3. Inleiding
L.S,
Roerige tijden, stormachtige periode, hectiek, nieuwe uitdagingen, het roer om,
verlies van zekerheid. Allemaal begrippen die kenmerkend zijn voor de fase waarin
we ons als sector Zorg & Welzijn momenteel bevinden. Is het dan alleen kommer
en kwel, nee zeker niet, maar wel een periode waarin van iedereen gevraagd is en
gevraagd zal worden zijn c.q. haar steentje bij te dragen aan het vasthouden van en
het maken van de toekomst van onze sector.
De afgelopen jaren zijn gekenmerkt door grote groei van het aantal studenten. De
invoering van het didactisch model van competentie gericht onderwijs, het invoeren
van nieuwe opleidingen als gevolg van nieuwe kwalificatiedossiers. Een nieuwe
organisatorische inrichting van de sector. Een tekort aan stageplaatsen en adequate
onderwijsruimten.
In dit beleidsplan maken we de balans op waar we nu staan en verzetten we de
bakens naar de toekomst. Dit beleidsplan is als volgt opgezet:
Allereerst een korte balans waar we nu staan op de onderwerpen onderwijs, perso-
neel en organisatie en bedrijfsvoering. Daarna een trendhoofdstuk, met daarin per
branche aangegeven waarvoor we opleiden en wat de te verwachten ontwikkelin-
gen zijn. Tot slot enkele doelstellingen op hoofdlijnen.
Aan het eind van dit plan het overzicht van de overlegvormen en de jaaragenda
voor het sectormanagement. Daarnaast ziet u als lezer verschillende verwijzingen
naar andere beleidsdoelen. Hier wordt gerefereerd aan het plan “Tien punten voor
goed MBO” en de vier ambities van het Graafschap College.
Dit sectorbeleidsplan houdt daarmee het midden tussen een beleidsplan en een
activiteitenplan waarin de concrete doelen genoemd zijn. Het plan gaat niet gede-
tailleerd in op de ontwikkelingen binnen elke afzonderlijke opleidingengroep en
team. Gepoogd is de trends en ontwikkelingen voor de gehele sector aan te hou-
den, waarbij het onvermijdelijk is om voorbeelden uit de afzonderlijke opleidingen
aan te halen.
Sectorbeleidsplan 2008 - 2010 Sector Zorg & Welzijn
4. Met dit plan geven we de koers en voldoende concrete aanknopingspunten aan
voor de opleidingengroepen en de teams om hun eigen activiteiten vorm te geven.
Tot slot moeten we opmerken dat de geldigheid van dit document beperkt is.
2010 Is de nieuwe strategische planperiode voor het gehele Graafschap College en
voor de Graafschap Groep in totaliteit. Tegen die tijd verschijnt dan ook het nieuwe
plan voor de sector Zorg Welzijn.
Veel leesplezier,
Sectordirectie Zorg Welzijn
Theo Blom Annelies Löwenthal
Doetinchem, november 2008
Sectorbeleidsplan 2008 - 2010 Sector Zorg Welzijn
5. Inhoudsopgave
bladzijde
Hoofdstuk 1:
Sector Zorg Welzijn, waar staan we en wat zijn de verwachtingen 7
* Aantallen 7
* Omgeving 8
* Organisatie 9
* Huisvesting 9
* Kwaliteitsonderzoeken 10
Hoofdstuk 2:
Onderwijs en innovatie, het nu en de weg naar 2010 11
* Competentie gerichte kwalificatiedossiers 11
* Ontwikkeling naar de 3-voudige kwalificatie 12
* Examinering 13
* Iedere deelnemer een perspectief 13
* Begeleiding van studenten 14
* Gegarandeerde lesuren 15
* Ontwikkeling EVC 16
* Ontwikkeling niet bekostigde opleidingen 17
Hoofdstuk 3:
Personeel en organisatie, het nu en de weg naar 2010 19
* Herinrichting 19
* Professionalisering 21
Hoofdstuk 4:
Bedrijfsvoering 25
* Huisvesting 25
* ICT 25
* Communicatie 26
* Kwaliteitscyclus 27
Sectorbeleidsplan 2008 - 2010 Sector Zorg Welzijn
6. Hoofdstuk 5:
Tijd voor de toekomst 28
* Kansrijk, uitdagend en noodzakelijk 28
* Trends, visie of visioen 28
* Werken in de ouderen- en gehandicaptenzorg 29
* Werken in ziekenhuizen en klinieken 30
* Werken in het welzijnswerk 30
* Werken in het onderwijs en kinderopvang 31
* Werken in de sector sport en bewegen 32
* Waar staan we over 5 jaar 33
Hoofdstuk 6:
Beleidsrichtingen voor de korte termijn 35
Bijlage:
Overlegstructuur 36
Sectorbeleidsplan 2008 - 2010 Sector Zorg Welzijn
7. 1. Sector Zorg Welzijn, waar staan we en wat zijn de verwachtingen
Aantallen
In 5 opleidingengroepen en 18 teams verzorgt de sector Zorg Welzijn opleidingen
op het terrein van welzijn, gezondheidszorg, onderwijs en sport. Met ruim 3200
reguliere bekostigende deelnemers die de bol-, bbl- en deeltijdopleidingen volgen
en ruim 400 anders gefinancierde deelnemers (additioneel) die maatwerktrajecten
volgen maakt de sector een prominent deel uit van het totale Graafschap College.
Het additionele aanbod zal de komende jaren naar verwachting gaan toenemen.
Dit is gebaseerd op de toenemende vraag naar gekwalificeerde medewerkers in de
zorg- en welzijn organisaties. Overigens zijn dit ontwikkelingen welke ook sterk
beïnvloed worden door politieke besluitvorming. Enerzijds is er de vraag naar me-
dewerkers in de zorg als gevolg van ontgroening en vergrijzing, tegelijkertijd zien
we als gevolg van budgettaire krapte ontslagen en reorganisaties binnen dezelfde
instellingen. Deze turbulente ontwikkeling heeft gevolgen voor de aantallen addi-
tionele scholingen maar ook voor reguliere bbl-trajecten en het beschikbaar stellen
van bpv-plaatsen
Personen 01-10- 01-10- 01-10- 01-10- 01-10- 01-10- 01-10- 01-10-
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
Welzijn en 1466 1564 1271 1250 1265 1310 1340 1360
Cultuur
Verpleging en 786 786 757 700 720 730 750 750
verzorging
Onderwijs en 409 382 370 360 390 410 420 420
begeleiding
Sport en 257 267 290 310 330 345 365 385
bewegen
Basis-Zorg en 0 0 418 400 447 457 467 477
Welzijn
Additioneel 0 0 135 400 450 475 525 575
2.918 2.999 3.241 3.420 3.602 3.252 3.867 3.967
Sectorbeleidsplan 2008 - 2010 Sector Zorg Welzijn
8. Omgeving
“Ondernemen voor mensen” is een veelgehoorde slagzin bij de instellingen en
bedrijven waarvoor de sector Zorg Welzijn opleidingen verzorgt. De zorgonder-
nemers spreken over een klantrelatie en zien zich steeds meer werken op een markt
van concurrentie in prijs en kwaliteit. De veranderingen in de markt stellen hogere
eisen aan de professionaliteit, flexibiliteit en betrokkenheid van medewerkers. Zor-
gondernemers vertalen deze eisen door naar de opleidingen, niet alleen bij duale
trajecten en maatwerkopdrachten maar ook naar de eisen van de reguliere bol-op-
leidingen.
Een kwalificatiedossier vormt een uitgangspunt voor het maken van onderwijs.
Het onderwijs zal in toenemende mate in en met de (brede) regio moeten worden
vormgegeven.
