SlideShare uma empresa Scribd logo
1 de 41
Baixar para ler offline
2018
PROGRAMMA
PROVINCIERAADS
VERKIEZINGEN
#zorgenvoorWVL
West-Vlaanderen
voorwoord																				 5
duurzaam groeien																		 7
Klimaatbeleid als rode draad voor het provinciaal beleid														7
Ruimtelijke planning met respect voor mens en milieu														9
Omgevingsvergunningen: vergunningen verlengen en toekennen vraagt een democratische aanpak							 15
Voedselproductie met respect voor mens en milieu															17
Zorgen voor natuur, milieu en klimaat, in partnerschap met Vlaanderen en de gemeenten 									 23
Op naar een zelfvoorzienend energiesysteem op basis van hernieuwbare energie en restwarmte								 25
De blauwe aders van de provincie																	27
Mobiliteit: 6 deeldomeinen in het mobiliteitsbeleid waarin de provincie het verschil maakt									 35	
Wonen: kwaliteit en betaalbaarheid als speerpunten															41
Plattelandsbeleid: regisseur van gebiedsgericht plattelandsbeleid													45
Mondiaal beleid																				47
Een grondgebonden erfgoedbeleid gericht op preventie en publiek												49
werken aan welvaart																		 51
Bovenlokaal én gebiedsgericht economisch beleid															51
De cirkel rondmaken																			62
Sociale dimensie: werknemerschap																	64
Ruimte voor arbeidszorg																			66
De provincie als motor																			67
toerisme, maatwerk voor elke streek														 69
Fors investeren in het West-Vlaamse toerisme																71
West-Vlaanderen uitbouwen als een toprecreatieve regio														73
Innovatie, kwaliteit en duurzaamheid stimuleren bij de private toeristische actoren										 75
Een innovatief marketingbeleid voor onze bestemmingen														77
Het provinciebedrijf Westtoer uitbouwen als motor en expertisecentrum van het West-Vlaamse toerisme							 79
INHOUD
5
Onze wereld staat op een kruispunt. De
digitalisering verandert de manier waarop
we leven, werken en samenwerken.
Klimaatverandering, vervuiling en de
wegwerpeconomie bedreigen de
leefbaarheid en de draagkracht van onze
planeet. De solidariteit waarop onze
samenleving de afgelopen halve eeuw
gebouwd werd, staat ter discussie.
In zo’n wereld zijn mensen zijn op zoek
naar een nieuwe houvast. Wij zijn ervan
overtuigd dat we die kunnen bieden. Dat
hebben we in het verleden al vaak genoeg
bewezen.
sp.a heeft volop ideeën om in deze
veranderende tijden meer bescherming
en meer gelijkheid te bieden. Wat we
willen verwezenlijken, is gebaseerd op
onze socialistische principes, die tegelijk
ecologische principes zijn: solidariteit,
gelijkwaardigheid, streven naar meer
gelijkheid, duurzaamheid en zorg voor
de aarde.
Socialisten komen op voor een eerlijke
verdeling van de rijkdom en tegen
sociale uitsluiting. We zijn overtuigd
van de maakbaarheid van de wereld.
We zijn internationalisten, feministen,
ecologisten en democraten. Wat we
niet zijn? Kapitalisten! Socialisme
stoelt op de diepmenselijke drang naar
gelijkwaardigheid en rechtvaardigheid.
Onze socialistische principes bepalen
ook de manier waarop we aan politiek
willen doen: voorbij de discussies waarin
de klassieke politiek maar al te dikwijls
verzandt. Voor ons is politiek samen
zoeken naar wat de mens verbindt.
Daarom zijn we voorstander van het
herdenken van de democratie: we
willen dat iedereen zijn zeg kan doen en
betrokken wordt, op elk niveau: in wijken,
dorpen, steden; in Vlaanderen, in België
en in Europa. Alleen wanneer iedereen
mee is, kunnen we de wereld ten goede
veranderen.
Een vernieuwde democratische manier
van aan politiek doen, dat is het socialisme
waar wij voor kiezen in deze nieuwe
tijden.
Wat we in West-Vlaanderen kunnen
realiseren? Het provinciebestuur mag
dan misschien niet het meest zichtbare
politieke bestuur van dit land zijn,
het heeft onmiskenbaar een aantal
sleutels in handen om onze provincie
duurzamer, socialer en welvarender te
maken. Wij nemen al sinds vele decennia
bestuursverantwoordelijkheid op in
West-Vlaanderen. We hebben de ambitie
om dit te blijven doen, aan de hand
van een krachtig, ambitieus en duidelijk
programma.
Jurgen Vanlerberghe
provinciaal voorzitter
VOORWOORD
7
DUURZAAM
groeien
Klimaatbeleid
als rode draad
voor het
provinciaal
beleid
De provincie speelt al jaren een rol
in het klimaatverhaal. Samen met
diverse partners, zoals gemeenten,
middenveldorganisaties, netbeheerders en
sectororganisaties, werken we provinciale
klimaatcampagnes en –projecten uit,
zoals het provinciale steunpunt ‘duurzaam
wonen en bouwen’, groepsaankopen
‘groene stroom’, het uitbouwen van
fietssnelwegen, campagnes rond
‘duurzaam woon- en werkverkeer’, enz.
De provincie stimuleerde de steden
en gemeenten actief om het
Burgemeestersconvenant (‘Covenant
of Mayors’) te ondertekenen. We willen
hen nu verder ondersteunen bij de
uitwerking van actieplannen, kennis- en
uitwisselingsplatformen, inhoudelijke
expertise, opmaak klimaatrapporten, enz.
Waarom die focus? De klimaatverandering
is een van de meest prangende en
actuele problemen en plaatst onze
samenleving voor grote uitdagingen.
Wetenschappers zijn het erover eens
dat we de wereldwijde stijging van de
temperatuur onder de 2°C moeten
houden om de rampzalige gevolgen van
de klimaatwijziging te beperken. Dat kan
alleen door stevige nieuwe maatregelen,
zowel op internationaal als op lokaal
niveau. De strijd tegen de klimaatwijziging
moeten we samen aangaan met
duurzame oplossingen.
Dat betekent dat we allemaal anders
zullen moeten wonen, werken,
consumeren en ons ontspannen. Via
het provinciebestuur willen we – samen
met inwoners, organisaties en bedrijven,
steden en gemeenten – werk maken van
een klimaatgezond West-Vlaanderen.
We willen de uitstoot van broeikasgassen
drastisch terugdringen en tegen 2050
klimaatneutraal zijn. Daarnaast streven
we ook naar klimaatbestendigheid. Zo
willen we de negatieve effecten van
de klimaatwijziging in onze provincie
(overstromingen, droogte, erosie en
verlies aan biodiversiteit) maximaal
temperen.
Het klimaatplan geeft aan hoe de
Provincie West-Vlaanderen in de komende
jaren wil evolueren naar klimaatneutraliteit
en klimaatbestendigheid. Geen makkelijke
opdracht: we beseffen maar al te goed dat
de ambitie om klimaatneutraal te worden
soms pijn zal doen. Daarom hebben
we des te meer nood aan een breed
maatschappelijk draagvlak, maar ook aan
politici die moedige keuzes durven
maken.
De provincie heeft tijdens deze legislatuur
al een eerste aanzet gedaan om tot
een sterk klimaatbeleid te komen. We
willen daarin verdergaan, zodat we
tegen 2050 een klimaatneutrale en een
klimaatbestendige provincie zijn.
Natuur en milieu vormen de basis voor
deze streefdoelen. Als Kustprovincie
heeft West-Vlaanderen de opdracht
om een innovatieve voorloper te zijn.
Daarom willen we de uitvoering van
de gemeentelijke klimaatactieplannen
coördineren. In deze klimaatactieplannen
moeten minstens de sectoren bedrijven,
bevolking, natuur en landbouw vervat
zitten. We nemen ons voor om de regie
te voeren over de gebiedsgerichte en
grensoverschrijdende afstemming van
de klimaatactieplannen. We streven
ernaar dat elke gemeente tegen 2021 een
klimaatadaptieplan heeft, opgemaakt in
fases van thematische prioriteit (bv. water
in overstromingsgevoelige of
droge gebieden).
1
9
2Ruimtelijke
planning met
respect voor
mens en milieu
Ook in onze provincie is de ruimte
schaars, terwijl de vraag naar ruimte
groot is. Het is voor sp.a een kerntaak
van het provinciebestuur om te streven
naar een gezond evenwicht tussen de
verschillende ruimtelijke claims. Het
einddoel is een kwalitatieve en gezonde
omgeving, met leefbare steden en
dorpskernen, veilige wegen en fietspaden,
goed uitgeruste bedrijventerreinen en
unieke stukken natuur. sp.a wil inzetten op
een vernieuwd ruimtelijk beleid, waarbij
het provinciebestuur de regisseursrol in
handen neemt.
‘Partnerschap’ en ‘realisatiegericht’ zijn
de kernwoorden. We willen afstappen van
een beleid waarbij elk beleidsniveau op
zijn eigen eilandje bezig is. Daarom pleiten
we voor partnerschappen, waarbij steden
en gemeenten, het provinciebestuur en de
Vlaamse overheid samen veranderingen
realiseren op het terrein, met de provincie
als regisseur.
Kernversterking als antwoord op de
betonstop
Sinds de Vlaamse bouwmeester de
knuppel in het spreekwoordelijke
hoenderhok gooide en onder meer het
begrip ‘betonstop’ lanceerde, beginnen
veel beleidsmakers in te zien dat er
inderdaad een drastische ommezwaai
nodig is. sp.a onderschrijft de visie van
de Vlaamse bouwmeester, zonder het
daarom met elke individuele uitspraak
eens te zijn. Om daadwerkelijk beleid te
voeren, is soms iets meer nuance nodig
dan wanneer je mensen wakker moet
schudden.
Ook in West-Vlaanderen moeten we inzetten op het versterken van de stads- of
dorpskernen. Als we op een verstandige manier met die kernversterking
omspringen, brengt dat ons heel wat voordelen:
	meer woonkwaliteit: als iedereen dichter bij de kern woont, kunnen meer 	
	 verplaatsingen te voet of met de fiets worden afgelegd;
	 er zijn minder auto’s nodig: dat schept nieuwe kansen voor het openbaar 	
	 vervoer en het delen van auto’s wordt een haalbare kaart;
	 hogere dichtheden zorgen ook voor voldoende kritische massa voor lokale 	
	handelszaken;
	 door compacter te bouwen, blijft er meer ruimte voor publiek groen, wat 	
	 een zegen is voor het bevorderen van sociaal contact;
	
