4.
Grondlegger: John Locke
Politiek-maatschappelijke stroming
ontstaan in de Verlichting (18e eeuw)
Uitgangspunten:
◦ zo veel mogelijk individuele vrijheid zolang
vrijheid van anderen niet wordt beperkt
◦ emancipatie van de burger
◦ vrije markt economie
5.
Uitgangspunten:
◦ zo veel mogelijk individuele vrijheid zolang
vrijheid van anderen niet wordt beperkt
◦ emancipatie van de burger
◦ vrije markt economie
6.
Uitgangspunten:
◦ zo veel mogelijk individuele vrijheid zolang
vrijheid van anderen niet wordt beperkt
◦ emancipatie van de burger
◦ vrije markt economie
7.
Uitgangspunten:
◦ zo veel mogelijk individuele vrijheid zolang
vrijheid van anderen niet wordt beperkt
◦ emancipatie van de burger
◦ vrije markt economie
8.
Klassiek liberalisme
◦ Negatieve rechten:
overheid beschermt tegen moord, diefstal, fraude
waarborg tegen teveel inmenging van overheid
Sociaal liberalisme / Progressief liberalisme
◦ tevens Positieve rechten:
alle individuen hebben bepaalde mate van
inkomen, scholing en gezondheid nodig
om in vrijheid te kunnen leven.
Conservatief liberalisme
historisch gegroeide tradities erg waardevol
terughoudend in democratische vernieuwing en overdracht van
soevereiniteit aan internationale organisaties
9.
10.
Economisch liberalisme
◦ de erkenning van het recht op vrije
economische activiteit en vrij economisch
verkeer, gebaseerd op particulier bezit en
marktmechanismen.
◦ Grondlegger: Adam Smith
17.
Obligatie
◦ Verhandelbaar schuldbewijs voor een lening
die door een overheid, een onderneming of een
instelling is aangegaan.
◦ Obligatie uitgegeven
door Verenigde
Oostindische
Compagnie
in 1623
18.
Aandeel
◦ Waardepapier dat dient als bewijs van
deelname in kapitaal.
◦ Eigenaar kan zijn rechten als aandeelhouder
van vennootschap laten gelden.
◦ Onderhands uitgeven van
aandelen aan financiers
reeds in Romeinse tijd
◦ Eerste officiële uitgifte
verhandelbare aandelen
in 1606 te Amsterdam
20.
Een beleggingsfonds is in feite een
‘verzamelpunt’ voor beleggers. Op dat punt
komt het geld van alle in het betreffende
fonds investerende beleggers samen. Het
totaalbedrag wordt het fondsvermogen
genoemd.
Een beleggingsfonds is vaak een naamloze
vennootschap. Beleggers kopen aandelen in
deze vennootschap en kopen daarmee
indirect aandelen, obligaties, onroerend
goed, enz…
Beheerd door fondsmanager
21.
Een tracker is een indexfonds dat op de
beurs noteert. Het geeft u de
mogelijkheid om in één enkele transactie
een gediversifieerde portefeuille aandelen
te verwerven.
De meest gekende indexen zijn de grote
aandelenindexen van de wereld: Dow
Jones, S&P, CAC40, BEL20,... maar er
bestaan ook indexen op grondstoffen
(goud, petroleum) of indexen op
obligaties.
Geen actieve fondsmanager
22.
Een turbo is een financieel instrument dat
u, dankzij het hefboomeffect, zal toelaten
voluit te profiteren van een stijging of
daling van de onderliggende waarde,
terwijl u maar een fractie van de waarde
ervan moet investeren.
Ook speeder of sprinter
genoemd.
Uitgevers van turbo’s:
RBS, ABN Amro, …
23.
Koers Turbo Long =
(Stand aandeel - financieringsniveau) / ratio
Financieringsniveau is het deel van de
onderliggende waarde dat de uitgever van de
turbo voor u financiert. Hierdoor ontstaat de
hefboom.