Door de schaalvergroting en fusies bij de praktijkorganisaties wordt er in toene-
mende mate druk gelegd op de ROC’s om afstemming met het werkveld te realise-
ren in het opleidingenaanbod. Op dit moment zijn er ontwikkelingen op het terrein
van de sport, kinderopvang, gehandicaptenzorg, jeugdhulpverlening en geestelijke
gezondheidszorg. Ook in andere branches staan initiatieven om tot regionale/
landelijke afstemming te komen op stapel.
Maar ook de relatie tussen regionale werkgevers en de sector Zorg Welzijn is aan
verandering onderhevig. Was het in de voorgaande jaren nog een duidelijke relatie
tussen bedrijf en de afzonderlijke opleiding, op dit moment zien we bedrijven en
instellingen die met meerdere opleidingen een relatie hebben. De samenhang tus-
sen welzijn en verpleging en verzorging wordt steeds nadrukkelijker. Maar ook ont-
wikkeling op het gebied van voor-, tussen- en naschoolse opvang maakt een relatie
tussen sport, onderwijs, welzijn en cultureel werk zichtbaar.
Deze ontwikkelingen doen een groot beroep op inhoudelijke afstemming en sa-
menhang tussen opleidingen en doen een beroep op de begeleiding van studenten
op de praktijkadressen.
(Onderwijs voor de regio, ambitie1 Graafschap College)
Sectorbeleidsplan 2008 - 2010 Sector Zorg Welzijn 8
9. Organisatie
De structuur van de sector is in 2007 aangepast. De herinrichting heeft geleid naar
meerdere onderwijsteams, ondergebracht in 5 opleidingengroepen. De komende
jaren wordt deze herinrichting doorontwikkeld en verder vorm gegeven. Dit is ech-
ter een proces en geen blauwdrukdenken. Het kader is de inrichting van de sector
met resultaatgerichte teams waarin de invulling door alle betrokkenen zelf vorm
gegeven moet worden. Dit betekent nieuwe onderlinge afspraken en werkverde-
ling binnen de teams. Nieuwe afspraken en werkverdeling tussen de teams en de
managers. Nieuwe afspraken en werkverdeling tussen directie en managers. Deze
ontwikkelingen worden gevolgd aan de hand van de zogenoemde “teammonitor”.
Hoewel de organisatieontwikkeling een constant proces blijft moet in 2010 de her-
inrichting volledig geëffectueerd zijn. In dat jaar zullen alle opleidingen volgens de
nieuwe competentiegerichte opleidingenstructuur worden aangeboden en zijn de
oude “kwalificatie gerichte” opleidingen afgesloten.
(een professionele organisatie, ambitie 4 Graafschap College)
Huisvesting
Met het afronden van de meerjaren huisvesting strategie voor het Graafschap Col-
lege lijkt het begin van een nieuwe huisvestingssituatie voor de sector Zorg Wel-
zijn in zicht.
De opleidingengroep Sport en bewegen zal een plek vinden bij sportpark Zuid.
Onderwijs en begeleiding een locatie vlak bij het station. Verpleging en verzorging,
Basis-zorg en Welzijn en Welzijn en cultuur aan de Dr. Bardetplaats. In Groenlo zal
er een oplossing komen voor de te kleine kantine en het gebrek aan onderwijs-
ruimtes. Geplande afronding van al deze plannen uiterlijk in 2012.
Doel is voor iedere opleiding een herkenbare huisvesting, met voldoende praktijk-
en theorieruimtes, voldoende werkplekken voor docenten en bovenal herkenbaar
en veilig voor alle gebruikers.
Dit neemt niet weg dat er de komende jaren nog geworsteld moet worden met de
beschikbare ruimte. Op het moment van schrijven van dit beleidsplan zet het ge-
Sectorbeleidsplan 2008 - 2010 Sector Zorg Welzijn
10. brek aan voldoende ruimte de ontwikkeling van de sector behoorlijk onder druk.
Komende jaren zal wederom een beroep gedaan worden op de creativiteit en in-
schikkelijkheid van de studenten en medewerkers.
(Een professionele organisatie, ambitie 4 Graafschap College)
Kwaliteitsonderzoeken
Kwaliteitsonderzoeken en -metingen zijn gemeengoed in onze sector. In het ver-
leden werd dit gedaan door het uitzetten van vragenlijsten bij studenten, mede-
werkers, bpv-instellingen, alumni en andere belanghebbenden. In de loop der tijd
wordt een enquête-moeheid geconstateerd. Het laatst gehouden ODIN onderzoek
laat tegenvallende respons zien en ook elders wordt de enquête-moeheid ervaren.
Komend(e) jaar (jaren) zal geïnvesteerd worden in een persoonlijke benadering in
het “meten” van de ervaren kwaliteit van onze werkzaamheden. Naast de geëi-
gende tevredenheidonderzoeken zal geïnvesteerd worden in deelnemerspanels en
onderwijsadviesraden. De meer persoonlijke en kleinschalige benadering past in de
cultuur van de Achterhoek en geeft naar verwachting ruim voldoende informatie
en feedback voor een adequate kwaliteitzorg.
(Een professionele organisatie, ambitie 4 Graafschap College)
Sectorbeleidsplan 2008 - 2010 Sector Zorg Welzijn 10
11. 2. Onderwijs en innovatie, het nu en de weg naar 2010
Competentie gerichte kwalificatiedossiers
Op een enkele opleiding na worden alle opleidingen vanaf augustus 2007 (of daar-
voor) competentiegericht vanaf het eerste leerjaar aangeboden. Daarmee loopt de
sector in haar totaliteit in de pas met de ontwikkelingen naar 2010 en geeft het de
teams ruimte om gedurende de officiële experimenteerperiode de nieuwe compe-
tentiegerichte kwalificatiedossiers door te ontwikkelen. De opleidingen Zorghulp,
Praktijkopleider en Helpende Zorg en welzijn bbl zullen in de komende jaren ook
competentiegericht aangeboden gaan worden. Naar verwachting zullen in 2010 de
oude opleidingen voor het merendeel afgerond zijn.
De nieuwe kwalificatiedossiers zullen tot 2010 doorontwikkeld worden met het
oog op de praktische uitvoerbaarheid. Landelijk ligt de regie voor de Zorg Wel-
zijn kwalificaties bij Calibris. Vanuit het management en de docenten van de sector
wordt op diverse plaatsen sterk geparticipeerd bij de ontwikkeling van de nieuwe
dossiers. Voorbeelden van onze betrokkenheid zijn deelname aan de commissies
sport, onderwijs en welzijn, bestuurslidmaatschap van de bedrijfstakgroep GDW
(gezondheidszorg, dienstverlening en welzijn), lidmaatschap voorbereidingscom-
missie landelijke kennisdelingsbijeenkomsten en lidmaatschap van de clusters voor
kennisdeling (beide in samenwerking met BTG, Calibris en MBO2010) en lidmaat-
schap van het platform GDW. Daarmee kunnen we snel en adequaat inspelen op de
actualiteit en nieuwe ontwikkelingen. Dit neemt niet weg dat de ontwikkeling van
deze nieuwe dossiers geen sinecure is. Het vergt van de teams niet alleen de nodige
ontwikkelcapaciteit maar ook begeleiding van de nodige participatie van regionale
instellingen en studenten.
Doelstelling:
o Alle opleidingen worden per 2010 competentiegericht en kwalitatief
voldoende aangeboden.
Prestatie indicatoren:
o Kwaliteit van de opleidingen wordt door studenten en docenten als
voldoende beoordeeld.
Sectorbeleidsplan 2008 - 2010 Sector Zorg Welzijn 11
12. o Praktijkorganisaties zijn tevreden over inhoud en praktijkdeel,
evenals over hun rol in de begeleiding en examinering.
o Examinering is geborgd en past bij de aard en inhoud van de
betreffende opleiding.
