4. Het eerste en belangrijkste component waarmee de identiteit van de stad wordt opgebouwd is
het product : de fysieke materie die het stadsbeeld bepaalt en het collectieve geheugen .
De cultuurhistorische materie is de hardware waar alles om draait: ze vormt de authentieke
basis voor het Verleden Verbeeld en is verankerd in een krachtig, consistent en geloofwaardig
erfgoedbeleid: de stadsontwikkeling, het landschap, de monumenten, de relicten en de
museale collecties. Ook de software is van belang: geschreven bronnen, levende getuigenissen
en beelden voormen de zachte kant van het collectieve geheugen. Het scheppen van goede
randvoorwaarden voor een doelmatig beheer van de hardware is een verantwoordelijkheid
van de overheid.
Voor dit concept kan het interessant zijn dat de stad ook kan tonen dynamisch en creatief te
zijn. Uitingen van moderne kunst en ontwerp worden daarom eveneens tot het product
gerekend. Dit past in het beeld van de gelaagde stad, waar eigentijdse uitingen immers morgen
al onderdeel zijn van de geschiedenis: ‘Altijd Nijmegen !’
6. De tweede component van Verleden Verbeeld zijn de diensten, i.c. de manier waarop de
stad met het product omgaat in termen van presentatie en verhandeling .
Het betreft de duiding van strategisch gekozen plekken in de stad én hun ontsluiting op
een manier die veel mensen kan aanspreken. Visualisaties behoren tot het
dienstenpakket, evenals het aanbod van de musea en andere cultuuruitingen in de stad.
De diensten die de historische stad aan bewoners en bezoekers levert is een manifestatie
van stadsidentiteit, omdat ze in sterke mate het karakter van Nijmegen mee bepalen.
Diensten kunnen een hoog participatie gehalte hebben, waardoor er een belangrijke rol
ligt bij het particuliere initiatief. De factor ‘trots’ is belangrijk , omdat het de kwaliteit en
de uitstraling van de diensten in hoge mate kan beïnvloeden. De positieve emotie van
betrokkenen kan de stad tot grote prestaties drijven: partijen in een zelfbewuste stad zijn
competent, betrokken en energiek. Trots is de lichaamstaal van de stad.
7. De identiteit van de stad is - zoals de hoofdstukken van een geschiedenisboek -
opgebouwd uit de opeenvolging van 2000 jaar stadsgeschiedenis. Het decor waarin de
bewoner of bezoeker zich beweegt , vertelt dat verhaal.
Ieder historisch gebouw, object, locatie of evenement vertelt een verhaal dat
samenhangt met mensen en gebeurtenissen; een verhaal dat samenhangt met andere
verhalen, in de stad zelf – of met verhalen van ver daarbuiten.
In het verhaal van de gelaagde stad hebben alle episoden in principe evenveel
bestaansrecht. Men kan daarin wel accenten aanbrengen of strategische keuzen maken.
Die keuzen zullen sterk afhangen van de actualiteit, de doelgroep die men wil bereiken
en het ambitieniveau dat men zich stelt op basis van het operationele vermogen van de
stakeholders.
9. met inzichten uit het verleden, vooruitstrevend hedendaags ontwerpen: (vooruit met de geschiedenis)
inzichten uit het verleden cultiveren : (terug naar het verleden)
10.
11. vensters monumenten & relicten centra verhalen &
(bedels) getuigenissen
2000
Statische infrastructuur :
Per periode uit de tijdsbalk wordt een herkenbaar ´centrum´
ingericht waar de betreffende periode nader wordt belicht en
0 uitgediept. Er wordt tevens verwezen naar andere plekken in de
stad (relicten of verhalen) uit diezelfde periode.
12. Stratemakerstoren
stadhuis
St Steven
Hessenberg
Marienburgkapel
Praetorium
13. Stratemakerstoren
stadhuis
St Steven
Hessenberg
Marienburgkapel
Praetorium
14. monumenten, verhalen & thema’s
relicten en kunst getuigenissen
2000
Dynamische infrastructuur :
Routes door de stad worden thematisch
opgebouwd. Deze thema´s kunnen telkens
veranderen. Afhankelijk van het gekozen thema
worden plekken en verhalen uit verschillende
perioden onderling verbonden waardoor diverse
(virtuele) routes ontstaan, afhankelijk van de
0 actualiteit of de keuze van de bezoeker.
15. Jan van Hooff
Stratemakerstoren
St. Anthonispoort
stadsmuur oorlog &
Gobelins vrede
Gedeputeerdenplaats
bommengrens legerkamp
Kruittoren
Kruittoren
16. Jan van Hooff
St. Anthonispoort
Loden Lady
St Stevenskerkhof
De Schommel
Marienburgkapel
dood &
begraven
17. In de tentoonstelling De
Verdieping van Nederland
naast het Rijksarchief in Den
Haag komen op verschillende
manieren authentieke
bronnen tot leven.
Je kunt digitaal door de
mooiste middeleeuwse
handschriften bladeren, je
feitenkennis testen of virtuele
ontdekkingen beleven van
gerelateerde plekken of
personen.
Naast de permanente
presentatie zijn er regelmatig
kleine tentoonstellingen
rondom een actueel thema te
zien. Bij deze exposities
worden lezingen en
bijeenkomsten
georganiseerd.
18. In het Haus der Geschichte
in Bonn kun je virtueel een
politiek, economisch en sociaal
tijdsgewricht ontdekken vanuit de
presentatie van alledaagse dingen,
die refereren naar de tijdsperiode
van je eigen keuze.
19. In Het geheugen van Oost
in het Amsterdams
Historisch Museum
vertellen bewoners van
Amsterdam Oost verhalen
over hun buurt.
