SlideShare uma empresa Scribd logo
1 de 55
Baixar para ler offline
Jordi Casteleyn & Marit Trioen
Antwerp School of Education

uantwerpen.be/extra-kansen:
Wat werkt in leesonderwijs aan
laaggeletterde anderstalige jongeren?
uantwerpen.be/extra-kansen
7
AANBEVELING 1
Leg de lat hoog voor woordenschat via expli-
ciete, weldoordachte en rijke instructie. Ver-
trek vanuit ruime, relevante thema’s en bied
actieve werkvormen aan die zowel een brede
als een diepe woordenschatkennis stimuleren.
Achtergrond
Wie zich in een nieuwe taal uit de slag wil trekken, moet over een ruime woordenschat beschikken. Een lezer
moet ongeveer 95% van de woorden in een authentieke tekst kennen om tot tekstbegrip te kunnen komen3
.
Omgerekend in aantal woorden betekent dat zo’n 5000 lexicale items. Voor anderstalige jongeren, die zich
voorbereiden op een schoolloopbaan in deze nieuwe taal, volstaat dit aantal niet. Zij hebben ook nog enkele
honderden school- en vaktaalwoorden nodig.
Het is, niet in het minst voor laaggeletterde jongeren, onbegonnen werk om op korte tijd zoveel woorden te
leren. Wel is het haalbaar om een brede, stevig verankerde basiswoordenschat te verwerven. Dit faciliteert
het latere woordleren en kan via expliciete, weldoordachte en rijke woordenschatinstructie gestimuleerd
worden.
Hoewel woordenschatverwerving binnen het tweedetaalonderzoek een sterk onderzocht domein is4
, be-
staan weinig studies over dit thema bij laaggeletterden. Onderstaande richtlijnen gelden dus ook voor ge-
letterde leerlingen; waar mogelijk zijn nuances, tips en concrete werkvormen voor laaggeletterden aange-
bracht.
In de praktijk
1. Weet welke woorden je aanleert
Een taal als het Nederlands bestaat uit een kleine
groep hoogfrequente en een grote groep laagfre-
quente woorden. Hoogfrequente woorden zijn be-
perkt in aantal (ongeveer 5000 items) en komen
zeer dikwijls voor, zowel in algemeen als in domein-
-
den dus zeer vaak tegen, niet alleen op school maar
ook daarbuiten. Bovendien heb je deze woorden ook
nodig om minder frequente woorden te verklaren .
Het spreekt voor zich dat nieuwkomers in de ont-
haalklas zoveel mogelijk van deze woorden leren.
Hiervoor is expliciete instructie nodig, aangevuld
met impliciete herhaling. Kader 1.1. gaat dieper in
over het verschil tussen expliciet en impliciet woord-
leren. De grote groep laagfrequente woorden, die
contexten, maakt in de regel geen onderdeel uit van
het woordenschatprogramma in de onthaalklas.
Deze woorden kunnen wel opduiken in bijv. lees- en
luisterteksten, maar hoeven niet verworven te wor-
den. School- en/of vaktaalwoorden vormen hierop
een uitzondering. Zodra de leerlingen over voldoen-
de woordenschat beschikken om de verklaringen van
deze woorden te begrijpen en oefenen, kunnen deze
ook stapsgewijs en systematisch aangebracht wor-
den. Veel hangt natuurlijk af van het beoogde traject
van de leerlingen. Een leerling die zich op een door-
stroom naar het deeltijdse onderwijs voorbereidt,