	 door dichter bij elkaar te bouwen, gaat er minder energie verloren en worden 	
	 collectieve energienetten op basis van geothermie of zonne-energie haalbaar 	
	 en betaalbaar. Een kernversterkende ruimtelijke ordening vormt zo mee de 	
	 basis voor een klimaatneutrale gemeente;
	 door in te zetten op kernversterking komt er aan de rand van de gemeentes 	
	 meer open ruimte voor natuur en bos, om overtollig regenwater te stockeren 	
	 of voor korte-ketenlandbouw.
Als regisseur van een duurzaam ruimtelijk
beleid willen we de 64 West-Vlaamse
steden en gemeenten maximaal
ondersteunen om hun lokaal ruimtelijke
beleid zodanig vorm te geven dat het
maximaal inzet op kernversterking: het
vernieuwen van stads- en dorpskernen,
het stimuleren van renovatie, inbreiding
en verdichting, het aanpakken van
leegstand, het hergebruiken van
bestaande bebouwde ruimte, het
tegelijkertijd voorzien van broodnodige
groene en speelruimtes, enz.
We ondersteunen in het bijzonder
projecten die inzetten op het slim
verdichten van stationsomgevingen en
rondom openbaar vervoersknooppunten.
We brengen potenties en knelpunten
voor het optimaliseren en intensiveren
van openbaar vervoersknooppunten in
kaart. Dit leidt tot een TOD-kansenkaart
(Transit Oriented Development), waarbij
infrastructuur en ruimtelijke inrichting
geïntegreerd worden aangepakt. In kleine
dorpen maken we verder werk van het
realiseren van dorpspunten, samen met
inwoners en lokale besturen.
We nemen zelf initiatieven of
ondersteunen lokale besturen bij de
uitwerking van een goed locatiebeleid.
Concreet denken we aan initiatieven met
betrekking tot de uitwerking van een
onderbouwde strategische visie op de
ontwikkeling van nieuwe projectgebieden,
het herbestemmen van slecht
gelegen bouwgrond met planschade,
planologische ruil met onderhandse
overeenkomst, herverkaveling uit
kracht van wet met planologische ruil
en het verhandelen van bouwrechten.
We onderzoeken de mogelijkheid om
een provinciaal impulsfonds op te
richten om lokale besturen financieel te
ondersteunen indien ze hiermee aan de
slag willen.
In een provincie zonder echt grote
metropool vormen de (kleine) steden
de hoeksteen van een slagkrachtig
kernversterkend beleid. Daarom
ondersteunen we deze lokale
besturen bij de opmaak en opvolging
van strategische masterplannen
voor de kleinstedelijke gebieden. We
leveren een concrete bijdrage aan
het opzetten en ondersteunen van
stadsvernieuwingsprojecten in uitvoering
van strategische masterplannen en we
ondersteunen reconversieprojecten in
stationsomgevingen.
Bovendien beperken we het provinciale
beleid niet tot de steden. We willen elke
West-Vlaamse gemeente ondersteunen
bij het opmaken van een visie en strategie
rond kernversterking. Zo bewaken en
faciliteren we dat alle West-Vlaamse
gemeenten leegstand op een optimale
manier benutten. Via de provinciale
woonregie treden we indien nodig op als
actor om langdurige leegstaande panden
opnieuw te activeren of het gebruik van
onderbenutte panden te optimaliseren.
Samen met lokale besturen gaan we
op zoek naar goede methodieken
om verkavelingen te verdichten en te
e-noveren.
Zeker indien er straks gewerkt
wordt aan de ontwikkeling van een
geïntegreerde streekgebonden visie
binnen vervoerregio’s lijkt een verstandige
ruimtelijke planning essentieel.
11
13
Het is voor heel wat kleinere maar
ook grotere lokale besturen geen
eenvoudige opgave om voorstellen
van projectontwikkelaars op alle
facetten te beoordelen. Vaak ontbreekt
voldoende gespecialiseerd personeel.
Daarom wil sp.a dat de provincie
West-Vlaanderen investeert in een
provinciale duurzaamheidsmeter
voor ontwikkelingsprojecten. Deze
duurzaamheidsmeter screent het project
gedurende zijn volledige levenscyclus
op negen thema’s: kwaliteitsbewaking,
welzijn en welvaart, mobiliteit, fysisch
milieu, groen- en natuurontwikkeling,
water, materialen, energie en innovatie.
Lokale besturen moeten zich vlot
kunnen laten bijstaan door de provinciale
kwaliteitskamer bij de beoordeling
van aanvragen voor de bouw van
appartementencomplexen en bijhorende
te realiseren publieke ruimte.
Als kennispartner van de lokale
besturen evolueert de provincie tot een
expertisecentrum inzake verdichting
en versterking van woonkernen. We
denken hierbij aan maatregelen om
detailhandel in het centrum te stimuleren,
het ontwikkelen van instrumenten als een
gabarietenplan of een woningtypetoets.
We hebben in onze adviserende rol
bij gemeentelijke RUP’s bijzondere
aandacht voor de gebiedsgerichte
verhoging van de bouwdichtheden
en ontwikkelen een ondersteunend
aanbod voor lokale besturen die aan
de slag willen met een hoogbouwnota.
We passen het bestaande provinciaal
dorpenreglement aan zodat het voorziet
in een ondersteuningsmechanisme voor
besturen die via ontwerpend onderzoek
willen inzetten op aangename verdichting.
We vinden het ook belangrijk
dat de provincies op een actieve
manier kunnen deelnemen aan de
overlegplatformen rond concrete
mobiliteitsassen. Zeker indien er straks
gewerkt wordt aan de ontwikkeling van
een geïntegreerde streekgebonden
visie binnen vervoerregio’s lijkt een
verstandige ruimtelijke planning
essentieel.
Aandacht voor bedrijventerreinen
We onderschrijven dat er ook
in de toekomst nog nieuwe
bedrijventerreinen zullen ontwikkeld
worden. Dit ontslaat ons evenwel
niet van de plicht om maximaal
in te zetten op de reconversie,
verdichting, herstructurering en
het hergebruik van de bestaande
ruimte op bedrijventerreinen. Als
we de ruimtelijk-economische
agenda voor West-Vlaanderen
bepalen voor de komende tien
tot twintig jaar voeren we daarom
een doorgedreven onderzoek naar
reconversie- en optimalisatieprojecten
voor bestaande bedrijventerreinen.
Samen met de intergemeentelijke
samenwerkingsverbanden willen
we herontwikkelingstrajecten
op bestaande bedrijventerreinen
opzetten: beeldkwaliteitsplannen
en masterplannen opmaken,
mee sturen bij het opmaken van
RUP’s, inrichtingsplannen en
vestigingsvoorwaarden opmaken incl.
stedenbouwkundige voorschriften die
inzetten op verdichting, het uitvoeren
van afbraak- en saneringswerken
op terrein en het uitvoeren van
inrichtingswerken op terrein. Waar
nodig richten we activeringsteams voor
onbenutte bedrijventerreinen op. Zij
gaan aan de slag met de inventaris van
onbenutte bedrijfspercelen en voeren
prospectie naar mogelijke projecten
voor activering, ondersteunen die en
nemen zelf het initiatief voor
(her)ontwikkelingen.
15
Doorheen de jaren zijn de provincies
ervaren en verantwoordelijke
vergunningverleners geworden. Het
toekennen van vergunningen is een
belangrijke pijler in het provinciaal beleid.
De provincies zullen hun ervaring als
verantwoordelijk en gelegitimeerd bestuur
ten volle inzetten bij de voorbereiding
en de concrete toepassing van het
omgevingsvergunningenbeleid, zodat dit
snel, correct en efficiënt kan verlopen.
Aandacht voor evenwicht in het
afwegingsproces bij het verlenen van
vergunningen
Uiteraard moeten vergunningen
voldoen aan alle wettelijke en decretale
voorwaarden. Al willen we dat de
deputatie haar volle maatschappelijke
verantwoordelijkheid opneemt door
niet enkel aandacht te hebben voor de
legaliteit van de vergunning maar ook
voor de opportuniteit van de aanvraag,
zowel in eerste aanleg als in beroep.
We willen de verschillende belangen
(private belangen voor bedrijven en
omwonenden, individuele (economische)
belangen en het algemeen belang,
tewerkstelling en gezondheid, veiligheid
en rust, milieu en klimaat) op een
duurzame manier met elkaar afwegen.
Verder inzetten op onderbouwde
beleidsbeslissingen
Om een dergelijke beleidskeuze te
maken, is een grondige analyse nodig
van de vergunningsaanvraag of het
beroep. Enkel zo kunnen we komen tot
onderbouwde, kwalitatieve en gedragen
adviezen of beslissingen. De provincies
beschikken daartoe enerzijds over de
nodige instrumenten, zoals de hoorzitting
in het kader van de bouwberoepen of de
provinciale milieuvergunningscommissie
(PMVC), en anderzijds over de nodige
provinciale diensten, expertise en
deskundigen. In die knowhow willen we
verder investeren, zowel qua middelen
als qua personeel. Er is daarbij duidelijk
nood aan een helikopterzicht over het
vergunningenlandschap. De vraag naar
een uniformere afhandeling van dossiers
is groter dan ooit. Aansluitend willen
we dat de provincies, op eigen initiatief,
zorgen voor een groter maatschappelijk
draagvlak bij de toekenning van een
omgevingsvergunning door voorlichting,
raadpleging, inspraak, enz.
Handhaving op basis van interbestuurlijk
overleg en samenwerking
Met de invoering van de omgevings-
vergunning en de daaraan verbonden
provinciale taakstelling wordt het
opnemen van de handhaving van
de ‘door de provincies verleende
omgevingsvergunningen’ niet alleen
strategisch belangrijk. Het is ook niet
meer dan logisch dat het verlenen van
een vergunning door de deputatie ook
gevolgd wordt door de handhaving
van de door de provincie toegekende
vergunning, binnen een provinciale
beleidsvisie en rekening houdend met de
Vlaamse interbestuurlijke beleidskaders en
handhavingsreglementeringen.
We willen dat het provinciebestuur
de handhavingstaak voor de
omgevingsvergunning volwaardig
opneemt, zowel voor het onderdeel bouw
als voor het onderdeel milieu.
Omgevingsvergunningen: vergunningen
verlengen en toekennen vraagt een
democratische aanpak3
17
De mens heeft de natuur nodig.
Natuur en biodiversiteit maken het
leven mogelijk: ze zorgen voor onze
gezondheid en welzijn (voedsel, zuurstof,
water) en voeden onze economie (energie
en grondstoffen). Gezonde ecosystemen
kunnen ook helpen om de effecten
van klimaatverandering tegen te gaan.
Zonder een diverse natuur en een gezond
leefmilieu komt het welzijn van de mens
in gedrang. Dit laat zich nu al sterk voelen.
De uitdagingen voor onze kustprovincie
West-Vlaanderen zijn gigantisch. De
provincie ligt in de frontlinie van de
klimaatverandering. Niet alleen de
zeespiegelstijging, maar ook wateroverlast
en droogte hebben nu al een effect op de
leefomgeving van de mens. De impact op
de regionale economie zoals landbouw
wordt steeds meer voelbaar. Ook natuur,
soortenrijkdom en ecosystemen staan in
ondernemend en toeristisch West-
Vlaanderen onder hoogspanning.
Gelukkig is West-Vlaanderen ook een
provincie waar mensen pionieren en hard
werken in de genen hebben. De provincie
kan deze troeven inzetten om (terug) een
koppositie in te nemen in die sectoren
waar ze het verschil kan maken.
Meer dan ooit is alles met elkaar
verweven. We zijn met steeds meer
mensen en we hebben meer dan ooit
gezonde ecosystemen nodig, als basis
voor ons leven. Meer dan ooit moet het
meest kwetsbare beschermd worden.
Daarom is het belangrijk om problemen
vanuit alle invalshoeken te beschouwen,
met de nadruk op de meest prioritaire. En
dat vergt keuzes.
We willen het Vlaamse beleid inzake
duurzame ontwikkeling, klimaat en
biodiversiteit mee helpen realiseren
in partnerschap met Vlaanderen.
Het provinciebestuur beschikt over
streekkennis en expertise in de diverse
deelaspecten van het milieubeleid. Zo kan
de provincie problemen op het terrein
actiegericht en op maat aanpakken,
zowel met een eigen bovenlokaal milieu-
en natuurbeleid als in samenwerking
met de gemeenten. We ondersteunen
de gemeenten bijvoorbeeld door de
complexe Vlaamse milieuwetgeving naar
gemeentelijk niveau te vertalen.
Draagvlak creëren voor natuur en milieu
Om een meer geïntegreerde benadering
van het landschap mogelijk te
maken, is een integratie nodig van
beleidsdomeinen die werken rond
landschap, zoals natuur, landbouw,
erfgoed, wonen, toerisme, enz. Dit
kan door diensten en organisaties die
een betekenisvolle rol spelen in het
beheer van het landschap op regionale
schaal meer te laten samenwerken, via
de gebiedsgerichte werking. Dat zal
leiden tot efficiëntiewinsten en minder
versnippering.
De bosgroepen en de regionale en
stadslandschappen, bijvoorbeeld, zijn
voor het provinciebestuur belangrijke
instrumenten om een draagvlak te creëren
voor natuur en landschap en realisaties
op het terrein. We willen hen op termijn
gebiedsdekkend inzetten en synergiën
zoeken tussen beide instrumenten.
We willen in de toekomst overigens nog
meer investeren in een breed draagvlak
voor natuur en milieu. Brede participatie
vóór beslissingen worden genomen, leidt
vaak tot verrassende resultaten. Een goed
voorbeeld hiervan is ‘De Plaatsbepalers’:
het communicatie- en participatietraject
dat werd opgezet toen het Provinciaal
Ruimtelijk Structuurplan moest worden
herzien. Burgers, lokale politici en
experten dachten in verschillende
workshops na over de ruimtelijke
uitdagingen waar onze provincie de
komende jaren voor staat. Hun inbreng
was ontzettend waardevol voor het plan.
4 Zorgen voor natuur, milieu en klimaat, in
partnerschap met Vlaanderen en de
gemeenten
19
Voorafgaand overleg met een
evenwichtige mix van maatschappelijke
basisgroepen en rekening houden met de
resultaten is eigenlijk een must wanneer
men een draagvlak wil creëren voor
beleidsbeslissingen. Daarom moeten ook
natuur- en milieuverenigingen, die het
algemeen belang vertegenwoordigen,
van begin tot einde mee aan tafel zitten
bij alle dossiers die effect hebben op
natuur en milieu. Door op voorhand de
beleidsintenties te bespreken, kunnen
deze verenigingen vanuit hun unieke
lokale kennis en specifieke expertise
tijdig aanvullingen doen of suggesties
geven. Waar deze verenigingen nu al een
wezenlijke stem krijgen, worden dossiers
ook gedragen voorbereid. Dit gebeurde
bijvoorbeeld bij ‘de Plaatsbepalers’,
maar ook op continue basis binnen
verschillende adviesraden. De inbreng
van natuur- en milieuverenigingen zou
echter nog meer benut kunnen worden
binnen allerlei regionaal en provinciaal
relevante dossiers en overlegorganen.
De biodiversiteit beschermen
Het provinciebestuur ondertekende in
2010 het biodiversiteitscharter. Hiermee
wilde ze het verlies aan biodiversiteit een
halt toe te roepen op haar grondgebied.
Intussen werden heel wat initiatieven
genomen: de provincie maakte werk
van soortenactieplannen (vinpoot- en
kamsalamander, eikelmuis, boomkikker en
geelgors), er kwam een gebiedsgerichte
werking en er werden heel wat bomen
geplant in nieuwe en bestaande
provinciale domeinen. Er is ook een
strakke aanpak van reuzenberenklauw en
de gecontroleerde overstromingszones in
landbouwgebied worden soms gedeeld
met de natuur.
Ondanks deze inspanningen lijkt er
toch geen kentering te komen in de
achteruitgang van soorten. Zo zijn heel
wat typische West-Vlaamse vogelsoorten
aan het flirten met de verdwijning. Er
zijn drie habitattypes waar meer dan
de helft van de soorten ‘in gevaar’ zijn:
dynamische kustgebieden, extensief
beheerde graslanden en het agrarische
cultuurlandschap. Veel soorten worden
dus stilaan afhankelijk van reservaten
en kunstmatige ingrepen in het
landschap. Diverse soorten houden
nochtans ook mogelijks schadelijke
soorten onder controle. Bovendien
zijn bepaalde diersoorten, zoals de
bij en de regenworm, essentieel
voor o.a. de voedselproductie en de
nabijheid van groen levert directe
gezondheidsvoordelen op voor de mens.
Natuur is ook de basis van onze economie
en landbouw en vangt heel wat negatieve
effecten van menselijke activiteiten op.
De provincie heeft dus de taak om de natuur in het landschap te bewaren, te herstel-
len en te verbinden. sp.a onderschrijft de vragen van de West-Vlaamse Milieufederatie:
1. De bevoegdheden natuur en groen uitdiepen in functie van de
klimaatverandering
De provincie doet, binnen haar bevoegdheid van natuur en groen, al heel wat.
Ze neemt deze rol serieus en zo is er al heel wat bereikt. Het verder uitdiepen
van deze rol zal de komende jaren een uitdaging blijven. Natuur en groen
hebben immers ook een cruciale rol in het adapteren van de gevolgen van
klimaatverandering. Zo fungeert groen o.a. als verkoeling bij hitte en als spons
voor het ophouden van teveel aan water.
2. Ecosystemen beschermen en versterken in grote en kleine projecten
Het aansnijden van open of groene ruimte, het vergunnen van kleine projecten,
veranderingen aan het reliëf, het weghalen van kleine landschapselementen: al
die acties nemen telkens kleine hapjes uit een ecosysteem dat nu al kwetsbaar is.
Het is dan ook belangrijk om niet alleen het ecosysteem minder te beschadigen
(met milderende maatregelen) maar ook om de schade door projecten en
vergunningen te vermijden. Het behoud en het versterken van natuurwaarden
zou daarom voorop moeten staan bij de opmaak van Provinciale Ruimtelijke
Uitvoeringsplannen. Daar waar dit niet mogelijk blijkt, moet monitoring van de
schade gebeuren en worden gezocht naar mogelijkheden om de fundamenten
van het ecosysteem te versterken.
3. Natuurruimte en kwaliteit vergroten in de provinciale domeinen
De provincie investeert blijvend in het uitbreiden van bestaande en nieuwe
provinciedomeinen, hoofdzakelijk in natuurarme regio’s. Om de natuurwaarden
in de provinciale domeinen sterker te maken, werkt de provincie samen met
natuurverenigingen aan een natuurgericht beheer.
21
6. Natuur verweven en inbedden binnen andere ruimtelijke bestemmingen
De natuur moet meer ruimte krijgen op bedrijventerreinen, in landbouwbedrijven,
enz. Niet alleen omdat deze sites de oorspronkelijke habitats innemen van
soorten, maar ook omdat natuur broodnodig is voor onder andere bestuiving,
waterretentie, fijn stof/ geurverspreiding, het opvangen van plagen en het
versterken van de lokale natuur. Bovendien maakt natuur werknemers én buren
gezonder en gelukkiger.
7. Blijvend inzetten op mens- en diervriendelijke preventiemiddelen tegen
wildschade
Everzwijnen, exoten, houtduiven, … kunnen schade toebrengen aan de
landbouwgewassen. De provincie heeft via haar onderzoekscentrum Inagro
een belangrijke taak om mens- en diervriendelijke preventieve initiatieven te
promoten. Het herstel van de voedselketen draagt op lange termijn het efficiëntst
bij tot het voorkomen van wildschade. Dat betekent dat we ervoor moeten
zorgen dat wilde dieren in hun natuurlijke habitat voldoende voedsel kunnen
vinden. Samenwerkingen tussen afnemers en telers kunnen deze technieken
extra stimuleren en financieel toegankelijk maken voor de landbouwer. Het is
daarenboven ook belangrijk om natuurgebieden en natuurlijke oevers langs
waterlopen en bufferbekkens tijdens het broedseizoen, maar ook daarbuiten,
te vrijwaren van de jacht. Voor heel wat soorten zijn dit immers de laatste
toevluchtsoorden.
De problematiek van invasieve exoten wil de provincie in samenwerking
met alle terreinbeherende instanties zo efficiënt mogelijk aanpakken. Een
gecoördineerde gebiedsgerichte en grensoverschrijdende aanpak is
hiervoor essentieel. Om versnippering tegen te gaan, wordt het totaalpakket
van bestrijding van exoten best door één bestuursniveau aangestuurd, nl. het
provinciale. Vanuit haar regisseursrol in grondgebonden bevoegdheden kan de
provincie haar verantwoordelijkheid hierin ten volle opnemen.
4. Natuurwaarden beschermen en versterken buiten de provinciale domeinen
Met de gebiedsgerichte werking, de Regionale Landschappen en de bosgroepen
heeft de provincie heel wat troeven in handen om geïntegreerd en regionaal te
werken aan het landschap. Er zijn echter nog veel mogelijkheden om bestaande
natuurwaarden te beschermen door bijvoorbeeld het scheppen van stilte –
en donkertegebieden. Er kunnen in overleg met de verschillende overheden
ook instrumenten worden ontwikkeld om erfgoedlandschappen, zoals de
weidse polderlandschappen, te versterken. We willen met de provincie ook
onze verantwoordelijkheid nemen om alle bestemde bosgebieden effectief te
realiseren en om te faciliteren dat nieuwe bossen bestemd worden. Met 2,52%
van de bodem bestemd als bos scoren we in onze provincie immers heel erg
laag. Terwijl bossen van groot belang zijn voor zowel onze gezondheid als voor
het klimaat.
5. Natuurverbinding: eilandjes verbinden
De provincie heeft de decretale taak om natuurverbindingsgebieden af te
bakenen. In de praktijk laat men de voortgang echter afhangen van vrijwilligheid
en worden de doelstellingen niet gehaald. De provincie mag haar opdracht
echter niet uit het oog verliezen: levert de vrijwillige samenwerking geen
resultaten op, dan mag ze ook een meer dwingende aanpak vooropstellen.
Daarnaast kan de provincie de aankoop van natuur in natuurverbindingsgebieden
door lokale natuurverenigingen financieel ondersteunen. Het doel moet zijn
om de druk op te vangen in een groter geheel van aaneengesloten stukken
kwalitatieve natuur.
23
Iedereen moet toegang hebben tot
gezonde en betaalbare voeding.
Basisproducten die geproduceerd zijn met
respect voor dieren, natuur en milieu en
tegen een correcte vergoeding voor de
landbouwer, moeten een evidentie zijn.
Geen individuele keuze, maar een keuze
van de hele samenleving.
De consument wil immers best wel
duurzame, ecologische en diervriendelijke
keuzes maken, maar botst vaak op de
limieten van wat haalbaar en betaalbaar is.
De industriële vlees- en voedselproductie
overspoelt ons met producten die in
verafgelegen landen geproduceerd zijn en
dus een grote ecologische afdruk hebben,
terwijl lokaal geproduceerde, biologische
alternatieven vaak duurder of beperkt
beschikbaar zijn. Landbouwers die de
juiste keuze maken, botsen dan weer op
de grenzen van wat economisch
leefbaar is.
sp.a draait het perspectief om. We willen
consumenten niet langer belasten met de
druk om telkens weer de maatschappelijk
verantwoorde keuze te maken.
Er moet een maatschappelijke
verantwoordelijkheid zijn om die
individuele keuzes makkelijk en
vanzelfsprekend te maken. We zorgen
voor een voedselproductie en
-consumptie die beter is voor mens, dier
en klimaat. Waarom zouden we appels
uit Australië eten als de appels die onze
buren in Elverdinge kweken veel
lekkerder zijn?
Het vergunningenbeleid en de
toegestane omvang van de veeteelt
moeten hierop worden afgestemd.
We gaan voor diervriendelijke en
milieuvriendelijke kwekerijen, voedsel dat
aan de strengste gezondheidsnormen
voldoet en voedselproductie die de kost
voor het klimaat meerekent.
In alle publieke voorzieningen – bv.
in scholen, ziekenhuizen, rusthuizen,
sociale restaurants en lokale wijk- en
dienstencentra – waar eten wordt
geserveerd, kiezen we resoluut voor
duurzame, lokaal geproduceerde voeding.
Het provinciebestuur zal hierrond actief
sensibiliseren.
Het roer moet helemaal om!
Vlaanderen moet zorgen voor een
afbouw van de industriële vleesproductie
en resoluut voor diervriendelijke en
milieuvriendelijke kwekerijen gaan.
Voedsel moet aan de strengste
gezondheidsnormen voldoen en
voedseltransport moet de kost voor
het klimaat meerekenen. We zorgen
ervoor dat lokale en duurzaam geteelde
producten qua prijs en beschikbaarheid
voorrang krijgen op uitheemse en
ecologisch minder verantwoorde
producten.
Het provinciale landbouwbeleid focust
traditioneel sterk op praktijkgericht
onderzoek (onderzoek, voorlichting en
advies), multifunctionele landbouw in alle
facetten (waaronder basisdoelstellingen
omgevingskwaliteit en klimaat,
landschappelijke integratie, agrarische
architectuur, biodiversiteit, hoeve-
en streekproducten, communicatie
en educatie…) en de ondersteuning
van actoren zoals gemeenten en
verenigingen. We willen het provinciaal
beleid in de komende legislatuur mee de
noodzakelijke transitie laten faciliteren,
ook als het de taak van Vlaanderen is om
de beleidskaders die deze transitie vorm
moeten geven, op te stellen.
Wij gaan voor structurele keuzes en
opteren resoluut voor landbouw die een
degelijk inkomen garandeert voor de boer,
leefbaarheid verzekert voor natuur en
landschap en goede, gezonde producten
oplevert. We moeten weg van de waan
dat landbouw alleen maar toekomst heeft
als alles groter wordt en dus verzuipt in
een globaliteit die de boer nekt en de
consument bedriegt. De landbouw moet
weer in handen komen van de boeren,
weg van de banken en grote concerns.
De korte keten en agro-ecologie zijn
alternatieve landbouwmethoden die
helaas nog een absolute niche vormen.
Wij willen die actief ondersteunen.
We zien hiervoor een bijzondere rol
weggelegd voor Inagro. Ook een actieve
aanpak van voedselverspilling staat
bovenaan op de agenda.
Daarnaast moet de bescherming
van dieren met gevoelsvermogen in
de grondwet worden ingeschreven.
Dierenmishandeling moet leiden tot
schorsing of intrekking van de vergunning
en tot strafrechtelijke vervolging.
Landbouwbeleid: voedselproductie
met respect voor dieren en onze
omgeving
5
25
De provincie heeft een belangrijke
verantwoordelijkheid in de noodzakelijke
evolutie naar een optimale hernieuwbare
energiemix. Als de meest windrijke
provincie van Vlaanderen, willen we op
een actieve manier de potenties van
onze provincie helpen ontwikkelen.
Daarom willen we een gebiedsdekkende
energiekansenkaart opmaken die toont
op welke locaties in onze provincie
ruimte is voor hernieuwbare energie. De
resultaten van deze oefening worden
doorvertaald in het ruimtelijke beleid van
de provincie.
Om het beleid inzake windenergie ook
in daden te kunnen omzetten, gaan we
overleggen met Belgocontrol en defensie
hoe we bestaande hinderpalen weg
kunnen werken.
Deze kaarten vormen ook de basis
voor diverse brede informatie- en
sensibiliseringscampagnes. We
willen hierbij niet enkel gemeenten,
architecten, ontwikkelaars en bedrijven
informeren en adviseren, maar ook actief
samenwerkingsverbanden en projecten
initiëren en ondersteunen. Bij deze
pilootprojecten besteden we bijzondere
aandacht aan kwetsbare doelgroepen
(sociale wijkrenovaties met oog voor
energiebesparing en hernieuwbare
energie), aan wijkverwarming of
collectieve zonne-installaties en aan
projecten rond Smart Grids.
We blijven inzetten op het informeren
en sensibiliseren rond het gebruik van
biomassa voor energietoepassingen.
Via het Enerpedia-platform informeren
we landbouwers, gemeentebesturen en
andere actoren over de mogelijkheden
van biomassa/biogas voor
energietoepassingen. We onderzoeken
hoe we interessante stromen kunnen
valoriseren en gaan na hoe de
biomassa lokaal afgezet kan worden als
streekproduct voor energietoepassing.
We ondersteunen en bevorderen de
introductie van warmtenetten en
informeren en adviseren over grotere
geothermie-installaties.
Om de transitie naar een zelfvoorzienend
energiesysteem voor iedereen
toegankelijk te maken, steunen we de
oprichting en uitbreiding van coöperatieve
vennootschappen en denken we
na over een rollend fonds voor het
verduurzamen van het energiegebruik
bij maatschappelijk kwetsbare
doelgroepen, zowel voor isolatie als voor
energieproductie.
Op naar een zelfvoorzienend
energiesysteem op basis van
hernieuwbare energie en restwarmte
6
27
7De blauwe
aders van de
provincie
De provincie West-Vlaanderen beheert
3.653 kilometer waterlopen van tweede
categorie. Ze zijn de blauwe aders van
onze provincie: ze voeden de natuur en
de landbouw, ze verkoelen steden, ze
zijn de snelweg voor dieren en planten
en fungeren als economische aders
van de toekomst. We hebben er dan
ook alle belang bij om onze waterlopen
te koesteren. Tegelijk geven die
waterlopen een signaal: watertekorten of
wateroverlast waarschuwen ons ervoor
dat klimaatverandering in onze regio
grotere gevolgen kan hebben dan initieel
gedacht. De oplossing: werken met
het water. sp.a pleit voor geïntegreerd
waterbeheer. Naast het verzekeren van
een vlotte waterafvoer en bescherming
tegen overstromingen moet er ook volop
aandacht zijn voor de biodiversiteit.
Coördinatie brongerichte
wateractieplannen
Bij de brongerichte wateractieplannen
bekijken we de watervoorziening voor
natuur en landbouw samen met de rol
van waterlopen als natuurverbinding.
Ook de overstromingsproblematiek
komt daarbij aan bod. Dat gebeurt in
nauwe samenwerking met verschillende
overheden, sectoren en publieke/private
partners. De nadruk moet hier liggen op
zowel bronmaatregelen als het behoud
van de waterbergende capaciteit van
graslanden (en tuinen), het meanderen
van beken, het afstemmen van het gebruik
van oppervlaktewater op de noden van
de landbouw en de natuur, het actief
tegengaan van private en publieke
verhardingen, het behoud van kleine
landschapselementen, de ruimtelijke
concentratie van bedrijvigheid, het
aanmoedigen van de juiste teelten op
hellingen, enz.
Daar waar gecontroleerde
overstromingsgebieden (GOG –
bufferbekkens) worden aangelegd met
publieke middelen, moeten de publieke
diensten ook zo maximaal mogelijk
uitgebouwd worden. In eerste instantie
worden hiervoor bestaande laaggelegen
weiden gebruikt. Waar dit niet mogelijk
blijkt, worden natuurtechnische
milieumaatregelen toegepast en worden
de natuurlijke begroeiing en het natuurlijk
beheer zo goed mogelijk ingezet,
zodat de bufferbekkens hun rol als
watervoorziener en overstromingsbuffer
perfect kunnen invullen, eventueel samen
met hun landbouwfuncties.
Ruimte voor water
Zoals gezegd beheert de provincie
3.653 kilometer waterlopen van tweede
categorie. Dit stelt ons in staat om
water de tijd en ruimte te geven voor
infiltratie. Meer infiltratiemogelijkheden
zijn cruciaal om de grondwatertafel
aan te vullen en zo uitputting van deze
kostbare bron te voorkomen. Water
zorgt voor koelte en voor leven tijdens
drogere seizoenen. Voldoende buffering
in de bedding is daarom ook nodig. Het
hermeanderen van waterlopen, met brede
natuurlijke oevers, brengt het water terug
in het landschap, als levensader voor
mens en natuur.
Groen-blauwe assen realiseren voor
sterke natuur
Als grootste waterbeheerder speelt
de provincie een belangrijke rol in het
realiseren van natuurverbindingen door
de oevers natuurlijk te houden en
gefaseerd te onderhouden. Het behoud
van de aanwezige houtige begroeiing
binnen de 5-meterzone is hiervan een
onderdeel. Deze kwetsbare natuur moet
daarom gevrijwaard worden van maaien
en pesticiden (ook door drift). Daarnaast
is het voor de waterkwaliteit en de
diversiteit van de bermen van belang dat
de verplichte afstanden voor bewerking
en het vrijhouden van doorgang worden
beschermd. Handhaving is daarbij een
noodzaak. In de komende legislatuur
willen we deze handhaving uitbouwen.
29
De impact van verhardingen beperken
Bij iedere hevige regenperiode lopen
in Vlaanderen tientallen wijken en
zelfs hele dorpen onder water. Met de
klimaatverandering kunnen we in de
toekomst nog meer zware waterval
verwachten. De schade is groot en niet
meer te verantwoorden. Voorkomen
is beter dan genezen. Daarom pleiten
we er via de adviesbevoegdheid op
omgevingsvergunningen voor om de
impact van verharde oppervlakken en
dakoppervlakken op het watersysteem
te beperken, initiatiefnemers te behoeden
voor waterschade en de benodigde
ruimte voor water zoveel mogelijk te
vrijwaren. We bepleiten bij Vlaanderen
ook een aanpassing van het decretaal
kader, zodat een volledig bouw- en
ophogingsverbod van kracht wordt in alle
overstroombare beek- en riviervalleien en
andere natuurlijke waterbuffergebieden
(die voorkomen op de kaart van de
Watertoets). Alleen zo kunnen we verdere
waterellende voor mensen en goederen
voorkomen.
We blijven actie ondernemen om
het hergebruik van hemelwater te
stimuleren. Het water dat niet nuttig
hergebruikt kan worden, wordt bij
voorkeur in de bodem geïnfiltreerd op
het perceel waar de neerslag valt. Alleen
als infiltratie niet mogelijk is door de
terreinkenmerken, kan het hemelwater
wordt gebufferd en vertraagd afgevoerd.
In gebieden die gevoelig zijn voor
overstromingen, toetsen we de
projecten ook aan de principes van
het overstromingsvrij bouwen en
gaan we na of een project voldoende
maatregelen omvat om nadelige effecten
stroomafwaarts te vermijden. Daardoor
spelen we een belangrijke rol in het
uitzetten van het preventief beleid om
wateroverlast te beperken. Dit beleid
moet ertoe leiden dat de voorraden
drinkwater alleen gebruikt worden voor
hoogwaardige toepassingen, dat de
grondwatervoorraden aangevuld worden
en dat waterschade door overstromingen
zoveel mogelijk wordt beperkt.
‘Polders en Wateringen’ moderniseren
Behalve de provincie spelen ook ‘Polders
en Wateringen’ een belangrijke rol in
het waterbeleid. Om de doelstellingen
van Decreet Integraal Waterbeleid te
halen, moeten ook zij voldoen aan de
eisen van een modern openbaar bestuur
waarin het algemeen belang primeert.
Er ligt wel wat werk op de plank. Wij
vinden dat het provinciebestuur een
voortrekkersrol moet opnemen om bij de
Vlaamse overheid aan te dringen op een
grondige bijsturing van het decretaal
kader. De wateragentschappen die in de
provincie Limburg werden opgericht, zijn
uitstekende voorbeelden van vrijwillige
samenwerkingsverbanden waarbij
financiële afstemming en efficiëntie
gevonden werden en de samenwerking
op tal van gebieden versterkt werd.
31
Erosiemaatregelen
Natuurgebieden, houtwallen en brede wegbermen zijn belangrijk als waterbuffers
en helpen bij het voorkomen van erosie en modderstromen. Het kan niet langer dat
bijvoorbeeld maïs en bloemkolen tot aan de rand van een beek of rivier geteeld worden
terwijl bij iedere zware regenval tonnen modder van de akker in de waterlopen stroomt.
De natuur moet in die valleien meer ruimte krijgen. Zoals Natuurpunt het krachtig
uitdrukt: “We moeten meer werken met en minder tegen de natuur.”
De provinciale erosiecoördinatoren ondersteunen de gemeenten en landbouwers om
modderoverlast aan te pakken die wordt veroorzaakt door het afspoelen van grond
op akkers. De provincies kunnen het oplossen van erosieknelpunten op verschillende
manieren versnellen:
Gebiedsgericht overleg
De provinciale erosiecoördinator speelt een belangrijke rol bij gemeente-
grensoverschrijdende problemen. Lokaal en gebiedsgericht overleg is
noodzakelijk wanneer een gemeente te maken krijgt met modderoverlast door
bodemverlies op akkers in een aangrenzende gemeente.
Overheidsopdrachten ter beschikking stellen van gemeenten in het kader van
erosiebestrijding
De provincie kan een overheidsopdracht sluiten voor topografische opmetingen
door een landmeter, voor de aanleg van organische dammen, voor de opmaak
van een veiligheids- en gezondheidsplan door een veiligheidscoördinator, voor
archeologisch vooronderzoek, voor de opmaak van een technisch verslag in het
kader van grondverzet, enz. De gemeenten kunnen hierop een beroep doen.
De kosten van erosiebestrijdingswerken subsidiëren
De provincie kan kosten van erosiebestrijdingswerken subsidiëren.
Een lokaal aanspreekpunt zijn voor de landbouwers
De provinciale erosiecoördinator werkt zeer gebiedsgericht in een aantal
gemeenten. Hij informeert er de landbouwers over de randvoorwaarden
van erosie en stelt de nodige attesten op. De landbouwers kunnen met
vragen over teelt-technische erosiebestrijdingsmaatregelen bij hem terecht.
De erosiecoördinator kan het initiatief nemen om een infomoment voor
de landbouwers te organiseren of om proefvelden met erosiebestrijdende
technieken aan te leggen.
Expertise ter beschikking stellen van de gemeenten
Bij lokale besturen ontbreken vaak de specifieke kennis en de tijd om een
erosiebestrijdingsproject uit te werken. De provinciale erosiecoördinator is
expert in erosiebestrijding. Dankzij die knowhow kan hij de lokale besturen
helpen bij het uitwerken van een erosiebestrijdingsproject (onderhandelen met
landbouwers en eigenaars, ontwerp van maatregelen, bouwaanvraag, follow-up
van de uitvoering van werken, enz.). Bovendien werkt die benadering interactie
met andere provinciale diensten, zoals Landbouw en Waterlopen, in de hand.
33
Opmaak van hemelwaterplannen (HWP)
Waar moet het hemelwater afkomstig
van bestaande en geplande wegen,
woningen en (on)verharde oppervlakten
naartoe in de gemeente? En hoe passen
we de drietrapsstrategie (vasthouden en
hergebruiken, vervolgens infiltreren, en
pas in laatste instantie vertraagd afvoeren)
binnen de gemeente het beste toe? Een
hemelwaterplan kan gemeentebesturen
en rioolbeheerders helpen met
antwoorden op die vragen.
Op dit ogenblik hebben nog maar
enkele gemeenten een hemelwaterplan.
De kennis die nodig is om dit op te
maken, is vaak immers niet aanwezig
bij de gemeente. Bovendien zijn de
opmaakkosten volledig ten laste van
de gemeenten. sp.a wil de opmaak van
hemelwaterplannen versnellen vanuit
de provincie door de opmaak van
hemelwaterplannen te subsidiëren en als
kenniscentrum mee te werken aan de
opmaak van hemelwaterplannen.
35
Mobiliteit: zes deeldomeinen in
het mobiliteitsbeleid waarin de
provincie het verschil maakt
We bouwen aan een duurzame en
innovatieve provincie die rekening
houdt met ieders individuele
verplaatsingsbehoeften volgens het
STOeP-principe (mobiliteit stimuleren in
de volgorde Stappen, Trappen, Openbaar
vervoer, elektrisch Privévervoer). We
doen dit in verschillende deeldomeinen,
zoals fietsbeleid, trage wegen/mobiliteit,
mobiliteitseducatie, woon-werkverkeer en
gebiedsgerichte mobiliteitsvisies.
In elk van deze domeinen is
dienstverlening een van de belangrijkste
kerntaken. Enerzijds verlenen de
provincies diensten aan lokale besturen,
onder meer door te functioneren als
expertisecentrum en door te waken
over bovenlokale gebiedsgerichte
mobiliteitsvisies. Anderzijds is ook de
dienstverlening aan burgers en scholen
(bijv. verkeerseducatie) en private actoren
(woon-werkverkeer) zeer belangrijk. De
provincie beschikt over heel wat expertise
en een uitgebreid netwerk met contacten
en relaties in het veld. Op die manier
kunnen we zorgen voor een efficiënt
mobiliteitsbeleid dat dicht bij de betrokken
actoren en de realiteit staat.
8
37
uit naar alle West-Vlamingen. ‘De
testkaravaan komt naar jouw gemeente!’
laat de inwoners van de deelnemende
gemeenten toe om gedurende twee
weken een fiets uit de testkaravaan
te testen: 20 elektrische fietsen en 5
elektrische bakfietsen. Op die manier
zetten we een maximaal aantal West-
Vlamingen aan om over te stappen naar
(elektrisch) fietsen.
3. Als partnerbestuur mee aan de wieg
staan van nieuwe initiatieven
Als partnerbestuur van de steden en
gemeenten willen we de expertise van
de provinciale mobiliteitsdienst ook ter
beschikking stellen voor de opmaak van
gemeentelijke mobiliteitsplannen. We
helpen mee nadenken hoe een duurzaam
parkeerbeleid kan uitgebouwd worden
en nemen een voortrekkersrol op bij het
bedenken en invoeren van systemen
van gedeelde mobiliteit (autodelen,
fietsdelen, …); ook in de landelijke regio’s
van West-Vlaanderen.
In navolging van het proefproject rond
basisbereikbaarheid in de Westhoek
leeft bij de Vlaamse overheid de ambitie
om op de schaal van de regionale
vervoersraden te werken aan een globaal
mobiliteitsplan dat verder gaat dan alleen
het openbaar vervoer. We juichen dit toe,
en willen met het provinciebestuur op
een actieve manier meediscussiëren.
Niet enkel vanuit de dienst mobiliteit
overigens. Ook de provinciale diensten
ruimtelijke planning, economie, toerisme
en landbouw kunnen een nuttige bijdrage
leveren, waarbij de gebiedsgerichte
werking kan optreden als regisseur.
1. Toekomstgericht integraal
fietsbeleid: investeren in bijkomende
fietsinfrastructuur en een
toekomstgericht fietsbeleid
Onder impuls van socialistische
gedeputeerden werd de provincie
het fietsbestuur bij uitstek. Ook in
de komende legislatuur willen we op
deze weg verder. De verdere realisatie
van het bovenlokaal functioneel
fietsnetwerk (BFF) en de aanleg van
fietsostrades blijft het speerpunt van
het provinciale mobiliteitsbeleid. Om
onze doelstellingen te bereiken, moeten
de middelen met 50% groeien en moet
er geïnvesteerd worden in voldoende
capaciteit om de doorlooptijd van
dossiers zo kort mogelijk te houden.
We besteden bij de uitbouw van het
BFF extra aandacht aan vlotte en veilige
verbindingen tussen woongebieden
en grote industriegebieden zodat het
aantal ongevallen met fietsers tijdens het
woon-werkverkeer drastisch krimpt. Tot
slot blijven we in goede samenwerking
met het autonoom provinciebedrijf
Westtoer investeren om missing-links en
knelpunten op het bovenlokaal recreatief
fietsroutenetwerk weg te werken.
2. Mensen laten nadenken over hun
mobiliteitsgedrag
Het Provinciaal Mobiliteitspunt (PMP) blijft
inzetten op duurzaam woon-werkverkeer.
Via onder andere de campagne ‘De
testkaravaan komt eraan!’ stimuleren
we de werknemers van West-Vlaamse
bedrijven om duurzamer naar het werk
te pendelen. Bedrijven en organisaties
kunnen ook terecht bij het PMP voor
advies op maat.
We blijven deze succesvolle campagne
verderzetten en breiden de doelgroep
39
5. Blijvend inzetten op gerichte
verkeerseducatie
Naast infrastructuur en handhaving
is ook educatie een middel om
verkeersgedrag te beïnvloeden. In de
komende legislatuur willen we met alle
betrokken actoren (lokale besturen,
scholen, veiligheidsdiensten, socio-
culturele (senioren-)-verenigingen)
een nieuw ‘thematisch actieplan’ rond
verkeerseducatie opstellen. Op die
manier evalueren we de bestaande acties
rond ‘dode hoek’ en ‘schoolfietskaarten’
en zetten we in op nieuwe thema’s.
6. De transitie naar slimme en
duurzame mobiliteit voor vrachtvervoer
ondersteunen
Zeker in een provincie met hoge
ambities en potentieel op het vlak van
logistiek, is het stimuleren van minder
vrachtvervoer door slimme logistiek en
de overschakeling naar vervoer via spoor
of water van groot belang om tegen
2050 klimaatneutraal te worden. (zie het
hoofdstuk ‘Economie’).
Het proefproject in de Westhoek heeft
overigens geleerd dat het concept
basisbereikbaarheid staat of valt met een
kwaliteitsvol aanbod van aanvullend
vervoer. Helaas stellen we vast dat de
Vlaamse regering niet over de brug komt
met de nodige middelen om dit op een
goede manier voor te bereiden. sp.a is
bereid om deze rol op te nemen via het
provinciebestuur. Er zijn wel een aantal
voorwaarden: we willen dat de provincie
kan (mee-)beslissen over het kern- en
aanvullend net, dat de nodige middelen
beschikbaar zijn en dat de provincie
ook financiële autonomie heeft om de
versterking van het aanbod te financieren.
4. Provinciale expertise delen rond trage
mobiliteit
Trage wegen vormen het onmisbare
sluitstuk in de transitie naar duurzame en
autoluwe mobiliteit. Het zijn bovendien
ideale verbindingen om kwaliteitsvolle
recreatieve assen te ontwikkelen. Helaas
staan de West-Vlaamse trage wegen nog
al te vaak onder druk en zijn een aantal
beleidsinstrumenten zoals de Atlas van de
Buurtwegen hopeloos verouderd.
We willen, in goede samenspraak met
de lokale besturen, een maximaal aantal
relevante buurtwegen behouden. We
werken samen met de gemeentebesturen,
maar ook met de regionale landschappen
en andere plaatselijke actoren om trage
wegen weer toegankelijk te maken en in
te richten zodat een fijnmazig netwerk
gegarandeerd wordt.
We werken een ondersteuningskader
uit om lokale besturen bij te staan bij de
opmaak van een gebiedsdekkende visie
op trage wegen op hun grondgebied.
41
Wonen:
kwaliteit en
betaalbaarheid
als speerpunten
De provincie ontwikkelt een
toekomstgericht woonbeleid dat
rekening houdt met nieuwe inzichten
rond de beschikbare ruimte. We hebben
veel aandacht voor de noden van
kwetsbare doelgroepen en aangepaste
huisvesting. Interbestuurlijk overleg en
visieontwikkeling met de belendende
beleidssectoren staan centraal.
Sociale verhuurkantoren ondersteunen
Tijdens de lopende legislatuur
verdubbelden we het aantal renovatie-
premies aan sociale verhuurkantoren.
Op die manier willen we hen helpen om
het aanbod aan betaalbare, kwalitatieve
huurwoningen voor de zwakste
huurders te vergroten. We willen deze
inspanning ook in de komende legislatuur
aanhouden.
Tegelijkertijd willen we privé-investeerders
helpen om nieuwe bouwprojecten te
lanceren. Daarmee spelen we in op een
nieuwe Vlaamse wetgeving: om de private
sector te overtuigen nieuwbouw aan te
bieden aan de sociale verhuurkantoren
lanceerde de Vlaamse overheid een
garantieregeling die de investeerder
zekerheid geeft over zijn huurinkomsten.
In het licht van die garantieregeling kan
het provinciebestuur een faciliterende en
coördinerende rol opnemen en privé-
investeerders stimuleren om projecten
te bouwen ten behoeve van sociale
verhuurkantoren.
Een provinciaal woonbedrijf als sterke
actor
Aanbevelingen van de Vlaamse Woonraad
en het Steunpunt Wonen bevestigen
dat er moet ingezet worden op de
versterking van de huurmarkt met een
bijzondere aandacht voor de private
huurmarkt. Binnen deze huurmarkt
worstelt vooral de onderste laag met
de betaalbaarheid en lage kwaliteit van
woningen.
Heel wat voorgestelde maatregelen ter
versterking van de private huurmarkt
zoals fiscaliteit, regelgeving, structurele
subsidies, enz. behoren tot de
verantwoordelijkheden van hoofdzakelijk
de Vlaamse en federale overheden en
zijn geen bevoegdheid van de provincie.
Als intermediair bestuur zien wij voor
de provincie toch mogelijkheden om
te wegen op de private huurmarkt,
meerbepaald door een doorgedreven
aanbodbeleid, waarbij voldoende
schaalgrootte cruciaal is.
De provincie denkt dit te kunnen realiseren door de oprichting van een provinciaal
woonbedrijf, dat bestaat uit een marktverhuurkantoor en een pandenbedrijf:
	 Het marktverhuurkantoor heeft tot doel het aanbod van betaalbare,
kwalitatieve, private huurwoningen te verhogen via een systeem van
geconventioneerde huur. De dienst gaat proactief op zoek naar woningen
en probeert eigenaars – kleine, particuliere verhuurders maar evenzeer
institutionele verhuurders – te stimuleren om te (blijven) verhuren. Ontzorging
van de verhuurder, huurgarantie en huurdersbegeleiding zijn hierin centrale
elementen. Het marktverhuurkantoor mag evenwel geen concurrent zijn van
de private vastgoedmarkt, noch van het sociale woningaanbod. Het gevaar
bestaat dat potentiële verhuurders voor een sociaal verhuurkantoor kiezen
omwille van de hogere huurprijs. De doelgroep van het marktverhuurkantoor
is de inkomenscategorie tot de maximumgrens sociale koop. Er wordt geen
ondergrens gesteld om mensen op wachtlijsten voor sociale huisvesting de
kans te geven eveneens te huren mits dit haalbaar is voor hen.
Het pandenbedrijf heeft tot doel zelf woningen te kopen en deze ter
beschikking te stellen door verhuur en/of verkoop. Het opbouwen van
het woningpatrimonium kan via de aankoop van te renoveren woningen,
vernieuwbouw of nieuwbouw.
Beide onderdelen functioneren apart maar kunnen elkaar ook aanvullen. Het
marktverhuurkantoor kan naast de verhuring van panden van derden ook de
verworven panden van het eigen pandenbedrijf verhuren.
Een studie naar de organisatorische en financiële haalbaarheid om een
krachtig provinciaal woonbedrijf op te richten zal in het najaar van 2018
gefinaliseerd worden. Komt er dan groen licht, dan willen we dit snel uitrollen.
9
43
Ruimte voor experiment
Nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen
en signalen van lokale besturen en
actoren inspireren de provincies
tot het opzetten van proeftuinen.
Pilootprojecten zijn dan weer een
voedingsbodem voor aangepaste of
nieuwe Vlaamse regelgeving. We voorzien
voldoende mensen en middelen om dit
mogelijk te maken. We denken onder
meer aan het ontwikkelen van nieuwe
vormen van woningdelen, kleinschalig
wonen of grondeigendom.
Acasus: provinciaal steunpunt duurzaam
bouwen
De site Acasus in Veurne wordt ontwikkeld
als centrum voor duurzaam wonen,
bouwen en renoveren. Dit provinciaal
steunpunt zal advies en concrete
begeleiding bieden aan particulieren die
hun woning energiezuinig willen maken
via renovatie. We doen dit in nauwe
samenwerking met de gemeentelijke
woonwinkels en de private sector. Zo
wordt een van de belangrijkste knelpunten
uit het klimaatbeleid aangepakt, namelijk
het veel te hoge energieverbruik bij de
verwarming van woningen.
45
Meer dan in welke andere provincie
heeft het West-Vlaamse provinciebestuur
een belangrijke verantwoordelijkheid
tegenover plattelandsgemeenten
en hun inwoners. We benaderen dit
gebiedsgericht en met respect voor
de identiteit van het platteland. Het
versterken van de leefbaarheid is ons
ultieme uitgangspunt.
De provincie als trekker en regisseur
Een gebiedsgerichte en geïntegreerde
aanpak is erg belangrijk. Verder is het
noodzakelijk om bepaalde problemen
bovenlokaal aan te pakken en moeten
vaak zeer uiteenlopende belangen met
elkaar verzoend worden. De provincies
beschikken over een grote gebiedskennis,
mede dankzij intense samenwerking
tussen diverse provinciale diensten, het
middenveld en de gemeenten. Bovendien
kunnen talrijke instrumenten en bevoegd-
heden binnen één bestuursniveau
ingezet worden om een daadkrachtig
gebiedsgericht beleid uit te werken:
regionale landschappen en bosgroepen,
gebiedsinrichting, planologische
processen, woonbeleid, land- en
tuinbouw, lokale economie, beheer van
waterlopen, trage wegen, enz.
De provincies zijn de aangewezen
partner om de Vlaamse overheid,
de middenveldorganisaties en de
gemeentebesturen te helpen bij het
ontwikkelen van een bovenlokale visie,
bij het vertalen van deze visie naar een
beleid op maat en bij de gebiedsgerichte
en efficiënte uitvoering ervan. De
provincies willen de gemeentebesturen
trouwens meer bestuurskracht geven.
We onderzoeken op welke manier we
tot de meest efficiënte interbestuurlijke
samenwerking kunnen komen.
Bij de inrichting van het buitengebied
is het belangrijk dat er een goede
afstemming is tussen de initiatieven van
verschillende niveaus. Het is eveneens
cruciaal dat de resultaten na afloop van
een inrichtingsproject op een duurzame
manier bestendigd worden.
Gebiedsgerichte werking op het
platteland
Een aanzienlijk deel van het provinciaal
plattelandsbeleid wordt ingevuld
via het Europees Programma
voor Plattelandsontwikkeling
(PDPO) dat momenteel zijn derde
programmeringsperiode (2014-2020)
ingaat. Daarnaast werken de Vlaams
minister van Plattelandsbeleid en de
Vlaamse Landmaatschappij (VLM) actief
mee als bevoegde beheersdiensten,
evenals de lokale besturen en andere
actoren.
Wij willen het provinciale plattelands-
beleidsplan dat momenteel fungeert
als referentie voor de toekenning van
Europese middelen, actualiseren.
We ijveren er bovendien voor dat
plattelandsontwikkeling een volwaardige
plaats krijgt binnen het Europese en
Vlaamse beleid. We pleiten in dit verband
voor het behoud van de Platteland Plus-
projectmiddelen (VLM) én willen dat de
inzet ervan focust op leefbare dorpen.
Interbestuurlijk Plattelandsoverleg (IPO)
Vlaanderen en de provincies werken
samen in het Interbestuurlijk
Plattelandsoverleg (IPO) rond thema’s
die een beleidsdomeinoverschrijdende
en interbestuurlijke aanpak vragen.
Als streekbestuur geven de provincies
een stem aan de lokale dynamieken
(knelpunten en kansen) die zich op hun
grondgebied manifesteren.
We willen dit IPO helpen hervormen
om te komen tot een slagkrachtige
organisatie.
Het Vlaams plattelandsbeleidsplan
In de voorbije Vlaamse legislatuur
maakte het Vlaams Gewest een Vlaams
plattelandsbeleidsplan op dat terecht
een aantal zeer belangrijke thema’s
identificeert, zoals het vrijwaren van de
open ruimte en aandacht voor kwetsbare
groepen en leefbare dorpen. Dit plan is
aan een update toe. We zullen vanuit
onze rol als streekbestuur de nodige
inbreng leveren om het plan te laten
doorgroeien tot een meer globaal
plan voor het Vlaamse platteland. We
werken aan een West-Vlaamse nota rond
dorpenbeleid die als inspiratie kan dienen
voor het Vlaamse beleid.
Plattelandsbeleid: regisseur
van gebiedsgericht
plattelandsbeleid
10
47
		Mondiaal
		beleid
Ontwikkelingssamenwerking is een
thema dat gemeentelijke, provinciale
en nationale grenzen overstijgt. Ook de
provincie blijft hierin een belangrijke rol
spelen. De provincie West-Vlaanderen
heeft de afgelopen jaren een beleid rond
ontwikkelingssamenwerking en noord-
zuidsamenwerking gevoerd, waarin
internationale solidariteit en participatie
centraal stonden. We willen deze werking
in de komende legislatuur
verder verdiepen.
In 2015 werden de Duurzame
Ontwikkelingsdoelen (Sustainable
Development Goals of SDG’s) van de
Verenigde Naties aangenomen, ook
wel Agenda 2030 genoemd. Het doel:
tegen 2030 tot een meer rechtvaardige,
duurzame en vreedzame wereld komen.
Door de SDG’s spreekt men niet langer
van een noord-zuidbeleid maar van een
mondiaal beleid, waarbij de realisatie
van de doelstellingen een opdracht is
van iedereen. De reflex om duurzame en
solidaire beleidskeuzes te maken, moet
er dus ook op provinciaal niveau zijn: de
SDG’s vormen een rode draad door elk
provinciaal beleidsdomein, ook van de
provincie West-Vlaanderen.
Het resultaat? Een ambitieus
plan dat veel verder gaat dan
ontwikkelingssamenwerking. De SDG’s
omvatten immers veel raakvlakken met
andere beleidsdomeinen van de provincie,
zoals natuur, leefmilieu, enz. Daarom
kiest West-Vlaanderen voor een 100%
duurzaam aankoopbeleid, we beleggen
enkel nog via ethische beleggingsfondsen,
we maken werk van het verminderen van
onze eigen CO2-uitstoot en worden een
klimaatneutrale provincie.
De provincie bevindt zich bovendien in
de ideale positie om de gemeenten te
ondersteunen om het bewustzijn en het
draagvlak voor de VN-doelstellingen te
vergroten.
We bieden lokale besturen,
intergemeentelijke samenwerkings-
verbanden en organisaties financiële en
logistieke ondersteuning voor educatie
en activiteiten om bij de bevolking
het draagvlak voor mondiaal beleid te
versterken. Communicatie en educatie
zijn daarin van belang. We doen daarvoor
ook beroep op de expertise van het
middenveld en andere actoren.
De provincie wil bijzondere aandacht
besteden aan de integratie van
nieuwkomers: in de buurt, in het
verenigingsleven en op de arbeidsmarkt.
De provincie is ook het ideale niveau om
als link te fungeren tussen verenigingen
van mensen met een migratieachtergrond
en de traditionele noord-zuidorganisaties.
Tot slot blijven we inzetten op
internationale solidariteit en ondersteunen
we partnerschappen tussen actoren
uit de provincie en actoren in lage- en
middeninkomenslanden. We bekijken in
hoeverre we ook zuid-zuiduitwisselingen
mee kunnen ondersteunen en tekenen
een duidelijke visie uit voor noodhulp, met
een bijhorend budget.
11
49
Erfgoed draagt zichtbaar bij tot
streekidentiteit en is een grote
aantrekkingsfactor. Bovendien heeft het
potentieel om mensen en structuren
te verbinden. Daarom interfereert
een erfgoedbeleid sterk met andere
sectoren als ruimte, milieu, water,
landbouw en toerisme. Concreet focust
het provinciaal erfgoedbeleid op vier
sporen: monumentenwacht, algemene
landschapszorg, gebiedsgerichte
programma’s en advies, sensibilisering en
publiekswerking.
Preventieve monumentenzorg via
Monumentenwacht
Monumentenwacht monitort de
gebouwen en interieurs van waardevol
(beschermd en niet beschermd)
erfgoed. De monumentenwachters
informeren en sensibiliseren hun leden
hoe ze hun monument regelmatig
en goed kunnen onderhouden. Zo
vermijden eigenaars en beheerders
grote kosten en beheren ze het erfgoed
beter. De toestandsrapportages van
Monumentenwacht zijn bovendien
belangrijke bouwstenen voor
de beheersplannen die door het
nieuwe onroerende erfgoeddecreet
opgelegd worden als voorwaarde om
restauratiesubsidies te krijgen. We
blijven investeren in deze belangrijke
erfgoedpijler.
Algemene landschapszorg met oog voor
erfgoed
In nauw overleg met de Regionale
landschappen ontwikkelen we een
gebiedsdekkende visie rond algemene
landschapszorg. We zetten deze visie
om in de praktijk via voorbeeldprojecten.
Daarbij houden we altijd het behouden
en versterken van de historische kwaliteit
van een landschap voor ogen. Daarom
moeten landschapswaarden systematisch
opgenomen worden in het afwgingskader
van de ruimtelijke plan- en besluitvorming
in de provincies.
Gebiedsgerichte programma’s
We hebben heel veel erfgoed in West-
Vlaanderen en we mogen daar trots op
zijn. Daarom wil de provincie werk maken
van specifieke programma’s om het
erfgoed dat Vlaanderen niet beschermt,
beter te bewaren. We baseren ons
hiervoor op de methodiek die ontwikkeld
werd binnen het project Oorlog en
Vrede. Op die manier ontwikkelen we
specifieke gebiedsgerichte programma’s
met subsidiemogelijkheden. We denken
bijvoorbeeld aan wederopbouw-
architectuur, aan funerair erfgoed of aan
agrarisch erfgoed. Uiteraard hebben we
hierbij ook aandacht voor het landschap.
Advies, sensibilisering en
publiekswerking
We bouwen een provinciale erfgoeddienst
uit waarvan de medewerkers niet
enkel de eigen diensten, maar ook
gemeenten, intergemeentelijke
samenwerkingsverbanden, kerkbesturen,
verenigingen en particulieren met raad en
daad bijstaan.
We zetten ook sensibiliserende en
draagvlakverruimende acties op. Een
belangrijke doelgroep zijn kinderen en
jongeren. Voor hen worden specifieke
educatieve projecten uitgewerkt om
bewust te leren omgaan met erfgoed.
 
