2. Vorige les
• 18u15-19u30: deel 5 M – Is het appartement nog vrij? (afwerking)
Ik kan verschillen en gelijkenissen tussen twee studio’s beschrijven.
Ik gebruik ‘er is’/’er zijn’.
Ik gebruik positiewerkwoorden zoals ‘staan’, ‘hangen’ en ‘liggen’.
Ik kan de informatie uit een gesprek tussen huurder en verhuurder overzichtelijk
ordenen.
Ik kan mijn mening geven en beleving verwoorden over dilemma’s.
• 19u30-19u40: pauze
• 19u40-21u: deel 5 schriftelijk – Hoe ziet de studio eruit?
Ik kan de informatie uit een gesprek tussen huurder en verhuurder overzichtelijk
ordenen.
Ik kan mijn mening geven en beleving verwoorden over dilemma’s.
Ik kan informatie vragen en geven over wat ik deze lockdown waar heb gedaan.
Ik gebruik het perfectum om over het verleden te praten.
Ik kan een studio/kamer beschrijven.
Ik gebruik ‘er is’/’er zijn’, positiewerkwoorden zoals ‘hangen’/’staan’/’liggen’ en de
woordenschat van deel 5.
3. Deze les
• Deel 6 mondeling: Op welk spoor vertrekt de trein naar …?
Ik kan informatie vragen en geven & mijn mening geven over transportmiddelen.
Ik kan het globale onderwerp bepalen, de gedachtegang volgen en de informatie
overzichtelijk ordenen in getuigenissen over transportmiddelen.
Ik kan informatie vragen en geven over welke activiteiten ik en de andere cursisten al
gedaan hebben.
Ik gebruik het perfectum om over het verleden te praten.
Ik gebruik constructies met ‘iedereen’, ‘niemand’, ‘de meeste cursisten’, … om
conclusies te trekken.
Ik kan een instructie geven aan een loketbediende om een treinkaartje te kopen en
de gedachtegang volgen in het antwoord van de loketbediende.
Ik kan relevante gegevens selecteren uit mededelingen in een station.
Ik gebruik luisterstrategieën (eerst globaal luisteren en de informatie schematisch
noteren, dan pas de vragen lezen en antwoorden op basis van je instructies).
4. 1. Je leert een
informatie
vragen en geven
in verband met
het openbaar
vervoer.
2. Informatie
begrijpen in
verband met het
openbaar
vervoer.
Deel 6: Op welk
spoor vertrekt
de trein naar…?
Zo Gezegd mondeling, p. 107
7. Hoe verplaats jij je?
1. Hoe verplaats jij je het meest?
2. In een breakoutroom:
Wat vind jij de voordelen en de
nadelen van het openbaar vervoer, de
auto of de fiets?
8. Hoe laat vertrekt de trein?
Zo Gezegd mondeling
p. 111, oefening 5
Je wil weten wanneer de trein vertrekt. (D)
9. Op welk spoor vertrekt de trein?
Zo Gezegd mondeling
p. 111, oefening 5
Je wil weten waar de trein vertrekt. (C)
10. Moet ik ergens overstappen?
Je wil weten of je onderweg een tweede trein
moet nemen. (E)
Zo Gezegd mondeling
p. 111, oefening 5
11. Hoelang moet ik daar wachten?
Zo Gezegd mondeling
p. 111, oefening 5
12. Eén ticket naar …, enkel a.u.b.
Zo Gezegd mondeling
p. 111, oefening 5
Je wil een ticket om naar Oostende te gaan. Je
komt pas de volgende dag terug. (B)
13. Een ticket naar …, heen en terug
a.u.b.
Zo Gezegd mondeling
p. 111, oefening 5
Je wil een ticket om naar Oostende te gaan en ‘s
avonds terug te komen. (B)
14. Reizen met de trein: woordenschat
Syllabus mondeling p. 44
1?
2?
15. Een treinticket kopen & informatie
vragen
• Per twee: reiziger (A) & loketbediende (B)
• Wissel na 2 oefeningen van rol!
Zo Gezegd mondeling p. 111, oefening 6 > p. 213-214
16. Een treinticket kopen en informatie vragen.
REIZIGER LOKETBEDIENDE
Goedemorgen. Een ticket naar Kortrijk, enkele reis, alstublieft.
Dat is dan € 14 alstublieft.
Op welk spoor vertrekt de trein naar Kortrijk?
Op spoor 2.
Hoe laat vertrekt de trein naar Kortrijk?
Om twintig voor elf.
[BEGROETEN +
KORTRIJK ->]
[PRIJS]
17. REIZIGER LOKETBEDIENDE
Moet ik ergens overstappen? Ja, in Brussel-Noord.
Hoe lang moet ik wachten in Brussel? / Hoe lang moet ik daar
wachten?
12 minuten.
Bedankt!
Graag gedaan.
[BEDANKEN]
[REACTIE
BEDANKEN]
18. In het station van Antwerpen-Berchem…
bestemming type trein spoor uur vertraging
Brussel-Zuid en
Geraardsbergen
5
L
Herentals
Brussel-Zuid en
Charleroi-Zuid
16u25
IR 5 16u11 /
Neerpelt en Hasselt IR 16u16 /
Boom en Puurs 6 16u18 8’
P 5 16u21 /
IC 9 16u23 /
Aarschot P 5 /
Syllabus mondeling p. 34, oefening 2A
19. In het station van Antwerpen-Berchem…
Extra oefening bij Syllabus mondeling p. 45,
oefening 4
20. Het zinsaccent
1
2
3
4
Zo Gezegd mondeling p. 119
A.Nee, op spoor 3.
B.Nee, de tram.
C.Nee, om kwart over 11.
D.Nee, naar Diest.
21. Huiswerk (zie Canvas)
Huiswerk:
STUDEER
•Deze les (Deel 6 mondeling: Op welk spoor vertrekt de
trein naar ...?, PPT les 18).
MAAK DE OEFENINGEN
•Het zinsaccent
• Deel 6 mondeling - Training uitspraak: het
zinsaccent (op Canvas)
•Adjectief + e (herhaling)
• Kaarten: 1.2 adjectief + e (Kledij) | Quizlet
Deadline: 13/12/2021 voor 18u15.
EXTRA
• Oefenen op Quizlet:
• Kaarten: 1.2 mondeling deel 6: Op welk spoor
vertrekt de trein naar ...? | Quizlet
23. Zelfstandig werk
Luister elk fragment minstens 2 keer!
1. Zo Gezegd mondeling p. 113, oefening 7, 8 & 9
2. Zo Gezegd mondeling p. 114, oefening 10
3. Zo Gezegd mondeling p. 115, oefening 13
25. De videoblog van Sarah
Zo Gezegd mondeling p. 115, oefening 13
d a e c b
26. Informatie vragen aan de bushalte en op
de bus
• Per twee: reiziger (A) & chauffeur (B)
• Wissel na 2 oefeningen van rol!
Zo Gezegd mondeling p. 115, oefening 11 > p. 215-216
28. Informatie vragen & geven aan de
bushalte, op de bus, in het station
• Per drie: A & B + C (= evaluator)
• Wissel na 2 oefeningen van rol!
Zo Gezegd mondeling p. 115, oefening 12 > p. 217-218