heeft schooltaalwoorden minder nodig dan een klas-
genoot die nog een volledig traject in het voltijdse
onderwijs voor de boeg heeft.
18
3. Help leerlingen stap voor stap luisterstrategieën
te ontwikkelen
Luistervaardige leerlingen gebruiken talige en
niet-talige informatie om tot luisterbegrip te komen.
Wanneer zij een deel van de boodschap niet begrij-
pen, doen ze bovendien een beroep op luisterstrate-
gieën. Deze strategieën helpen om een gebrek aan
luistervaardigheid te compenseren en verbeteren zo
tegelijk de luistervaardigheid. Kader 2.1. lijst de be-
langrijkste luisterstrategieën14
op.
Laaggeletterde leerlingen hebben geen ervaring met
leerstrategieën. Expliciete instructie is dus vereist15
. Opnieuw baan je de weg voor begrijpend lezen,
want luister- en leesstrategieën functioneren op een
gelijkaardige manier. Mogelijke werkvormen waar-
mee je op verschillende luisterstrategieën tegelijk
oefent zijn de inhoud van een luisterverhaal voor-
spellen op basis van een teken-TPR (Voorbeeld 1.4.),
DILIT-luisteren (Voorbeeld 2.3.) en een luisterfrag-
ment voorbereiden met Ik zie, ik denk, ik vraag me af
(Voorbeeld 2.4.).
[Kader 2.1.]
Luisterstrategieën16
1. Voorspellen waarover een luistertekst zal gaan
2. Voorkennis activeren
4. Begrepen woorden en fragmenten tot een beteke-
nisvol geheel puzzelen
5. Doelgericht luisteren (ik ga letten op ...)
6. Het eigen luisteren monitoren en het luisterbegrip
controleren (heb ik het juist begrepen?)
[Voorbeeld 2.4.]
Luisterstrategieën: ik zie, ik denk, ik vraag me af
Met deze werkvorm oefenen de leerlingen verschil-
lende strategieën tegelijk: gericht kijken, ontbreken-
de informatie invullen, de inhoud van het luistertekst
voorspellen en gericht luisteren. In het uitgewerkte
voorbeeld vertrekken we van een prentenboek, maar
je kan ook werken met de stills van een video of foto’s
van een beeldverhaal.
1. Kies een prent uit het boek. Dat kan de cover zijn
of een andere prent die de nieuwsgierigheid van de
leerlingen prikkelt en iets over de inhoud van het ver-
haal vertelt.
2. Laat de leerlingen, alleen of per twee, gericht kij-
ken naar de prent aan de hand van het sjabloon in
Bijlage A. Dit kan schriftelijk of mondeling.
Ik zie = de leerlingen mogen enkel
registreren wat ze zien, dus niet
interpreteren
Ik denk = de leerlingen voorspellen de
inhoud op basis van wat ze zien
Ik vraag me af = de leerlingen monitoren het
eigen begrip
3. De leerlingen wisselen per twee hun antwoorden
uit. Vaak ontstaat hier discussie omdat de leerlingen
de prent op een andere manier interpreteren. Dat
is prima, want de leerlingen zullen gerichter luiste-
ren naar het verhaal en oefenen ondertussen hun
spreekvaardigheid. Stuur als leerkracht de verschil-
lende interpretaties niet, maar moedig de leerlingen
wel aan om hun visie te onderbouwen.
4. Lees het verhaal voor.
5. Koppel het verhaal terug aan de voorspellingen en
vragen van de leerlingen.
Paul staat in de file.
Hij is bang dat zijn dochter al vertrokken is.
“
lezen, 