Hefboom =
(koers onderliggende waarde / intrinsieke waarde)
De ratio van een Turbo bepaalt hoeveel Turbo's u
zou moeten kopen om één keer in de
onderliggende waarde te beleggen.
24.
25.
Koers Turbo Short =
(Financieringsniveau - stand aandeel) / ratio
Als u een Turbo Short koopt, is het alsof de
uitgever de onderliggende waarde voor u
verkoopt. Dit noemen we "short gaan". In het
algemeen genereert de opbrengst rente die
ten goede komt aan het financieringsniveau.
In dat geval ontvangt u bij een Turbo Short
renteopbrengsten over zowel uw inleg als de
verkoopopbrengst van de onderliggende
waarde.
26.
27.
Financiële derivaten zijn
beleggingsinstrumenten die hun waarde
ontlenen aan de waarde van een ander
goed, zoals aandelen en olie. Het andere
goed wordt in het jargon de
onderliggende waarde genoemd
Men gebruikt financiële derivaten om
risico's te verkleinen of juist te
speculeren.
28.
Future
◦ Een future (of termijncontract) is een financieel
contract tussen twee partijen die zich verbinden om
op een bepaald tijdstip een bepaalde hoeveelheid
van een product of financieel instrument te
verhandelen tegen een vooraf bepaalde prijs. Men
komt dus een transactie in de toekomst overeen.
◦ Futures hebben gestandaardiseerde
contractspecificaties.
In het geval van de aardappelfutures is bijvoorbeeld
vastgelegd dat het gaat om 25.000 kilo, het ras bintje,
een minimumdoorsnede van 50 millimeter,
frietgeschikt en geteeld op kleibodem.
29.
Optie
◦ Een optie is een recht om binnen een
afgesproken periode een bepaald goed te
kopen of te verkopen, voor een vastgestelde
prijs.
◦ De waarde van de optie is gebaseerd op de
waarde van het onderliggende product, de
looptijd, de bewegelijkheid van de prijs van de
onderliggende waarde en de rente.
◦ Calloptie – Putoptie
30.
Swap
◦ Een swap is een derivaat waarbij een partij een
bepaalde kasstroom of risico wisselt tegen dat
van een andere partij.
◦ Bv. renteswap beschermt zich tegen
renterisico's.
Bij een payer swap wordt een vaste rente betaald
en een variabele rente ontvangen. Hiermee kan
men zich indekken tegen een rentestijging.
Met een receiver swap wordt een lening met een
vaste rente omgezet naar een lening met
variabele rente. Er wordt dan een variabele rente
betaald en een vaste rente ontvangen. Dit is
winstgevend als een rentedaling wordt verwacht.
31.
32.
33.
High-Frequency Trading strategieën maken gebruik van
computers om beslissingen tot het uitvoeren van
beursorders, gebaseerd op elektronische informatie, af
te handelen vooraleer menselijke traders de informatie
hebben kunnen verwerken.
34.
De biedprijs is de prijs waarop een
product door degene die het wenst te
kopen te koop wordt gevraagd.
De laatprijs is de prijs waarop producten
te koop wordt aangeboden.
Het verschil tussen bied- en laatprijs
wordt spread genoemd.
35.
36.
Profiteren van de prijsverschillen tussen
verschillende aan elkaar gerelateerde
effecten. Door het combineren van een
aantal transacties kan men profiteren van
een onevenwichtigheid op verschillende
markten.
Arbitrageanten dragen bij aan het tot
stand komen van het evenwicht van
efficiënte markten doordat zij net zo lang
profiteren van de prijsverschillen totdat
deze verdwenen zijn.
37.
Het aandeel Nokia handelt zowel op de
beurs in Helsinki als in Frankfurt am
Main.
Op de Finse beurs wordt 2,63 geboden,
en op de Duitse beurs wordt er 2,61
geoffreerd.
Het snelste computersysteem zal
onmiddellijk de aandelen in Duitsland
kopen en in Finland verkopen.
38.
2009: In de VS vertegenwoordigen HFT
firma’s 2% van de 20.000 institutionele
beleggers.