Ontwikkelingen naar de 3-voudige kwalificatie
Het MBO-onderwijs moet op 3 niveaus kwalificeren: als beginnend beroeps-
beoefenaar, als burger in de samenleving en het voorbereiden op een mogelijke
doorstroom naar het HBO.
De laatste 2 genoemde kwalificatie-eisen hebben de afgelopen jaren tot soms on-
duidelijke discussies geleid ten aanzien van leren, loopbaan en burgerschap (LLB) en
de positie van Nederlands, moderne vreemde talen en rekenen/wiskunde.
De onderwijsprogramma’s zullen hierop worden ingericht, maar zullen naar ver-
wachting ook tot de nodige problemen gaan leiden. De druk op de lessentabel ten
behoeve van algemene vakken zal toenemen en met name voor bbl-studenten zul-
len interesse en tijdsfricties gaan ontstaan.
Doelstelling:
o De onderwijsprogramma’s zijn conform de geldende kwalificatiedossier
eisen en ten aanzien van LLB en Nederlands, moderne vreemde talen en
rekenen/wiskunde ingericht.
Prestatie indicatoren:
o Onderwijsprogramma’s en examinering zijn voldoende ingericht op de
individuele verschillen tussen studenten.
o Onderwijsprogramma’s en examinering zijn zo ingericht dat het behalen
van een diploma onder normale omstandigheden niet wordt geblokkeerd.
o De diploma’s op niveau 4 geven voldoende mogelijkheden tot doorstroom
naar een HBO opleiding.
Sectorbeleidsplan 2008 - 2010 Sector Zorg Welzijn 12
13. Examinering
Het vertrouwen in de examinering binnen het MBO heeft de laatste jaren imago
schade opgelopen. Veel bedrijven en instellingen hebben niet het gewenste ver-
trouwen in het niveau van de afgestudeerden. Komend jaar zal examinering struc-
tureel onderwerp zijn binnen de onderwijsadviesraden, klankbordgroepen en indi-
viduele contacten met werkveldvertegenwoordigers.
Daarnaast is het streven om actief te participeren in landelijke ontwikkelingen
rondom de te ontwikkelen examenprofielen
(Zorgvuldige examens, tien punten voor goed MBO)
Doelstelling:
o Behouden van het vertrouwen in de diplomawaarde van MBO
afgestudeerden.
Prestatie indicatoren:
o De examens voldoen aan de eisen van het geldende kwalificatiedossier, het
dossier leren, loopbaan en burgerschap en het dossier wiskunde/rekenen.
o De examens worden onafhankelijk beoordeeld.
o De regionale werkgevers zijn betrokken bij de examinering.
o Alle betrokkenen (werkgevers, studenten en docenten) spreken hun
vertrouwen uit in de kwaliteit van de beginnende beroepsbeoefenaren op
de arbeidsmarkt.
Iedere deelnemer een perspectief
Door intensieve begeleiding in de loopbaan en in de zorgstructuur zowel binnen de
sector, in het college als regionaal wordt getracht om voor iedere student een pas-
sende kwalificatie te bereiken.
We moeten constateren dat het gemiddelde rendement in de sector daalt. Het niet
behalen van een diploma kent een aantal oorzaken.
De voornaamste zijn: een verkeerde studie- beroepskeuze en persoonsgebonden
Sectorbeleidsplan 2008 - 2010 Sector Zorg Welzijn 1
14. factoren. De exacte oorzaken zullen per opleidingengroep in beeld gebracht moe-
ten worden.
In het convenant VSV afgesloten met de staatssecretaris hebben de scholen in de
regio afgesproken samen het aantal voortijdige schoolverlaters terug te brengen
van 886 in 2005-2006 naar maximaal 532 in 2010-2011.
Naast intensieve begeleiding zal passend onderwijs voor individuele studenten
nagestreefd worden, echter een volledig individueel programma zal de komende
jaren niet haalbaar en op een aantal aspecten ook onwenselijk zijn. Wat wel
duidelijk moet zijn is het doel van de opleiding, met mogelijkheden voor leerstijl en
leertempo.
(Duidelijke doelen en heldere programma’s, tien punten voor goed MBO,
Convenant VSV. )
(Iedereen een diploma, ambitie 2 Graafschap College)
Doelstelling:
o Iedere student heeft of een diploma of een loopbaanadvies met een
“warme overdracht”.
Prestatie indicatoren:
o Het rendement is verhoogd naar de overeengekomen afspraak met de
staatssecretaris en weer terug naar het niveau van 2006-2007 (75%)
o De uitstroomgegevens zijn op orde.
Begeleiding van studenten
Met onze begeleiding en onderwijs spelen we in op een generatie studenten die
anders dan de vorige generaties in het leven staat. Zij hebben een andere balans
tussen werken, studeren en vrije tijd, willen anders geprikkeld worden en op een
andere manier kennis, inzicht en vaardigheden verwerven. Activerende didactische
werkvormen, praktijkleren en moderne leermiddelen zijn een “must” voor onder-
wijs aan de huidige generatie.
Studenten willen zelf keuzes maken, zelf richting geven aan de opleiding en de
Sectorbeleidsplan 2008 - 2010 Sector Zorg Welzijn 1
15. koers van hun toekomst bepalen. Hierbij wordt de student begeleid door de studie-
loopbaanbegeleider, docenten en werkbegeleiders uit de praktijk. Voor studenten
die meer ondersteuning nodig hebben is er een zorgstuctuur ingericht.
Onderwijs binnen de sector is ontwikkelingsgericht maar niet individueel. De groep
als oefenterrein en sociaal vangnet met een lesrooster en overdracht van kennis en
vaardigheden zijn voor alle opleidingen uitgangspunt. De zelfstandigheid en zelf-
sturing van de student wordt langzaam opgebouwd, hierbij rekening houdend met
de individuele mogelijkheden.
(Iedereen een diploma, ambitie 2 Graafschap College)
(Goede begeleiding, tien punten voor goed MBO)
Doelstelling:
o In de begeleidingsstructuur is de individuele benadering van studenten
vormgegeven.
Prestatie indicatoren:
o Iedere student heeft een studieloopbaanbegeleider.
o De studieloopbaanbegeleider ondersteunt de regie op het eigen
leerprogramma van de student.
o Zelfstandigheid en zelfsturing worden afhankelijk van opleiding en
student, passend opgebouwd.
o De zorgstructuur werkt als vangnet.
o De begeleidingsstructuur wordt ondersteund door een goed functionerend
onderwijs administratiesysteem (Magister).
o Daar waar nodig is iedere docent op de hoogte van en kan omgaan met
studenten met een zorgvraag.
Gegarandeerde lesuren
Iedere student binnen de opleidingen heeft recht op minimaal 850 dan wel 300
uur onderwijs. Dit onderwijs vindt plaats in theorie, praktijk en projecten en vormt
samen met de loopbaanbegeleiding een samenhangend geheel. Overeenkomsten
met naar beneden afwijkende uren zijn mogelijk, maar deze worden niet voor
Sectorbeleidsplan 2008 - 2010 Sector Zorg Welzijn 1
16. bekostiging in aanmerking gebracht bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap (OCW).
(Zekerheid in het onderwijs, tien punten voor goed MBO)
Doelstelling:
o Alle reguliere opleidingsprogramma’s voldoen aan de wettelijke
eisennorm.
Prestatie indicatoren:
o Het aantoonbaar kunnen maken van realisatie aan de hand van
§ ruime planning (+10%);
§ adequaat ingerichte planning;
§ presentiesysteem op orde (Magister).
