgens ex-vice-voorzitter Üzeyir Kabaktepe houdt het de verenigingen financiële steun. (Canatan, 2001: 160). Europese bestuur met succes de spirituele leiding over haar Turkse achterban, Ten derde stelt de relatief jonge achterban van Milli Görüs hoge eisen aan waardoor deze niet tegen de wil van het bestuur durft in te gaan. Kabaktepe: de aanstelling van imams: Ze willen dat hun opleidingsniveau hoger en hun “Keulen volgen is het paradijs binnengaan” (Hoekman, 24/05/06, leeftijd lager is. Ook verlangen zij dat de imam kennis heeft van de Nederlandse Reformatorisch Dagblad). samenleving en van de problemen waarmee moslimjongeren hier worstelen 40
  • 41. (Canatan, 2001: 168, 169). Is de gemeenschap niet tevreden over een imam? Turkse moskeeën maken daarentegen deel uit van een verzuild netwerk, Dan wordt hij onmiddellijk teruggestuurd naar Turkije (Sunier, 1996: 189). waarbij de ideologische koers van individuele moskeeën van hogerhand wordt bepaald. Als van deze koers wordt afgeweken, kan de supranationale koepelorganisatie 2.5 Vergelijking ingrijpen. Het conflict tussen het Europese hoofdkwartier van Milli Görüs en de Noord-Nederlandse tak is hiervan een voorbeeld. 2.5.1 Conclusie hypothese Aan het begin van dit hoofdstuk heb ik de hypothese gesteld, dat de 2.5.2 Verklaring Marokkaanse islamitische gemeenschap relatief los en de Turkse islamitische Waarom kent de Marokkaanse islamitische organisatie een lossere structuur? gemeenschap relatief hecht is georganiseerd. De empirische resultaten Deze vraag lijkt moeilijk te beantwoorden, omdat de Marokkaanse en bevestigen deze stelling. Turkse diaspora in Nederland sterk overeenkomen: Eerste generatie Ten eerste zijn over de Turkse islamitische infrastructuur in Nederland Marokkaanse en Turkse migranten zijn over het algemeen beide laag meer en gedetailleerdere studies beschikbaar dan over de Marokkaanse opgeleid, onbekend met de Nederlandse taal en wetgeving en weinig islamitische infrastructuur. Deze discrepantie komt niet voort uit gebrek ervaren met organisatievormen. Bovendien heeft zowel de Marokkaanse als aan interesse uit sociaalwetenschappelijke hoek. Volgens onderzoekers Van de Turkse overheid geprobeerd de religieuze beleving van haar diaspora te Amersfoort en Doomernik valt er simpelweg niets te onderzoeken vanwege beïnvloeden. de “lage organisatiegraad” van de Marokkaanse diaspora (Van Amersfoort et Een belangrijk verschil is echter, dat alleen de Turkse overheid in haar al., 2003: 185). opzet is geslaagd (Bouddouft, 2005). Misschien doordat haar pogingen zijn Ten tweede is gebleken dat Marokkaanse moskeeën onafhankelijk zijn, zelfs samengegaan met een grote zak geld? De Marokkaanse overheid heeft haar als ze deel uitmaken van het UMMON-netwerk: Stichtingen bepalen zelf inspanningen niet vergezeld van financiële steun, waardoor Marokkaanse wie in het bestuur zit en welke ideologische koers ze varen. Het laatste is vaak moskeeën niets te winnen hebben gehad bij de staatscontrole. niet vastgelegd in een statuut, waardoor de koers makkelijk kan veranderen. Bovenstaande verklaart niet waarom de Marokkaanse gemeenschap niet net 41
  • 42. als de Turkse gemeenschap een goed georganiseerde islamitische oppositie processen.12 In een interview van islamoloog Thijl Sunier met een kent. Hier lijkt de lage organisatiegraad van Marokkaanse migranten een imam van de Noord-Nederlandse tak van Milli Görüs, zegt de laatste meer voor de hand liggende verklaring: Sommige onderzoekers denken dat voorstander te zijn van de religieuze en politieke pluriformiteit in Nederland. Marokkanen lange tijd simpelweg niet de behoefte hebben zich te verenigen Juist, omdat religieuze oppositie lange tijd verboden is geweest in Turkije (Wal, ter, 2005: p. 28). (Sunier, 1996: 170). Sunier schrijft: “geen van de bestuursleden [van deze Anderen wijten het gebrek aan organisatie aan de onderlinge verdeeldheid moskee in Noord-Nederland] beschouwde een radicale afwijzing van de in de Marokkaanse gemeenschap. Onderzoeker Frank van Gemert stelt Nederlandse samenleving als een wenselijk of noodzakelijk perspectief” in zijn boek Ieder voor Zich. Kansen, cultuur en criminaliteit van (Sunier, 1996: 134). Marokkaanse jongens (1998) dat grote verschillen tussen Marokkaanse Het is echter onduidelijk hoe de conservatieve zuidelijke tak van Milli Arabieren en Berbers, stammen en regio’s samenwerking in de weg doen Görüs erover denkt. Bovendien heeft zich in de noordelijke regio-organisatie staan (Van Gemert, 1998: 54). recent een wisseling van de wacht voorgedaan. De toekomst moet uitwijzen of Milli Görüs de wereld zijn ware gezicht 2.5.3 Kanttekening: Turkse islamisten toont. Eén ding is zeker: Als de beweging er radicaalislamitische Ondanks de strakke organisatie van de Turkse islam, is één van de opvattingen op na houdt, zal zij deze effectief kunnen verspreiden onder stromingen gelieerd aan een politieke partij, die ooit openlijk islamisering haar achterban. Juist, vanwege haar efficiënte organisatie. f van Turkije nastreefde: Milli Görüs. Dat lijkt in tegenspraak met de bevindingen van Almond et al., die radicalisme juist zien opkomen, daar waar de religieuze organisatie zwak is. Hoe verklaren we dat? Islamologen signaleren een belangrijk verschil tussen Milli Görüs en de groepjes radicaalislamitische moslimjongeren in Nederland: Milli Görüs en de hieraan gelieerde AK-Partij accepteren pluriformiteit en democratische 42