Een grondgebonden erfgoedbeleid
gericht op preventie en publiek
12
51
WERKEN AAN
Bovenlokaal
én gebieds-
gericht
economisch
beleid
Vraag aan een gemiddelde niet-West-
Vlaming om ons te typeren en de kans is
groot dat ‘harde werkers’ bovenaan het
lijstje staat. Werken en niet opgeven zit in
ons DNA, zowel bij de werknemers als bij
de ondernemers. sp.a wil onze provincie
aan de top van de meest welvarende
regio’s houden.
Typisch voor onze provincie is het
fijnmazige net van kleine en middelgrote
bedrijven, veelal echte familiebedrijven.
Samen met enkele internationale
spelers zorgen zij voor een hoog
welvaartsniveau. Iets wat overigens
enkel mogelijk is dankzij de toewijding
van honderdduizenden arbeiders en
bedienden. Nog een troef: West-
Vlaanderen ligt centraal in Europa
en we beschikken over uitstekende
infrastructuur om onze welvaart
ook in de toekomst te verzekeren
en te versterken: twee havens, twee
luchthavens, een netwerk van autowegen,
spoorwegen en bevaarbare waterwegen
KANSEN GRIJPEN
Maar er liggen nog heel wat kansen voor
het grijpen. Om die volop te benutten,
besteden we veel aandacht aan het
bovenlokaal sociaaleconomische
streekbeleid. Omdat we geloven dat het
provinciebestuur hiervoor uitstekend
geplaatst is. Niet enkel om wat in Brussel
beslist wordt te vertalen naar de West –
Vlaamse realiteit, maar ook om ervoor
te zorgen dat in Brussel rekening wordt
gehouden met onze specifieke
noden en vragen.
Hoe we werk willen maken van blijvende
welvaart? We zorgen ervoor dat bedrijven
zich hier welkom en thuis voelen, dat
werknemers zich gewaardeerd voelen, dat
onze opleidingen van het hoogste niveau
blijven en dat starters zich ondersteund
voelen.
welvaartWe willen ook nog meer dan
in het verleden inzetten op
samenwerking. We zorgen voor solide
samenwerkingsverbanden waarin we
hand in hand met alle betrokken partijen
kunnen werken aan duurzame groei,
met respect voor mens en omgeving.
Verbinden is een van de drie rollen die het
provinciebestuur van West-Vlaanderen
zoals steeds realiseert.
Aan deze zogeheten triple-helix
structuur (ondernemingen, overheid,
kennisinstellingen) willen we in de
komende legislatuur een vierde dimensie
toevoegen: het werknemerschap. We
willen binnen het economisch beleid
meer vertrekken vanuit de realiteit van
de meer dan 400.000 West-Vlaamse
werknemers.
VIJF PRIORITEITEN UITGEWERKT
De provincie publiceerde in 2014 het
ambitieuze plan ‘West Deal’, dat de
strategische lijnen van het economische
beleid tot 2020 uittekent. Het plan omvat
zes prioriteiten om West-Vlaanderen
te transformeren tot een sterke,
toekomstgerichte en kennisgedreven
economie.
Die ambities willen we grotendeels
volgen:
1.een toonaangevend startersbeleid
2.een West-Vlaamse aanpak van het
Nieuw Industrieel Beleid (NIB)
3.een toekomstgerichte logistieke
strategie
4.een specifieke ontwikkeling van het
(hoger) onderwijs
5.een economisch impulsplan voor de
Westhoek
Prioriteit 6, die inzoomt op de
problematiek van de zelfstandige
kleinhandel, maakt geen deel uit van
ons actieplan omdat we menen dat het
ontwikkelen van een beleidsvisie op lokale
detailhandel een verantwoordelijkheid
is van de lokale besturen. Uiteraard blijft
het provinciebestuur als kenniscentrum
beschikbaar om lokale besturen te
ondersteunen met specifieke datamining.
53
Aan de basis van de vele familiale kmo’s
die het kloppend hart van onze economie
vormen, lag bijna zonder uitzondering
een gedreven starter met een stevige
portie ondernemingszin. Willen we onze
welvaart veiligstellen, dan hebben we
ook in de toekomst nood aan mensen
met lef en ambitie en met kennis van
zaken die zich op het ondernemerschap
durven storten. Zij verdienen de steun
van het provinciebestuur. Daarom blijven
we inzetten op de Actie voor Startende
ondernemers.
Startups maken het echter niet zonder
werknemers. En ook daar willen we
werk van maken. Vlaamse jongeren
krijgen een uitstekende opleiding, wat
cruciaal is voor hun arbeidskansen en
goed voor hun toekomstige werkgevers.
Maar ze worden op school onvoldoende
voorbereid op het leven als werknemer.
We willen dat jongeren via hun job een
leven kunnen opbouwen. En dat betekent:
kunnen kiezen voor een goeie job die
perspectieven biedt.
Ook hier ligt een taak voor het
provinciebestuur. In goed overleg met het
onderwijs en de sociale partners moeten
jongeren goed geïnformeerd worden
over hoe ze de arbeidsmarkt kunnen
betreden: wat hun rechten en plichten
als werknemer zijn, hoe ze een goede job
kunnen vinden, wat er in een contract
moet staan, hoe ze een loonbrief moeten
lezen, hoe ze hun belastingbrief moeten
invullen, wat de VDAB, een vakbond of
een mutualiteit is en waarvoor ze bij die
organisaties terecht kunnen…
sp.a ontwikkelt een reeks educatieve
pakketten die integreren in het aanbod
van ‘Klasbakken’. Al die aspecten bundelen
we onder de term ‘Werknemerschap’.
aandacht
voor starters:
ondernemers
én werknemers
55
nieuw
industrieel
beleid:
fabrieken voor
de toekomst
blijven top of
mind!
Ook voor bedrijven verandert de wereld
om hen heen in een razendsnel tempo.
Ondernemingen die niet in staat zijn tot
strategische wendbaarheid en innovatie
dreigen binnen afzienbare tijd niet meer
te bestaan. Zeker in een provincie waar
kmo’s de echte trekkers zijn van de
economie, is het de verantwoordelijkheid
van de overheid om bedrijven te
ondersteunen in deze transitie. De
toekomstgerichte economische
veranderingen staan of vallen met
klimaatneutraal produceren en circulair
grondstoffengebruik.
We onderschrijven de actuele koers
van het provinciaal economisch beleid,
vastgelegd in het strategische plan ‘West
Deal’. We zorgen dat er voldoende
aandacht gaat naar de ondersteuning
van onze kleine en middelgrote
ondernemingen. En uiteraard toetsen
we elke actie af aan de Duurzame
Ontwikkelingsdoelen van de Verenigde
Naties.
Het project ‘Fabrieken voor de Toekomst’
blijft een speerpunt van het provinciaal
beleid. Binnen 5 specifiek gekozen
sectoren (Zorgeconomie, Nieuwe
materialen, Voeding, Blue Energy,
Machinebouw en Mechatronica) geven
we bedrijven toegang tot innovatie, kennis
en knowhow – zodat ze zich kunnen
wapenen voor de toekomst. Via een
uniek aanspreekpunt creëren we nieuwe
opportuniteiten voor bedrijven, openen
we deuren en zetten we ondernemers op
het juiste spoor. En uiteraard evalueren we
of de methodiek ook kan ingezet worden
binnen andere sectoren. We zorgen
ervoor dat ook kleinere kmo’s toegang
blijven hebben tot deze ondersteuning.
Om al de projecten die nodig zijn
om onze economie te transformeren
gefinancierd te krijgen, blijven
we actief zoeken naar nieuwe
grensoverschrijdende projecten. Inzetten
op het versterken van de kenniseconomie
en innovatie blijven cruciale parameters bij
de afweging om een project op te zetten.
Maatwerkbedrijven en sociale
werkplaatsen vullen een belangrijke
leemte. De grootschalige West-Vlaamse
maatwerkbedrijven vervullen een
belangrijke rol als toeleverancier voor de
gewone bedrijven. Die structuur biedt
een oplossing voor werknemers die niet
of nog niet mee kunnen in het sterk
concurrentiële gewone bedrijf. Uitbreiden
van het aantal beschikbare plekken door
het Vlaamse beleid dankzij West-Vlaamse
gebundelde vragen kan oplossingen
bieden.
57
Bedrijven hebben ruimte nodig om te
ondernemen. In eerste instantie willen
we die ruimte zoeken én vinden op
bestaande bedrijventerreinen. We zijn
ervan overtuigd dat er hier nog heel wat
onbenut potentieel is. Indien nodig vragen
we de Vlaamse overheid om hiertoe de
nodige instrumenten ter beschikking te
stellen.
Waar nodig, worden nieuwe
bedrijventerreinen ontwikkeld. Er
is tijdens deze legislatuur heel wat
voorbereidend werk verricht om nieuwe
bedrijventerreinen in kaart te brengen. In
de volgende legislatuur willen we deze
plannen omzetten in concrete realisaties,
zodat elke West-Vlaamse regio op een
duurzame manier kan groeien.
We zullen ook onze verantwoordelijkheid
nemen in een aantal belangrijke Vlaamse
dossiers die cruciaal zijn om de West-
Vlaamse toppositie en onze internationale
uitstraling te handhaven. We denken
hierbij aan de ontwikkeling van onze
zee- en luchthavens en noodzakelijke
investeringen in de binnenvaart, het
spoorwegennet en de weginfrastructuur.
een toekomstgerichte
(logistieke) strategie inzake
ruimtelijk economisch beleid
59
De provincie wil ook blijven wegen
op de ontwikkeling van het hoger
onderwijs in West-Vlaanderen. De
aanwezigheid van een breed aanbod aan
hogeschoolopleidingen is voor bedrijven
immers een garantie voor een instroom
van goede medewerkers.
Daarom blijven we ook investeren in de
Technische Universitaire Alliantie (TUA
West). TUA West zet de West-Vlaamse
kennisinstellingen aan tot nauwere
samenwerking en zorgt ervoor dat de
aanwezige kennis ter beschikking komt
van het economische weefsel, bedrijven
en voornamelijk de vele kmo’s uit de
regio.
Onze aandacht voor ‘werknemerschap’
wordt ook doorgetrokken in het
provinciaal beleid inzake onderwijs.
85% van de actieve bevolking bestaat
uit werknemers. We kunnen onze
economische welvaart enkel veiligstellen
als we werknemers een sleutelrol
laten spelen. Werknemers die blijvend
kunnen bijleren, handhaven zich op de
arbeidsmarkt, halen meer voldoening
uit hun job of maken sociale promotie.
Op die manier leveren ze een essentiële
bijdrage aan onze welvaart. Daarom
willen we dat kennis-, onderzoeks- en/of
innovatiecentra de uitdagingen waar onze
economie voor staat, ook bekijken vanuit
het standpunt van de werknemer.
Wat de beroepsgerichte opleidingen
betreft, moet het provinciebestuur
overlegtafels organiseren met alle
betrokken actoren. De nieuwe
mastercampus van de VDAB in Roeselare
moet de trekker worden van het
West-Vlaamse arbeidsmarktgericht
opleidingsaanbod, zowel via het beroeps-
en technisch onderwijs als via de CVO’s
voor werknemers en werkzoekenden.
kwalitatief (hoger) onderwijs
als basisvoorwaarde
De concentratie van opleidingsmateriaal
(hedendaagse machines/werksystemen)
garandeert dat alle opleidingen up-to-
date blijven. Een goede samenwerking
met de sectorale vormingsverstrekkers zal
cruciaal zijn. Vanuit de bekommernis voor
een sterk West-Vlaams werknemerschap
zorgen we er ook voor dat het
volwassenonderwijs ook toegankelijk
wordt voor mensen die in ploeg werken.
De provincie moet het voortouw nemen
door een coördinerende rol op te nemen
en waar nodig te investeren in flankerende
maatregelen.
61
het westhoek
impulsplan
De Westhoek worstelt met een aantal
typische uitdagingen op economisch
vlak. De streek combineert haar perifere
ligging met een uitgesproken landelijk
karakter en grenst bovendien aan een
Frans departement met een zwakke
economie.
De provincie wil inspanningen leveren
opdat de Westhoek een volwaardige
plaats in het industriële economische
weefsel behoudt. Vandaar het Westhoek
Impulsplan, dat een aantal deelacties
omvat: een onderzoek naar de
toebedeling van bedrijventerreinen, de
activering van de bestaande starterscentra
en een vernieuwend peterschapsproject
dat startende en gevestigde bedrijven in
de Westhoek samenbrengt. Aanvullend
zullen we nagaan wat de mogelijkheden
zijn op het vlak van disruptieve niche-
ontwikkelingen, schaalvergroting
en automatisering in de landbouw
(biolandbouw, wijnbouw, soja, hoppe en
hoppescheuten) en willen we inzetten op
een ondersteunings- en innovatietraject
omtrent vernieuwende ‘niche’
productontwikkeling in de
voedingsindustrie.
De grensoverschrijdende samenwerking
richting Noord-Frankrijk blijft cruciaal
voor de ontsluiting van de Westhoek.
Daarnaast zal ook het overleg met de
hogescholen opgestart worden, om
hun rol te definiëren in een toekomstige
kennisontsluiting van de Westhoek.
Het meest concrete actiepunt is de
toekomstige mobiliteit in de Westhoek.
Om de regio te ontsluiten, lanceren
we een pilootproject rond onbemande
duwvaart (goederenstromen) en
volgens de we evoluties op het vlak van
zelfrijdende bussen op de voet.
Naast de thematische uitdieping van de
bestaande campagne ‘De Nieuwe Wereld’,
zet de Provincie ook in op de Westhoek
als het kloppende hart van 100% West-
Vlaams streek- en hoeveproducten.
De regiomarketingcampagne wordt
aangevuld met een bijkomende
thematische gemeenschappelijke
campagne voor de regio als globale
beleving na de grote oorlogcampagnes
in samenwerking met Westtoer. Daarbij
willen we toeristische aanbieders
in de regio helpen om te innoveren
en te professionaliseren (zie ook
programmadocument toerisme).
63
De cirkel
rondmaken
Ook in West-Vlaanderen vindt het
circulaire economiemodel ingang.
Dit is een positieve stap in de cruciale
evolutie naar een duurzame en
klimaatbestendige samenleving. Delen
wordt het nieuwe hebben. Er wordt
stilaan anders geproduceerd, geleefd
en gewerkt. Bedrijven stemmen hun
productie en dienstverlening steeds
meer af op de nieuwe vormen van bezit
en bieden alsmaar meer producten aan
in plaats van diensten (bv. verlichting
i.p.v. verlichtingsarmaturen). Auto’s en
brommers verduurzamen en fietsen en
toestellen met matige gebruiksintensiteit
(grasmaaiers, boren, …) worden soms al
gedeeld op buurtniveau. Voeding wordt
ook meer lokaal aangekocht, of komt uit
eigen (deel)tuin. Repaircafés tonen hoe
je toestellen kan herstellen om ze langer
mee te laten gaan.
Maar het beleid moet volgen. De
overheid denkt steeds meer mee over
samenhuizen, delen en het verweven van
ruimtegebruik door gepaste maatregelen
en ondersteuning. Zo versterkt ook, beetje
bij beetje, het sociaal weefsel. Door het
invoeren van een levenscyclusanalyse en
het streven naar de beste standaarden op
dit vlak, wordt het cradle-to-cradledenken
in de West-Vlaamse economie
geïntroduceerd. De provincie kan hierin
ook een rol spelen door ondersteuning
en promotie van het principe achter
circulair denken:
De werking van kringwinkels
verder ondersteunen en uitbreiden
met materialenbibliotheken,
repairinitiatieven, enz.
Hergebruiken en herstellen van materialen
zorgen niet alleen voor minder afval
en een lager gebruik van eindige
grondstoffen, ze brengen ook mensen
samen, zorgen voor jobs (vaak voor
mensen in een moeilijke arbeidssituatie)
en stimuleren de lokale economie. Ook
private initiatieven spelen hun rol aan de
aanbodzijde.
Nog meer inzetten op duurzaam bouwen
De provincie heeft al een goeie werking
omtrent duurzaam bouwen. Er zou
echter nog meer kunnen ingezet worden
op het bouwen met lokale duurzame
materialen, zoals strobalen, leem,
vlas, hennep, enz. Dit moet worden
gecombineerd met een doorgedreven
aandacht voor zuinig energiegebruik en
nieuwe ruimtebesparende woonvormen.
Ook de energie- en financiële winst die
kan behaald worden door het gebruik van
passieve zone-energie mag niet vergeten
worden.
De provincie kan dit toepassen als
bouwheer, maar ook promoten naar
andere bouwheren. In het verlengde
kan dit ook bij samenwerking met
gemeentebesturen en bedrijven.
De gunstige levenscyclusanalyse
van materialen en gebouwen, helpt
gemeentes om hun klimaatdoelen
te halen (zie ook programma
‘duurzaamheid’).
Lokale koplopers kringloopeconomie in
de kijker zetten
Goeie voorbeelden zetten aan tot
navolging. West-Vlaanderen kan, zoals in
tal van andere zaken, ook een koploper
worden op het vlak van circulaire
economie.
Instrumenten creëren die bedrijven
dwingen tot het onderling afstemmen
van processen op bedrijventerreinen
Zowel de provincie als intercommunales
hebben instrumenten om bij de (her)
inrichting van bedrijventerreinen te
zorgen voor een betere afstemming van
de processen. Zo kunnen gezamenlijke
transporten, hergebruik van proceswater,
gedeelde parkings, gezamenlijk vervoer,
enz. zorgen voor een sterk verminderde
ecologische voetafdruk. Terwijl de
werkingskosten van alle deelnemende
bedrijven daalt. Jammer genoeg
staan vele bedrijven nog hard op hun
onafhankelijkheid, wat niet alleen het
milieu maar ook het bedrijfsleven schaadt.
Stimulansen geven aan lokale
overheden en verenigingen die lokale
deelinitiatieven opzetten
De provincie geeft een forum tot
promotie en uitwisseling aan gemeenten
en organisaties die deelinitiatieven
opzetten. Maar ze kan ook deelinitiatieven
faciliteren door ruimte en middelen te
geven voor het opzetten ervan.
2
65
We willen aan het economisch beleid van de provincie een aantal elementen
toevoegen. We beseffen heel goed dat je geen sociaal paradijs kunt bouwen op een
economisch kerkhof. En sp.a weet beter dan wie anders dat ook het tegenovergestelde
waar is. Daarom willen we het werknemerschap concreet inhoud geven, met concrete
acties rond specifieke mobiliteitsvraagstukken van werknemers en rond kinderopvang
maar ook met een opleidingsaanbod afgestemd op de economische realiteit (bv. taal
op de werkvloer):
	 op de schaal van een regionale arbeidsmarkt willen we oplossingen zoeken voor
werklozen wiens profiel aansluit op een knelpuntvacature maar die niet kunnen
aannemen omwille van mobiliteitsproblemen;
we willen onderzoeken hoe we werkzoekenden uit regio’s met hogere
werkloosheidscijfers kunnen motiveren om te verhuizen naar streken met veel
knelpuntvacatures;
we faciliteren kinderopvang die afgestemd is op de regionale arbeidsmarkt en
houden hiermee rekening met de betaalbaarheid via sociale correcties;
we ondersteunen loopbaanondersteuning voor werkenden en werkzoekenden;
we voorzien extra plekken in maatwerkbedrijven en sociale werkplaatsen voor
mensen die een tussenstap of aangepaste tewerkstelling nodig hebben.
we besteden veel aandacht aan de veilige ontsluiting van industrieterreinen
voor fietsers. We stellen voor om de missing-links op het functioneel
fietsroutenetwerk tussen woongebieden en industrieterreinen versneld aan te
leggen.
we durven uitdagingen ook atypisch benaderen. Zo schiet je met cursus
Nederlands niet veel op als de voertaal op de werkvloer West-Vlaams is. Als we
bovendien weten dat tot 80% van de mensen met een andere taalachtergrond
geen of slechts heel beperkt schrijftaal nodig hebben in zijn of haar job, dan
moeten we anderstaligen misschien wel een cursus West-Vlaams durven geven.
En in elk geval moeten we bedrijven ondersteunen om meer met beeldtaal en
pictogrammen te werken.
Sociale dimensie:
werknemerschap3
67
Ruimte voor
arbeidszorg
Arbeidszorg is een vangnet voor
mensen die om persoons- of
maatschappijgebonden redenen
niet (meer) terechtkunnen in het
reguliere circuit of het beschermde
tewerkstellingscircuit. Deze mensen
voeren begeleide activiteiten uit op een
werkvloer in de sociale economie. Ze
maken kennis met gestructureerde arbeid
in een realistische werkomgeving, maar
zonder de druk van een betaalde baan en
een arbeidscontract (ze behouden hun
uitkering). Dankzij deze aanpak willen we
hen opnieuw aansluiting geven met een
werkcontext. In het ideale geval vormt
arbeidszorg een opstap naar betaalde
arbeid.
Het provinciebestuur bevordert
deskundigheid binnen bedrijven en de
samenwerking onder bedrijven zodat ook
binnen de reguliere economie plaatsen
voor arbeidszorg gecreëerd worden.
Hierbij doen we een beroep op de grote
expertise binnen de maatwerkbedrijven.
Het streefdoel is een verantwoorde re-
integratie van langdurig zieken of mensen
met een arbeidshandicap.
Een streek ontwikkelen, betekent dat
we zowel sociale als economische
stappen vooruitzetten met de hele
streek; teamwork dus. De provincie
is de geschikte partner om iedereen
die een rol te spelen heeft bij deze
ontwikkelingen aan tafel te brengen. Via
haar gebiedswerkers voelt de provincie
immers perfect aan wat er leeft in een
regio. We weten dat de uitdagingen aan
de Kust anders zijn dan die in het Zuiden
van de provincie en dat het landelijke
karakter van de Westhoek zorgt voor een
andere bestuurlijke context dan Midden
of Zuid-West-Vlaanderen. Op vraag
van de gemeenten en in overleg met
de intergemeentelijke verenigingen zal
het provinciebestuur bekijken op welke
manier zij de lokale bestuurskracht kan
versterken en ondersteunen.
De voorbije jaren hebben de provincies al
sterk geïnvesteerd in sociaaleconomisch
streekbeleid, zowel inhoudelijk als
door de inzet van financiële middelen
ten gunste van sociaaleconomische
streekontwikkeling (POM, cofinanciering
Europese projecten, ondersteuning van
de RESOC’s enz.). In de komende periode
willen ze het streekbeleid nog meer in
een constructief interbestuurlijk model
gestalte geven, in goed partnerschap met
de lokale besturen en met een structurele
betrokkenheid van de werkgevers- en
werknemersvertegenwoordigers. We
willen in elke regio het RESOC-platform
uitbouwen tot de echte motor van de
streekontwikkeling. Tezelfdertijd evalueren
we de bestaande organisatievorm van de
RESOC-werking en sturen we bij indien
nodig.
We willen met het provinciebestuur
ook een voortrekkersrol opnemen in
de transitie naar een ‘Smart Region’.
We nodigen hierbij de lokale besturen
uit om een samenwerkingsmodel op te
zetten, naar het voorbeeld van Smart
Regio Limburg. Er is in onze provincie
dringend nood aan een dergelijk initiatief.
We hebben geen grote universiteit
die kan fungeren als aanjager en onze
centrumsteden zijn al bij al ook relatief
klein. Hierdoor riskeren we achterop te
raken. Het is overigens maar de vraag hoe
‘slim’ één stad of gemeente op zichzelf
kan zijn? We streven dan ook naar een
samenwerkingsverband met alle 64
West-Vlaamse gemeenten. Zo vermijden
we versnippering.
4
5 De provincie als
motor
69
sp.a wil zorg dragen voor iedereen. Dat betekent niet enkel investeren in
gezondheidszorg, jeugd- en ouderenzorg en onderwijs, maar ook in werk en in
algemeen welzijn. En daar kunnen toerisme en recreatie bij helpen. Toerisme creëert
jobs. Recreatie geeft toeristen én West-Vlamingen de kans om zich te ontspannen en
te amuseren. Zodat iedereen zich goed in zijn vel voelt.
Al onze voorstellen staan in het teken van dezelfde centrale doelstelling, namelijk de
economische rol van het toerisme op het vlak van omzet en werkgelegenheid in
onze provincie versterken. We willen dit doen door de vier West-Vlaamse toeristische
regio’s (Kust, Westhoek, Brugse Ommeland en Leiestreek) en de kunststad Brugge top
of mind te maken voor een korte of lange vakantie bij de toerist. Bovendien willen we
de West-Vlaming inspireren voor een recreatieve uitstap of een staycation in de eigen
provincie. Om dit succesvol te doen, willen we het toeristische beleid organiseren
volgens vijf krachtlijnen.
TOERISME, MAATWERK
voor elke streek
71
Om ons toeristisch product aantrekkelijk
te houden voor inwoners en bezoekers
moeten we permanent blijven
investeren. Niemand wordt immers
aangetrokken door een verouderd
museum of versleten attracties. Jammer
genoeg heeft Toerisme Vlaanderen de
laatste jaren vooral aandacht voor de
internationale aantrekkingspolen in
de Vlaamse Kunststeden. Dit legt een
zware hypotheek op het toerisme in
de West-Vlaamse regio’s. sp.a wil met
het provinciebestuur de handschoen
opnemen door de steken op te rapen die
Vlaanderen laat vallen.
In de voorbije legislatuur werd voor het
eerst en met succes geëxperimenteerd
met een vernieuwd West-Vlaams
subsidiereglement. We willen dit
reglement handhaven en er voldoende
middelen voor voorzien. We stellen
voor om op die manier 20 miljoen euro
provinciale middelen te investeren in de
toeristische sector. Dit laat ons toe om
het netwerk van imagoversterkende
hefboomprojecten in de vier toeristische
regio’s en in Brugge te actualiseren en te
versterken én een beperkt aantal nieuwe
attractiepolen te creëren.
Ongetwijfeld blijft de Kust onze
belangrijkste toeristische troef. We
ondersteunen dan ook enthousiast de
ontwikkeling van een aantal strategische
projectgebieden zoals de voormalige
militaire basis in Koksijde, de Oosteroever
in Oostende of De Sol in Blankenberge.
Fors investeren in het
West-Vlaamse
toerisme
1
Het toerisme verandert razendsnel en
ook de West-Vlaamse logiessector
moet ten volle de kaart van innovatie
en diversificatie trekken. Enkel dan
kunnen we het authentieke aanbod
verder ontwikkelen en presenteren.
Samen zijn we zoveel sterker. We blijven
private ondernemers ondersteunen
als ze projecten willen ontwikkelen die
voor innovatie en beleving zorgen in
de logiessector. We monitoren ook de
vraag naar kampeerautoterreinen en
ondersteunen initiatieven die de blinde
vlekken binnen de provincie wegwerken.
In 2018 tekent Westtoer voor de
eerste keer voor de organisatie van de
kunsttriënnale Beaufort. Wij willen deze
belangrijke happening ook in 2021 en
2024 organiseren, na een grondige
evaluatie. We willen ook onderzoeken op
welke manier Westtoer een rol kan spelen
in het organiseren en/of ondersteunen
van artistieke topevents in de overige
regio’s (triënnale Brugge, Play in Kortrijk,
Kunstenfestival Watou, enz.).
Tot slot willen we de internationale
reputatie van het herdenkingstoerisme,
waar de voorbije jaren zo hard voor
gewerkt werd, consolideren. Om dat
te doen, denken we aan specifieke
themajaren: in 2020 werken rond het
thema wederopbouw en in 2023 rond het
herstel van het landschap en de inpassing
van begraafplaatsen.
73
Het landelijke karakter van onze
provincie met de vele kwalitatieve
open-ruimtegebieden oefent een
onweerstaanbare aantrekkingskracht uit
op wandelaars en fietsers van binnen en
buiten de provincie. Het is cruciaal om de
kwaliteit van het landschap te bewaken
en te versterken. Westtoer onderhoudt
daarom de beste relaties met de regionale
landschappen, de stadslandschappen en
de bevoegde Vlaamse agentschappen.
Samen met alle partners zoeken we een
oplossing om de bestaande loketten
onderhoud buitengebied structureel te
verankeren.
We willen het toeristisch basiskapitaal
koesteren en waar nodig versterken.
Daarom blijven we investeren in het
West-Vlaamse fietsnetwerk, de 36
fietsroutes, de 12 wandelnetwerken, de 60
landschapswandelroutes en de 20 stads-
en erfgoedwandelroutes. We verhogen
het basiscomfort van de recreant
door langs de vele routes kwalitatief
zitmeubilair te plaatsen en aangename
picknickplaatsen in te richten.
Op termijn moet het voor elke Vlaming
en Nederlander duidelijk zijn dat West-
Vlaanderen – naast Limburg – dé
fietsprovincie in Vlaanderen is. We
zetten dit imago extra in de verf door
de organisatie van baanbrekende
meerdaagse fietsevenementen. En via de
realisatie van Horizon 2025, het netwerk
van 25 unieke belevingsplatforms en
uitkijktorens, zorgen we voor blikvangers
West-Vlaanderen uitbouwen als
een toprecreatieve provincie2
die een fietstocht net dat tikkeltje extra
geven. Een aantal geselecteerde gebieden
bouwen we uit tot topwandelregio’s
(Heuvelland, Ijzervallei, Kust,
Bulskampveld,…). Met dit doel voor ogen
creëren we extra belevingselementen
zoals speelnatuur, recreatieve hotspots,
avontuurlijke parcours, kijkvensters,
knuppelpaden, blote voetenpaden,
speelvoorzieningen, enz. Structureel
verankerde loketten voor het recreatief
onderhoud van het buitengebied zorgen
voor een perfect onderhoud van de
wandelinfrastructuur. Om dit alles te
financieren, werken we een visitors
pay-back formule uit.
De West-Vlaamse provinciedomeinen
bouwen we uit tot attractiepolen voor
diverse generaties (ouderen, gezinnen
met kinderen, jongerengroepen, groepen
van verschillende generaties,…). De
ontwikkeling van een groen-blauw
recreatief netwerk verdiept het toeristisch
aanbod. In eerste instantie werken we een
aantal missing links weg.
75
Innovatie, kwaliteit en
duurzaamheid stimuleren
bij de private toeristische
actoren
3
Met de glimlach ontvangen worden,
is meestal de start van een goede
toeristische ervaring. Om van West-
Vlaanderen de gastvriendelijkste provincie
van Vlaanderen te maken, blijven
we inzetten op de uitbouw van een
netwerk van Westtoer-ambassadeurs
met hospitality, fietstoerisme,
kindvriendelijkheid en streekkennis als
belangrijke uitgangspunten.
Toeristische ondernemers in West-
Vlaanderen die elke dag hard werken om
bezoekers een onvergetelijke ervaring
te bezorgen, belonen we na het volgen
van een uniek begeleidingstraject rond
kwaliteitszorg graag met het Q-label. Ook
de Q-trajecten voor de toeristische
infopunten zetten we verder.
Het bestaande en zeer succesvolle
netwerk van Lekkere Westen-chefs wordt
blijvend gepromoot. We leveren extra
inspanningen om alle restaurateurs en
logiesverstrekkers te stimuleren om zich
in te schrijven in het korte-ketenconcept
en dus streekproducten te gebruiken.
Ook in de toeristische sector moet
duurzame groei veel meer zijn dan
een modewoord. Het moet een way
of life worden. Via coachingstrajecten
maken we ondernemers wegwijs in de
milieuproblematiek. Naast de reductie
van CO2 worden waterbesparing en
afvalreductie kernprincipes. We kennen
ecopremies toe aan logiesverstrekkende
bedrijven via het reglement op de
toeristische impulsen; stimuleren het
gebruik van het openbaar vervoer via
combiformules van verblijf en openbaar
vervoer en denken actief mee naar
alternatieven in plattelandsregio’s (bv. via
elektrische huurauto’s). We zetten nog
meer in op fietsvakanties, waarbij het
fietsen niet enkel als een ontspannende
activiteit wordt bekeken maar ook als echt
transportmiddel.
77
4
Westtoer heeft zich de voorbije jaren
ontwikkeld tot een slagkrachtige
marketingorganisatie. Via regiogerichte
marketingcampagnes waarbij we de
toerist voornamelijk proberen te inspireren
en te verleiden tot een verblijf in West-
Vlaanderen, blijven we de toeristische
sector ondersteunen – samen met de
West-Vlaamse steden en gemeenten.
We beperken ons niet tot de
regiocampagnes, maar promoten ook
een beperkt aantal West-Vlaamse
productlijnen zoals fietsen en wandelen
(vooral gericht op de West-Vlamingen),
wieler- en koerscultuur, groepstoerisme,
citytrips en eet- en drinkcultuur.
We maken de transitie van de
klassieke marketingkanalen naar
digitale marketingtools: websites
sterker uitbouwen met SEO en SEA,
nieuwsbrieven, e-mails, social media,…
We besteden hierbij veel aandacht aan de
opleiding en ondersteuning van de lokale
diensten voor toerisme, om op die manier
te komen tot een echt geïntegreerde
aanpak waarin mensen en middelen
optimaal worden ingezet.
In samenwerking met de andere
Vlaamse provincies blijven we het merk
Vlaanderen Vakantieland uitspelen. Via
de campagnes van Logeren in Vlaanderen
stimuleren we de Vlamingen tot een
“vakantie in eigen land’’.
Een innovatief marketingbeleid
ontwikkelen voor onze
bestemmingen
79
5
We blijven geloven in de belangrijke
taak die weggelegd is voor de publieke
overheid. Westtoer heeft bewezen het
instrument bij uitstek te zijn om dit beleid
uit te voeren. De organisatie heeft de
nodige competenties en expertise op
dit vlak. Westtoer bekleedt als onderdeel
van het intermediaire bestuursniveau een
unieke plaats tussen de Vlaamse overheid
en de gemeenten.
De regiogerichte aanpak met specifieke
strategische beleidsplannen voor Kust,
Westhoek, Brugse Ommeland en
Leiestreek en dito marketingplannen
willen we behouden. We willen extra
aandacht besteden aan de regisseursrol
van de provincie bij de omzetting van de
beleidsplannen naar concrete acties.
De expertise die al aanwezig is op
diverse vlakken (recreatie, kleinschalig
logies, zorgtoerisme, kamperen, MICE,
enz.) moet verder worden uitgebouwd.
Westtoer moet ook de vinger aan de
pols houden van nieuwe trends zoals de
deeleconomie, foodpairing, enz.
In overleg met de lokale besturen
onderzoeken we hoe we het toeristisch
onthaal kunnen versterken en futureproof
maken.
Tot slot willen we het kenniscentrum van
Westtoer versterken. Het blijft strategisch
noodzakelijk om het economisch belang
van het toerisme in kaart te brengen,
dit te communiceren via regionale
trendrapporten en het nieuwe beleid te
onderbouwen via regiogericht onderzoek.
Het provinciebedrijf Westtoer uitbouwen
als motor en expertisecentrum van het
West-Vlaamse toerisme
Programma provincieraadsverkiezingen 2018