Ontwikkelingen EVC
Het aanbieden van een “Ervaringscertificaat (EVC)” wordt steeds meer onder de
aandacht gebracht van een breed publiek. In het kader van instroomprocedures is al
voor veel aspirant-studenten een “EVC-procedure “ toegepast.
Het begrip EVC is ook aan evolutie onderhevig. In de huidige betekenis van het
ervaringscertificaat (een document met daarop de bevindingen van een assessor
op basis van portfolio en aanvullend onderzoek) kent de sector nog weinig kandi-
daten. Inmiddels heeft de eerste assessor de opleiding afgerond. En is de aanvraag
voor een definitieve erkenning tot het kunnen aanbieden van erkende/gecertifi-
ceerde EVC-trajecten in een afrondende fase.
EVC-trajecten worden door het Ministerie niet gezien als onderwijsactiviteit, maar
als markt- activiteit en kunnen daarom ook niet meegeteld worden voor de uren-
norm.
Vanuit de regionale werkgevers constateren we dat hier steeds meer belangstelling
voor is als voorbereiding op maatwerktrajecten.
(Onderwijs voor de regio, ambitie 1 Graafschap College)
Sectorbeleidsplan 2008 - 2010 Sector Zorg Welzijn 1
17. Doelstelling:
o De formele erkenning als EVC-aanbieder.
o In de brede regio uitvoeren van EVC-trajecten voor alle aan de sector
gerelateerde bedrijven en instellingen.
Prestatie indicatoren:
o Formele erkenning is gerealiseerd.
o Bedrijven en instellingen zijn op de hoogte van de mogelijkheden.
o De organisatie is adequaat ingericht op snelle realisatie van EVC-trajecten.
o De deskundigheid van assessoren is voldoende.
o In de opleidingsprogramma’s is voldoende flexibiliteit om kandidaten met
een ervaringscertificaat adequate opleidingen/scholing aan te bieden.
Ontwikkelingen niet bekostigde opleidingen
Steeds meer werkgevers doen een beroep op de sector bij het organiseren van
opleidingsactiviteiten. Daar waar mogelijk worden deze opleidingen onder een
normale bbl-constructie uitgevoerd. Maar in steeds meer gevallen zijn de opleidin-
gen dermate maatwerk dat er wel sprake is van CREBO gerelateerde opleidings-
trajecten/cursussen. In deze maatwerktrajecten is geen nadrukkelijke diplomaver-
wachting of realisatie van de ondergrens van de 300 uur voor een gesubsidieerde
bbl-opleiding.
Deze opleidingen worden georganiseerd onder de noemer onbekostigde bbl-oplei-
dingen. De formele contactpartner bij deze trajecten is Graafschap Opleidingen.
Binnen Graafschap Opleidingen zijn alle beroepssectoren van het Graafschap Col-
lege vertegenwoordigd en worden marktgerelateerde opleidingen en EVC-trajecten
aangeboden. Tevens vindt de koppeling met de projectgroep van Opleiding en Be-
roep Achterhoek plaats.
(Onderwijs voor de regio, ambitie 1 Graafschap College)
Sectorbeleidsplan 2008 - 2010 Sector Zorg Welzijn 1
18. Doelstelling:
o Bekendheid bij regionale bedrijven en instellingen met de opleidings-
mogelijkheden van Graafschap Opleidingen.
o Inhoudelijke en personele wisselwerking tussen Graafschap Opleidingen
en de sector Zorg Welzijn.
Prestatie indicatoren:
o De opleidingsactiviteiten worden naar tevredenheid van de klant
uitgevoerd.
o De opleidingen versterken de band tussen bedrijf/instelling en de reguliere
opleidingen.
o Er is sprake van versterking van de innovatiekracht van bedrijf/instelling en
de sector Zorg Welzijn.
o De opleidingen worden minimaal kostendekkend aangeboden conform de
richtlijnen vanuit de notitie “Helderheid”.
Sectorbeleidsplan 2008 - 2010 Sector Zorg Welzijn 18
19. 3. Personeel en organisatie, het nu en de weg naar 2010
In de sector zijn 304 medewerkers werkzaam met een formatieomvang van 214
fulltime- eenheden (augustus 2008). Het flexibele deel van de formatie bedraagt
25%. Afgelopen jaar hebben 8 collega’s afscheid genomen en zijn 38 nieuwe mede-
werkers in dienst gekomen.
Voor de komende jaren wordt geen grote personele groei in de sector verwacht.
Het natuurlijk verloop van personeel zal naar schatting 2-3% zijn en de uitstroom
in verband met het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd zal tot 2010 6%
bedragen.
Herinrichting
Het afgelopen jaar heeft een herinrichting van de sector plaatsgevonden. In grote
lijnen betekende dit onderstaande veranderingen:
• Er zijn nieuwe onderwijsteams gevormd, met een gemiddelde omvang van
ongeveer 14 docenten.
• Practicum- en teamassistenten maken deel uit van een aantal teams.
• De onderwijsteams zijn gevormd rondom de nieuwe opleidingen
(nieuwe kwalificatiedossiers Calibris).
• De teams ontwikkelen zich naar resultaatgericht werken met een speci-
fieke onderwijsopdracht .
• Er zijn opleidingsmanagers aangesteld met een integrale verantwoordelijk-
heid voor één of meerdere teams.
• Er is rondom de opleidingen helpende zorg- en welzijn en zorghulp een
nieuwe opleidingengroep gevormd namelijk Basis-zorg en Welzijn.
De redenen voor deze herinrichting zijn:
• Het creëren van korte en duidelijke communicatielijnen.
• Optimaal gebruik maken van inbreng en deskundigheid van teamleden.
• Aansluiten bij de competentiegerichte opleidingen.
• Het verzorgen van competentie gericht onderwijs vraagt van een team
Sectorbeleidsplan 2008 - 2010 Sector Zorg Welzijn 1
20. flexibiliteit en snel en adequaat kunnen reageren op vragen van studenten
en het werkveld.
• De herkenbaarheid van teams voor deelnemers en werkveld.
De implementatie vraagt veel tijd en energie:
Teams zitten midden in het proces van het leren kennen van elkaars kwaliteiten, het
met elkaar evenwichtig verdelen van teamtaken en werkzaamheden, en het samen-
werken als resultaatgericht team.
Met de komst van teamassistenten, practicumassistenten, lesassistenten en studie-
centrumbeheerders is een eerste aanzet gegeven tot functiedifferentiatie.
In januari 2008 hebben alle teams deelgenomen aan de teammonitor. De docenten
hebben gereageerd op stellingen geclusterd naar de volgende aspecten van team-
vorming:
- teamkenmerken
- regelmogelijkheden
- aansturing
- informatie- en overlegstructuur
- teamgedrag
- mening over teamvorming
De stellingen beschrijven de streefsituatie van de aspecten.
Uit de teammonitor blijkt dat de teams het werken in kleine teams ervaren als
waardevol voor zowel de studenten als voor zichzelf. De informatie- en overleg-
structuur is al sterk ontwikkeld in de teams. Het teamgedrag behoeft bij de meeste
teams nog de nodige aandacht.
Als sector staan we aan het begin van de ontwikkeling richting resultaatgerichte
teams voor wat betreft de aspecten teamkenmerken, regelmogelijkheden en rol
van en aansturing door de opleidingsmanager.
Het zoeken naar gemeenschappelijk gedragen kaders waarmee de teams resultaat-
gericht kunnen werken is in volle gang.
Sectorbeleidsplan 2008 - 2010 Sector Zorg Welzijn 20
21. Doelstelling:
o Volledig geïmplementeerde nieuwe teamstructuur per 2010.
o Passende cultuur bij de nieuwe structuur 2010.