Iedereen mag meedoen.
20. Stel je voor... dat technologie kan gaan waar geen mens
ooit is gegaan, dat technologie kan slagen waar geen
mens is geslaagd …
In Italië en Frankrijk is de sensationele traditie van son
et lumiere met de modernste technieken al ruimschoots
gevestigd.
21. Amsterdam maakt gebruik van de
toegevoegde multimediale,
interactieve, communicatieve en
creatieve mogelijkheden in het
onderwijs.
Frequentie 1550 is een citygame, een
educatief stadsspel waarbij leerlingen
in groepjes hun directe omgeving
verkennen, veroveren en
multimediaal in kaart brengen met
behulp van mobiele telefoons, GPS en
on line computers. De spelers
verzamelen hiervoor data (geluid,
foto’s, video) en versturen die per
breedbandige draadloze verbinding
naar de thuisbasis om deze
informatie vervolgens verder te
verwerken in hun opdrachten.
Doel van de pilot is het onderzoeken
van de mogelijkheden om
vormelementen van mobiele gaming
te combineren met educatieve
doelstellingen.
22. Kansen om het profiel van Oudste Stad van Nederland tot leven te brengen:
• een helder onderscheid maken tussen de beoogde doelgroepen en
daarbij de meest aansprekende identificatiemogelijkheden en
infrastructuur kiezen.
• informatie niet alleen toegankelijk en beleefbaar maken (uit de boeken
naar de mensen brengen), maar op een moderne manier de `ziel` raken
van het historische gegeven (historie heeft een maatschappelijke
relevantie).
• het motto Altijd Nijmegen tot een gemeenschapsgevoel maken dat op
street-level beleefbaar is. De ‘street-scene’ is eclectisch en informeel.
Daar waar cultuurproductie en -consumptie dicht bij elkaar kunnen
komen is het levendig. Hier liggen kansen om het verleden van de stad
te verbinden met de moderne tijd.
• slimme, thematische verbindingen maken voor de uitwerking en
branding van een bepaald thema, met hulp van talloze creatieve en
ondernemende partijen in de stad.
23. Een derde component van het verleden Verbeeld omvat het netwerk van de
overheid, de bewoners, ondernemers en dienstverlenende instanties in de stad,
kortom alle denkbare samenwerkingsverbanden die in Nijmegen van belang
kunnen zijn voor de beleving en profilering van de Oudste Stad van Nederland.
Het algemene gedrag van deze direct betrokkenen bepaalt de stadsidentiteit in
een mate die evenredig is met de mate waarin zij in contact staan met het
grotere publiek of de mate waarin zij een bijdrage leveren aan de
verwezenlijking van de ambities .
24. beleid & synergie sturing
• speerpunten beleid • centrale regie: bestuursteam
& ambtelijk team
• samenhang
• gerichte allianties tussen
• bundeling van krachten stakeholders (platform)
Dit vraagt om integrale samenwerking met andere overheidsorganen
zoals de provincie, tussen portefeuillehouders onderling en tussen de
respectievelijke beleidsafdelingen binnen de gemeente.
25. Kansen waarbij zowel overheid als particulier initiatief elkaar kunnen
versterken zijn:
• meer samenwerking met het bedrijfsleven
• ondersteuning van het Cultuurhistorisch Platform Rijk van Nijmegen,
• bestendiging samenwerking tussen partners naar analogie van de
Romeinse Alliantie,
• vestiging van een Huis van de Geschiedenis op een prominente
historische plek in de Stad,
• oprichting van een voor iedereen toegankelijk Geschiedeniscafé
• ondersteuning van grote publieksevenementen zoals Gebroeders van
Limburg en Romeins weekend, Week van de Geschiedenis en Open
Monumentendag.
26. Het vierde en laatste niveau is niet alleen het geheel aan communicatie materiaal over de stad in
de verschillende media, maar ook het marketingconcept waarlangs de stad zich gaat presenteren.
Een goede communicatie en marketing, die consequent sterke en consistente beelden weet uit te
•
dragen en die de doelen van de stad helder reflecteert , maken de identiteit van de stad
zichtbaar en beleefbaar. Dit draagt bij aan een attractieve positionering van de stad. Een
mogelijke valkuil in dit stadium is dat de boodschap (gewenste imago als Oudste Stad van
Nederland) nu nog vooruitloopt op de werkelijkheid (te realiseren identiteit).
Marketing is zowel een strategisch als communicatief medium, waarmee gericht doelgroepen
kunnen worden bereikt. De toeristische industrie is in deze categorie een belangrijke key-player,
maar citymarketing is vooral een zaak van iedereen die zich betrokken voelt bij de stad .
27. • positionering is attractief, onderscheidend en vooral waar:
beweren = bewijzen !
• bewoners bepalen mede de identiteit en het imago van de stad;
zij moeten zich herkennen in de gekozen positionering
om het positieve gevoel voor de stad te kunnen overbrengen.
Ontwikkelen ´warme ´citymarketing en nieuwe Toerismenota.
• via promotie en communicatie wereldkundig maken wat de stad
is en wat zij te bieden heeft.
ontwikkeling - bewustzijn - promotie
29. ambitie
– voorzichtig groeimodel of bereidheid tot een
grensverleggende ´stretch´ op ambities en
doelstellingen?
– ambitiepiramide bepaalt de manier waarop we
naar de stad kijken : lokaal? regionaal? nationaal ?
focus
– intern gericht ? extern gericht?
methodiek
– statisch of dynamisch gebruik van de diverse
identificatiemogelijkheden?
organisatie
– geregisseerde of spontane bundeling van collectieve
krachten ?