Mais conteúdo relacionado

Mais procurados

57ideeen van de Burgertop Amsterdam
57ideeen van de Burgertop Amsterdam57ideeen van de Burgertop Amsterdam
57ideeen van de Burgertop AmsterdamMarijke Krabbenbos
 
Speerpunten Leiden Partij voor de Dieren
Speerpunten Leiden Partij voor de DierenSpeerpunten Leiden Partij voor de Dieren
Speerpunten Leiden Partij voor de Dierenanjahenseler
 
Partijstandpunten ruimtelijke ordening_Luuk Boelens
Partijstandpunten ruimtelijke ordening_Luuk BoelensPartijstandpunten ruimtelijke ordening_Luuk Boelens
Partijstandpunten ruimtelijke ordening_Luuk BoelensEls Brouwers
 
Verkiezingsprogramma GBK v4
Verkiezingsprogramma GBK v4Verkiezingsprogramma GBK v4
Verkiezingsprogramma GBK v4Karen Jonkers
 
Gemeenschappelijk Eco-wonen: Introductie Samenhuizen
Gemeenschappelijk Eco-wonen: Introductie SamenhuizenGemeenschappelijk Eco-wonen: Introductie Samenhuizen
Gemeenschappelijk Eco-wonen: Introductie Samenhuizensamenhuizen
 
Lesverwerking Duurzame Ontwikkeling
Lesverwerking Duurzame OntwikkelingLesverwerking Duurzame Ontwikkeling
Lesverwerking Duurzame OntwikkelingSanoma NL
 
Natuurlijk verder - Rijksnatuurvisie 2014
Natuurlijk verder - Rijksnatuurvisie 2014Natuurlijk verder - Rijksnatuurvisie 2014
Natuurlijk verder - Rijksnatuurvisie 2014Geert Elemans
 
Samenhuizen - presentatie 20/11/14
Samenhuizen - presentatie 20/11/14Samenhuizen - presentatie 20/11/14
Samenhuizen - presentatie 20/11/14samenhuizen
 
Wie o wie helpt het land aan meer dak en gevelgroen
Wie o wie helpt het land aan meer dak  en gevelgroenWie o wie helpt het land aan meer dak  en gevelgroen
Wie o wie helpt het land aan meer dak en gevelgroenGeert Elemans
 
De wereld redden begiint bij je ontbijt - Dirk Holemans (Socius Trefdag - 18 ...
De wereld redden begiint bij je ontbijt - Dirk Holemans (Socius Trefdag - 18 ...De wereld redden begiint bij je ontbijt - Dirk Holemans (Socius Trefdag - 18 ...
De wereld redden begiint bij je ontbijt - Dirk Holemans (Socius Trefdag - 18 ...Socius - steunpunt sociaal-cultureel werk
 
Handboek duurzame buitenruimte 2016 versie 1.2
Handboek duurzame buitenruimte 2016 versie 1.2Handboek duurzame buitenruimte 2016 versie 1.2
Handboek duurzame buitenruimte 2016 versie 1.2NL Greenlabel (oud)
 
2010 eerste nieuwsbrief Adel
2010 eerste nieuwsbrief Adel2010 eerste nieuwsbrief Adel
2010 eerste nieuwsbrief Adelboekelman
 
'De energieAANSLUITING van de TOEKOMST'
'De energieAANSLUITING van de TOEKOMST''De energieAANSLUITING van de TOEKOMST'
'De energieAANSLUITING van de TOEKOMST'Dutch Power
 
Duurzaamheid praktijken in het lokaal cultuurbeleid
Duurzaamheid   praktijken in het lokaal cultuurbeleidDuurzaamheid   praktijken in het lokaal cultuurbeleid
Duurzaamheid praktijken in het lokaal cultuurbeleidLOCUS
 

Mais procurados (15)

57ideeen van de Burgertop Amsterdam
57ideeen van de Burgertop Amsterdam57ideeen van de Burgertop Amsterdam
57ideeen van de Burgertop Amsterdam
 
Speerpunten Leiden Partij voor de Dieren
Speerpunten Leiden Partij voor de DierenSpeerpunten Leiden Partij voor de Dieren
Speerpunten Leiden Partij voor de Dieren
 
Partijstandpunten ruimtelijke ordening_Luuk Boelens
Partijstandpunten ruimtelijke ordening_Luuk BoelensPartijstandpunten ruimtelijke ordening_Luuk Boelens
Partijstandpunten ruimtelijke ordening_Luuk Boelens
 
Verkiezingsprogramma GBK v4
Verkiezingsprogramma GBK v4Verkiezingsprogramma GBK v4
Verkiezingsprogramma GBK v4
 
Gemeenschappelijk Eco-wonen: Introductie Samenhuizen
Gemeenschappelijk Eco-wonen: Introductie SamenhuizenGemeenschappelijk Eco-wonen: Introductie Samenhuizen
Gemeenschappelijk Eco-wonen: Introductie Samenhuizen
 
Roepsteen 2013
Roepsteen 2013Roepsteen 2013
Roepsteen 2013
 
Lesverwerking Duurzame Ontwikkeling
Lesverwerking Duurzame OntwikkelingLesverwerking Duurzame Ontwikkeling
Lesverwerking Duurzame Ontwikkeling
 
Natuurlijk verder - Rijksnatuurvisie 2014
Natuurlijk verder - Rijksnatuurvisie 2014Natuurlijk verder - Rijksnatuurvisie 2014
Natuurlijk verder - Rijksnatuurvisie 2014
 
Samenhuizen - presentatie 20/11/14
Samenhuizen - presentatie 20/11/14Samenhuizen - presentatie 20/11/14
Samenhuizen - presentatie 20/11/14
 
Wie o wie helpt het land aan meer dak en gevelgroen
Wie o wie helpt het land aan meer dak  en gevelgroenWie o wie helpt het land aan meer dak  en gevelgroen
Wie o wie helpt het land aan meer dak en gevelgroen
 
De wereld redden begiint bij je ontbijt - Dirk Holemans (Socius Trefdag - 18 ...
De wereld redden begiint bij je ontbijt - Dirk Holemans (Socius Trefdag - 18 ...De wereld redden begiint bij je ontbijt - Dirk Holemans (Socius Trefdag - 18 ...
De wereld redden begiint bij je ontbijt - Dirk Holemans (Socius Trefdag - 18 ...
 
