2. De term Gezinsbedrijf is niet stabiel
Reinhardt & Barlett, 1989 over de USA:
● Alle arbeid en kapitaal moest van het eigen
gezin komen
● Later was je bij pacht ook nog family farm
● En bij leningen van de bank
● En bij “vreemd” personeel
● En bij inhuur van loonwerkers
De vorm van het bedrijf is niet doorslaggevend,
wel de besluitvorming aan de keukentafel ??
4. Waarom hebben we gezinsbedrijven ?
Arbeid en kapitaal komen uit het gezin of worden
aangetrokken uit de markt
Als ze uit het gezin komen, is dit goedkoper dan
uit de markt
● Wordt bedrijf winstgevender, dan meer arbeid en
kapitaal uit de markt erbij
● (extreem: groot landbouwbedrijf waar alles via de markt loopt)
Als het gezin ze aanwendt in het bedrijf levert de
markt te weinig op (en andersom)
● (extreem-1: de keuterboer die alle producten zelf consumeert)
● (extreem-2: de hobbyboer die alles buiten bedrijf aanwendt)
5. The nature of the family farm - 1
Kosten productiemiddelen via de markt soms
relatief duur:
Rendement: gezinsbedrijven accepteren
opbrengsten die lager liggen dan markttarief
● CAO’s met hoge tarieven overwerk, weekend-werk
helpt gezinsbedrijf (“Finsterwolde”)
● Gunstige IB tarieven voor ondernemers helpt
Laag rendement bij hoog risico houdt kapitalisten
buiten de sector (de armoede van het
gezinsbedrijf)
Terzijde: hetzelfde geldt voor de cooperaties in de
transformatie van grondstoffen (“Scholten-Honig, CSM”)
6. The nature of the family farm - 2
Landbouw kenmerkt zich ook door kans op moral
hazard (moreel gevaar) doordat productieproces
slecht waarneembaar is:
● Spant de manager zich wel genoeg in voor de
investeerder of kan hij matige resultaten wijten aan
het weer of ziektes?
● Is de arbeider achter op de kavel niet aan het
lijntrekken (agency-probleem)?
Transactiekosten bepalen de organisatievorm
De keuze van de organisatorische vorm is een
afweging tussen specialisatie via de markt en
moral hazard prikkels (Allen & Lueck, 2002)
7. Waarom plantages / grootlandbouwbedrijven?
Kapitaal en management (inclusief toegang tot
Westerse markten) zijn er bij lokale bevolking zeer
schaars en komen uit het buitenland of rijke
families in de stad (Zuid-Amerika)
Arbeid is er soms volop: thee plantages Sri Lanka
Arbeid is soms schaars: dan is er nog meer kapitaal
nodig, en soms “immigratie” (plantages van
Suriname, Maleisie, Florida, Amazone)
De geschiedenis speelt een rol (landhervormingen)
8. Conclusie uit de theorie
De markt genereert welvaart door specialisatie mogelijk
te maken in de functies van arbeider, manager,
verpachter, investeerder,
maar het gezinsbedrijf combineert deze functies,
omdat de markt onvoldoende aanzet tot specialisatie
vanwege te hoge transactiekosten (o.a. door moral
hazard en wetgeving)
en laag rendement bij een behoorlijk risico (door slecht
werkende factormarkten: arbeid verlaat niet snel de
sector omdat in het gezinsbedrijf de totale beloning telt)
● BLIJFT DAT OOK IN DE TOEKOMST ZO ??
9. Labor
Capital (land)
Management
Farm Operators
&
Households
Supply
Farm
Business
Earn
Income
Increases in
Asset & Equity
Values
Factor markten
Agrarische
ketenscontracten
• specialisatie gezinsleden
• pluri-activity
• asset management
• plattelandswoning en hobby farming
• toenemende schaal
• risico management
• ketenintegratie met contracten
• transactiekosten bepalen structuur
• scheiding van management en uitvoerend werk
Beinvloedt
allocatie
beinvloedt:
Management structuur
Besluitvormingsproces
Claims op
toegevoegde waarde
Gezinsbedrijven alloceren productiemiddelen (resources) uit bedrijf, gezin en vanuit
de markt naar gebruik binnen en buiten bedrijf
10. Idee van 1 bedrijf = 1 locatie = 1
ondernemer = 1 gezin is achterhaald
Ontwikkeling naar meerdere vestigingen vanwege
schaalgrootte en ruimtelijke ordeningsproblematiek
Ontwikkeling naar meerdere activiteiten op 1 plek
(multifunctioneel bedrijfsconcept of meerdere
vaardigheden gezinsleden)
Experimenten met collectieve exploitatie van meerdere
bedrijven (specialisatie ondernemers)
Toenemende specialisatie op basis landhuur
Toename van binding aan industrie / retail (contracten)
11. ICT, Genetica: landbouw meer beheersbaar;
rijkere consumenten willen variatie
ICT en Genetics: proces wordt beter waarneembaar
en programmeerbaar: minder moral hazard
Rijkere consumenten: willen productvariẽteiten
● Met hogere specificiteit van productiemiddelen
en meer samenwerking tussen producenten
● Zie de markten: dagmarkten worden
vervangen door langere contracten, joint
ventures en zelfs deelnemingen in de keten.
16. Nog meer ongunstige trends ??
Om beloning M/HBO-niveau van ondernemers te
realiseren is schaalvergroting nodig; structuur is
niet aangepast aan huidige technologie
Agribusiness en boeren willen besparen op
management: je verkoopt even makkelijk 100 ton
dan 10 ton. Een jaarrekening is voor 500 koeien
niet veel duurder dan voor 50 koeien
Weer scheiding tussen voor en achter: eigen baan
partner (het huwelijk is ook niet zonder risico’s)
Goedkope uitvoerende ‘Poolse’ arbeid, ICT, liberale
pacht, financieringsvormen, risk management
maken schaalvergroting en specialisatie in
management mogelijk
● Bedrijven krijgen dus MKB trekjes.
17. Ontwikkeling van bedrijfssystemen
n.t.w. / ha
Tijd
Agr. Familie-
onderneming
(mkb) –ag.
family firmGezins-
bedrijf
(family
farm)
Plantages
latifundia,
kolchoze
Keuter-
boeren
(subsis-
tence
farm)
Landb beleid
AKIS.gov
AgriFood Netwerken
3rd gen. uni
Stads-
landbouw
Hobby-
boeren
Metropolitanagriculture
19. Literatuur
Douglas W. Allen and Dean Lueck: The Nature of the Farm, 2002
Krijn J. Poppe: Administreren voor Agrariers, LEI, 1988
Ruth Gasson and Andrew Errington: The Family Farm Business, CAB International,1993
Krijn Poppe, Hennie van der Veen, Karel van Bommel en Walter van Everdingen:
Developments in the organisation of the farm and their policy implications, in: Pacioli-12, LEI
Mieke Calus:"Factors explaining farm succession and transfer in Flanders“, doctoraatswerk
Gent, 2009
Reinhardt and Barlett, The persistence of family farms in United States agriculture, in
Sociologia Ruralis, 1989
Michael Boehlje: "Structural Changes in the Agricultural Industries: How Do We Measure,
Analyze and Understand Them?," AJAE, 1999
Ge Backus, Willy Baltussen, Michiel van Galen, Harald van der Meulen, Krijn Poppe: Voorbij
het gezinsbedrijf ?, LEI, 2009
G. Gereffi, J. Humphrey and T. Sturgeon: The governance of global value chains, in Review of
International Political Economy, Februari 2005.