Daarentegen vertegenwoordigen ze 73%
van het totale volume aan effect handel.
2012: HFT vertegenwoordigt 50% van het
totale volume aan effect handel.
39. 9% van de marktwaarde verdween
in minder dan 5 min.
Notas do Editor
Het liberalisme is een politiek-maatschappelijke stroming die ontstaan is in de Verlichting van de 18e eeuw. Het brak in de 19e eeuw in Europa en Noord-Amerika door als dominante stroming toen het de burger wilde emanciperen ten koste van het Ancien Régime. Vandaag de dag is het liberalisme één van de dominante ideologieën. Het liberalisme heeft als uitgangspunt zo veel mogelijk vrijheid van het individu zolang hij de vrijheid van anderen niet beperkt. Liberalen streven naar een samenleving waarin burgers grote vrijheden genieten, zoals de burgerrechten die het individu beschermen en de macht van de staat en de kerk beperken. Ook streeft het liberalisme naar een vrije markt waarin de overheid zich terughoudend opstelt. Ander speerpunt van het liberalisme is de scheiding van kerk en staat (onder andere als voorwaarde voor godsdienstige tolerantie). Ook willen liberalen dat de staatsinrichting wordt vastgelegd in een grondwet waarin ook de grondrechten van de burger staan. Van de overheid werd slechts verlangd dat ze alleen die bestuursdomeinen voor haar rekening zou nemen, die onmogelijk door het individu behartigd konden worden, zoals openbare functies, openbare werken en landsverdediging.
Het liberalisme is een politiek-maatschappelijke stroming die ontstaan is in de Verlichting van de 18e eeuw. Het brak in de 19e eeuw in Europa en Noord-Amerika door als dominante stroming toen het de burger wilde emanciperen ten koste van het Ancien Régime. Vandaag de dag is het liberalisme één van de dominante ideologieën. Het liberalisme heeft als uitgangspunt zo veel mogelijk vrijheid van het individu zolang hij de vrijheid van anderen niet beperkt. Liberalen streven naar een samenleving waarin burgers grote vrijheden genieten, zoals de burgerrechten die het individu beschermen en de macht van de staat en de kerk beperken. Ook streeft het liberalisme naar een vrije markt waarin de overheid zich terughoudend opstelt. Ander speerpunt van het liberalisme is de scheiding van kerk en staat (onder andere als voorwaarde voor godsdienstige tolerantie). Ook willen liberalen dat de staatsinrichting wordt vastgelegd in een grondwet waarin ook de grondrechten van de burger staan. Van de overheid werd slechts verlangd dat ze alleen die bestuursdomeinen voor haar rekening zou nemen, die onmogelijk door het individu behartigd konden worden, zoals openbare functies, openbare werken en landsverdediging.
Het liberalisme is een politiek-maatschappelijke stroming die ontstaan is in de Verlichting van de 18e eeuw. Het brak in de 19e eeuw in Europa en Noord-Amerika door als dominante stroming toen het de burger wilde emanciperen ten koste van het Ancien Régime. Vandaag de dag is het liberalisme één van de dominante ideologieën. Het liberalisme heeft als uitgangspunt zo veel mogelijk vrijheid van het individu zolang hij de vrijheid van anderen niet beperkt. Liberalen streven naar een samenleving waarin burgers grote vrijheden genieten, zoals de burgerrechten die het individu beschermen en de macht van de staat en de kerk beperken. Ook streeft het liberalisme naar een vrije markt waarin de overheid zich terughoudend opstelt. Ander speerpunt van het liberalisme is de scheiding van kerk en staat (onder andere als voorwaarde voor godsdienstige tolerantie). Ook willen liberalen dat de staatsinrichting wordt vastgelegd in een grondwet waarin ook de grondrechten van de burger staan. Van de overheid werd slechts verlangd dat ze alleen die bestuursdomeinen voor haar rekening zou nemen, die onmogelijk door het individu behartigd konden worden, zoals openbare functies, openbare werken en landsverdediging.