Handboek duurzame buitenruimte 2016 versie 1.2
Handboek duurzame buitenruimte 2016 versie 1.2Handboek duurzame buitenruimte 2016 versie 1.2
Handboek duurzame buitenruimte 2016 versie 1.2
 
2010 eerste nieuwsbrief Adel
2010 eerste nieuwsbrief Adel2010 eerste nieuwsbrief Adel
2010 eerste nieuwsbrief Adel
 
'De energieAANSLUITING van de TOEKOMST'
'De energieAANSLUITING van de TOEKOMST''De energieAANSLUITING van de TOEKOMST'
'De energieAANSLUITING van de TOEKOMST'
 
Duurzaamheid praktijken in het lokaal cultuurbeleid
Duurzaamheid   praktijken in het lokaal cultuurbeleidDuurzaamheid   praktijken in het lokaal cultuurbeleid
Duurzaamheid praktijken in het lokaal cultuurbeleid
 

Semelhante a Programma provincieraadsverkiezingen 2018

PVaZ Verkiezingsprogramma 2023-2026
PVaZ Verkiezingsprogramma 2023-2026PVaZ Verkiezingsprogramma 2023-2026
PVaZ Verkiezingsprogramma 2023-2026DaanvanOrselen1
 
FokusModerneStad_April2016
FokusModerneStad_April2016FokusModerneStad_April2016
FokusModerneStad_April2016Yannick Depr
 
Provincie Drenthe gaat voor gezamenlijke transitie
Provincie Drenthe gaat voor gezamenlijke transitieProvincie Drenthe gaat voor gezamenlijke transitie
Provincie Drenthe gaat voor gezamenlijke transitieKlimaatverbond Nederland
 
Stadswerk jaarverslag 2016
Stadswerk jaarverslag 2016Stadswerk jaarverslag 2016
Stadswerk jaarverslag 2016Karina van Lent
 
Factsheet cirkelstad bam (heijplaat)
Factsheet cirkelstad bam (heijplaat)Factsheet cirkelstad bam (heijplaat)
Factsheet cirkelstad bam (heijplaat)Cirkelstad
 
Groep 2 - Provincie Zuid-Holland verbonden, een nieuwe rol voor provincie en ...
Groep 2 - Provincie Zuid-Holland verbonden, een nieuwe rol voor provincie en ...Groep 2 - Provincie Zuid-Holland verbonden, een nieuwe rol voor provincie en ...
Groep 2 - Provincie Zuid-Holland verbonden, een nieuwe rol voor provincie en ...Wendolijn Beukers
 
Collegeprogramma 2014 2018 versie 18 september
Collegeprogramma 2014 2018 versie 18 septemberCollegeprogramma 2014 2018 versie 18 september
Collegeprogramma 2014 2018 versie 18 septemberMalu Hertzdahl
 
De achterhoek duurzaam door Nando Klein Gunnewiek, Bilan en Achterhoeknieuws
De achterhoek duurzaam door Nando Klein Gunnewiek, Bilan en AchterhoeknieuwsDe achterhoek duurzaam door Nando Klein Gunnewiek, Bilan en Achterhoeknieuws
De achterhoek duurzaam door Nando Klein Gunnewiek, Bilan en AchterhoeknieuwsNando Klein Gunnewiek
 
Vlaamse Bouwmeester schiet op villabuurten van Overijse
Vlaamse Bouwmeester schiet op villabuurten van OverijseVlaamse Bouwmeester schiet op villabuurten van Overijse
Vlaamse Bouwmeester schiet op villabuurten van OverijseThierry Debels
 
Groene Kracht Notitie 12 augustus 2013_150DPI
Groene Kracht Notitie 12 augustus 2013_150DPIGroene Kracht Notitie 12 augustus 2013_150DPI
Groene Kracht Notitie 12 augustus 2013_150DPIEdward Pfeiffer
 
Rapport Schaduwtafels Springtij 2018
Rapport Schaduwtafels Springtij 2018Rapport Schaduwtafels Springtij 2018
Rapport Schaduwtafels Springtij 2018Springtij
 
Verkiezingsprogramma vvd ps 2019
Verkiezingsprogramma vvd ps 2019Verkiezingsprogramma vvd ps 2019
Verkiezingsprogramma vvd ps 2019Ron Mazer
 
Magazine: Rijk van Nijmegen 2025 - Samenwerken aan welvaart en welzijn in onz...
Magazine: Rijk van Nijmegen 2025 - Samenwerken aan welvaart en welzijn in onz...Magazine: Rijk van Nijmegen 2025 - Samenwerken aan welvaart en welzijn in onz...
Magazine: Rijk van Nijmegen 2025 - Samenwerken aan welvaart en welzijn in onz...RvN2025
 
Schelle beleidsplan 2013-2019
Schelle beleidsplan 2013-2019Schelle beleidsplan 2013-2019
Schelle beleidsplan 2013-2019Bart Jaques
 
De groene kracht, met nieuwe energie uit de regio Arnhem Nijmegen
De groene kracht, met nieuwe energie uit de regio Arnhem NijmegenDe groene kracht, met nieuwe energie uit de regio Arnhem Nijmegen
De groene kracht, met nieuwe energie uit de regio Arnhem NijmegenKlimaatverbond Nederland
 
Mechelen klimaatneutrale stad
Mechelen klimaatneutrale stadMechelen klimaatneutrale stad
Mechelen klimaatneutrale stadMarina De Bie
 
Brochure Meer Bereiken
Brochure Meer BereikenBrochure Meer Bereiken
Brochure Meer BereikenRobert Hijman
 
Thema ontwikkelingssamenwerking memorandum 2012
Thema ontwikkelingssamenwerking   memorandum 2012Thema ontwikkelingssamenwerking   memorandum 2012
Thema ontwikkelingssamenwerking memorandum 2012beweging.net
 
Programma Duurzaam 2015-2018
Programma Duurzaam 2015-2018Programma Duurzaam 2015-2018
Programma Duurzaam 2015-2018Ard den Outer
 

Semelhante a Programma provincieraadsverkiezingen 2018 (20)

PVaZ Verkiezingsprogramma 2023-2026
PVaZ Verkiezingsprogramma 2023-2026PVaZ Verkiezingsprogramma 2023-2026
PVaZ Verkiezingsprogramma 2023-2026
 
FokusModerneStad_April2016
FokusModerneStad_April2016FokusModerneStad_April2016
FokusModerneStad_April2016
 
Provincie Drenthe gaat voor gezamenlijke transitie
Provincie Drenthe gaat voor gezamenlijke transitieProvincie Drenthe gaat voor gezamenlijke transitie
Provincie Drenthe gaat voor gezamenlijke transitie
 
Stadswerk jaarverslag 2016
Stadswerk jaarverslag 2016Stadswerk jaarverslag 2016
Stadswerk jaarverslag 2016
 
Factsheet cirkelstad bam (heijplaat)
Factsheet cirkelstad bam (heijplaat)Factsheet cirkelstad bam (heijplaat)
Factsheet cirkelstad bam (heijplaat)
 
Groep 2 - Provincie Zuid-Holland verbonden, een nieuwe rol voor provincie en ...
Groep 2 - Provincie Zuid-Holland verbonden, een nieuwe rol voor provincie en ...Groep 2 - Provincie Zuid-Holland verbonden, een nieuwe rol voor provincie en ...
Groep 2 - Provincie Zuid-Holland verbonden, een nieuwe rol voor provincie en ...
 
Collegeprogramma 2014 2018 versie 18 september
Collegeprogramma 2014 2018 versie 18 septemberCollegeprogramma 2014 2018 versie 18 september
Collegeprogramma 2014 2018 versie 18 september
 
De achterhoek duurzaam door Nando Klein Gunnewiek, Bilan en Achterhoeknieuws
De achterhoek duurzaam door Nando Klein Gunnewiek, Bilan en AchterhoeknieuwsDe achterhoek duurzaam door Nando Klein Gunnewiek, Bilan en Achterhoeknieuws
De achterhoek duurzaam door Nando Klein Gunnewiek, Bilan en Achterhoeknieuws
 
Vlaamse Bouwmeester schiet op villabuurten van Overijse
Vlaamse Bouwmeester schiet op villabuurten van OverijseVlaamse Bouwmeester schiet op villabuurten van Overijse
Vlaamse Bouwmeester schiet op villabuurten van Overijse
 
Groene Kracht Notitie 12 augustus 2013_150DPI
Groene Kracht Notitie 12 augustus 2013_150DPIGroene Kracht Notitie 12 augustus 2013_150DPI
Groene Kracht Notitie 12 augustus 2013_150DPI
 
Rapport Schaduwtafels Springtij 2018
Rapport Schaduwtafels Springtij 2018Rapport Schaduwtafels Springtij 2018
Rapport Schaduwtafels Springtij 2018
 
Verkiezingsprogramma vvd ps 2019
Verkiezingsprogramma vvd ps 2019Verkiezingsprogramma vvd ps 2019
Verkiezingsprogramma vvd ps 2019
 
Magazine: Rijk van Nijmegen 2025 - Samenwerken aan welvaart en welzijn in onz...
Magazine: Rijk van Nijmegen 2025 - Samenwerken aan welvaart en welzijn in onz...Magazine: Rijk van Nijmegen 2025 - Samenwerken aan welvaart en welzijn in onz...
Magazine: Rijk van Nijmegen 2025 - Samenwerken aan welvaart en welzijn in onz...
 
Schelle beleidsplan 2013-2019
Schelle beleidsplan 2013-2019Schelle beleidsplan 2013-2019
Schelle beleidsplan 2013-2019
 
De groene kracht, met nieuwe energie uit de regio Arnhem Nijmegen
De groene kracht, met nieuwe energie uit de regio Arnhem NijmegenDe groene kracht, met nieuwe energie uit de regio Arnhem Nijmegen
De groene kracht, met nieuwe energie uit de regio Arnhem Nijmegen
 
Mechelen klimaatneutrale stad
Mechelen klimaatneutrale stadMechelen klimaatneutrale stad
Mechelen klimaatneutrale stad
 
Brochure Meer Bereiken
Brochure Meer BereikenBrochure Meer Bereiken
Brochure Meer Bereiken
 
Memorandum 2012
Memorandum 2012Memorandum 2012
Memorandum 2012
 
Thema ontwikkelingssamenwerking memorandum 2012
Thema ontwikkelingssamenwerking   memorandum 2012Thema ontwikkelingssamenwerking   memorandum 2012
Thema ontwikkelingssamenwerking memorandum 2012
 
Programma Duurzaam 2015-2018
Programma Duurzaam 2015-2018Programma Duurzaam 2015-2018
Programma Duurzaam 2015-2018
 

