Door ingrijpende veranderingen in de samenleving (zoals ontzuiling en sterke stijging van onderwijsniveau) past ons parlementair stelsel niet meer bij onze samenleving. Daardoor steeds grotere fragmentatie en een toenemende tweedeling binnen het electoraat.
Om na de volgende verkiezing toch te kunnen regeren is een heel andere aanpak nodig. Waarbij "draagvlak organiseren onder de bevolking" centraal staat. Daarbij is "pseudo bindend referendum" een cruciale factor.
Dit is een belangrijke renovatie van het Binnenhof dan de gebouwen zelf (en kost minder geld).
2. 1844 – Als lid van Tweede Kamer met
acht anderen initiatiefwet tot
verandering Grondwet ingediend:
- Ministeriele verantwoordelijkheid
- Invoering algemeen
(census-)kiesrecht
1845 – Voorstel werd door Koning
afgewezen en in Tweede Kamer
niet in behandeling genomen
3. 1848 – Februari Revolutie in Parijs, die
snel naar Berlijn en andere landen
overslaat
4. 17 maart 1848 benoemt Koning Willem II
Staatscommissie Thorbecke
11 april 1848 kwam de commissie
met haar rapport, vrijwel een kopie
van de voorstellen uit 1844
5. Enige grote verandering sinds 1848:
Na Russische revolutie (1917) verandering
Censuskiesrecht in
Algemeen Kiesrecht
(vanaf 25 jaar)
6. Tot 1970 weinig verschuivingen in stemvoorkeur
- KVP, ARP, CHU (inmiddels CDA) 50 a 55%
- Sociaal Democraten 20 a 25%
- Liberalen 10 a 15%
- Diversen 5 a 10%
VERZUILING
7. Vraag 1:
Hoeveel procent van de volwassen
Nederlandse bevolking bij de census 1960, had
als hoogste opleiding lagere school plus 2 jaar
uitgebreide lagere school (ULO)?
8. Vraag 2:
Hoeveel procent van huidige bevolking
tussen 25-34 jaar heeft Universiteit of
HBO afgemaakt?
9.
10.
11. Parallel aan de sterke verhoging van het
opleidingsniveau zien we de ontzuiling
en de veranderingen
van het electorale landschap
12. Belangrijke verandering:
Vroeger: Homogene electorale groepen -
Kiezers van één partij hadden over alle relevante
onderwerpen vrijwel allemaal dezelfde opinie
Nu: Heterogene electorale groepen –
Kiezers van één partij kunnen over relevante
onderwerpen fors van mening verschillen
13. Gevolg op de verkiezingsuitslag:
Kiezers veranderen sneller/makkelijker van partij
- Stijging van aantal partijen
- Toename versplintering
14. Gevolg op de regeringsvorming:
- Meer partijen nodig voor vorming regering
- Standpunten afzonderlijke regeringspartijen
minder herkenbaar
- Verlies van coalitiepartners van premier bij
volgende verkiezingen
15.
16.
17. Scheiding in het electoraat loopt niet meer
langs lijnen van verzuiling, maar langs
lijnen van kansen en bedreigingen,
zoals die ervaren wordt (en sterk samenhangt
met opleidingniveau).
De volgende twee onderzoeksvragen laten
dat goed zien:
18. 1. Maakt u zich zorgen over uw financiele
toekomst?
“Ja” zegt circa 45% van de Nederlanders
19. 2. Hebben de veranderingen in de laatste 10/20
jaar voor u vooral kansen of vooral
bedreigingen opgeleverd?
“Vooral kansen” zegt 30%
“Vooral bedreigingen” zegt 35%
20. Als die twee vragen worden gecombineerd en
dan naar de stemkeuze wordt gekeken zien we
een patroon, die bijna een spiegelbeeld lijkt te
zijn van de twee groepen.
21.
22. Het electoraat van FVD, PVV, SP en 50PLUS bestaat
grotendeels uit mensen die zich zorgen maken over
de eigen financiele toekomst
en/of
de veranderingen vooral als bedreigingen hebben
ervaren
23. Het electoraat van VVD, GroenLinks, D66, CDA
bestaat grotendeels uit mensen die zich geen zorgen
maken over de eigen financiele toekomst
en/of
de veranderingen vooral als kansen hebben ervaren
24. De twee groepen leven in een andere wereld met
weinig kennis van/begrip voor de andere wereld.
En ook zeker niet met respect voor elkaar.
(Alsof het “Ajax”- en “Feyenoord”-supporters zijn die
een wedstrijd van Ajax-Feyenoord bekijken).
25. Doorgaans bestaat de regering alleen uit partijen, die
tot de ene groep behoren (zoals nu VVD, D66, CDA en
ChristenUnie).
De tweede groep voelt zich bestuurlijk doorgaans niet
vertegenwoordigd.
26. Gevolg:
Verharding van de tegenstellingen, verdere
fragmentatie, moeilijker vormen van regeringen, en
electoraal wegzakken van regeringspartijen.
27. De kern is:
Door Thorbecke bedachte systeem past niet meer bij
de huidige samenleving
Maarrrr: aanpassing van het systeem is heel moeilijk
door strenge eisen t.a.v. grondwetsherziening en
verschillen van mening tussen partijen, terwijl er
tweederde meerderheden nodig zijn
28.
29. Net zoals in 1844 toen Thorbecke een nieuw systeem
voorstelde omdat het systeem toen niet meer paste
bij de ontwikkeling in de samenleving, hierbij een
voorstel voor een nieuw systeem, dat wel past bij de
samenleving van nu en morgen met als centrale kern:
DRAAGVLAK ORGANISEREN ONDER BEVOLKING
30. Uitgangspunten:
- Draagvlak onder de bevolking leidend
- Geen verandering van de grondwet nodig
- Partijen kunnen zich veel beter blijven profileren
- Kiezers worden meer betrokken
31. Uitvoering:
- Na verkiezing wordt regering gevormd van 7 a 8
partijen
- Grootste partij levert Premier
- Een zeer beperkt regeerakkoord van enkele
pagina’s
- Iedere partij krijgt 1,2 of 3 “eigen” ministeries
32. Uitvoering:
- Regeringspartijen hoeven niet in te stemmen met
voorstellen van ministers van andere partijen
- Transparant proces waarbij duidelijk is waarom
regeringspartijen al dan niet in stemmen!
33. Cruciaal element: Pseudo Bindend Referendum
- Minister kan steun zoeken voor voorstel na
afwijzing door Kamer via Pseudo Bindend
Referendum
- Stemmen gedurende 2 weken, via DigiD.
- Eis is dat meerderheid voor is en dat die
meerderheid zeker 25% uitmaakt van opgekomen
kiezers bij laatste TK-verkiezing
34. Wat betekent Pseudo Bindend?
Referendum wordt bindend doordat in
regeerakkoord de 7/8 partijen afspreken dat de
uitslag van het referendum ongewijzigd wordt
overgenomen, ook door de partijen die zelf tegen
zijn!
35. Gevolg:
Transparant systeem
Partijen houden eigen identiteit
Draagvlak onder bevolking wordt leidend principe
Ook bij Voorstellen van Ministers en Kamerdebatten
speelt het draagvlak onder de kiezers een rol.
Vrijwel iedereen kan zich vertegenwoordigd voelen
door regering
36. Last but not least:
Er is geen werkbaar alternatief meer