Prestatie indicatoren:
o 80% Van de teamleden geeft aan tevreden te zijn met de nieuwe orga-
nisatie.
o Studenten kennen de opleidingsteams en kunnen de teamleden snel
bereiken.
o Vertegenwoordigers van BPV instellingen kennen de relevante ver-
tegenwoordigers uit het team en koppelen deze aan de betreffende
opleiding.
o Tussen medewerkers is een professionele, taakgerichte relatie geba-
seerd op wederzijds vertrouwen en respect.
o Teamleden verdelen de taken op onderlinge kwaliteiten.
o Binnen het team zijn teamleden met aandachtgebieden, er is geen
sprake van interne hiërarchie.
Professionalisering
De invoering van het competentiegerichte onderwijs, de herinrichting van de sector,
het vorm geven van nieuwe opleidingen, wet- en regelgeving en de invoering van
de nieuwe CAO-BVE maken het noodzakelijk om een professionele en lerende orga-
nisatie te blijven.
Door de explosieve groei in deelnemers en medewerkers in de sector zijn er de af-
gelopen jaren niet voldoende mogelijkheden geweest om de professionalisering
van medewerkers individueel te volgen. Daarin zijn sinds de invoering van de nieu-
we teamstructuur meer mogelijkheden gekomen.
Belangrijk hierbij is dat de medewerkers zich bewust zijn van hun kennis en vaar-
digheden en in staat zijn deze verder te ontwikkelen. Hiervoor wordt met alle me-
dewerkers ieder jaar een ontwikkelingsgesprek gevoerd door de leidinggevende.
De medewerkers in het huidige personeelsbestand van de sector, moeten in staat
Sectorbeleidsplan 2008 - 2010 Sector Zorg Welzijn 21
22. worden gesteld om in 2010 in de teamstructuur te functioneren. Naast de professio-
naliseringsinspanning van alle medewerkers vraagt dit ook een facilitering in tijd en
geld van de sector. Ieder team heeft de beschikking over een professionalisering- en
scholingsbudget en kan de uren professionalisering inzetten voor de teamontwik-
keling/-professionalisering.
.
Hieronder volgt een korte schets van de professionaliseringsactiviteiten van het
afgelopen jaar binnen de sector:
- team- en individuele scholingen op het gebied van rollen m.b.t. het
competentiegerichte onderwijs, begeleiding en examinering;
- teamontwikkeldagen;
- teammonitor resultaatgerichte teams;
- docentenstages;
- deelname aan landelijke kennisdelingdagen en informatiebijeen-
komsten;
- inwerk-, en opleidingstraject van de opleidingsmanagers;
- pedagogisch-didactische scholing van zij-instromers.
De komende jaren zal de sector volop actief zijn met het vormgeven van competen-
tiegerichte opleidingen, het “verbreden” van opleidingen, het onderwijzen en het
begeleiden van de student van de “Generatie Einstein”. De teams zullen zichzelf,
onder leiding van de opleidingsmanager en eventueel met steun van derden, in de
praktijk van elke dag ontwikkelen richting resultaatgerichte teams.
Professionalisering in deze zal dus een belangrijk item blijven.
De geringe groei van de sector en de geringe uitstroom van personeelsleden maakt
dat het flexibele deel van de formatie zal dalen naar 18% voor 2008-2009. De sector
zal er zorg voor moeten dragen dat:
- De kans op boventalligen de komende 5 jaren gering is.
- In het geval er boventalligen zijn, zorgen voor brede inzetbaarheid.
Sectorbeleidsplan 2008 - 2010 Sector Zorg Welzijn 22
23. Voor vakgebieden waar krapte zal ontstaan, zullen we naast mogelijke bijscholing
van zittend personeel in samenwerking met de andere sectoren naar oplossingen
zoeken. Een eerste oplossing is de eerste stap die het Graafschap College gezet
heeft om opleidingsschool van de HAN te worden. Hiermee geeft het College be-
kendheid aan het MBO binnen de lerarenopleidingen en kan via (LIO-)stages moge-
lijk toekomstige collega’s aan zich binden.
De groei van de sector zal voornamelijk bepaald worden door additioneel bekostig-
de onderwijs activiteiten. Dit vraagt om flexibele arbeidscontracten. De sector sluit
zich aan bij diverse netwerken voor mobiliteit en arbeid waar PO -functionarissen
uit de regio zitting in hebben. Dit netwerk wordt gebruikt om potentiële docenten/
trainers uit het werkveld in beeld te krijgen en waar mogelijk te binden aan onze
sector.
Doelstelling:
o We hebben kwantitatief en kwalitatief een goed personeelsbestand.
o We hebben de gesprekscyclus geïmplementeerd.
o We hebben een scholingsplan.
Prestatie indicatoren:
o Iedere medewerker heeft jaarlijks een ontwikkel- of beoordelingsgesprek.
o Iedere medewerker formuleert jaarlijks met zijn leidinggevende zijn
scholingsplan.
o Ieder team heeft jaarlijks het ontwikkel-/scholingsplan geformuleerd in het
teamplan.
o Scholing vindt plaats op het gebied van:
- het vervullen van de rollen m.b.t. het competentiegericht onderwijs;
- het vervullen van de teamtaken;
- het vermogen je te blijven ontwikkelen en reflecteren op jezelf;
- begeleiden/onderwijzen van studenten uit verschillende culturen
en huidige jeugdcultuur;
- begeleiden/onderwijzen van zorgstudenten;
- omgang met klantgerichtheid versus kwaliteit bij het aanbieden
van contractactiviteiten.
Sectorbeleidsplan 2008 - 2010 Sector Zorg Welzijn 2
24. o Stagiaires/LIO-ers van de HAN en andere hogescholen worden binnen de
sector geplaatst en begeleid.
o Het functiebouwwerk 2007 is geïmplementeerd.
o Er is een plan gemaakt en geïmplementeerd om te werken met flexibele
arbeidscontracten en krapte op het gebied van bepaalde vakgebieden.
Sectorbeleidsplan 2008 - 2010 Sector Zorg Welzijn 2
25. 4. Bedrijfsvoering
Huisvesting
Het langetermijn huisvestingsplan van het College is vastgesteld en daarmee zijn de
toekomstige huisvestingsmogelijkheden voor de sector Zorg Welzijn bekend. Het
realisatiemoment zal naar verwachting 2012 zijn. Tot die tijd zullen er nog verbou-
wingen en aanpassingen moeten plaatsvinden.
Het eindresultaat is geslaagd als de volgende eigenschappen zijn gerealiseerd:
• Er is voldoende ruimte om passende roosters te realiseren, waarbij de te-
vredenheid van studenten goed is.
• De bereikbaarheid en parkeergelegenheid zijn goed, in een veilige omge-
ving.
• De gebouwen voldoen aan de Arbo-eisen, zijn schoon, veilig en gastvrij.
• De bewoners ervaren het gebouw als een prettige leer- en werkomgeving.
• De cultuur van de opleidingen / werkveld komt tot uiting in het gebouw.
• De inrichting van het gebouw staat symbool voor praktijkgericht en eigen-
tijds onderwijs.
• Voor docenten zijn voldoende werkplekken gerealiseerd om in teamver-
band plaats- en tijdgebonden te kunnen werken.
• De regionale werkgevers gebruiken het gebouw voor eigen opleidingen en
bijscholing.
De mogelijkheden tot aan het realisatiemoment van de nieuwe huisvesting zul-
len zoveel als mogelijk geplaatst worden in het perspectief van de nieuwe situatie.
Enige inefficiëntie zal echter onvermijdelijk zijn.
ICT
Afgelopen jaren is de functie van ICT sterk in beweging. Niet alleen de administra-
tieve processen worden ondersteund, ook de digitale leeromgeving neemt met
grote stappen een vlucht vooruit.