Programma provincieraadsverkiezingen 2018

  • 2. voorwoord 5 duurzaam groeien 7 Klimaatbeleid als rode draad voor het provinciaal beleid 7 Ruimtelijke planning met respect voor mens en milieu 9 Omgevingsvergunningen: vergunningen verlengen en toekennen vraagt een democratische aanpak 15 Voedselproductie met respect voor mens en milieu 17 Zorgen voor natuur, milieu en klimaat, in partnerschap met Vlaanderen en de gemeenten 23 Op naar een zelfvoorzienend energiesysteem op basis van hernieuwbare energie en restwarmte 25 De blauwe aders van de provincie 27 Mobiliteit: 6 deeldomeinen in het mobiliteitsbeleid waarin de provincie het verschil maakt 35 Wonen: kwaliteit en betaalbaarheid als speerpunten 41 Plattelandsbeleid: regisseur van gebiedsgericht plattelandsbeleid 45 Mondiaal beleid 47 Een grondgebonden erfgoedbeleid gericht op preventie en publiek 49 werken aan welvaart 51 Bovenlokaal én gebiedsgericht economisch beleid 51 De cirkel rondmaken 62 Sociale dimensie: werknemerschap 64 Ruimte voor arbeidszorg 66 De provincie als motor 67 toerisme, maatwerk voor elke streek 69 Fors investeren in het West-Vlaamse toerisme 71 West-Vlaanderen uitbouwen als een toprecreatieve regio 73 Innovatie, kwaliteit en duurzaamheid stimuleren bij de private toeristische actoren 75 Een innovatief marketingbeleid voor onze bestemmingen 77 Het provinciebedrijf Westtoer uitbouwen als motor en expertisecentrum van het West-Vlaamse toerisme 79 INHOUD
  • 3. 5 Onze wereld staat op een kruispunt. De digitalisering verandert de manier waarop we leven, werken en samenwerken. Klimaatverandering, vervuiling en de wegwerpeconomie bedreigen de leefbaarheid en de draagkracht van onze planeet. De solidariteit waarop onze samenleving de afgelopen halve eeuw gebouwd werd, staat ter discussie. In zo’n wereld zijn mensen zijn op zoek naar een nieuwe houvast. Wij zijn ervan overtuigd dat we die kunnen bieden. Dat hebben we in het verleden al vaak genoeg bewezen. sp.a heeft volop ideeën om in deze veranderende tijden meer bescherming en meer gelijkheid te bieden. Wat we willen verwezenlijken, is gebaseerd op onze socialistische principes, die tegelijk ecologische principes zijn: solidariteit, gelijkwaardigheid, streven naar meer gelijkheid, duurzaamheid en zorg voor de aarde. Socialisten komen op voor een eerlijke verdeling van de rijkdom en tegen sociale uitsluiting. We zijn overtuigd van de maakbaarheid van de wereld. We zijn internationalisten, feministen, ecologisten en democraten. Wat we niet zijn? Kapitalisten! Socialisme stoelt op de diepmenselijke drang naar gelijkwaardigheid en rechtvaardigheid. Onze socialistische principes bepalen ook de manier waarop we aan politiek willen doen: voorbij de discussies waarin de klassieke politiek maar al te dikwijls verzandt. Voor ons is politiek samen zoeken naar wat de mens verbindt. Daarom zijn we voorstander van het herdenken van de democratie: we willen dat iedereen zijn zeg kan doen en betrokken wordt, op elk niveau: in wijken, dorpen, steden; in Vlaanderen, in België en in Europa. Alleen wanneer iedereen mee is, kunnen we de wereld ten goede veranderen. Een vernieuwde democratische manier van aan politiek doen, dat is het socialisme waar wij voor kiezen in deze nieuwe tijden. Wat we in West-Vlaanderen kunnen realiseren? Het provinciebestuur mag dan misschien niet het meest zichtbare politieke bestuur van dit land zijn, het heeft onmiskenbaar een aantal sleutels in handen om onze provincie duurzamer, socialer en welvarender te maken. Wij nemen al sinds vele decennia bestuursverantwoordelijkheid op in West-Vlaanderen. We hebben de ambitie om dit te blijven doen, aan de hand van een krachtig, ambitieus en duidelijk programma. Jurgen Vanlerberghe provinciaal voorzitter VOORWOORD
  • 4. 7 DUURZAAM groeien Klimaatbeleid als rode draad voor het provinciaal beleid De provincie speelt al jaren een rol in het klimaatverhaal. Samen met diverse partners, zoals gemeenten, middenveldorganisaties, netbeheerders en sectororganisaties, werken we provinciale klimaatcampagnes en –projecten uit, zoals het provinciale steunpunt ‘duurzaam wonen en bouwen’, groepsaankopen ‘groene stroom’, het uitbouwen van fietssnelwegen, campagnes rond ‘duurzaam woon- en werkverkeer’, enz. De provincie stimuleerde de steden en gemeenten actief om het Burgemeestersconvenant (‘Covenant of Mayors’) te ondertekenen. We willen hen nu verder ondersteunen bij de uitwerking van actieplannen, kennis- en uitwisselingsplatformen, inhoudelijke expertise, opmaak klimaatrapporten, enz. Waarom die focus? De klimaatverandering is een van de meest prangende en actuele problemen en plaatst onze samenleving voor grote uitdagingen. Wetenschappers zijn het erover eens dat we de wereldwijde stijging van de temperatuur onder de 2°C moeten houden om de rampzalige gevolgen van de klimaatwijziging te beperken. Dat kan alleen door stevige nieuwe maatregelen, zowel op internationaal als op lokaal niveau. De strijd tegen de klimaatwijziging moeten we samen aangaan met duurzame oplossingen. Dat betekent dat we allemaal anders zullen moeten wonen, werken, consumeren en ons ontspannen. Via het provinciebestuur willen we – samen met inwoners, organisaties en bedrijven, steden en gemeenten – werk maken van een klimaatgezond West-Vlaanderen. We willen de uitstoot van broeikasgassen drastisch terugdringen en tegen 2050 klimaatneutraal zijn. Daarnaast streven we ook naar klimaatbestendigheid. Zo willen we de negatieve effecten van de klimaatwijziging in onze provincie (overstromingen, droogte, erosie en verlies aan biodiversiteit) maximaal temperen. Het klimaatplan geeft aan hoe de Provincie West-Vlaanderen in de komende jaren wil evolueren naar klimaatneutraliteit en klimaatbestendigheid. Geen makkelijke opdracht: we beseffen maar al te goed dat de ambitie om klimaatneutraal te worden soms pijn zal doen. Daarom hebben we des te meer nood aan een breed maatschappelijk draagvlak, maar ook aan politici die moedige keuzes durven maken. De provincie heeft tijdens deze legislatuur al een eerste aanzet gedaan om tot een sterk klimaatbeleid te komen. We willen daarin verdergaan, zodat we tegen 2050 een klimaatneutrale en een klimaatbestendige provincie zijn. Natuur en milieu vormen de basis voor deze streefdoelen. Als Kustprovincie heeft West-Vlaanderen de opdracht om een innovatieve voorloper te zijn. Daarom willen we de uitvoering van de gemeentelijke klimaatactieplannen coördineren. In deze klimaatactieplannen moeten minstens de sectoren bedrijven, bevolking, natuur en landbouw vervat zitten. We nemen ons voor om de regie te voeren over de gebiedsgerichte en grensoverschrijdende afstemming van de klimaatactieplannen. We streven ernaar dat elke gemeente tegen 2021 een klimaatadaptieplan heeft, opgemaakt in fases van thematische prioriteit (bv. water in overstromingsgevoelige of droge gebieden). 1
  • 5. 9 2Ruimtelijke planning met respect voor mens en milieu Ook in onze provincie is de ruimte schaars, terwijl de vraag naar ruimte groot is. Het is voor sp.a een kerntaak van het provinciebestuur om te streven naar een gezond evenwicht tussen de verschillende ruimtelijke claims. Het einddoel is een kwalitatieve en gezonde omgeving, met leefbare steden en dorpskernen, veilige wegen en fietspaden, goed uitgeruste bedrijventerreinen en unieke stukken natuur. sp.a wil inzetten op een vernieuwd ruimtelijk beleid, waarbij het provinciebestuur de regisseursrol in handen neemt. ‘Partnerschap’ en ‘realisatiegericht’ zijn de kernwoorden. We willen afstappen van een beleid waarbij elk beleidsniveau op zijn eigen eilandje bezig is. Daarom pleiten we voor partnerschappen, waarbij steden en gemeenten, het provinciebestuur en de Vlaamse overheid samen veranderingen realiseren op het terrein, met de provincie als regisseur. Kernversterking als antwoord op de betonstop Sinds de Vlaamse bouwmeester de knuppel in het spreekwoordelijke hoenderhok gooide en onder meer het begrip ‘betonstop’ lanceerde, beginnen veel beleidsmakers in te zien dat er inderdaad een drastische ommezwaai nodig is. sp.a onderschrijft de visie van de Vlaamse bouwmeester, zonder het daarom met elke individuele uitspraak eens te zijn. Om daadwerkelijk beleid te voeren, is soms iets meer nuance nodig dan wanneer je mensen wakker moet schudden. Ook in West-Vlaanderen moeten we inzetten op het versterken van de stads- of dorpskernen. Als we op een verstandige manier met die kernversterking omspringen, brengt dat ons heel wat voordelen: meer woonkwaliteit: als iedereen dichter bij de kern woont, kunnen meer verplaatsingen te voet of met de fiets worden afgelegd; er zijn minder auto’s nodig: dat schept nieuwe kansen voor het openbaar vervoer en het delen van auto’s wordt een haalbare kaart; hogere dichtheden zorgen ook voor voldoende kritische massa voor lokale handelszaken; door compacter te bouwen, blijft er meer ruimte voor publiek groen, wat een zegen is voor het bevorderen van sociaal contact; door dichter bij elkaar te bouwen, gaat er minder energie verloren en worden collectieve energienetten op basis van geothermie of zonne-energie haalbaar en betaalbaar. Een kernversterkende ruimtelijke ordening vormt zo mee de basis voor een klimaatneutrale gemeente; door in te zetten op kernversterking komt er aan de rand van de gemeentes meer open ruimte voor natuur en bos, om overtollig regenwater te stockeren of voor korte-ketenlandbouw.
  • 6. Als regisseur van een duurzaam ruimtelijk beleid willen we de 64 West-Vlaamse steden en gemeenten maximaal ondersteunen om hun lokaal ruimtelijke beleid zodanig vorm te geven dat het maximaal inzet op kernversterking: het vernieuwen van stads- en dorpskernen, het stimuleren van renovatie, inbreiding en verdichting, het aanpakken van leegstand, het hergebruiken van bestaande bebouwde ruimte, het tegelijkertijd voorzien van broodnodige groene en speelruimtes, enz. We ondersteunen in het bijzonder projecten die inzetten op het slim verdichten van stationsomgevingen en rondom openbaar vervoersknooppunten. We brengen potenties en knelpunten voor het optimaliseren en intensiveren van openbaar vervoersknooppunten in kaart. Dit leidt tot een TOD-kansenkaart (Transit Oriented Development), waarbij infrastructuur en ruimtelijke inrichting geïntegreerd worden aangepakt. In kleine dorpen maken we verder werk van het realiseren van dorpspunten, samen met inwoners en lokale besturen. We nemen zelf initiatieven of ondersteunen lokale besturen bij de uitwerking van een goed locatiebeleid. Concreet denken we aan initiatieven met betrekking tot de uitwerking van een onderbouwde strategische visie op de ontwikkeling van nieuwe projectgebieden, het herbestemmen van slecht gelegen bouwgrond met planschade, planologische ruil met onderhandse overeenkomst, herverkaveling uit kracht van wet met planologische ruil en het verhandelen van bouwrechten. We onderzoeken de mogelijkheid om een provinciaal impulsfonds op te richten om lokale besturen financieel te ondersteunen indien ze hiermee aan de slag willen. In een provincie zonder echt grote metropool vormen de (kleine) steden de hoeksteen van een slagkrachtig kernversterkend beleid. Daarom ondersteunen we deze lokale besturen bij de opmaak en opvolging van strategische masterplannen voor de kleinstedelijke gebieden. We leveren een concrete bijdrage aan het opzetten en ondersteunen van stadsvernieuwingsprojecten in uitvoering van strategische masterplannen en we ondersteunen reconversieprojecten in stationsomgevingen. Bovendien beperken we het provinciale beleid niet tot de steden. We willen elke West-Vlaamse gemeente ondersteunen bij het opmaken van een visie en strategie rond kernversterking. Zo bewaken en faciliteren we dat alle West-Vlaamse gemeenten leegstand op een optimale manier benutten. Via de provinciale woonregie treden we indien nodig op als actor om langdurige leegstaande panden opnieuw te activeren of het gebruik van onderbenutte panden te optimaliseren. Samen met lokale besturen gaan we op zoek naar goede methodieken om verkavelingen te verdichten en te e-noveren. Zeker indien er straks gewerkt wordt aan de ontwikkeling van een geïntegreerde streekgebonden visie binnen vervoerregio’s lijkt een verstandige ruimtelijke planning essentieel. 11
  • 7. 13 Het is voor heel wat kleinere maar ook grotere lokale besturen geen eenvoudige opgave om voorstellen van projectontwikkelaars op alle facetten te beoordelen. Vaak ontbreekt voldoende gespecialiseerd personeel. Daarom wil sp.a dat de provincie West-Vlaanderen investeert in een provinciale duurzaamheidsmeter voor ontwikkelingsprojecten. Deze duurzaamheidsmeter screent het project gedurende zijn volledige levenscyclus op negen thema’s: kwaliteitsbewaking, welzijn en welvaart, mobiliteit, fysisch milieu, groen- en natuurontwikkeling, water, materialen, energie en innovatie. Lokale besturen moeten zich vlot kunnen laten bijstaan door de provinciale kwaliteitskamer bij de beoordeling van aanvragen voor de bouw van appartementencomplexen en bijhorende te realiseren publieke ruimte. Als kennispartner van de lokale besturen evolueert de provincie tot een expertisecentrum inzake verdichting en versterking van woonkernen. We denken hierbij aan maatregelen om detailhandel in het centrum te stimuleren, het ontwikkelen van instrumenten als een gabarietenplan of een woningtypetoets. We hebben in onze adviserende rol bij gemeentelijke RUP’s bijzondere aandacht voor de gebiedsgerichte verhoging van de bouwdichtheden en ontwikkelen een ondersteunend aanbod voor lokale besturen die aan de slag willen met een hoogbouwnota. We passen het bestaande provinciaal dorpenreglement aan zodat het voorziet in een ondersteuningsmechanisme voor besturen die via ontwerpend onderzoek willen inzetten op aangename verdichting. We vinden het ook belangrijk dat de provincies op een actieve manier kunnen deelnemen aan de overlegplatformen rond concrete mobiliteitsassen. Zeker indien er straks gewerkt wordt aan de ontwikkeling van een geïntegreerde streekgebonden visie binnen vervoerregio’s lijkt een verstandige ruimtelijke planning essentieel. Aandacht voor bedrijventerreinen We onderschrijven dat er ook in de toekomst nog nieuwe bedrijventerreinen zullen ontwikkeld worden. Dit ontslaat ons evenwel niet van de plicht om maximaal in te zetten op de reconversie, verdichting, herstructurering en het hergebruik van de bestaande ruimte op bedrijventerreinen. Als we de ruimtelijk-economische agenda voor West-Vlaanderen bepalen voor de komende tien tot twintig jaar voeren we daarom een doorgedreven onderzoek naar reconversie- en optimalisatieprojecten voor bestaande bedrijventerreinen. Samen met de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden willen we herontwikkelingstrajecten op bestaande bedrijventerreinen opzetten: beeldkwaliteitsplannen en masterplannen opmaken, mee sturen bij het opmaken van RUP’s, inrichtingsplannen en vestigingsvoorwaarden opmaken incl. stedenbouwkundige voorschriften die inzetten op verdichting, het uitvoeren van afbraak- en saneringswerken op terrein en het uitvoeren van inrichtingswerken op terrein. Waar nodig richten we activeringsteams voor onbenutte bedrijventerreinen op. Zij gaan aan de slag met de inventaris van onbenutte bedrijfspercelen en voeren prospectie naar mogelijke projecten voor activering, ondersteunen die en nemen zelf het initiatief voor (her)ontwikkelingen.
  • 8. 15 Doorheen de jaren zijn de provincies ervaren en verantwoordelijke vergunningverleners geworden. Het toekennen van vergunningen is een belangrijke pijler in het provinciaal beleid. De provincies zullen hun ervaring als verantwoordelijk en gelegitimeerd bestuur ten volle inzetten bij de voorbereiding en de concrete toepassing van het omgevingsvergunningenbeleid, zodat dit snel, correct en efficiënt kan verlopen. Aandacht voor evenwicht in het afwegingsproces bij het verlenen van vergunningen Uiteraard moeten vergunningen voldoen aan alle wettelijke en decretale voorwaarden. Al willen we dat de deputatie haar volle maatschappelijke verantwoordelijkheid opneemt door niet enkel aandacht te hebben voor de legaliteit van de vergunning maar ook voor de opportuniteit van de aanvraag, zowel in eerste aanleg als in beroep. We willen de verschillende belangen (private belangen voor bedrijven en omwonenden, individuele (economische) belangen en het algemeen belang, tewerkstelling en gezondheid, veiligheid en rust, milieu en klimaat) op een duurzame manier met elkaar afwegen. Verder inzetten op onderbouwde beleidsbeslissingen Om een dergelijke beleidskeuze te maken, is een grondige analyse nodig van de vergunningsaanvraag of het beroep. Enkel zo kunnen we komen tot onderbouwde, kwalitatieve en gedragen adviezen of beslissingen. De provincies beschikken daartoe enerzijds over de nodige instrumenten, zoals de hoorzitting in het kader van de bouwberoepen of de provinciale milieuvergunningscommissie (PMVC), en anderzijds over de nodige provinciale diensten, expertise en deskundigen. In die knowhow willen we verder investeren, zowel qua middelen als qua personeel. Er is daarbij duidelijk nood aan een helikopterzicht over het vergunningenlandschap. De vraag naar een uniformere afhandeling van dossiers is groter dan ooit. Aansluitend willen we dat de provincies, op eigen initiatief, zorgen voor een groter maatschappelijk draagvlak bij de toekenning van een omgevingsvergunning door voorlichting, raadpleging, inspraak, enz. Handhaving op basis van interbestuurlijk overleg en samenwerking Met de invoering van de omgevings- vergunning en de daaraan verbonden provinciale taakstelling wordt het opnemen van de handhaving van de ‘door de provincies verleende omgevingsvergunningen’ niet alleen strategisch belangrijk. Het is ook niet meer dan logisch dat het verlenen van een vergunning door de deputatie ook gevolgd wordt door de handhaving van de door de provincie toegekende vergunning, binnen een provinciale beleidsvisie en rekening houdend met de Vlaamse interbestuurlijke beleidskaders en handhavingsreglementeringen. We willen dat het provinciebestuur de handhavingstaak voor de omgevingsvergunning volwaardig opneemt, zowel voor het onderdeel bouw als voor het onderdeel milieu. Omgevingsvergunningen: vergunningen verlengen en toekennen vraagt een democratische aanpak3
  • 9. 17 De mens heeft de natuur nodig. Natuur en biodiversiteit maken het leven mogelijk: ze zorgen voor onze gezondheid en welzijn (voedsel, zuurstof, water) en voeden onze economie (energie en grondstoffen). Gezonde ecosystemen kunnen ook helpen om de effecten van klimaatverandering tegen te gaan. Zonder een diverse natuur en een gezond leefmilieu komt het welzijn van de mens in gedrang. Dit laat zich nu al sterk voelen. De uitdagingen voor onze kustprovincie West-Vlaanderen zijn gigantisch. De provincie ligt in de frontlinie van de klimaatverandering. Niet alleen de zeespiegelstijging, maar ook wateroverlast en droogte hebben nu al een effect op de leefomgeving van de mens. De impact op de regionale economie zoals landbouw wordt steeds meer voelbaar. Ook natuur, soortenrijkdom en ecosystemen staan in ondernemend en toeristisch West- Vlaanderen onder hoogspanning. Gelukkig is West-Vlaanderen ook een provincie waar mensen pionieren en hard werken in de genen hebben. De provincie kan deze troeven inzetten om (terug) een koppositie in te nemen in die sectoren waar ze het verschil kan maken. Meer dan ooit is alles met elkaar verweven. We zijn met steeds meer mensen en we hebben meer dan ooit gezonde ecosystemen nodig, als basis voor ons leven. Meer dan ooit moet het meest kwetsbare beschermd worden. Daarom is het belangrijk om problemen vanuit alle invalshoeken te beschouwen, met de nadruk op de meest prioritaire. En dat vergt keuzes. We willen het Vlaamse beleid inzake duurzame ontwikkeling, klimaat en biodiversiteit mee helpen realiseren in partnerschap met Vlaanderen. Het provinciebestuur beschikt over streekkennis en expertise in de diverse deelaspecten van het milieubeleid. Zo kan de provincie problemen op het terrein actiegericht en op maat aanpakken, zowel met een eigen bovenlokaal milieu- en natuurbeleid als in samenwerking met de gemeenten. We ondersteunen de gemeenten bijvoorbeeld door de complexe Vlaamse milieuwetgeving naar gemeentelijk niveau te vertalen. Draagvlak creëren voor natuur en milieu Om een meer geïntegreerde benadering van het landschap mogelijk te maken, is een integratie nodig van beleidsdomeinen die werken rond landschap, zoals natuur, landbouw, erfgoed, wonen, toerisme, enz. Dit kan door diensten en organisaties die een betekenisvolle rol spelen in het beheer van het landschap op regionale schaal meer te laten samenwerken, via de gebiedsgerichte werking. Dat zal leiden tot efficiëntiewinsten en minder versnippering. De bosgroepen en de regionale en stadslandschappen, bijvoorbeeld, zijn voor het provinciebestuur belangrijke instrumenten om een draagvlak te creëren voor natuur en landschap en realisaties op het terrein. We willen hen op termijn gebiedsdekkend inzetten en synergiën zoeken tussen beide instrumenten. We willen in de toekomst overigens nog meer investeren in een breed draagvlak voor natuur en milieu. Brede participatie vóór beslissingen worden genomen, leidt vaak tot verrassende resultaten. Een goed voorbeeld hiervan is ‘De Plaatsbepalers’: het communicatie- en participatietraject dat werd opgezet toen het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan moest worden herzien. Burgers, lokale politici en experten dachten in verschillende workshops na over de ruimtelijke uitdagingen waar onze provincie de komende jaren voor staat. Hun inbreng was ontzettend waardevol voor het plan. 4 Zorgen voor natuur, milieu en klimaat, in partnerschap met Vlaanderen en de gemeenten
  • 10. 19 Voorafgaand overleg met een evenwichtige mix van maatschappelijke basisgroepen en rekening houden met de resultaten is eigenlijk een must wanneer men een draagvlak wil creëren voor beleidsbeslissingen. Daarom moeten ook natuur- en milieuverenigingen, die het algemeen belang vertegenwoordigen, van begin tot einde mee aan tafel zitten bij alle dossiers die effect hebben op natuur en milieu. Door op voorhand de beleidsintenties te bespreken, kunnen deze verenigingen vanuit hun unieke lokale kennis en specifieke expertise tijdig aanvullingen doen of suggesties geven. Waar deze verenigingen nu al een wezenlijke stem krijgen, worden dossiers ook gedragen voorbereid. Dit gebeurde bijvoorbeeld bij ‘de Plaatsbepalers’, maar ook op continue basis binnen verschillende adviesraden. De inbreng van natuur- en milieuverenigingen zou echter nog meer benut kunnen worden binnen allerlei regionaal en provinciaal relevante dossiers en overlegorganen. De biodiversiteit beschermen Het provinciebestuur ondertekende in 2010 het biodiversiteitscharter. Hiermee wilde ze het verlies aan biodiversiteit een halt toe te roepen op haar grondgebied. Intussen werden heel wat initiatieven genomen: de provincie maakte werk van soortenactieplannen (vinpoot- en kamsalamander, eikelmuis, boomkikker en geelgors), er kwam een gebiedsgerichte werking en er werden heel wat bomen geplant in nieuwe en bestaande provinciale domeinen. Er is ook een strakke aanpak van reuzenberenklauw en de gecontroleerde overstromingszones in landbouwgebied worden soms gedeeld met de natuur. Ondanks deze inspanningen lijkt er toch geen kentering te komen in de achteruitgang van soorten. Zo zijn heel wat typische West-Vlaamse vogelsoorten aan het flirten met de verdwijning. Er zijn drie habitattypes waar meer dan de helft van de soorten ‘in gevaar’ zijn: dynamische kustgebieden, extensief beheerde graslanden en het agrarische cultuurlandschap. Veel soorten worden dus stilaan afhankelijk van reservaten en kunstmatige ingrepen in het landschap. Diverse soorten houden nochtans ook mogelijks schadelijke soorten onder controle. Bovendien zijn bepaalde diersoorten, zoals de bij en de regenworm, essentieel voor o.a. de voedselproductie en de nabijheid van groen levert directe gezondheidsvoordelen op voor de mens. Natuur is ook de basis van onze economie en landbouw en vangt heel wat negatieve effecten van menselijke activiteiten op. De provincie heeft dus de taak om de natuur in het landschap te bewaren, te herstel- len en te verbinden. sp.a onderschrijft de vragen van de West-Vlaamse Milieufederatie: 1. De bevoegdheden natuur en groen uitdiepen in functie van de klimaatverandering De provincie doet, binnen haar bevoegdheid van natuur en groen, al heel wat. Ze neemt deze rol serieus en zo is er al heel wat bereikt. Het verder uitdiepen van deze rol zal de komende jaren een uitdaging blijven. Natuur en groen hebben immers ook een cruciale rol in het adapteren van de gevolgen van klimaatverandering. Zo fungeert groen o.a. als verkoeling bij hitte en als spons voor het ophouden van teveel aan water. 2. Ecosystemen beschermen en versterken in grote en kleine projecten Het aansnijden van open of groene ruimte, het vergunnen van kleine projecten, veranderingen aan het reliëf, het weghalen van kleine landschapselementen: al die acties nemen telkens kleine hapjes uit een ecosysteem dat nu al kwetsbaar is. Het is dan ook belangrijk om niet alleen het ecosysteem minder te beschadigen (met milderende maatregelen) maar ook om de schade door projecten en vergunningen te vermijden. Het behoud en het versterken van natuurwaarden zou daarom voorop moeten staan bij de opmaak van Provinciale Ruimtelijke Uitvoeringsplannen. Daar waar dit niet mogelijk blijkt, moet monitoring van de schade gebeuren en worden gezocht naar mogelijkheden om de fundamenten van het ecosysteem te versterken. 3. Natuurruimte en kwaliteit vergroten in de provinciale domeinen De provincie investeert blijvend in het uitbreiden van bestaande en nieuwe provinciedomeinen, hoofdzakelijk in natuurarme regio’s. Om de natuurwaarden in de provinciale domeinen sterker te maken, werkt de provincie samen met natuurverenigingen aan een natuurgericht beheer.
  • 11. 21 6. Natuur verweven en inbedden binnen andere ruimtelijke bestemmingen De natuur moet meer ruimte krijgen op bedrijventerreinen, in landbouwbedrijven, enz. Niet alleen omdat deze sites de oorspronkelijke habitats innemen van soorten, maar ook omdat natuur broodnodig is voor onder andere bestuiving, waterretentie, fijn stof/ geurverspreiding, het opvangen van plagen en het versterken van de lokale natuur. Bovendien maakt natuur werknemers én buren gezonder en gelukkiger. 7. Blijvend inzetten op mens- en diervriendelijke preventiemiddelen tegen wildschade Everzwijnen, exoten, houtduiven, … kunnen schade toebrengen aan de landbouwgewassen. De provincie heeft via haar onderzoekscentrum Inagro een belangrijke taak om mens- en diervriendelijke preventieve initiatieven te promoten. Het herstel van de voedselketen draagt op lange termijn het efficiëntst bij tot het voorkomen van wildschade. Dat betekent dat we ervoor moeten zorgen dat wilde dieren in hun natuurlijke habitat voldoende voedsel kunnen vinden. Samenwerkingen tussen afnemers en telers kunnen deze technieken extra stimuleren en financieel toegankelijk maken voor de landbouwer. Het is daarenboven ook belangrijk om natuurgebieden en natuurlijke oevers langs waterlopen en bufferbekkens tijdens het broedseizoen, maar ook daarbuiten, te vrijwaren van de jacht. Voor heel wat soorten zijn dit immers de laatste toevluchtsoorden. De problematiek van invasieve exoten wil de provincie in samenwerking met alle terreinbeherende instanties zo efficiënt mogelijk aanpakken. Een gecoördineerde gebiedsgerichte en grensoverschrijdende aanpak is hiervoor essentieel. Om versnippering tegen te gaan, wordt het totaalpakket van bestrijding van exoten best door één bestuursniveau aangestuurd, nl. het provinciale. Vanuit haar regisseursrol in grondgebonden bevoegdheden kan de provincie haar verantwoordelijkheid hierin ten volle opnemen. 4. Natuurwaarden beschermen en versterken buiten de provinciale domeinen Met de gebiedsgerichte werking, de Regionale Landschappen en de bosgroepen heeft de provincie heel wat troeven in handen om geïntegreerd en regionaal te werken aan het landschap. Er zijn echter nog veel mogelijkheden om bestaande natuurwaarden te beschermen door bijvoorbeeld het scheppen van stilte – en donkertegebieden. Er kunnen in overleg met de verschillende overheden ook instrumenten worden ontwikkeld om erfgoedlandschappen, zoals de weidse polderlandschappen, te versterken. We willen met de provincie ook onze verantwoordelijkheid nemen om alle bestemde bosgebieden effectief te realiseren en om te faciliteren dat nieuwe bossen bestemd worden. Met 2,52% van de bodem bestemd als bos scoren we in onze provincie immers heel erg laag. Terwijl bossen van groot belang zijn voor zowel onze gezondheid als voor het klimaat. 5. Natuurverbinding: eilandjes verbinden De provincie heeft de decretale taak om natuurverbindingsgebieden af te bakenen. In de praktijk laat men de voortgang echter afhangen van vrijwilligheid en worden de doelstellingen niet gehaald. De provincie mag haar opdracht echter niet uit het oog verliezen: levert de vrijwillige samenwerking geen resultaten op, dan mag ze ook een meer dwingende aanpak vooropstellen. Daarnaast kan de provincie de aankoop van natuur in natuurverbindingsgebieden door lokale natuurverenigingen financieel ondersteunen. Het doel moet zijn om de druk op te vangen in een groter geheel van aaneengesloten stukken kwalitatieve natuur.
  • 12. 23 Iedereen moet toegang hebben tot gezonde en betaalbare voeding. Basisproducten die geproduceerd zijn met respect voor dieren, natuur en milieu en tegen een correcte vergoeding voor de landbouwer, moeten een evidentie zijn. Geen individuele keuze, maar een keuze van de hele samenleving. De consument wil immers best wel duurzame, ecologische en diervriendelijke keuzes maken, maar botst vaak op de limieten van wat haalbaar en betaalbaar is. De industriële vlees- en voedselproductie overspoelt ons met producten die in verafgelegen landen geproduceerd zijn en dus een grote ecologische afdruk hebben, terwijl lokaal geproduceerde, biologische alternatieven vaak duurder of beperkt beschikbaar zijn. Landbouwers die de juiste keuze maken, botsen dan weer op de grenzen van wat economisch leefbaar is. sp.a draait het perspectief om. We willen consumenten niet langer belasten met de druk om telkens weer de maatschappelijk verantwoorde keuze te maken. Er moet een maatschappelijke verantwoordelijkheid zijn om die individuele keuzes makkelijk en vanzelfsprekend te maken. We zorgen voor een voedselproductie en -consumptie die beter is voor mens, dier en klimaat. Waarom zouden we appels uit Australië eten als de appels die onze buren in Elverdinge kweken veel lekkerder zijn? Het vergunningenbeleid en de toegestane omvang van de veeteelt moeten hierop worden afgestemd. We gaan voor diervriendelijke en milieuvriendelijke kwekerijen, voedsel dat aan de strengste gezondheidsnormen voldoet en voedselproductie die de kost voor het klimaat meerekent. In alle publieke voorzieningen – bv. in scholen, ziekenhuizen, rusthuizen, sociale restaurants en lokale wijk- en dienstencentra – waar eten wordt geserveerd, kiezen we resoluut voor duurzame, lokaal geproduceerde voeding. Het provinciebestuur zal hierrond actief sensibiliseren. Het roer moet helemaal om! Vlaanderen moet zorgen voor een afbouw van de industriële vleesproductie en resoluut voor diervriendelijke en milieuvriendelijke kwekerijen gaan. Voedsel moet aan de strengste gezondheidsnormen voldoen en voedseltransport moet de kost voor het klimaat meerekenen. We zorgen ervoor dat lokale en duurzaam geteelde producten qua prijs en beschikbaarheid voorrang krijgen op uitheemse en ecologisch minder verantwoorde producten. Het provinciale landbouwbeleid focust traditioneel sterk op praktijkgericht onderzoek (onderzoek, voorlichting en advies), multifunctionele landbouw in alle facetten (waaronder basisdoelstellingen omgevingskwaliteit en klimaat, landschappelijke integratie, agrarische architectuur, biodiversiteit, hoeve- en streekproducten, communicatie en educatie…) en de ondersteuning van actoren zoals gemeenten en verenigingen. We willen het provinciaal beleid in de komende legislatuur mee de noodzakelijke transitie laten faciliteren, ook als het de taak van Vlaanderen is om de beleidskaders die deze transitie vorm moeten geven, op te stellen. Wij gaan voor structurele keuzes en opteren resoluut voor landbouw die een degelijk inkomen garandeert voor de boer, leefbaarheid verzekert voor natuur en landschap en goede, gezonde producten oplevert. We moeten weg van de waan dat landbouw alleen maar toekomst heeft als alles groter wordt en dus verzuipt in een globaliteit die de boer nekt en de consument bedriegt. De landbouw moet weer in handen komen van de boeren, weg van de banken en grote concerns. De korte keten en agro-ecologie zijn alternatieve landbouwmethoden die helaas nog een absolute niche vormen. Wij willen die actief ondersteunen. We zien hiervoor een bijzondere rol weggelegd voor Inagro. Ook een actieve aanpak van voedselverspilling staat bovenaan op de agenda. Daarnaast moet de bescherming van dieren met gevoelsvermogen in de grondwet worden ingeschreven. Dierenmishandeling moet leiden tot schorsing of intrekking van de vergunning en tot strafrechtelijke vervolging. Landbouwbeleid: voedselproductie met respect voor dieren en onze omgeving 5
