Sociale netwerken bij woningcorporaties. De slides van een trainingsdag voor communicatieprofessionals. In opdracht van Aedes en op uitnodiging van Cover, het netwerk van communicatieprofessionals bij corporaties.

1. De kracht van sociale netwerkenvoor corporaties Carina Pelt & Marije van den Berg [ @peltc & @marije ]

4. Hoe online ben jij?

5. Corporaties online: inspiratie

6. LinkedIn, Twitter, Facebook/Hyves, foto’s/video’s, communities: uitleg

7. Je online outfit op orde

9. Het gaat niet om social media

10. Het gaat om online communicatie

11. web 2.0 WEBSITE.NL SOCIAL MEDIA MIJN WEBLOG

12. Het gaat om gesprekken

13. Op een schaal van 1-10 Hoe online ben jij? Geef jezelf een cijfer en bedenk de reden.

14. inspiratie

20. Twitter

21. Facebook

22. Hyves

23. Presentaties delen: SlideShare

24. Foto’s delen: Picasa, Flickr

25. Fora

26. Eigen netwerk / Aedesnet-communities

27. Plus: de verbindingen tussen deze netwerkenWat is er te koop?

29. De contacten van contacten zijn ineens zichtbaar

30. Discussie én vinden van kennis in Groups

34. Maakt de ‘grijze lijntjes’ tussen mensen zichtbaar

35. Geeft weerhaakjes en opening aan gesprekken

36. Je netwerk researcht voor jou

39. Het wisselen tussen verschillende social media-sites is niet nodig

40. Bedrijven en vrienden zijn op één site te vinden: ideaal voor klantcontacten

41. Buurtsites

42. Delen van contact tussen vrienden: betrouwbaar, geloofwaardigFACEBOOK/HYVES

45. Picasa: foto’s delen met bekenden

46. Slideshare: delen van presentaties, Google-indexatie, Linkedin

49. Niet meer gebonden aan een locatie

50. Verschillende disciplines komen bij elkaar en versterken elkaar

51. Van zenden naar gesprek, online gesprek

52. contact, cocreatie (NU.nl), samenwerken (klantenpanel), innovaties ( meedenken over vernieuwing), geld (kostenreductie, efficiëncy) (AEDES-)COMMUNITIES

54. pauze

56. Even rondkijken wie je ziet, en wie er nog meer is

57. Stap op iemand af

58. Eerst gezellig, dan zaken doen

59. Niet erg om je in gesprek te mengen

60. Luisteren

61. Niet dronken worden, schreeuwen, op de bar dansen, roddelen

63. Even rondkijken wie je ziet, en wie er nog meer is

64. Stap op iemand af

65. Eerst gezellig, dan zaken doen

66. Niet erg om je in gesprek te mengen

67. Luisteren

68. Niet dronken worden, schreeuwen, op de bar dansen, roddelen

70. 1. Smoel

71. 2. headline

72. 3. Expertise en skills

74. AmazonBooklist

76. Zoek bekenden van bekenden op via je contacten

77. Zoek in groepen op interessante thema’s en discussie

78. Ga niet in het wilde weg uitnodigingen versturen, maar maak er een eerste hartelijk contact van (denk aan de staande receptie)

81. 7. profiel

82. 8. Eerst luisteren, dan praten

83. 9. Zoek de grijze lijntjes

84. 10. Doe het zelf

85. Eerste actie brainstorm Vijf minuten om je eerste acties op een rij te zetten Vijf minuten om daar aan deadline aan te hangen

86. lunch

88. Strategie? Goed idee!

89. Het is geen afdeling Iedereen kan zender zijn Geen monopolie op middelen meer Grenzen van het vakgebied vervagen

90. En zéker geen stagair

91. Strategie? ‘doelmatigheid’ Sociale netwerken: samenwerken met een doel Start met luisteren op de socialenetwerken. Identificeer het online gedrag van je stakeholders: waarhangenzeuit? Breng de doelstellingen die je daaruitafleidt in relatie met de doelstellingen van de corporatie. En meet wat ertoe doet, om je succes te kunnen aantonen.

92. Klassiek communicatiemodel coderen decoderen zender ontvanger boodschap ruis ruis

93. interactieniveau Wil je ... ... zenden? ... luisteren? ... in gesprek? … netwerken? ... samenwerken?