Concreet worden de volgende applicaties geïmplementeerd, dan wel verder door-
ontwikkeld. Deze opsomming is niet volledig, het betreft hier de grotere pakketten.
Sectorbeleidsplan 2008 - 2010 Sector Zorg Welzijn 2
26. • Magister, deelnemers volgsysteem
o Gestart met de implementatie in 2008 naar verwachting volledig
over de sector uitgerold in 2010.
• Klant-relatiebeheer (CRM)
o Gestart met implementatie in 2008, korte implementatietijd en
werkzaam in 2009.
o Gerelateerd aan Graafschap Opleidingen.
• Digitaal portfolio
o Doelstelling medio 2009 operationeel, waarbij studenten ook na
hun studietijd gebruik kunnen blijven maken van het opgebouwde
portfolio (alumni beheer).
• Management informatiesysteem
o In 2009 moet voor elke laag in de organisatie het MIS de gewenste
en relevante informatie leveren.
• Onderwijs ook digitaal kunnen volgen
o Mede in verband met het flexibel aan kunnen bieden van het
onderwijs zal onderwijs ook digitaal gevolgd moeten kunnen wor-
den. Doelstelling is om dit in 2010 voor 50% mogelijk te maken.
Communicatie
Met de herinrichting van de sector en met de daarbij horende verandering in de-
legeren van taken en bevoegdheden, moet ook de communicatie opnieuw bezien
worden. Communicatie bleek de afgelopen periode vaak de achilleshiel en vereist
de nodige aandacht. Dit zowel naar de vorm als naar de inhoud.
Werken met kaders vereist de nodige zorgvuldigheid. Voor de ene persoon kunnen
kaders niet ruim genoeg zijn, anderen hebben juist weer de behoefte aan strakke
kaders met duidelijke opdrachten.
Het enkel communiceren via de “lijn” laat ongewenste interpretaties toe. Officiële
brieven vanuit de “top” zijn onwenselijk en passen niet bij de in gang gezette cul-
tuur- en structuurverandering. Een open dialoog met oog voor verschillende belan-
gen en perspectieven én gericht op kennisdeling is uiteindelijk de wenselijkheid.
Sectorbeleidsplan 2008 - 2010 Sector Zorg Welzijn 2
27. Op dit moment ligt er geen blauwdruk klaar voor de passende communicatiestruc-
tuur en -cultuur. Deze ontwikkeling zal de komende tijd in gang gezet worden en
moet beslag krijgen in 2010.
De huidige actuele overlegstructuur tussen management en directie is in de bijlage
aangegeven, samen met de agenda voor de overleggen van het sectormanagement.
Kwaliteitscyclus
De zorg voor kwaliteit leeft sterk binnen de teams, echter het structureel inbedden
in een kwaliteitszorgsysteem is nog onvoldoende ingericht. De kwaliteitsstandaar-
den zijn onvoldoende bekend. Teams zijn vooral gericht op de dagelijkse gang van
zaken en er wordt nog te weinig tijd vrijgemaakt voor systematische reflectie en
het aantonen van de gerealiseerde kwaliteit.
Het systeem voor kwaliteitszorg bevindt zich op collegeniveau in een afrondende
fase. Dit systeem zal schooljaar 2008-2009 nader geïmplementeerd worden.
Betrokkenheid vergroten en gebruik maken van specifiek voor de teams ontwikkeld
materiaal (bijv. in de vorm van een handboek) vormen de speerpunten voor de ko-
mende periode.
Sectorbeleidsplan 2008 - 2010 Sector Zorg Welzijn 2
28. 5. Tijd voor de toekonst
De titel van dit trendhoofdstuk is voor meer uitleg vatbaar.
De toekomst komt eraan, maken wij tijd om er over na te denken?
De huidige studenten van de sector Zorg Welzijn zijn de medewerkers van mor-
gen. Maar ziet de samenleving er in de nabije toekomst nog net zo uit als nu, of
gaat er de komende jaren binnen de werkvelden waarvoor wij opleiden het no-
dige veranderen? De toekomst brengt nieuwe uitdagingen waar de sector Zorg
Welzijn zijn deel in zal moeten nemen. Als je als organisatie goed voorbereid wilt
zorgen voor een gezonde toekomst, voor studenten en medewerkers, moet je mee
in de ontwikkelingen. Sterker nog, als kenniscentrum voor de regio moet je voorop
durven lopen. Daarom moeten we op zoek naar een antwoord op de vraag: ‘waar
willen we over vijf jaar staan’.
Kansrijk, uitdagend en noodzakelijk
De mensen in de samenleving worden mondiger, klantgerichter en ondernemender.
Dit zijn woorden die steeds vaker worden gehoord in de traditionele ´not for profit´
sectoren als Zorg, Welzijn, Sport en Onderwijs. De overheid trekt zich meer en meer
terug uit deze sectoren. De werkgevers in deze sectoren vertonen ondernemerschap
en er vindt schaalvergroting plaats op organisatieniveau. Tegelijkertijd wordt de
uitvoering van de werkzaamheden in de zorg- en welzijnsectoren kleinschaliger en
klantgerichter. De samenleving wil inzetten op kwaliteit en op preventie in het do-
mein van zorg, welzijn, sport en onderwijs.
Maar de trend is duidelijk, ook voor onze sector. Hoe vinden we een evenwicht tus-
sen snelle en actuele ontwikkelingen in het beroepenveld en goed en herkenbaar
onderwijs? Kunnen we goed onderwijs en de nieuwe ontwikkelingen bij elkaar
brengen? Hoe gaan we om met de vragen van het werkveld en van onze studenten
en hoe vullen we samen met hen het competentiegericht onderwijs op een verant-
woorde manier in?
Trends, visie of visioen
‘Wie niet kan lachen, moet geen winkeltje beginnen’, is het adagium van trendwat-
cher Adjiedj Bakas (1963). Bakas is een veelgevraagd spreker op congressen,
Sectorbeleidsplan 2008 - 2010 Sector Zorg Welzijn 28
29. conferenties en symposia. Hij neemt de toehoorders mee langs de belangrijkste
trends en knoopt daar voor de branche of het bedrijf relevante conclusies aan.
Mede aan de hand van zijn observaties en onze eigen gedachten en wetenschap
schetsen we in dit stuk een toekomstbeeld van de verschillende werkvelden c.q.
branches van onze sector.
Werken in de ouderen- en gehandicaptenzorg
Visie:
Op korte termijn is er een tekort aan medewerkers in de zorg, met name op niveau
3 en 4. Op de langere termijn neemt dit tekort aan medewerkers in de zorg af, dit
als gevolg van het gebruik van nieuwe technieken en hulpmiddelen. Het gebruik
van domotica in de ouderenzorg zal sterk toenemen. Mensen wonen langer zelf-
standig, blijven gezonder en komen met andere zorgvragen. Kleinschalig wonen en
verzorgen is in opkomst. Zorg wordt individueler en op maat. Specifieke groepen
ouderen hebben meer geld te besteden en verhuizen voor goedkope zorg naar het
buitenland. De ketenzorg zal steeds meer een begrip worden en zorgaanbieders
gaan terug naar hun kernactiviteit.
Het aantal mensen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking zal niet
verder toenemen door beter prénataal onderzoek en vooruitgang in de medische
wetenschap.
Maar tegelijkertijd zien we een toename van het aantal personen dat niet zelfstan-
dig in de samenleving kan functioneren. Cliënten, ouders en verzorgers willen meer
regie en zeggenschap over hun huisvesting, behandeling, begeleiding en dagbeste-
ding.