  • 13. 25 De provincie heeft een belangrijke verantwoordelijkheid in de noodzakelijke evolutie naar een optimale hernieuwbare energiemix. Als de meest windrijke provincie van Vlaanderen, willen we op een actieve manier de potenties van onze provincie helpen ontwikkelen. Daarom willen we een gebiedsdekkende energiekansenkaart opmaken die toont op welke locaties in onze provincie ruimte is voor hernieuwbare energie. De resultaten van deze oefening worden doorvertaald in het ruimtelijke beleid van de provincie. Om het beleid inzake windenergie ook in daden te kunnen omzetten, gaan we overleggen met Belgocontrol en defensie hoe we bestaande hinderpalen weg kunnen werken. Deze kaarten vormen ook de basis voor diverse brede informatie- en sensibiliseringscampagnes. We willen hierbij niet enkel gemeenten, architecten, ontwikkelaars en bedrijven informeren en adviseren, maar ook actief samenwerkingsverbanden en projecten initiëren en ondersteunen. Bij deze pilootprojecten besteden we bijzondere aandacht aan kwetsbare doelgroepen (sociale wijkrenovaties met oog voor energiebesparing en hernieuwbare energie), aan wijkverwarming of collectieve zonne-installaties en aan projecten rond Smart Grids. We blijven inzetten op het informeren en sensibiliseren rond het gebruik van biomassa voor energietoepassingen. Via het Enerpedia-platform informeren we landbouwers, gemeentebesturen en andere actoren over de mogelijkheden van biomassa/biogas voor energietoepassingen. We onderzoeken hoe we interessante stromen kunnen valoriseren en gaan na hoe de biomassa lokaal afgezet kan worden als streekproduct voor energietoepassing. We ondersteunen en bevorderen de introductie van warmtenetten en informeren en adviseren over grotere geothermie-installaties. Om de transitie naar een zelfvoorzienend energiesysteem voor iedereen toegankelijk te maken, steunen we de oprichting en uitbreiding van coöperatieve vennootschappen en denken we na over een rollend fonds voor het verduurzamen van het energiegebruik bij maatschappelijk kwetsbare doelgroepen, zowel voor isolatie als voor energieproductie. Op naar een zelfvoorzienend energiesysteem op basis van hernieuwbare energie en restwarmte 6
  • 14. 27 7De blauwe aders van de provincie De provincie West-Vlaanderen beheert 3.653 kilometer waterlopen van tweede categorie. Ze zijn de blauwe aders van onze provincie: ze voeden de natuur en de landbouw, ze verkoelen steden, ze zijn de snelweg voor dieren en planten en fungeren als economische aders van de toekomst. We hebben er dan ook alle belang bij om onze waterlopen te koesteren. Tegelijk geven die waterlopen een signaal: watertekorten of wateroverlast waarschuwen ons ervoor dat klimaatverandering in onze regio grotere gevolgen kan hebben dan initieel gedacht. De oplossing: werken met het water. sp.a pleit voor geïntegreerd waterbeheer. Naast het verzekeren van een vlotte waterafvoer en bescherming tegen overstromingen moet er ook volop aandacht zijn voor de biodiversiteit. Coördinatie brongerichte wateractieplannen Bij de brongerichte wateractieplannen bekijken we de watervoorziening voor natuur en landbouw samen met de rol van waterlopen als natuurverbinding. Ook de overstromingsproblematiek komt daarbij aan bod. Dat gebeurt in nauwe samenwerking met verschillende overheden, sectoren en publieke/private partners. De nadruk moet hier liggen op zowel bronmaatregelen als het behoud van de waterbergende capaciteit van graslanden (en tuinen), het meanderen van beken, het afstemmen van het gebruik van oppervlaktewater op de noden van de landbouw en de natuur, het actief tegengaan van private en publieke verhardingen, het behoud van kleine landschapselementen, de ruimtelijke concentratie van bedrijvigheid, het aanmoedigen van de juiste teelten op hellingen, enz. Daar waar gecontroleerde overstromingsgebieden (GOG – bufferbekkens) worden aangelegd met publieke middelen, moeten de publieke diensten ook zo maximaal mogelijk uitgebouwd worden. In eerste instantie worden hiervoor bestaande laaggelegen weiden gebruikt. Waar dit niet mogelijk blijkt, worden natuurtechnische milieumaatregelen toegepast en worden de natuurlijke begroeiing en het natuurlijk beheer zo goed mogelijk ingezet, zodat de bufferbekkens hun rol als watervoorziener en overstromingsbuffer perfect kunnen invullen, eventueel samen met hun landbouwfuncties. Ruimte voor water Zoals gezegd beheert de provincie 3.653 kilometer waterlopen van tweede categorie. Dit stelt ons in staat om water de tijd en ruimte te geven voor infiltratie. Meer infiltratiemogelijkheden zijn cruciaal om de grondwatertafel aan te vullen en zo uitputting van deze kostbare bron te voorkomen. Water zorgt voor koelte en voor leven tijdens drogere seizoenen. Voldoende buffering in de bedding is daarom ook nodig. Het hermeanderen van waterlopen, met brede natuurlijke oevers, brengt het water terug in het landschap, als levensader voor mens en natuur. Groen-blauwe assen realiseren voor sterke natuur Als grootste waterbeheerder speelt de provincie een belangrijke rol in het realiseren van natuurverbindingen door de oevers natuurlijk te houden en gefaseerd te onderhouden. Het behoud van de aanwezige houtige begroeiing binnen de 5-meterzone is hiervan een onderdeel. Deze kwetsbare natuur moet daarom gevrijwaard worden van maaien en pesticiden (ook door drift). Daarnaast is het voor de waterkwaliteit en de diversiteit van de bermen van belang dat de verplichte afstanden voor bewerking en het vrijhouden van doorgang worden beschermd. Handhaving is daarbij een noodzaak. In de komende legislatuur willen we deze handhaving uitbouwen.
  • 15. 29 De impact van verhardingen beperken Bij iedere hevige regenperiode lopen in Vlaanderen tientallen wijken en zelfs hele dorpen onder water. Met de klimaatverandering kunnen we in de toekomst nog meer zware waterval verwachten. De schade is groot en niet meer te verantwoorden. Voorkomen is beter dan genezen. Daarom pleiten we er via de adviesbevoegdheid op omgevingsvergunningen voor om de impact van verharde oppervlakken en dakoppervlakken op het watersysteem te beperken, initiatiefnemers te behoeden voor waterschade en de benodigde ruimte voor water zoveel mogelijk te vrijwaren. We bepleiten bij Vlaanderen ook een aanpassing van het decretaal kader, zodat een volledig bouw- en ophogingsverbod van kracht wordt in alle overstroombare beek- en riviervalleien en andere natuurlijke waterbuffergebieden (die voorkomen op de kaart van de Watertoets). Alleen zo kunnen we verdere waterellende voor mensen en goederen voorkomen. We blijven actie ondernemen om het hergebruik van hemelwater te stimuleren. Het water dat niet nuttig hergebruikt kan worden, wordt bij voorkeur in de bodem geïnfiltreerd op het perceel waar de neerslag valt. Alleen als infiltratie niet mogelijk is door de terreinkenmerken, kan het hemelwater wordt gebufferd en vertraagd afgevoerd. In gebieden die gevoelig zijn voor overstromingen, toetsen we de projecten ook aan de principes van het overstromingsvrij bouwen en gaan we na of een project voldoende maatregelen omvat om nadelige effecten stroomafwaarts te vermijden. Daardoor spelen we een belangrijke rol in het uitzetten van het preventief beleid om wateroverlast te beperken. Dit beleid moet ertoe leiden dat de voorraden drinkwater alleen gebruikt worden voor hoogwaardige toepassingen, dat de grondwatervoorraden aangevuld worden en dat waterschade door overstromingen zoveel mogelijk wordt beperkt. ‘Polders en Wateringen’ moderniseren Behalve de provincie spelen ook ‘Polders en Wateringen’ een belangrijke rol in het waterbeleid. Om de doelstellingen van Decreet Integraal Waterbeleid te halen, moeten ook zij voldoen aan de eisen van een modern openbaar bestuur waarin het algemeen belang primeert. Er ligt wel wat werk op de plank. Wij vinden dat het provinciebestuur een voortrekkersrol moet opnemen om bij de Vlaamse overheid aan te dringen op een grondige bijsturing van het decretaal kader. De wateragentschappen die in de provincie Limburg werden opgericht, zijn uitstekende voorbeelden van vrijwillige samenwerkingsverbanden waarbij financiële afstemming en efficiëntie gevonden werden en de samenwerking op tal van gebieden versterkt werd.
  • 16. 31 Erosiemaatregelen Natuurgebieden, houtwallen en brede wegbermen zijn belangrijk als waterbuffers en helpen bij het voorkomen van erosie en modderstromen. Het kan niet langer dat bijvoorbeeld maïs en bloemkolen tot aan de rand van een beek of rivier geteeld worden terwijl bij iedere zware regenval tonnen modder van de akker in de waterlopen stroomt. De natuur moet in die valleien meer ruimte krijgen. Zoals Natuurpunt het krachtig uitdrukt: “We moeten meer werken met en minder tegen de natuur.” De provinciale erosiecoördinatoren ondersteunen de gemeenten en landbouwers om modderoverlast aan te pakken die wordt veroorzaakt door het afspoelen van grond op akkers. De provincies kunnen het oplossen van erosieknelpunten op verschillende manieren versnellen: Gebiedsgericht overleg De provinciale erosiecoördinator speelt een belangrijke rol bij gemeente- grensoverschrijdende problemen. Lokaal en gebiedsgericht overleg is noodzakelijk wanneer een gemeente te maken krijgt met modderoverlast door bodemverlies op akkers in een aangrenzende gemeente. Overheidsopdrachten ter beschikking stellen van gemeenten in het kader van erosiebestrijding De provincie kan een overheidsopdracht sluiten voor topografische opmetingen door een landmeter, voor de aanleg van organische dammen, voor de opmaak van een veiligheids- en gezondheidsplan door een veiligheidscoördinator, voor archeologisch vooronderzoek, voor de opmaak van een technisch verslag in het kader van grondverzet, enz. De gemeenten kunnen hierop een beroep doen. De kosten van erosiebestrijdingswerken subsidiëren De provincie kan kosten van erosiebestrijdingswerken subsidiëren. Een lokaal aanspreekpunt zijn voor de landbouwers De provinciale erosiecoördinator werkt zeer gebiedsgericht in een aantal gemeenten. Hij informeert er de landbouwers over de randvoorwaarden van erosie en stelt de nodige attesten op. De landbouwers kunnen met vragen over teelt-technische erosiebestrijdingsmaatregelen bij hem terecht. De erosiecoördinator kan het initiatief nemen om een infomoment voor de landbouwers te organiseren of om proefvelden met erosiebestrijdende technieken aan te leggen. Expertise ter beschikking stellen van de gemeenten Bij lokale besturen ontbreken vaak de specifieke kennis en de tijd om een erosiebestrijdingsproject uit te werken. De provinciale erosiecoördinator is expert in erosiebestrijding. Dankzij die knowhow kan hij de lokale besturen helpen bij het uitwerken van een erosiebestrijdingsproject (onderhandelen met landbouwers en eigenaars, ontwerp van maatregelen, bouwaanvraag, follow-up van de uitvoering van werken, enz.). Bovendien werkt die benadering interactie met andere provinciale diensten, zoals Landbouw en Waterlopen, in de hand.
  • 17. 33 Opmaak van hemelwaterplannen (HWP) Waar moet het hemelwater afkomstig van bestaande en geplande wegen, woningen en (on)verharde oppervlakten naartoe in de gemeente? En hoe passen we de drietrapsstrategie (vasthouden en hergebruiken, vervolgens infiltreren, en pas in laatste instantie vertraagd afvoeren) binnen de gemeente het beste toe? Een hemelwaterplan kan gemeentebesturen en rioolbeheerders helpen met antwoorden op die vragen. Op dit ogenblik hebben nog maar enkele gemeenten een hemelwaterplan. De kennis die nodig is om dit op te maken, is vaak immers niet aanwezig bij de gemeente. Bovendien zijn de opmaakkosten volledig ten laste van de gemeenten. sp.a wil de opmaak van hemelwaterplannen versnellen vanuit de provincie door de opmaak van hemelwaterplannen te subsidiëren en als kenniscentrum mee te werken aan de opmaak van hemelwaterplannen.
  • 18. 35 Mobiliteit: zes deeldomeinen in het mobiliteitsbeleid waarin de provincie het verschil maakt We bouwen aan een duurzame en innovatieve provincie die rekening houdt met ieders individuele verplaatsingsbehoeften volgens het STOeP-principe (mobiliteit stimuleren in de volgorde Stappen, Trappen, Openbaar vervoer, elektrisch Privévervoer). We doen dit in verschillende deeldomeinen, zoals fietsbeleid, trage wegen/mobiliteit, mobiliteitseducatie, woon-werkverkeer en gebiedsgerichte mobiliteitsvisies. In elk van deze domeinen is dienstverlening een van de belangrijkste kerntaken. Enerzijds verlenen de provincies diensten aan lokale besturen, onder meer door te functioneren als expertisecentrum en door te waken over bovenlokale gebiedsgerichte mobiliteitsvisies. Anderzijds is ook de dienstverlening aan burgers en scholen (bijv. verkeerseducatie) en private actoren (woon-werkverkeer) zeer belangrijk. De provincie beschikt over heel wat expertise en een uitgebreid netwerk met contacten en relaties in het veld. Op die manier kunnen we zorgen voor een efficiënt mobiliteitsbeleid dat dicht bij de betrokken actoren en de realiteit staat. 8
  • 19. 37 uit naar alle West-Vlamingen. ‘De testkaravaan komt naar jouw gemeente!’ laat de inwoners van de deelnemende gemeenten toe om gedurende twee weken een fiets uit de testkaravaan te testen: 20 elektrische fietsen en 5 elektrische bakfietsen. Op die manier zetten we een maximaal aantal West- Vlamingen aan om over te stappen naar (elektrisch) fietsen. 3. Als partnerbestuur mee aan de wieg staan van nieuwe initiatieven Als partnerbestuur van de steden en gemeenten willen we de expertise van de provinciale mobiliteitsdienst ook ter beschikking stellen voor de opmaak van gemeentelijke mobiliteitsplannen. We helpen mee nadenken hoe een duurzaam parkeerbeleid kan uitgebouwd worden en nemen een voortrekkersrol op bij het bedenken en invoeren van systemen van gedeelde mobiliteit (autodelen, fietsdelen, …); ook in de landelijke regio’s van West-Vlaanderen. In navolging van het proefproject rond basisbereikbaarheid in de Westhoek leeft bij de Vlaamse overheid de ambitie om op de schaal van de regionale vervoersraden te werken aan een globaal mobiliteitsplan dat verder gaat dan alleen het openbaar vervoer. We juichen dit toe, en willen met het provinciebestuur op een actieve manier meediscussiëren. Niet enkel vanuit de dienst mobiliteit overigens. Ook de provinciale diensten ruimtelijke planning, economie, toerisme en landbouw kunnen een nuttige bijdrage leveren, waarbij de gebiedsgerichte werking kan optreden als regisseur. 1. Toekomstgericht integraal fietsbeleid: investeren in bijkomende fietsinfrastructuur en een toekomstgericht fietsbeleid Onder impuls van socialistische gedeputeerden werd de provincie het fietsbestuur bij uitstek. Ook in de komende legislatuur willen we op deze weg verder. De verdere realisatie van het bovenlokaal functioneel fietsnetwerk (BFF) en de aanleg van fietsostrades blijft het speerpunt van het provinciale mobiliteitsbeleid. Om onze doelstellingen te bereiken, moeten de middelen met 50% groeien en moet er geïnvesteerd worden in voldoende capaciteit om de doorlooptijd van dossiers zo kort mogelijk te houden. We besteden bij de uitbouw van het BFF extra aandacht aan vlotte en veilige verbindingen tussen woongebieden en grote industriegebieden zodat het aantal ongevallen met fietsers tijdens het woon-werkverkeer drastisch krimpt. Tot slot blijven we in goede samenwerking met het autonoom provinciebedrijf Westtoer investeren om missing-links en knelpunten op het bovenlokaal recreatief fietsroutenetwerk weg te werken. 2. Mensen laten nadenken over hun mobiliteitsgedrag Het Provinciaal Mobiliteitspunt (PMP) blijft inzetten op duurzaam woon-werkverkeer. Via onder andere de campagne ‘De testkaravaan komt eraan!’ stimuleren we de werknemers van West-Vlaamse bedrijven om duurzamer naar het werk te pendelen. Bedrijven en organisaties kunnen ook terecht bij het PMP voor advies op maat. We blijven deze succesvolle campagne verderzetten en breiden de doelgroep
  • 20. 39 5. Blijvend inzetten op gerichte verkeerseducatie Naast infrastructuur en handhaving is ook educatie een middel om verkeersgedrag te beïnvloeden. In de komende legislatuur willen we met alle betrokken actoren (lokale besturen, scholen, veiligheidsdiensten, socio- culturele (senioren-)-verenigingen) een nieuw ‘thematisch actieplan’ rond verkeerseducatie opstellen. Op die manier evalueren we de bestaande acties rond ‘dode hoek’ en ‘schoolfietskaarten’ en zetten we in op nieuwe thema’s. 6. De transitie naar slimme en duurzame mobiliteit voor vrachtvervoer ondersteunen Zeker in een provincie met hoge ambities en potentieel op het vlak van logistiek, is het stimuleren van minder vrachtvervoer door slimme logistiek en de overschakeling naar vervoer via spoor of water van groot belang om tegen 2050 klimaatneutraal te worden. (zie het hoofdstuk ‘Economie’). Het proefproject in de Westhoek heeft overigens geleerd dat het concept basisbereikbaarheid staat of valt met een kwaliteitsvol aanbod van aanvullend vervoer. Helaas stellen we vast dat de Vlaamse regering niet over de brug komt met de nodige middelen om dit op een goede manier voor te bereiden. sp.a is bereid om deze rol op te nemen via het provinciebestuur. Er zijn wel een aantal voorwaarden: we willen dat de provincie kan (mee-)beslissen over het kern- en aanvullend net, dat de nodige middelen beschikbaar zijn en dat de provincie ook financiële autonomie heeft om de versterking van het aanbod te financieren. 4. Provinciale expertise delen rond trage mobiliteit Trage wegen vormen het onmisbare sluitstuk in de transitie naar duurzame en autoluwe mobiliteit. Het zijn bovendien ideale verbindingen om kwaliteitsvolle recreatieve assen te ontwikkelen. Helaas staan de West-Vlaamse trage wegen nog al te vaak onder druk en zijn een aantal beleidsinstrumenten zoals de Atlas van de Buurtwegen hopeloos verouderd. We willen, in goede samenspraak met de lokale besturen, een maximaal aantal relevante buurtwegen behouden. We werken samen met de gemeentebesturen, maar ook met de regionale landschappen en andere plaatselijke actoren om trage wegen weer toegankelijk te maken en in te richten zodat een fijnmazig netwerk gegarandeerd wordt. We werken een ondersteuningskader uit om lokale besturen bij te staan bij de opmaak van een gebiedsdekkende visie op trage wegen op hun grondgebied.
  • 21. 41 Wonen: kwaliteit en betaalbaarheid als speerpunten De provincie ontwikkelt een toekomstgericht woonbeleid dat rekening houdt met nieuwe inzichten rond de beschikbare ruimte. We hebben veel aandacht voor de noden van kwetsbare doelgroepen en aangepaste huisvesting. Interbestuurlijk overleg en visieontwikkeling met de belendende beleidssectoren staan centraal. Sociale verhuurkantoren ondersteunen Tijdens de lopende legislatuur verdubbelden we het aantal renovatie- premies aan sociale verhuurkantoren. Op die manier willen we hen helpen om het aanbod aan betaalbare, kwalitatieve huurwoningen voor de zwakste huurders te vergroten. We willen deze inspanning ook in de komende legislatuur aanhouden. Tegelijkertijd willen we privé-investeerders helpen om nieuwe bouwprojecten te lanceren. Daarmee spelen we in op een nieuwe Vlaamse wetgeving: om de private sector te overtuigen nieuwbouw aan te bieden aan de sociale verhuurkantoren lanceerde de Vlaamse overheid een garantieregeling die de investeerder zekerheid geeft over zijn huurinkomsten. In het licht van die garantieregeling kan het provinciebestuur een faciliterende en coördinerende rol opnemen en privé- investeerders stimuleren om projecten te bouwen ten behoeve van sociale verhuurkantoren. Een provinciaal woonbedrijf als sterke actor Aanbevelingen van de Vlaamse Woonraad en het Steunpunt Wonen bevestigen dat er moet ingezet worden op de versterking van de huurmarkt met een bijzondere aandacht voor de private huurmarkt. Binnen deze huurmarkt worstelt vooral de onderste laag met de betaalbaarheid en lage kwaliteit van woningen. Heel wat voorgestelde maatregelen ter versterking van de private huurmarkt zoals fiscaliteit, regelgeving, structurele subsidies, enz. behoren tot de verantwoordelijkheden van hoofdzakelijk de Vlaamse en federale overheden en zijn geen bevoegdheid van de provincie. Als intermediair bestuur zien wij voor de provincie toch mogelijkheden om te wegen op de private huurmarkt, meerbepaald door een doorgedreven aanbodbeleid, waarbij voldoende schaalgrootte cruciaal is. De provincie denkt dit te kunnen realiseren door de oprichting van een provinciaal woonbedrijf, dat bestaat uit een marktverhuurkantoor en een pandenbedrijf: Het marktverhuurkantoor heeft tot doel het aanbod van betaalbare, kwalitatieve, private huurwoningen te verhogen via een systeem van geconventioneerde huur. De dienst gaat proactief op zoek naar woningen en probeert eigenaars – kleine, particuliere verhuurders maar evenzeer institutionele verhuurders – te stimuleren om te (blijven) verhuren. Ontzorging van de verhuurder, huurgarantie en huurdersbegeleiding zijn hierin centrale elementen. Het marktverhuurkantoor mag evenwel geen concurrent zijn van de private vastgoedmarkt, noch van het sociale woningaanbod. Het gevaar bestaat dat potentiële verhuurders voor een sociaal verhuurkantoor kiezen omwille van de hogere huurprijs. De doelgroep van het marktverhuurkantoor is de inkomenscategorie tot de maximumgrens sociale koop. Er wordt geen ondergrens gesteld om mensen op wachtlijsten voor sociale huisvesting de kans te geven eveneens te huren mits dit haalbaar is voor hen. Het pandenbedrijf heeft tot doel zelf woningen te kopen en deze ter beschikking te stellen door verhuur en/of verkoop. Het opbouwen van het woningpatrimonium kan via de aankoop van te renoveren woningen, vernieuwbouw of nieuwbouw. Beide onderdelen functioneren apart maar kunnen elkaar ook aanvullen. Het marktverhuurkantoor kan naast de verhuring van panden van derden ook de verworven panden van het eigen pandenbedrijf verhuren. Een studie naar de organisatorische en financiële haalbaarheid om een krachtig provinciaal woonbedrijf op te richten zal in het najaar van 2018 gefinaliseerd worden. Komt er dan groen licht, dan willen we dit snel uitrollen. 9
  • 22. 43 Ruimte voor experiment Nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen en signalen van lokale besturen en actoren inspireren de provincies tot het opzetten van proeftuinen. Pilootprojecten zijn dan weer een voedingsbodem voor aangepaste of nieuwe Vlaamse regelgeving. We voorzien voldoende mensen en middelen om dit mogelijk te maken. We denken onder meer aan het ontwikkelen van nieuwe vormen van woningdelen, kleinschalig wonen of grondeigendom. Acasus: provinciaal steunpunt duurzaam bouwen De site Acasus in Veurne wordt ontwikkeld als centrum voor duurzaam wonen, bouwen en renoveren. Dit provinciaal steunpunt zal advies en concrete begeleiding bieden aan particulieren die hun woning energiezuinig willen maken via renovatie. We doen dit in nauwe samenwerking met de gemeentelijke woonwinkels en de private sector. Zo wordt een van de belangrijkste knelpunten uit het klimaatbeleid aangepakt, namelijk het veel te hoge energieverbruik bij de verwarming van woningen.
  • 23. 45 Meer dan in welke andere provincie heeft het West-Vlaamse provinciebestuur een belangrijke verantwoordelijkheid tegenover plattelandsgemeenten en hun inwoners. We benaderen dit gebiedsgericht en met respect voor de identiteit van het platteland. Het versterken van de leefbaarheid is ons ultieme uitgangspunt. De provincie als trekker en regisseur Een gebiedsgerichte en geïntegreerde aanpak is erg belangrijk. Verder is het noodzakelijk om bepaalde problemen bovenlokaal aan te pakken en moeten vaak zeer uiteenlopende belangen met elkaar verzoend worden. De provincies beschikken over een grote gebiedskennis, mede dankzij intense samenwerking tussen diverse provinciale diensten, het middenveld en de gemeenten. Bovendien kunnen talrijke instrumenten en bevoegd- heden binnen één bestuursniveau ingezet worden om een daadkrachtig gebiedsgericht beleid uit te werken: regionale landschappen en bosgroepen, gebiedsinrichting, planologische processen, woonbeleid, land- en tuinbouw, lokale economie, beheer van waterlopen, trage wegen, enz. De provincies zijn de aangewezen partner om de Vlaamse overheid, de middenveldorganisaties en de gemeentebesturen te helpen bij het ontwikkelen van een bovenlokale visie, bij het vertalen van deze visie naar een beleid op maat en bij de gebiedsgerichte en efficiënte uitvoering ervan. De provincies willen de gemeentebesturen trouwens meer bestuurskracht geven. We onderzoeken op welke manier we tot de meest efficiënte interbestuurlijke samenwerking kunnen komen. Bij de inrichting van het buitengebied is het belangrijk dat er een goede afstemming is tussen de initiatieven van verschillende niveaus. Het is eveneens cruciaal dat de resultaten na afloop van een inrichtingsproject op een duurzame manier bestendigd worden. Gebiedsgerichte werking op het platteland Een aanzienlijk deel van het provinciaal plattelandsbeleid wordt ingevuld via het Europees Programma voor Plattelandsontwikkeling (PDPO) dat momenteel zijn derde programmeringsperiode (2014-2020) ingaat. Daarnaast werken de Vlaams minister van Plattelandsbeleid en de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) actief mee als bevoegde beheersdiensten, evenals de lokale besturen en andere actoren. Wij willen het provinciale plattelands- beleidsplan dat momenteel fungeert als referentie voor de toekenning van Europese middelen, actualiseren. We ijveren er bovendien voor dat plattelandsontwikkeling een volwaardige plaats krijgt binnen het Europese en Vlaamse beleid. We pleiten in dit verband voor het behoud van de Platteland Plus- projectmiddelen (VLM) én willen dat de inzet ervan focust op leefbare dorpen. Interbestuurlijk Plattelandsoverleg (IPO) Vlaanderen en de provincies werken samen in het Interbestuurlijk Plattelandsoverleg (IPO) rond thema’s die een beleidsdomeinoverschrijdende en interbestuurlijke aanpak vragen. Als streekbestuur geven de provincies een stem aan de lokale dynamieken (knelpunten en kansen) die zich op hun grondgebied manifesteren. We willen dit IPO helpen hervormen om te komen tot een slagkrachtige organisatie. Het Vlaams plattelandsbeleidsplan In de voorbije Vlaamse legislatuur maakte het Vlaams Gewest een Vlaams plattelandsbeleidsplan op dat terecht een aantal zeer belangrijke thema’s identificeert, zoals het vrijwaren van de open ruimte en aandacht voor kwetsbare groepen en leefbare dorpen. Dit plan is aan een update toe. We zullen vanuit onze rol als streekbestuur de nodige inbreng leveren om het plan te laten doorgroeien tot een meer globaal plan voor het Vlaamse platteland. We werken aan een West-Vlaamse nota rond dorpenbeleid die als inspiratie kan dienen voor het Vlaamse beleid. Plattelandsbeleid: regisseur van gebiedsgericht plattelandsbeleid 10
  • 24. 47 Mondiaal beleid Ontwikkelingssamenwerking is een thema dat gemeentelijke, provinciale en nationale grenzen overstijgt. Ook de provincie blijft hierin een belangrijke rol spelen. De provincie West-Vlaanderen heeft de afgelopen jaren een beleid rond ontwikkelingssamenwerking en noord- zuidsamenwerking gevoerd, waarin internationale solidariteit en participatie centraal stonden. We willen deze werking in de komende legislatuur verder verdiepen. In 2015 werden de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (Sustainable Development Goals of SDG’s) van de Verenigde Naties aangenomen, ook wel Agenda 2030 genoemd. Het doel: tegen 2030 tot een meer rechtvaardige, duurzame en vreedzame wereld komen. Door de SDG’s spreekt men niet langer van een noord-zuidbeleid maar van een mondiaal beleid, waarbij de realisatie van de doelstellingen een opdracht is van iedereen. De reflex om duurzame en solidaire beleidskeuzes te maken, moet er dus ook op provinciaal niveau zijn: de SDG’s vormen een rode draad door elk provinciaal beleidsdomein, ook van de provincie West-Vlaanderen. Het resultaat? Een ambitieus plan dat veel verder gaat dan ontwikkelingssamenwerking. De SDG’s omvatten immers veel raakvlakken met andere beleidsdomeinen van de provincie, zoals natuur, leefmilieu, enz. Daarom kiest West-Vlaanderen voor een 100% duurzaam aankoopbeleid, we beleggen enkel nog via ethische beleggingsfondsen, we maken werk van het verminderen van onze eigen CO2-uitstoot en worden een klimaatneutrale provincie. De provincie bevindt zich bovendien in de ideale positie om de gemeenten te ondersteunen om het bewustzijn en het draagvlak voor de VN-doelstellingen te vergroten. We bieden lokale besturen, intergemeentelijke samenwerkings- verbanden en organisaties financiële en logistieke ondersteuning voor educatie en activiteiten om bij de bevolking het draagvlak voor mondiaal beleid te versterken. Communicatie en educatie zijn daarin van belang. We doen daarvoor ook beroep op de expertise van het middenveld en andere actoren. De provincie wil bijzondere aandacht besteden aan de integratie van nieuwkomers: in de buurt, in het verenigingsleven en op de arbeidsmarkt. De provincie is ook het ideale niveau om als link te fungeren tussen verenigingen van mensen met een migratieachtergrond en de traditionele noord-zuidorganisaties. Tot slot blijven we inzetten op internationale solidariteit en ondersteunen we partnerschappen tussen actoren uit de provincie en actoren in lage- en middeninkomenslanden. We bekijken in hoeverre we ook zuid-zuiduitwisselingen mee kunnen ondersteunen en tekenen een duidelijke visie uit voor noodhulp, met een bijhorend budget. 11
  • 25. 49 Erfgoed draagt zichtbaar bij tot streekidentiteit en is een grote aantrekkingsfactor. Bovendien heeft het potentieel om mensen en structuren te verbinden. Daarom interfereert een erfgoedbeleid sterk met andere sectoren als ruimte, milieu, water, landbouw en toerisme. Concreet focust het provinciaal erfgoedbeleid op vier sporen: monumentenwacht, algemene landschapszorg, gebiedsgerichte programma’s en advies, sensibilisering en publiekswerking. Preventieve monumentenzorg via Monumentenwacht Monumentenwacht monitort de gebouwen en interieurs van waardevol (beschermd en niet beschermd) erfgoed. De monumentenwachters informeren en sensibiliseren hun leden hoe ze hun monument regelmatig en goed kunnen onderhouden. Zo vermijden eigenaars en beheerders grote kosten en beheren ze het erfgoed beter. De toestandsrapportages van Monumentenwacht zijn bovendien belangrijke bouwstenen voor de beheersplannen die door het nieuwe onroerende erfgoeddecreet opgelegd worden als voorwaarde om restauratiesubsidies te krijgen. We blijven investeren in deze belangrijke erfgoedpijler. Algemene landschapszorg met oog voor erfgoed In nauw overleg met de Regionale landschappen ontwikkelen we een gebiedsdekkende visie rond algemene landschapszorg. We zetten deze visie om in de praktijk via voorbeeldprojecten. Daarbij houden we altijd het behouden en versterken van de historische kwaliteit van een landschap voor ogen. Daarom moeten landschapswaarden systematisch opgenomen worden in het afwgingskader van de ruimtelijke plan- en besluitvorming in de provincies. Gebiedsgerichte programma’s We hebben heel veel erfgoed in West- Vlaanderen en we mogen daar trots op zijn. Daarom wil de provincie werk maken van specifieke programma’s om het erfgoed dat Vlaanderen niet beschermt, beter te bewaren. We baseren ons hiervoor op de methodiek die ontwikkeld werd binnen het project Oorlog en Vrede. Op die manier ontwikkelen we specifieke gebiedsgerichte programma’s met subsidiemogelijkheden. We denken bijvoorbeeld aan wederopbouw- architectuur, aan funerair erfgoed of aan agrarisch erfgoed. Uiteraard hebben we hierbij ook aandacht voor het landschap. Advies, sensibilisering en publiekswerking We bouwen een provinciale erfgoeddienst uit waarvan de medewerkers niet enkel de eigen diensten, maar ook gemeenten, intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, kerkbesturen, verenigingen en particulieren met raad en daad bijstaan. We zetten ook sensibiliserende en draagvlakverruimende acties op. Een belangrijke doelgroep zijn kinderen en jongeren. Voor hen worden specifieke educatieve projecten uitgewerkt om bewust te leren omgaan met erfgoed.   Een grondgebonden erfgoedbeleid gericht op preventie en publiek 12