94. doelgroepdenken Klanten/bewoners Experts/collega’s/vakgenoten Stakeholders in politiek, bestuur, zorg en welzijn, bouwwereld

95. Aandacht-connectie-actie Van “kennis-houding-gedrag” naar

96. Van doelgroep naar doe-groep Van zenden naar dialoog en samenwerken Meer 1-op-1-communicatie

97. Doe-groepdenken Hoe betrek ik deze mensen? Hoe maak ik het relevant voor hen? What’s in itforthem? Wanneer willen zij meedoen?

98. Communitymanagement What is in it for them? Wat doe je met al die vrienden? Hoe houd je zebetrokken? Hoe zorg je ervoordat je jevriendennietverwaarloost? Community management Hoe maak je van “newbies” jouw fans, hoe vind en betrek je experts en influentials en hoe gedraag je jealscommunitymanager?

99. Strategie? Houding en gedrag! Andere tone of voice Snelle reactietijd nodig Consequenties voor interne communicatie Consequenties voor besluitvorming

100. Wees relevant - en dat zit ’m in de inhoud Vergeet communicatie 1.0 niet!

101. Verwaarloos je vrienden niet

102. Waar zitten mijn vrienden? Ga die volle kroeg in, open niet zelf een lege

103. Fouten durven maken Geen lineaire aanpak, maar continu monitoren en bijsturen

104. Vergeet controlekies voor helderheid

105. Strategie? Plan je succes! Middelenmix op orde

106. Planning van content 1. Inventariseer en organiseerbestaande content in een spreadsheet 2. Maakeen planning (dagelijks, wekelijks, maandelijks, per kwartaal) 3. Begin met kleinebeetjes 4. Varieer! 5. Hergebruikvoorverschillendedoelgroepen 6. Bundel en verzamel

107. pauze

108. De basis op orde budget verantwoordelijkheden werkafspraken houding kennis content en copy

110. Experimenteren mag

111. De organisatie Interdisciplinaire aanpak – ontkokerd Wat wordt de rol van de communicado? Regie, controle, advies, faciliteren? Nieuwe functies ontstaan sociale media manager community manager conversation manager

112. Analyse en evaluatie Bepaal wat je (afgeleide) doel is: meer volgers, meer retweets, meer fans, meer blogreacties, meer aanmeldingen voor bijeenkomsten, meer mentions, meer gesprekken, meer aandacht in de gewone pers Bepaal je nulpunt per middel en ga meten Bundel de gegevens: welke blogposts genereerden veel aandacht, welke gesprekken leidden tot mediaaandacht, wie helpt bij het verspreiden van je boodschap?

113. hulpmiddelen Twittercounter Klout Bit.ly Facebook Insights Google Analytics

114. praktijksituaties

115. verkoop -Nieuwbouw -Bestaande bouw

119. De basis voor je evaluatie

120. Bepaal

121. interactieniveau

122. randvoorwaarden

123. middelen

125. Mindmapping

126. Dromer, realist en criticus Walt Disney’s manier om ideeën te verbeteren

127. DROMER, REALIST EN CRITICUS De dromer mag ongehinderd fantaseren over de droom: voortbouwen, aanvullen, visualiseren, leuker maken. JA, EN… De realist hoort de fantasie aan en zorgt dat je denkt aan tijdsdruk, details en werkbare acties. Handige tips om de droom werkelijkheid te laten worden. JA, INDIEN… De criticus zoekt naar de zwakke plekken in het plan, naar belemmeringen, valkuilen. JA, TENZIJ…

128. Hoe gaan we te werk? We doen drie rondes. Eerst een ronde dromers: iedereen droomt Dan een ronde realisten: iedereen is realist Tot slot een ronde critici: iedereen is criticus Wanneer anderen aan het woord zijn, schrijf/teken/mindmap je zelf mee voor jouw concept. Wanneer er tijd is, doen we nog een serie. Daarna kan iedereen voor zichzelf combineren wat ie heeft opgeschreven tot een paar nieuwe, sterkere ideeën.

129. Pitch je concept 5 minuten voorbereiden 2 minuten pitchen 5 minuten vragen

130. Eerste actie brainstorm Vijf minuten om je eerste acties op een rij te zetten Vijf minuten om daar aan deadline aan te hangen

131. Conclusies en evaluatie

132. Goede boeken! Getsocial - JeanetBathoorn Handboek communities – Erwin Blom Connect! – Menno Lanting De conversation manager – Steven van Belleghem