Gevolgen voor het werkveld en het onderwijs:
De opleidingen zullen breder moeten worden, techniek wordt belangrijker. Zorg op
maat in kleine teams, waarbij er minder specialisten worden gevraagd, vraagt om
meer integratie tussen de verschillende opleidingen. De sociale component en de
klantvriendelijkheid worden nog belangrijker. Een zorgverlener wordt organisator,
verpleegkundige, woonbegeleider en activiteitenbegeleider in één.
Sectorbeleidsplan 2008 - 2010 Sector Zorg Welzijn 2
30. Gezien de gewenste bredere inzetbaarheid zal de uitstroom naar werk van niveau
2 deelnemers in de sector afnemen ten gunste van hoger opgeleiden. Doorstroom
naar niveau 3 wordt steeds meer noodzaak.
Werken in ziekenhuizen en klinieken
Visie:
Meer kortstondige opnames en een snellere behandeling. Verpleegkundigen zullen
veel meer specialistisch werk doen. Patiënten revalideren thuis of in speciale zorg-
hotels die zijn verbonden met een kliniek. Daarmee komt er een scheiding tussen
“cure” en “care”. De inspraak van patiënten wordt belangrijker, mensen beheren
hun eigen medisch dossier en kopen zorg in waar zij dat willen. Klant- en resultaat-
gericht werken wordt ook in de zorgsector de norm.
Gevolgen voor het werkveld en het onderwijs:
De complexiteit van de werkzaamheden van verpleegkundigen en verzorgenden
neemt toe, er zullen meer mensen nodig zijn met een hoger opleidingsniveau.
Zorgtaken worden commerciëler ingevuld. In zorghotels heeft de verzorgende of
verpleegkundige ook de taak van gastheer/gastvrouw, waardoor een groter beroep
wordt gedaan op ondernemerschap en sociale vaardigheden. De verzorger van de
toekomst zal flexibeler en ondernemender moeten gaan denken.
Werken in het welzijnswerk
Visie:
Belangrijke thema’s voor de toekomst zijn preventie, vereenzaming en verveling.
Een dalende solidariteit zorgt ervoor dat bepaalde groepen mensen niet meer mee
kunnen komen in de samenleving en vereenzamen. Het aantal mensen dat alleen
woont zal toenemen. De hulpvraag voor psychiatrische klachten, medicijnafhanke-
lijkheid en verslavingszorg neemt toe. In een complexere samenleving met snelle
veranderingen en een grote hoeveelheid aan informatieprikkels zullen er voor
Sectorbeleidsplan 2008 - 2010 Sector Zorg Welzijn 0
31. jongeren meer groepen zijn om zich mee te identificeren. Het onderlinge contact
tussen deze groepen zal echter moeilijker zijn. Ouderen hebben meer behoefte aan
hulp bij het op een prettige wijze invullen van hun vrije tijd.
Gevolgen voor het werkveld en het onderwijs:
Het welzijnwerk zal zowel klein– als grootschaliger worden. Er zullen breed opge-
leide alleskunners moeten zijn die ouderen zowel kunnen verzorgen als kunnen be-
geleiden in het vinden van een nuttige en/of leuke dagbesteding. Jongerenwerkers
zullen nog meer dan nu bruggenbouwers moeten zijn, die groepen jongeren weten
te bereiken en binden. Er worden hoge eisen gesteld aan communicatieve eigen-
schappen en flexibiliteit. Naast de ‘uitvoerders’ zal er plaats zijn voor ‘aanstuurders’
die het grote geheel structureren, organiseren en leiden.
Werken in het onderwijs en de kinderopvang
Visie:
Er zullen sterke regionale verschillen zichtbaar zijn op het gebied van banen in de
sector.
Op dit moment is het al zo dat de prognose voor het aantal leerlingen van het
basis- en voortgezet onderwijs in sommige gebieden, vooral buiten de randstad,
duidelijk terugloopt. Het aantal brede scholen zal verder worden uitgebouwd,
waarbij aan kinderen naast het reguliere onderwijs een totaalpakket van opvang
en activiteiten op het gebied van ontspanning, sport en muziek zal worden gebo-
den. Er is een groeiende behoefte aan opvang voor kinderen, waarbij ouders een
flexibel dagarrangement kunnen inkopen, eventueel inclusief de mogelijkheid van
overnachten. Hierbij zien we een integratie van de beroepen onderwijsassistent,
cultureelwerker, werker in de voor- en naschoolse opvang en sportleider ontstaan
(combimedewerker).
Gevolgen voor het werkveld en het onderwijs:
De doorstroom van onderwijsassistenten zal moeten worden aangepast, de oplei-
ding zal breder moeten worden ingevuld. Hierbij valt te denken aan het aanbieden
van kopstudies op het gebied van sport- en activiteitenbegeleiding. Studenten zul-
Sectorbeleidsplan 2008 - 2010 Sector Zorg Welzijn 1
32. len meer bereid moeten zijn om te verhuizen voor werk. Om de doorstroom naar
hoger onderwijs te bevorderen, zou kunnen worden gekeken naar de mogelijkhe-
den van een ‘onderwijslyceum’ waarbij een geïntegreerde HAVO/MBO/HBO oplei-
ding de studenten met een ‘doeners’ achtergrond kunnen bedienen.
Werken in de sector sport en bewegen
Visie:
Sport en bewegen wordt steeds meer ingezet om een gezonde leefstijl en zinvolle
vrije- tijdsbesteding van mensen van alle leeftijden te bevorderen. De landelijke
overheid richt zich steeds meer op het benutten van sport voor maatschappelijke
doelen. In de komende jaren worden tal van pilot’s en projecten uitgezet om be-
wegen en de kwaliteit van bewegen in diverse sectoren van de samenleving te
bevorderen. Verzekeraars nemen beweegprogramma’s op in het pakket, in wijken
(driehoek buurt-onderwijs-sport) worden sportprogramma’s ontwikkeld om de
leefbaarheid te vergroten, in de ontwikkeling van dagarrangementen is sport meer
en meer een belangrijk onderdeel en beweegprogramma’s binden de strijd aan
tegen overgewicht. Naast gezondheid en zinvolle vrijetijdsbesteding worden d.m.v.
SB-programma’s en projecten ook doelen nagestreefd als integratie, leefbaarheid,
vergroten van maatschappelijke samenhang, stimuleren topsport. Ook nieuwe ont-
wikkelingen op het gebied van recreatie en wellness raken de sector Sport en bewe-
gen. Een andere belangrijke ontwikkeling voor de komende jaren is die van profes-
sionalisering. Vrijwilligers spelen nu nog een grote rol in deze sector. Zowel door
invloeden van buitenaf als invloeden van binnenuit wordt er momenteel gestreefd
naar professionalisering van de SB-sector. Het gaat dan zowel om het sporttechni-
sche kader, begeleiders van diverse activiteiten als de organisatie daar om heen.
Gevolgen voor het werkveld en het onderwijs:
Het aantal deelnemers zal naar verwachting nog licht groeien gezien de landelijke
belangstelling voor Sport en bewegen.
Ondanks de groei van het aantal deelnemers aan SB-opleidingen zal het aanbod
van stageplaatsen ruim voldoende zijn m.u.v. het uitstroomprofiel bewegingsago-
giek.
Sectorbeleidsplan 2008 - 2010 Sector Zorg Welzijn 2
33. In toenemende mate zullen SB-afgestudeerden een baan vinden in de sector sport
en bewegen en aanverwante werkvelden van gezondheidszorg, dagarrangement,
onderwijs, wellness en recreatie. Van belang is wel om door good practice te laten
zien hoe middels combinatiefuncties aantrekkelijke banen kunnen worden gecre-
eerd voor de studenten die na de opleiding het werkveld in willen. Breed opleiden
in de basis en tevens daar boven op mogelijkheden bieden tot specialiseren is essen-
tieel voor het verwerven van een plek op de arbeidsmarkt.