een complexe vaardigheid
Paul staat in de file.
Hij is bang dat zijn dochter al vertrokken is.
“
decoderen, dus niet <slaat>
Eetu on asunut Ruotsin kaupungissa Gävlenissä
pitkään.!
Paul staat in de file.
Hij is bang dat zijn dochter al vertrokken is.
“
decoderen, dus niet <slaat>
betekenis activeren
Paul staat in de file.
Hij is bang dat zijn dochter al vertrokken is.
“
decoderen, dus niet <slaat>
betekenis activeren
causale relaties
Ik zit op de bus.!
Een man komt naar mij.!
Zijn baard is vuil.!
Hij kijkt boos.!
mijn papa
de sint
ik weet het niet
van de man
Paul staat in de file.
Hij is bang dat zijn dochter al vertrokken is.
“
decoderen, dus niet <slaat>
betekenis activeren
causale relaties
achtergrondkennis
van ik tot fitness
1
Leer leerlingen hoe ze strategieën voor
begrijpend lezen kunnen gebruiken.
• Leer leerlingen hoe ze verschillende op onderzoek
gebaseerde begrijpend leesstrategieën moeten gebruiken. 

• Leer leerlingen begrijpend leesstrategieën, afzonderlijk of in
combinatie.

• Leer leerlingen begrijpend leesstrategieën door geleidelijk
de verantwoordelijkheid als lesgever los te laten.
2
Leer leerlingen om de
organisatiestructuur van de tekst te
identificeren en te gebruiken om inhoud
te begrijpen, te leren en te onthouden.
• Leg uit hoe u de delen van verhalende teksten kunt
identificeren en verbinden. 

• Geef instructies over gemeenschappelijke structuren van
informatieve teksten.
3
Leid leerlingen door een gerichte,
hoogwaardige discussie over de
betekenis van tekst.
• Structureer de discussie zodat die aan de tekst, het
instructiedoel en het niveau van de leerlinge en het jaar
aangepast zijn.

• Ontwikkel discussievragen waarbij leerlingen goed moeten
nadenken over tekst.

• Stel vervolgvragen om discussie aan te moedigen en te
vergemakkelijken.

• Laat leerlingen gestructureerde discussies in kleine groepen
leiden.
4
Selecteer doelbewust teksten om de
ontwikkeling van het begrip te
ondersteunen.
• Leer begrijpend lezen met verschillende tekstgenres.

• Kies teksten van hoge kwaliteit met rijkdom en diepgang
van ideeën en informatie.

• Kies teksten met woordherkenning en begripsmoeilijkheden
die geschikt zijn voor het leesvermogen van de leerlingen en
de educatieve activiteit.

• Gebruik teksten die het doel van instructie ondersteunen.
5
Breng een boeiende en motiverende
context tot stand waarin men begrijpend
lezen kunt leren.
• Help leerlingen het doel en de voordelen van lezen te
ontdekken.

• Creëer kansen voor leerlingen om zichzelf te zien als
succesvolle lezers. 

• Geef leerlingen leeskeuzes.