Het liberalisme is een politiek-maatschappelijke stroming die ontstaan is in de Verlichting van de 18e eeuw. Het brak in de 19e eeuw in Europa en Noord-Amerika door als dominante stroming toen het de burger wilde emanciperen ten koste van het Ancien Régime. Vandaag de dag is het liberalisme één van de dominante ideologieën. Het liberalisme heeft als uitgangspunt zo veel mogelijk vrijheid van het individu zolang hij de vrijheid van anderen niet beperkt. Liberalen streven naar een samenleving waarin burgers grote vrijheden genieten, zoals de burgerrechten die het individu beschermen en de macht van de staat en de kerk beperken. Ook streeft het liberalisme naar een vrije markt waarin de overheid zich terughoudend opstelt. Ander speerpunt van het liberalisme is de scheiding van kerk en staat (onder andere als voorwaarde voor godsdienstige tolerantie). Ook willen liberalen dat de staatsinrichting wordt vastgelegd in een grondwet waarin ook de grondrechten van de burger staan. Van de overheid werd slechts verlangd dat ze alleen die bestuursdomeinen voor haar rekening zou nemen, die onmogelijk door het individu behartigd konden worden, zoals openbare functies, openbare werken en landsverdediging.
In de tweede helft van de 19e eeuw, ten tijde van de industrialisatie, beleeft het liberalisme zijn hoogtijdagen. Maar als de liberalen in die periode de macht krijgen, raken zij verdeeld. Uit de oudste stroming, de klassiek-liberale, daterend uit de 17e eeuw, ontstond de conservatief-liberale stroming en een tijd later in de 19e eeuw, de sociaalliberale stroming. Het klassiek-liberalisme gaat enkel uit van de zogeheten 'negatieve rechten', bestaande uit individuele rechten en het natuurrecht. Dit houdt in dat de overheid individuen uit de maatschappij beschermt tegen moord, diefstal, fraude en dergelijke door medeburgers. Hiernaast bieden deze rechten waarborging tegen invloed van de overheid in het privé-leven van burgers. De taken van de overheid beperken zich dus tot politie, defensie en justitie. Overheidsinterventie in de economie en inkomensherverdeling worden door de klassiek-liberalen dan ook sterk afgewezen. De ideologie gaat ervan uit dat bij een beperkte overheid een samenleving pas echt tot bloei kan komen. Het eigendomsrecht is dan ook de kern van deze vorm van liberalisme met het idee dat echte individuele vrijheid niet kan bestaan wanneer eigendomsrechten niet worden gerespecteerd.Het progressief liberalisme gaat naast de 'negatieve rechten' ook uit van de zogeheten 'positieve rechten', waarbij de overheid actief ingrijpt in de economie en in het leven van individuen. Deze stroming gaat ervan uit dat alle individuen een bepaalde mate van inkomen, scholing en gezondheid nodig hebben om in vrijheid te kunnen leven. De klassiek-liberalen en in mindere maten de conservatief-liberalen zijn hier tegen omdat het geld wat de overheid schenkt aan burgers altijd afkomstig is van een andere burger. In de ogen van het klassiek-liberalisme is dit dan ook een contradictie, omdat de vrijheid van het ene individu wordt geschonden voor de vrijheid voor een ander individu. De progressieven achten de positieve vrijheid van het individu belangrijker dan de negatieve vrijheid, doordat het een ten koste gaat van het ander. In deze rol van democratie is er dus ook een rol weggelegd voor de overheid op het gebied van inkomensherverdeling. Op dit punt verschillen de progressief liberalen maar weinig van de sociaal-democraten.[1] Hiernaast maakten de progressief liberalen zich ook sterk voor het kiesrecht voor de minima en vrouwen.Geert Lambert
Als een bedrijf geld nodig heeft kan het door het uitgeven van een obligatielening aan de financiering komen. De koper van de obligatie ontvangt van de uitgever rentevergoeding.2400 florijnen - 7 november 1623