  • 26. 51 WERKEN AAN Bovenlokaal én gebieds- gericht economisch beleid Vraag aan een gemiddelde niet-West- Vlaming om ons te typeren en de kans is groot dat ‘harde werkers’ bovenaan het lijstje staat. Werken en niet opgeven zit in ons DNA, zowel bij de werknemers als bij de ondernemers. sp.a wil onze provincie aan de top van de meest welvarende regio’s houden. Typisch voor onze provincie is het fijnmazige net van kleine en middelgrote bedrijven, veelal echte familiebedrijven. Samen met enkele internationale spelers zorgen zij voor een hoog welvaartsniveau. Iets wat overigens enkel mogelijk is dankzij de toewijding van honderdduizenden arbeiders en bedienden. Nog een troef: West- Vlaanderen ligt centraal in Europa en we beschikken over uitstekende infrastructuur om onze welvaart ook in de toekomst te verzekeren en te versterken: twee havens, twee luchthavens, een netwerk van autowegen, spoorwegen en bevaarbare waterwegen KANSEN GRIJPEN Maar er liggen nog heel wat kansen voor het grijpen. Om die volop te benutten, besteden we veel aandacht aan het bovenlokaal sociaaleconomische streekbeleid. Omdat we geloven dat het provinciebestuur hiervoor uitstekend geplaatst is. Niet enkel om wat in Brussel beslist wordt te vertalen naar de West – Vlaamse realiteit, maar ook om ervoor te zorgen dat in Brussel rekening wordt gehouden met onze specifieke noden en vragen. Hoe we werk willen maken van blijvende welvaart? We zorgen ervoor dat bedrijven zich hier welkom en thuis voelen, dat werknemers zich gewaardeerd voelen, dat onze opleidingen van het hoogste niveau blijven en dat starters zich ondersteund voelen. welvaartWe willen ook nog meer dan in het verleden inzetten op samenwerking. We zorgen voor solide samenwerkingsverbanden waarin we hand in hand met alle betrokken partijen kunnen werken aan duurzame groei, met respect voor mens en omgeving. Verbinden is een van de drie rollen die het provinciebestuur van West-Vlaanderen zoals steeds realiseert. Aan deze zogeheten triple-helix structuur (ondernemingen, overheid, kennisinstellingen) willen we in de komende legislatuur een vierde dimensie toevoegen: het werknemerschap. We willen binnen het economisch beleid meer vertrekken vanuit de realiteit van de meer dan 400.000 West-Vlaamse werknemers. VIJF PRIORITEITEN UITGEWERKT De provincie publiceerde in 2014 het ambitieuze plan ‘West Deal’, dat de strategische lijnen van het economische beleid tot 2020 uittekent. Het plan omvat zes prioriteiten om West-Vlaanderen te transformeren tot een sterke, toekomstgerichte en kennisgedreven economie. Die ambities willen we grotendeels volgen: 1.een toonaangevend startersbeleid 2.een West-Vlaamse aanpak van het Nieuw Industrieel Beleid (NIB) 3.een toekomstgerichte logistieke strategie 4.een specifieke ontwikkeling van het (hoger) onderwijs 5.een economisch impulsplan voor de Westhoek Prioriteit 6, die inzoomt op de problematiek van de zelfstandige kleinhandel, maakt geen deel uit van ons actieplan omdat we menen dat het ontwikkelen van een beleidsvisie op lokale detailhandel een verantwoordelijkheid is van de lokale besturen. Uiteraard blijft het provinciebestuur als kenniscentrum beschikbaar om lokale besturen te ondersteunen met specifieke datamining.
  • 27. 53 Aan de basis van de vele familiale kmo’s die het kloppend hart van onze economie vormen, lag bijna zonder uitzondering een gedreven starter met een stevige portie ondernemingszin. Willen we onze welvaart veiligstellen, dan hebben we ook in de toekomst nood aan mensen met lef en ambitie en met kennis van zaken die zich op het ondernemerschap durven storten. Zij verdienen de steun van het provinciebestuur. Daarom blijven we inzetten op de Actie voor Startende ondernemers. Startups maken het echter niet zonder werknemers. En ook daar willen we werk van maken. Vlaamse jongeren krijgen een uitstekende opleiding, wat cruciaal is voor hun arbeidskansen en goed voor hun toekomstige werkgevers. Maar ze worden op school onvoldoende voorbereid op het leven als werknemer. We willen dat jongeren via hun job een leven kunnen opbouwen. En dat betekent: kunnen kiezen voor een goeie job die perspectieven biedt. Ook hier ligt een taak voor het provinciebestuur. In goed overleg met het onderwijs en de sociale partners moeten jongeren goed geïnformeerd worden over hoe ze de arbeidsmarkt kunnen betreden: wat hun rechten en plichten als werknemer zijn, hoe ze een goede job kunnen vinden, wat er in een contract moet staan, hoe ze een loonbrief moeten lezen, hoe ze hun belastingbrief moeten invullen, wat de VDAB, een vakbond of een mutualiteit is en waarvoor ze bij die organisaties terecht kunnen… sp.a ontwikkelt een reeks educatieve pakketten die integreren in het aanbod van ‘Klasbakken’. Al die aspecten bundelen we onder de term ‘Werknemerschap’. aandacht voor starters: ondernemers én werknemers
  • 28. 55 nieuw industrieel beleid: fabrieken voor de toekomst blijven top of mind! Ook voor bedrijven verandert de wereld om hen heen in een razendsnel tempo. Ondernemingen die niet in staat zijn tot strategische wendbaarheid en innovatie dreigen binnen afzienbare tijd niet meer te bestaan. Zeker in een provincie waar kmo’s de echte trekkers zijn van de economie, is het de verantwoordelijkheid van de overheid om bedrijven te ondersteunen in deze transitie. De toekomstgerichte economische veranderingen staan of vallen met klimaatneutraal produceren en circulair grondstoffengebruik. We onderschrijven de actuele koers van het provinciaal economisch beleid, vastgelegd in het strategische plan ‘West Deal’. We zorgen dat er voldoende aandacht gaat naar de ondersteuning van onze kleine en middelgrote ondernemingen. En uiteraard toetsen we elke actie af aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties. Het project ‘Fabrieken voor de Toekomst’ blijft een speerpunt van het provinciaal beleid. Binnen 5 specifiek gekozen sectoren (Zorgeconomie, Nieuwe materialen, Voeding, Blue Energy, Machinebouw en Mechatronica) geven we bedrijven toegang tot innovatie, kennis en knowhow – zodat ze zich kunnen wapenen voor de toekomst. Via een uniek aanspreekpunt creëren we nieuwe opportuniteiten voor bedrijven, openen we deuren en zetten we ondernemers op het juiste spoor. En uiteraard evalueren we of de methodiek ook kan ingezet worden binnen andere sectoren. We zorgen ervoor dat ook kleinere kmo’s toegang blijven hebben tot deze ondersteuning. Om al de projecten die nodig zijn om onze economie te transformeren gefinancierd te krijgen, blijven we actief zoeken naar nieuwe grensoverschrijdende projecten. Inzetten op het versterken van de kenniseconomie en innovatie blijven cruciale parameters bij de afweging om een project op te zetten. Maatwerkbedrijven en sociale werkplaatsen vullen een belangrijke leemte. De grootschalige West-Vlaamse maatwerkbedrijven vervullen een belangrijke rol als toeleverancier voor de gewone bedrijven. Die structuur biedt een oplossing voor werknemers die niet of nog niet mee kunnen in het sterk concurrentiële gewone bedrijf. Uitbreiden van het aantal beschikbare plekken door het Vlaamse beleid dankzij West-Vlaamse gebundelde vragen kan oplossingen bieden.
  • 29. 57 Bedrijven hebben ruimte nodig om te ondernemen. In eerste instantie willen we die ruimte zoeken én vinden op bestaande bedrijventerreinen. We zijn ervan overtuigd dat er hier nog heel wat onbenut potentieel is. Indien nodig vragen we de Vlaamse overheid om hiertoe de nodige instrumenten ter beschikking te stellen. Waar nodig, worden nieuwe bedrijventerreinen ontwikkeld. Er is tijdens deze legislatuur heel wat voorbereidend werk verricht om nieuwe bedrijventerreinen in kaart te brengen. In de volgende legislatuur willen we deze plannen omzetten in concrete realisaties, zodat elke West-Vlaamse regio op een duurzame manier kan groeien. We zullen ook onze verantwoordelijkheid nemen in een aantal belangrijke Vlaamse dossiers die cruciaal zijn om de West- Vlaamse toppositie en onze internationale uitstraling te handhaven. We denken hierbij aan de ontwikkeling van onze zee- en luchthavens en noodzakelijke investeringen in de binnenvaart, het spoorwegennet en de weginfrastructuur. een toekomstgerichte (logistieke) strategie inzake ruimtelijk economisch beleid
  • 30. 59 De provincie wil ook blijven wegen op de ontwikkeling van het hoger onderwijs in West-Vlaanderen. De aanwezigheid van een breed aanbod aan hogeschoolopleidingen is voor bedrijven immers een garantie voor een instroom van goede medewerkers. Daarom blijven we ook investeren in de Technische Universitaire Alliantie (TUA West). TUA West zet de West-Vlaamse kennisinstellingen aan tot nauwere samenwerking en zorgt ervoor dat de aanwezige kennis ter beschikking komt van het economische weefsel, bedrijven en voornamelijk de vele kmo’s uit de regio. Onze aandacht voor ‘werknemerschap’ wordt ook doorgetrokken in het provinciaal beleid inzake onderwijs. 85% van de actieve bevolking bestaat uit werknemers. We kunnen onze economische welvaart enkel veiligstellen als we werknemers een sleutelrol laten spelen. Werknemers die blijvend kunnen bijleren, handhaven zich op de arbeidsmarkt, halen meer voldoening uit hun job of maken sociale promotie. Op die manier leveren ze een essentiële bijdrage aan onze welvaart. Daarom willen we dat kennis-, onderzoeks- en/of innovatiecentra de uitdagingen waar onze economie voor staat, ook bekijken vanuit het standpunt van de werknemer. Wat de beroepsgerichte opleidingen betreft, moet het provinciebestuur overlegtafels organiseren met alle betrokken actoren. De nieuwe mastercampus van de VDAB in Roeselare moet de trekker worden van het West-Vlaamse arbeidsmarktgericht opleidingsaanbod, zowel via het beroeps- en technisch onderwijs als via de CVO’s voor werknemers en werkzoekenden. kwalitatief (hoger) onderwijs als basisvoorwaarde De concentratie van opleidingsmateriaal (hedendaagse machines/werksystemen) garandeert dat alle opleidingen up-to- date blijven. Een goede samenwerking met de sectorale vormingsverstrekkers zal cruciaal zijn. Vanuit de bekommernis voor een sterk West-Vlaams werknemerschap zorgen we er ook voor dat het volwassenonderwijs ook toegankelijk wordt voor mensen die in ploeg werken. De provincie moet het voortouw nemen door een coördinerende rol op te nemen en waar nodig te investeren in flankerende maatregelen.
  • 31. 61 het westhoek impulsplan De Westhoek worstelt met een aantal typische uitdagingen op economisch vlak. De streek combineert haar perifere ligging met een uitgesproken landelijk karakter en grenst bovendien aan een Frans departement met een zwakke economie. De provincie wil inspanningen leveren opdat de Westhoek een volwaardige plaats in het industriële economische weefsel behoudt. Vandaar het Westhoek Impulsplan, dat een aantal deelacties omvat: een onderzoek naar de toebedeling van bedrijventerreinen, de activering van de bestaande starterscentra en een vernieuwend peterschapsproject dat startende en gevestigde bedrijven in de Westhoek samenbrengt. Aanvullend zullen we nagaan wat de mogelijkheden zijn op het vlak van disruptieve niche- ontwikkelingen, schaalvergroting en automatisering in de landbouw (biolandbouw, wijnbouw, soja, hoppe en hoppescheuten) en willen we inzetten op een ondersteunings- en innovatietraject omtrent vernieuwende ‘niche’ productontwikkeling in de voedingsindustrie. De grensoverschrijdende samenwerking richting Noord-Frankrijk blijft cruciaal voor de ontsluiting van de Westhoek. Daarnaast zal ook het overleg met de hogescholen opgestart worden, om hun rol te definiëren in een toekomstige kennisontsluiting van de Westhoek. Het meest concrete actiepunt is de toekomstige mobiliteit in de Westhoek. Om de regio te ontsluiten, lanceren we een pilootproject rond onbemande duwvaart (goederenstromen) en volgens de we evoluties op het vlak van zelfrijdende bussen op de voet. Naast de thematische uitdieping van de bestaande campagne ‘De Nieuwe Wereld’, zet de Provincie ook in op de Westhoek als het kloppende hart van 100% West- Vlaams streek- en hoeveproducten. De regiomarketingcampagne wordt aangevuld met een bijkomende thematische gemeenschappelijke campagne voor de regio als globale beleving na de grote oorlogcampagnes in samenwerking met Westtoer. Daarbij willen we toeristische aanbieders in de regio helpen om te innoveren en te professionaliseren (zie ook programmadocument toerisme).
  • 32. 63 De cirkel rondmaken Ook in West-Vlaanderen vindt het circulaire economiemodel ingang. Dit is een positieve stap in de cruciale evolutie naar een duurzame en klimaatbestendige samenleving. Delen wordt het nieuwe hebben. Er wordt stilaan anders geproduceerd, geleefd en gewerkt. Bedrijven stemmen hun productie en dienstverlening steeds meer af op de nieuwe vormen van bezit en bieden alsmaar meer producten aan in plaats van diensten (bv. verlichting i.p.v. verlichtingsarmaturen). Auto’s en brommers verduurzamen en fietsen en toestellen met matige gebruiksintensiteit (grasmaaiers, boren, …) worden soms al gedeeld op buurtniveau. Voeding wordt ook meer lokaal aangekocht, of komt uit eigen (deel)tuin. Repaircafés tonen hoe je toestellen kan herstellen om ze langer mee te laten gaan. Maar het beleid moet volgen. De overheid denkt steeds meer mee over samenhuizen, delen en het verweven van ruimtegebruik door gepaste maatregelen en ondersteuning. Zo versterkt ook, beetje bij beetje, het sociaal weefsel. Door het invoeren van een levenscyclusanalyse en het streven naar de beste standaarden op dit vlak, wordt het cradle-to-cradledenken in de West-Vlaamse economie geïntroduceerd. De provincie kan hierin ook een rol spelen door ondersteuning en promotie van het principe achter circulair denken: De werking van kringwinkels verder ondersteunen en uitbreiden met materialenbibliotheken, repairinitiatieven, enz. Hergebruiken en herstellen van materialen zorgen niet alleen voor minder afval en een lager gebruik van eindige grondstoffen, ze brengen ook mensen samen, zorgen voor jobs (vaak voor mensen in een moeilijke arbeidssituatie) en stimuleren de lokale economie. Ook private initiatieven spelen hun rol aan de aanbodzijde. Nog meer inzetten op duurzaam bouwen De provincie heeft al een goeie werking omtrent duurzaam bouwen. Er zou echter nog meer kunnen ingezet worden op het bouwen met lokale duurzame materialen, zoals strobalen, leem, vlas, hennep, enz. Dit moet worden gecombineerd met een doorgedreven aandacht voor zuinig energiegebruik en nieuwe ruimtebesparende woonvormen. Ook de energie- en financiële winst die kan behaald worden door het gebruik van passieve zone-energie mag niet vergeten worden. De provincie kan dit toepassen als bouwheer, maar ook promoten naar andere bouwheren. In het verlengde kan dit ook bij samenwerking met gemeentebesturen en bedrijven. De gunstige levenscyclusanalyse van materialen en gebouwen, helpt gemeentes om hun klimaatdoelen te halen (zie ook programma ‘duurzaamheid’). Lokale koplopers kringloopeconomie in de kijker zetten Goeie voorbeelden zetten aan tot navolging. West-Vlaanderen kan, zoals in tal van andere zaken, ook een koploper worden op het vlak van circulaire economie. Instrumenten creëren die bedrijven dwingen tot het onderling afstemmen van processen op bedrijventerreinen Zowel de provincie als intercommunales hebben instrumenten om bij de (her) inrichting van bedrijventerreinen te zorgen voor een betere afstemming van de processen. Zo kunnen gezamenlijke transporten, hergebruik van proceswater, gedeelde parkings, gezamenlijk vervoer, enz. zorgen voor een sterk verminderde ecologische voetafdruk. Terwijl de werkingskosten van alle deelnemende bedrijven daalt. Jammer genoeg staan vele bedrijven nog hard op hun onafhankelijkheid, wat niet alleen het milieu maar ook het bedrijfsleven schaadt. Stimulansen geven aan lokale overheden en verenigingen die lokale deelinitiatieven opzetten De provincie geeft een forum tot promotie en uitwisseling aan gemeenten en organisaties die deelinitiatieven opzetten. Maar ze kan ook deelinitiatieven faciliteren door ruimte en middelen te geven voor het opzetten ervan. 2
  • 33. 65 We willen aan het economisch beleid van de provincie een aantal elementen toevoegen. We beseffen heel goed dat je geen sociaal paradijs kunt bouwen op een economisch kerkhof. En sp.a weet beter dan wie anders dat ook het tegenovergestelde waar is. Daarom willen we het werknemerschap concreet inhoud geven, met concrete acties rond specifieke mobiliteitsvraagstukken van werknemers en rond kinderopvang maar ook met een opleidingsaanbod afgestemd op de economische realiteit (bv. taal op de werkvloer): op de schaal van een regionale arbeidsmarkt willen we oplossingen zoeken voor werklozen wiens profiel aansluit op een knelpuntvacature maar die niet kunnen aannemen omwille van mobiliteitsproblemen; we willen onderzoeken hoe we werkzoekenden uit regio’s met hogere werkloosheidscijfers kunnen motiveren om te verhuizen naar streken met veel knelpuntvacatures; we faciliteren kinderopvang die afgestemd is op de regionale arbeidsmarkt en houden hiermee rekening met de betaalbaarheid via sociale correcties; we ondersteunen loopbaanondersteuning voor werkenden en werkzoekenden; we voorzien extra plekken in maatwerkbedrijven en sociale werkplaatsen voor mensen die een tussenstap of aangepaste tewerkstelling nodig hebben. we besteden veel aandacht aan de veilige ontsluiting van industrieterreinen voor fietsers. We stellen voor om de missing-links op het functioneel fietsroutenetwerk tussen woongebieden en industrieterreinen versneld aan te leggen. we durven uitdagingen ook atypisch benaderen. Zo schiet je met cursus Nederlands niet veel op als de voertaal op de werkvloer West-Vlaams is. Als we bovendien weten dat tot 80% van de mensen met een andere taalachtergrond geen of slechts heel beperkt schrijftaal nodig hebben in zijn of haar job, dan moeten we anderstaligen misschien wel een cursus West-Vlaams durven geven. En in elk geval moeten we bedrijven ondersteunen om meer met beeldtaal en pictogrammen te werken. Sociale dimensie: werknemerschap3
  • 34. 67 Ruimte voor arbeidszorg Arbeidszorg is een vangnet voor mensen die om persoons- of maatschappijgebonden redenen niet (meer) terechtkunnen in het reguliere circuit of het beschermde tewerkstellingscircuit. Deze mensen voeren begeleide activiteiten uit op een werkvloer in de sociale economie. Ze maken kennis met gestructureerde arbeid in een realistische werkomgeving, maar zonder de druk van een betaalde baan en een arbeidscontract (ze behouden hun uitkering). Dankzij deze aanpak willen we hen opnieuw aansluiting geven met een werkcontext. In het ideale geval vormt arbeidszorg een opstap naar betaalde arbeid. Het provinciebestuur bevordert deskundigheid binnen bedrijven en de samenwerking onder bedrijven zodat ook binnen de reguliere economie plaatsen voor arbeidszorg gecreëerd worden. Hierbij doen we een beroep op de grote expertise binnen de maatwerkbedrijven. Het streefdoel is een verantwoorde re- integratie van langdurig zieken of mensen met een arbeidshandicap. Een streek ontwikkelen, betekent dat we zowel sociale als economische stappen vooruitzetten met de hele streek; teamwork dus. De provincie is de geschikte partner om iedereen die een rol te spelen heeft bij deze ontwikkelingen aan tafel te brengen. Via haar gebiedswerkers voelt de provincie immers perfect aan wat er leeft in een regio. We weten dat de uitdagingen aan de Kust anders zijn dan die in het Zuiden van de provincie en dat het landelijke karakter van de Westhoek zorgt voor een andere bestuurlijke context dan Midden of Zuid-West-Vlaanderen. Op vraag van de gemeenten en in overleg met de intergemeentelijke verenigingen zal het provinciebestuur bekijken op welke manier zij de lokale bestuurskracht kan versterken en ondersteunen. De voorbije jaren hebben de provincies al sterk geïnvesteerd in sociaaleconomisch streekbeleid, zowel inhoudelijk als door de inzet van financiële middelen ten gunste van sociaaleconomische streekontwikkeling (POM, cofinanciering Europese projecten, ondersteuning van de RESOC’s enz.). In de komende periode willen ze het streekbeleid nog meer in een constructief interbestuurlijk model gestalte geven, in goed partnerschap met de lokale besturen en met een structurele betrokkenheid van de werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers. We willen in elke regio het RESOC-platform uitbouwen tot de echte motor van de streekontwikkeling. Tezelfdertijd evalueren we de bestaande organisatievorm van de RESOC-werking en sturen we bij indien nodig. We willen met het provinciebestuur ook een voortrekkersrol opnemen in de transitie naar een ‘Smart Region’. We nodigen hierbij de lokale besturen uit om een samenwerkingsmodel op te zetten, naar het voorbeeld van Smart Regio Limburg. Er is in onze provincie dringend nood aan een dergelijk initiatief. We hebben geen grote universiteit die kan fungeren als aanjager en onze centrumsteden zijn al bij al ook relatief klein. Hierdoor riskeren we achterop te raken. Het is overigens maar de vraag hoe ‘slim’ één stad of gemeente op zichzelf kan zijn? We streven dan ook naar een samenwerkingsverband met alle 64 West-Vlaamse gemeenten. Zo vermijden we versnippering. 4 5 De provincie als motor
  • 35. 69 sp.a wil zorg dragen voor iedereen. Dat betekent niet enkel investeren in gezondheidszorg, jeugd- en ouderenzorg en onderwijs, maar ook in werk en in algemeen welzijn. En daar kunnen toerisme en recreatie bij helpen. Toerisme creëert jobs. Recreatie geeft toeristen én West-Vlamingen de kans om zich te ontspannen en te amuseren. Zodat iedereen zich goed in zijn vel voelt. Al onze voorstellen staan in het teken van dezelfde centrale doelstelling, namelijk de economische rol van het toerisme op het vlak van omzet en werkgelegenheid in onze provincie versterken. We willen dit doen door de vier West-Vlaamse toeristische regio’s (Kust, Westhoek, Brugse Ommeland en Leiestreek) en de kunststad Brugge top of mind te maken voor een korte of lange vakantie bij de toerist. Bovendien willen we de West-Vlaming inspireren voor een recreatieve uitstap of een staycation in de eigen provincie. Om dit succesvol te doen, willen we het toeristische beleid organiseren volgens vijf krachtlijnen. TOERISME, MAATWERK voor elke streek
  • 36. 71 Om ons toeristisch product aantrekkelijk te houden voor inwoners en bezoekers moeten we permanent blijven investeren. Niemand wordt immers aangetrokken door een verouderd museum of versleten attracties. Jammer genoeg heeft Toerisme Vlaanderen de laatste jaren vooral aandacht voor de internationale aantrekkingspolen in de Vlaamse Kunststeden. Dit legt een zware hypotheek op het toerisme in de West-Vlaamse regio’s. sp.a wil met het provinciebestuur de handschoen opnemen door de steken op te rapen die Vlaanderen laat vallen. In de voorbije legislatuur werd voor het eerst en met succes geëxperimenteerd met een vernieuwd West-Vlaams subsidiereglement. We willen dit reglement handhaven en er voldoende middelen voor voorzien. We stellen voor om op die manier 20 miljoen euro provinciale middelen te investeren in de toeristische sector. Dit laat ons toe om het netwerk van imagoversterkende hefboomprojecten in de vier toeristische regio’s en in Brugge te actualiseren en te versterken én een beperkt aantal nieuwe attractiepolen te creëren. Ongetwijfeld blijft de Kust onze belangrijkste toeristische troef. We ondersteunen dan ook enthousiast de ontwikkeling van een aantal strategische projectgebieden zoals de voormalige militaire basis in Koksijde, de Oosteroever in Oostende of De Sol in Blankenberge. Fors investeren in het West-Vlaamse toerisme 1 Het toerisme verandert razendsnel en ook de West-Vlaamse logiessector moet ten volle de kaart van innovatie en diversificatie trekken. Enkel dan kunnen we het authentieke aanbod verder ontwikkelen en presenteren. Samen zijn we zoveel sterker. We blijven private ondernemers ondersteunen als ze projecten willen ontwikkelen die voor innovatie en beleving zorgen in de logiessector. We monitoren ook de vraag naar kampeerautoterreinen en ondersteunen initiatieven die de blinde vlekken binnen de provincie wegwerken. In 2018 tekent Westtoer voor de eerste keer voor de organisatie van de kunsttriënnale Beaufort. Wij willen deze belangrijke happening ook in 2021 en 2024 organiseren, na een grondige evaluatie. We willen ook onderzoeken op welke manier Westtoer een rol kan spelen in het organiseren en/of ondersteunen van artistieke topevents in de overige regio’s (triënnale Brugge, Play in Kortrijk, Kunstenfestival Watou, enz.). Tot slot willen we de internationale reputatie van het herdenkingstoerisme, waar de voorbije jaren zo hard voor gewerkt werd, consolideren. Om dat te doen, denken we aan specifieke themajaren: in 2020 werken rond het thema wederopbouw en in 2023 rond het herstel van het landschap en de inpassing van begraafplaatsen.
  • 37. 73 Het landelijke karakter van onze provincie met de vele kwalitatieve open-ruimtegebieden oefent een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit op wandelaars en fietsers van binnen en buiten de provincie. Het is cruciaal om de kwaliteit van het landschap te bewaken en te versterken. Westtoer onderhoudt daarom de beste relaties met de regionale landschappen, de stadslandschappen en de bevoegde Vlaamse agentschappen. Samen met alle partners zoeken we een oplossing om de bestaande loketten onderhoud buitengebied structureel te verankeren. We willen het toeristisch basiskapitaal koesteren en waar nodig versterken. Daarom blijven we investeren in het West-Vlaamse fietsnetwerk, de 36 fietsroutes, de 12 wandelnetwerken, de 60 landschapswandelroutes en de 20 stads- en erfgoedwandelroutes. We verhogen het basiscomfort van de recreant door langs de vele routes kwalitatief zitmeubilair te plaatsen en aangename picknickplaatsen in te richten. Op termijn moet het voor elke Vlaming en Nederlander duidelijk zijn dat West- Vlaanderen – naast Limburg – dé fietsprovincie in Vlaanderen is. We zetten dit imago extra in de verf door de organisatie van baanbrekende meerdaagse fietsevenementen. En via de realisatie van Horizon 2025, het netwerk van 25 unieke belevingsplatforms en uitkijktorens, zorgen we voor blikvangers West-Vlaanderen uitbouwen als een toprecreatieve provincie2 die een fietstocht net dat tikkeltje extra geven. Een aantal geselecteerde gebieden bouwen we uit tot topwandelregio’s (Heuvelland, Ijzervallei, Kust, Bulskampveld,…). Met dit doel voor ogen creëren we extra belevingselementen zoals speelnatuur, recreatieve hotspots, avontuurlijke parcours, kijkvensters, knuppelpaden, blote voetenpaden, speelvoorzieningen, enz. Structureel verankerde loketten voor het recreatief onderhoud van het buitengebied zorgen voor een perfect onderhoud van de wandelinfrastructuur. Om dit alles te financieren, werken we een visitors pay-back formule uit. De West-Vlaamse provinciedomeinen bouwen we uit tot attractiepolen voor diverse generaties (ouderen, gezinnen met kinderen, jongerengroepen, groepen van verschillende generaties,…). De ontwikkeling van een groen-blauw recreatief netwerk verdiept het toeristisch aanbod. In eerste instantie werken we een aantal missing links weg.
  • 38. 75 Innovatie, kwaliteit en duurzaamheid stimuleren bij de private toeristische actoren 3 Met de glimlach ontvangen worden, is meestal de start van een goede toeristische ervaring. Om van West- Vlaanderen de gastvriendelijkste provincie van Vlaanderen te maken, blijven we inzetten op de uitbouw van een netwerk van Westtoer-ambassadeurs met hospitality, fietstoerisme, kindvriendelijkheid en streekkennis als belangrijke uitgangspunten. Toeristische ondernemers in West- Vlaanderen die elke dag hard werken om bezoekers een onvergetelijke ervaring te bezorgen, belonen we na het volgen van een uniek begeleidingstraject rond kwaliteitszorg graag met het Q-label. Ook de Q-trajecten voor de toeristische infopunten zetten we verder. Het bestaande en zeer succesvolle netwerk van Lekkere Westen-chefs wordt blijvend gepromoot. We leveren extra inspanningen om alle restaurateurs en logiesverstrekkers te stimuleren om zich in te schrijven in het korte-ketenconcept en dus streekproducten te gebruiken. Ook in de toeristische sector moet duurzame groei veel meer zijn dan een modewoord. Het moet een way of life worden. Via coachingstrajecten maken we ondernemers wegwijs in de milieuproblematiek. Naast de reductie van CO2 worden waterbesparing en afvalreductie kernprincipes. We kennen ecopremies toe aan logiesverstrekkende bedrijven via het reglement op de toeristische impulsen; stimuleren het gebruik van het openbaar vervoer via combiformules van verblijf en openbaar vervoer en denken actief mee naar alternatieven in plattelandsregio’s (bv. via elektrische huurauto’s). We zetten nog meer in op fietsvakanties, waarbij het fietsen niet enkel als een ontspannende activiteit wordt bekeken maar ook als echt transportmiddel.
  • 39. 77 4 Westtoer heeft zich de voorbije jaren ontwikkeld tot een slagkrachtige marketingorganisatie. Via regiogerichte marketingcampagnes waarbij we de toerist voornamelijk proberen te inspireren en te verleiden tot een verblijf in West- Vlaanderen, blijven we de toeristische sector ondersteunen – samen met de West-Vlaamse steden en gemeenten. We beperken ons niet tot de regiocampagnes, maar promoten ook een beperkt aantal West-Vlaamse productlijnen zoals fietsen en wandelen (vooral gericht op de West-Vlamingen), wieler- en koerscultuur, groepstoerisme, citytrips en eet- en drinkcultuur. We maken de transitie van de klassieke marketingkanalen naar digitale marketingtools: websites sterker uitbouwen met SEO en SEA, nieuwsbrieven, e-mails, social media,… We besteden hierbij veel aandacht aan de opleiding en ondersteuning van de lokale diensten voor toerisme, om op die manier te komen tot een echt geïntegreerde aanpak waarin mensen en middelen optimaal worden ingezet. In samenwerking met de andere Vlaamse provincies blijven we het merk Vlaanderen Vakantieland uitspelen. Via de campagnes van Logeren in Vlaanderen stimuleren we de Vlamingen tot een “vakantie in eigen land’’. Een innovatief marketingbeleid ontwikkelen voor onze bestemmingen
  • 40. 79 5 We blijven geloven in de belangrijke taak die weggelegd is voor de publieke overheid. Westtoer heeft bewezen het instrument bij uitstek te zijn om dit beleid uit te voeren. De organisatie heeft de nodige competenties en expertise op dit vlak. Westtoer bekleedt als onderdeel van het intermediaire bestuursniveau een unieke plaats tussen de Vlaamse overheid en de gemeenten. De regiogerichte aanpak met specifieke strategische beleidsplannen voor Kust, Westhoek, Brugse Ommeland en Leiestreek en dito marketingplannen willen we behouden. We willen extra aandacht besteden aan de regisseursrol van de provincie bij de omzetting van de beleidsplannen naar concrete acties. De expertise die al aanwezig is op diverse vlakken (recreatie, kleinschalig logies, zorgtoerisme, kamperen, MICE, enz.) moet verder worden uitgebouwd. Westtoer moet ook de vinger aan de pols houden van nieuwe trends zoals de deeleconomie, foodpairing, enz. In overleg met de lokale besturen onderzoeken we hoe we het toeristisch onthaal kunnen versterken en futureproof maken. Tot slot willen we het kenniscentrum van Westtoer versterken. Het blijft strategisch noodzakelijk om het economisch belang van het toerisme in kaart te brengen, dit te communiceren via regionale trendrapporten en het nieuwe beleid te onderbouwen via regiogericht onderzoek. Het provinciebedrijf Westtoer uitbouwen als motor en expertisecentrum van het West-Vlaamse toerisme