• Geef leerlingen de kans om te leren door samen te werken
met hun collega-leerlingen.
drie aanbevelingen
Stap 1
Waar woon jij?
Woon je ver van je werk of dichtbij?
Hoe kom je naar je werk?
Vind je dat leuk? Waarom (niet)?
Kom je alleen naar je werk, of samen? Met wie?
Ga je met de bus/tram?
Welk nummer heeft jouw bus/tram?
Is het druk op de bus/tram? Kan je zitten of moet je staan?
Moet je lang stappen?
Om hoe laat vertrek je naar je werk?
Stap 2
• Herhaal de woorden
B.v.: sorteeropdracht, wie ben ik, aanvulzinnen
• Bied nieuwe woorden aan
Stap 3 Learner-generated teksten
Stap 1
Waar woon jij?
Woon je ver van je werk of dichtbij?
Hoe kom je naar je werk?
Vind je dat leuk? Waarom (niet)?
Kom je alleen naar je werk, of samen? Met wie?
Ga je met de bus/tram?
Welk nummer heeft jouw bus/tram?
Is het druk op de bus/tram? Kan je zitten of moet je staan?
Moet je lang stappen?
Om hoe laat vertrek je naar je werk?
Stap 2
• Herhaal de woorden
B.v.: sorteeropdracht, wie ben ik, aanvulzinnen
• Bied nieuwe woorden aan
Stap 3 Learner-generated teksten
Leerkracht: ‘Wat doe je als je thuis een
woord in een tekst niet begrijpt?’
Amadou: ‘Niets, ik lees gewoon verder.’
Leerkracht: ‘En als je veel woorden niet
kent en daardoor niet goed weet waarover
de tekst gaat?’
Amadou: ‘Dan stop ik met lezen en ga ik
voetballen of zo.’
• Weet welke woorden je aanleert
• Breng woordenschat in brede, concrete,
relevante thema’s aan en niet in enge
semantische categorieën
• Werk zowel aan een brede als aan een diepe
woordenschatkennis
• Laat leerlingen woordenschat actief inoefenen
• Breng woordleerstrategieën aan
1.Leg de lat hoog voor woordenschat
via expliciete, weldoordachte en rijke instructie
2.Zet in een eerste fase sterk in
op de mondelinge taalvaardigheid
3.Zorg voor evenwichtige leesinstructie
waarin het leren decoderen hand in hand gaat
met het leren begrijpen
en het aanwakkeren van leesplezier
drie aanbevelingen
Ȧr 1960 var Maj-Britt Söderberg 30 år.
Hon levde ensam med en dotter - det var Marie.
Hon hyrde en tvåa i Algutsboda i Småland.
Den kostade 290 kr i månaden.
Varje dag cyklade hon 7 km till arbetet.
Hon paketerade glas och tjänade 1 700 kr i månaden.
Dessutom hade hon en pension och barnbidrag;
tillsammans 600 kronor i månaden.
Varje månad sparade hon 200 kr till en teve.
På sommarlovet åkte de på semester.
Pengarna räckte till en resa till Stockholm eller
Göteborg eller morfar i Halmstad.
In 1960 was Maj-Britt Söderberg 30 jaar.
Ze woonde alleen met een haar dochter, Marie.
Ze huurde een tweekamerflat in Algutsboda in Småland.
Die kostte 290 kronen per maand.
Elke dag fietste ze 7 kilometer naar het werk.
Ze verpakte glas en verdiende 1700 kronen per maand.
Bovendien had ze een pensioen en kinderbijslag;
samen 600 kronen per maand.
Elke maand spaarde ze 200 kronen voor een tv.
In de zomervakantie gingen ze op reis.
Het geld volstond voor een reis naar Stockholm of
Göteborg of opa in Halmstad.
teken
betekenisklank
lezen
teken
betekenisklank
< boom >
/bo:m/
lezen
Fozia, Ghazale & Nesar
Fozia, Ghazale & Nesar
1. Jij hoort dat nog wel.
2. Met wie spreek ik?
3. De taxi is er nog niet.
4. Is die bruine jas van jou?
5. Ik heb geen vuur.
6. Waar gaat de film over?
7. Maar ik heb ze nu nodig.
8. Ik heb nog bier in huis.
9. Hoe voelt hij zich?
10. Zij houdt van dat soort films.
• begrijpen ze de tekst?
• eenvoudig Nederlands:
monosyllaben, maar wel specifiek Nederlandse klanken
• technisch lezen: hakken en plakken
• gesproken taal: 3000 woorden
geschreven taal: 5000 woorden
• na hoeveel uur les Nederlands?
Hoe lezen Fozia, Ghazale & Nesar?
Maatschappelijk Informeel 1 Voorbeeldexamen Deel C
Instructieblad voor de kandidaat
Taak 1
Dagje Rotterdam
U bent op bezoek bij vrienden in Gouda. U maakt een uitstap naar Rotterdam. Als u terug
bent, vertelt u aan uw vriend wat er is gebeurd.
Voorbereiding
– Bekijk de tekeningen hieronder en op de volgende pagina.
– Kijk goed wat er allemaal is gebeurd.
– U hebt 2 minuten om het gesprek voor te bereiden.
– U mag aantekeningen in trefwoorden maken om tijdens het gesprek te gebruiken.
Gesprek
– Vertel wat er allemaal is misgegaan.
– Vertel iets over elke tekening.
– Beantwoord daarna de vragen van uw vriend.
– Het gesprek duurt ongeveer 5 minuten.
Let op! U mag de antwoorden op de vragen van uw vriend zelf bedenken.
7’
1
2
https://www.youtube.com/channel/UCu7qsdVTUWcI_PclOr8z51Q
Nederlands leren spreken is lastig
als de typisch Nederlandse klanken voor jou niet bestaan
bijvoorbeeld,
de volgende klanken bestaan niet in het Arabisch …
• de i van wit
• de ee van keel
• de ei/ij van blij
• de oo van rook
• de u van bus
• de uu van duur
• de eu van leuk
• de ui van huis
•
Manhaeve (2020)
bijvoorbeeld,
de volgende klanken bestaan niet in het Arabisch …
• de i van wit
• de ee van keel
• de ei/ij van blij
• de oo van rook
• de u van bus
• de uu van duur
• de eu van leuk
• de ui van huis
•
Manhaeve (2019)
waarom zijn logopedie en taalonderwijs aparte trajecten?
?
luisteren
klankbewustzijn
(fonologie)
voelen