Een belangrijk deel van de niveau 4 studenten zal ook in de nabije toekomst een
HBO studie willen gaan doen. Voor deze groep is een goede aansluiting MBO-HBO
een belangrijk aandachtspunt.
Waar staan we over vijf jaar
De sector Zorg Welzijn opereert in een breed werkveld, waarin maatschappe-
lijke ontwikkelingen elkaar snel opvolgen en om een reactie vragen. Essentieel bij
het inspelen op deze veranderingen is de balans tussen het op natuurlijke wijze
evolueren van de opleidingen en het tijdig inspelen op de actuele ontwikkelingen
in het werkveld. Het werkveld vraagt om breder opgeleide medewerkers met on-
dernemend inzicht. In veel van de huidige opleidingen kan een verbreding van de
uitstroommogelijkheden worden gerealiseerd door het gedeeltelijk integreren van
onderwijsaanbod van één van de andere opleidingsgroepen.
Hierbij valt te denken aan een systeem van kopstudies in de vrije ruimte, waarbij
bijvoorbeeld een onderwijsassistent zich specialiseert in het geven van sport tijdens
de naschoolse opvang. Maar ook de verzorgende en de medewerker maatschappe-
lijke zorg leren werken met nieuwe vormen van domotica.
Daarnaast vraagt de maatschappij om hooggekwalificeerd personeel dat gewend is
om in complexe organisaties te werken, snel kan ‘schakelen’ en communicatief vaar-
dig is. Deze laatste eigenschap zal in de toekomst, gezien de mondiger wordende
cliënten, alleen maar belangrijker worden.
Deze ontwikkeling brengt de maatschappelijke positie van onze niveau 1 en 2 stu-
denten in gevaar. In landelijke en regionale overlegstructuren zal nadrukkelijk aan-
dacht voor deze groepen noodzakelijk zijn.
Sectorbeleidsplan 2008 - 2010 Sector Zorg Welzijn
34. De sector wil het werkveld van binnenuit leren kennen en contacten verder uitbou-
wen. Eén van de ambities is dat het onderwijs niet alleen de ontwikkelingen volgt,
maar juist als kenniscentrum, voorop loopt als het gaat om nieuwe ontwikkelingen
op het gebied van zorg en welzijn in de regio.
De toekomst ligt open, we kunnen alle kanten op. Waar kiezen we voor, waar ma-
ken we ons als sector Zorg Welzijn sterk voor? Hoe zorgen wij voor een gezonde
toekomst van onze studenten en medewerkers en hoe verhoudt zich dat tot onze
maatschappelijke taken en verantwoordelijkheden? Dit trendhoofdstuk gaf inzicht
in de ontwikkelingen binnen de branches waarvoor we opleiden en geeft een door-
kijk naar de gevolgen voor ons onderwijs- aanbod, zowel inhoudelijk als in de orga-
nisatievormen.
Sectorbeleidsplan 2008 - 2010 Sector Zorg Welzijn
35. 6. Beleidsrichtingen voor de korte termijn
Beleidsrichting 1
Uit het trendhoofdstuk valt af te leiden dat de branches waarvoor wij opleiden de
komende jaren sterk aan verandering onderhevig zijn. Willen wij als opleider een
rol van betekenis kunnen vervullen zal het fungeren als kennis- en innovatiecen-
trum binnen de termijn van dit beleidsplan in aanzet gerealiseerd moeten zijn.
(Onderwijs voor de regio; een leven lang leren)
Beleidsrichting 2
Uit het trendhoofdstuk valt af te leiden dat de huidige beroepenstructuur in het
werkveld zal veranderen en dat als gevolg daarvan ons opleidingenaanbod met
behoud van de kwalificatie-eisen van de betreffende opleiding meer onderlinge sa-
menhang moet gaan vertonen op gebied van beroepspraktijkvorming en onderwijs-
inhouden. Deze samenhang moet in 2012 gerealiseerd en geïmplementeerd zijn.
(Onderwijs voor de regio; professionele organisatie)
Beleidsrichting 3
Uit het trendhoofdstuk valt af te leiden dat de beroepen in de branches waarvoor
de sector opleidt niet meer volstaan met een enkelvoudige kwalificatie. Studenten
moeten binnen de eigen gekozen opleiding ook delen van andere opleidingen kun-
nen volgen (major-minor structuur). Deze structuur moet binnen 3 jaar gerealiseerd
zijn, volledige implementatie in 2012.
(Iedereen een diploma, ambitie 2 Graafschap College)
Sectorbeleidsplan 2008 - 2010 Sector Zorg Welzijn
36. Bijlage Overlegstructuur
Naam overleg: Strategisch managementoverleg
Deelnemers: directie, opleidingsmanagers, hoofdbedrijfsvoering, op
afroep deskundigen
Frequentie: 1 keer per jaar (omstreeks december)
Doel: verkennend en input leveren voor sectorbeleidsplan
Onderwerpen: - innovaties
- nieuwe markten/opleidingen
- organisatieontwikkeling
- landelijke ontwikkelingen
- afstemming strategisch college beleid
Naam overleg: Sectormanagement
Deelnemers: directie, opleidingsmanagers, hoofd bedrijfsvoering
Frequentie: 9 keer per jaar
Doel: voorbereidend en meningsvormend
Onderwerpen: - Vanuit het directieberaad
o Informerend
o Meningsvormend
o Voorbereidend voor implementatie
- Vanuit de opleidingengroepen
o Plannen opleidingengroep
Informerend
o Nieuwe ontwikkelingen
§ Informerend
o Afstemming / bijstelling / besluiten
§ Huisvesting
§ BPV
§ Presentatie teamplannen
Sectorbeleidsplan 2008 - 2010 Sector Zorg Welzijn
37. Jaarkalender:
• September
o Voorlichting
o BPV
o Presentatie teamplannen
• Oktober
o Evaluatie sectorplan(acties/doelen)
o Bijstellen sectorbeleidsplan
• November:
o Evaluatie deelnemersprognose
o Actualiseren meerjarenprognose
• Januari
o Tevredenheidonderzoeken
• Februari:
o Sectorplan
o OER
• Maart:
o Begroting
o Formatieplan
o Personeelsplan
• April::
o Werving en selectie
o Taak- lessenverdeling
o Teamplannen
• Mei:
o Taak-lessenverdeling
Sectorbeleidsplan 2008 - 2010 Sector Zorg Welzijn
38. Naam overleg: Directie, bedrijfsvoering en opleidingengroepoverleg
Deelnemers: directie, betrokken opleidingsmanager(s), hoofd bedrijfs-
voering op afroep
Frequentie: 1 keer per 4 weken
Doel: coachen, monitoren, besluiten
Onderwerpen: - dagelijkse gang van zaken
- opleidingsplannen / afspraken
Naam overleg: Opleidingengroepoverleg
Deelnemers: opleidingsmanagers, (voor zover van toepassing)
Frequentie: 1 keer per 3 weken
Doel: Afstemming
Onderwerpen: - dagelijkse gang van zaken
- opleidingsplannen/afspraken
- opleidingen
- personeel
Naam overleg: Managersoverleg opleidingengroep
Deelnemers: alle opleidingsmanagers op afroep directielid
Frequentie: 1 keer per 2 maanden
Doel: afstemming
Onderwerpen - doorstroom
- gezamenlijk opleidingenaanbod
- EVC – en contractactiviteiten
Naam overleg: Manager individueel en directie
Deelnemers: opleidingsmanager individueel met directie
Frequentie: 2 maal per jaar
Doel: coachen en monitoren
Onderwerpen - eigen ontwikkeling en functioneren
- voortgang teamplannen
Sectorbeleidsplan 2008 - 2010 Sector Zorg Welzijn 8