klankuitspraak
(articulatie)
kijken & schrijven
lettervorm
(orthografie)
ordenen
letterfamilie
(categorie)
leren lezen
Geudens (2018)
begrijpend
lezen
bouwstenen
voor
begrijpend
lezen
‘Grade 4’
(10 jaar)
‘Grade 1’
(6 jaar)
Kleuteronderwijs • Fonemisch bewustzijn
• Letter en klank
• Luistercompetentie
• Ontwikkeling van woordenkennis
‘Grade 1’ (jaar 1) • Fonemisch bewustzijn
• Leermethode om expliciet letters met klanken te verbinden
• Vlotheid (hoogfrequente woorden)
• Vlotheid (van tekst lezen, vanaf tweede deel van het jaar)
• Woordenkennis
• Begrip
‘Grade 2’ (jaar 2) • Leermethode om expliciet letters met klanken te verbinden
• Vlotheid (van tekst lezen)
• Woordenkennis
• Begrip
bouwstenen voor begrijpend lezen
The foundation of reading comprehension is provided
by oral language: Vocabulary, grammar, and narrative
skills at school entry and beyond predict later reading
comprehension. Even before children can read,
interventions that target oral language lead to
improvements in reading comprehension.
This is an important observation and underlines the idea
that not all teaching to improve reading
comprehension needs to involve written text.
“
Castles et al. (2018)
• Werk aan de verstavaardigheid van de leerlingen
• Ontwikkel via begrijpend luisteren de
vaardigheden die de weg banen voor leesbegrip
• Help leerlingen stap voor stap luisterstrategieën
te ontwikkelen
• Help leerlingen de verbanden tussen woorden in
een zin en tussen zinnen te ontdekken
1.Leg de lat hoog voor woordenschat
via expliciete, weldoordachte en rijke instructie
2.Zet in een eerste fase sterk in
op de mondelinge taalvaardigheid
3.Zorg voor evenwichtige leesinstructie
waarin het leren decoderen hand in hand gaat
met het leren begrijpen
en het aanwakkeren van leesplezier
drie aanbevelingen
1.Leg de lat hoog voor woordenschat
via expliciete, weldoordachte en rijke instructie
2.Zet in een eerste fase sterk in
op de mondelinge taalvaardigheid
3.Zorg voor evenwichtige leesinstructie
waarin het leren decoderen hand in hand gaat
met het leren begrijpen
en het aanwakkeren van leesplezier
drie aanbevelingen
wat als er geen ideale wereld is?
Baye, Lake, Inns, & Slavin (in press)
Gersten et al. (2008)
Graham, et al. (2016)
Slavin, et al. (2019)
wat als er geen ideale wereld is?
detectie van leesproblemen
• alle leerlingen
• begin en midden van het jaar
• o.a. via gevalideerde testen
wat als er geen ideale wereld is?
detectie van leesproblemen
• alle leerlingen
• begin en midden van het jaar
• o.a. via gevalideerde testen
interventie om leesproblemen op te lossen
• maximum 3 bouwstenen per sessie
• 3 tot 5 keer per week
• 20 tot 40 minuten per sessie
• vormen: coöperatief leren & tutoring (1 op 1, kleine groepjes)
Wat doe je beter niet? (pas eerst de andere richtlijnen toe)
Wat doe je beter niet? (pas eerst de andere richtlijnen toe)
• investeren in technologie
• extra vrije uren creëren om te lezen (of schrijven)
• een nieuwe schoolbibliotheek zetten (en niets meer)
Wat doe je beter niet? (pas eerst de andere richtlijnen toe)
• investeren in technologie
• extra vrije uren creëren om te lezen (of schrijven)
• een nieuwe schoolbibliotheek zetten (en niets meer)
Beter: “socially and cognitively engaging instruction”
“writing should be exciting, social, and noisy, 

but well-structured”
uantwerpen.be/extra-kansen
De richtlijnen gelden niet altijd, en niet voor iedereen
Elke klascontext is uniek en elke leerling heeft een eigen profiel.
Een bepaalde opdracht kan in de ene groep perfect werken,
maar kan in een andere groep veel minder succes oogsten.
Een sterke bedenking
• leren lezen hoeft niet altijd bij een geschreven tekst
te starten
• de aanbevelingen worden best met elkaar en
andere praktijken verbonden
• geen enkele aanbeveling werkt altijd perfect,
want elke klascontext is uniek
Tot slot
Jordi Casteleyn & Marit Trioen
Antwerp School of Education

jordi.casteleyn@uantwerpen.be

marit.trioen@portusberkenboom.be
jordi_casteleyn

www.slideshare.net/jordi013
uantwerpen.be/extra-kansen
Wat werkt in leesonderwijs aan laaggeletterde anderstalige jongeren?

Mais conteúdo relacionado

Semelhante a Wat werkt in leesonderwijs aan laaggeletterde anderstalige jongeren?

Handleiding-Je-hebt-makkelijk-praten
Handleiding-Je-hebt-makkelijk-pratenHandleiding-Je-hebt-makkelijk-praten
Handleiding-Je-hebt-makkelijk-pratenHester Radstake
 
Passend onderwijs hoe doe je dat in de klas 20112014
Passend onderwijs hoe doe je dat in de klas 20112014Passend onderwijs hoe doe je dat in de klas 20112014
Passend onderwijs hoe doe je dat in de klas 20112014Onderwijscafé
 
is_differentieren_te_leren
is_differentieren_te_lerenis_differentieren_te_leren
is_differentieren_te_lerenMeike Berben
 
Bb vl1.4 nl-1 beginnende geletterheid-mondelinge taal
Bb vl1.4 nl-1 beginnende geletterheid-mondelinge taalBb vl1.4 nl-1 beginnende geletterheid-mondelinge taal
Bb vl1.4 nl-1 beginnende geletterheid-mondelinge taalJudith Zwerver-Bergman
 
Didactische werkvormen comeniusproject (nederlands)
Didactische werkvormen comeniusproject (nederlands)Didactische werkvormen comeniusproject (nederlands)
Didactische werkvormen comeniusproject (nederlands)veltk057
 
INACT Module 6 Top Teacher Skills for Differentiated Instruction FINAL.pptx
INACT Module 6 Top Teacher Skills for Differentiated Instruction FINAL.pptxINACT Module 6 Top Teacher Skills for Differentiated Instruction FINAL.pptx
INACT Module 6 Top Teacher Skills for Differentiated Instruction FINAL.pptxcaniceconsulting
 
Power Pointpresentatie 2 Competenties
Power Pointpresentatie 2 CompetentiesPower Pointpresentatie 2 Competenties
Power Pointpresentatie 2 Competentiesguest8f9b4f
 
ADI in de MVT les
ADI in de MVT lesADI in de MVT les
ADI in de MVT leshogentfmw
 
Presentatie ICT Praktijk Nederlands
Presentatie ICT Praktijk NederlandsPresentatie ICT Praktijk Nederlands
Presentatie ICT Praktijk NederlandsHenk Orsel
 
ICT Praktijk Zuyderzee College
ICT Praktijk Zuyderzee CollegeICT Praktijk Zuyderzee College
ICT Praktijk Zuyderzee CollegeHenk Orsel
 
2018 mspav1 spreken en luisteren in het onderwijs.
2018 mspav1 spreken en luisteren in het onderwijs.2018 mspav1 spreken en luisteren in het onderwijs.
2018 mspav1 spreken en luisteren in het onderwijs.Davy Mortier
 
INACT Module 2 What are the Learning styles in Differentiated Instruction_FIN...
INACT Module 2 What are the Learning styles in Differentiated Instruction_FIN...INACT Module 2 What are the Learning styles in Differentiated Instruction_FIN...
INACT Module 2 What are the Learning styles in Differentiated Instruction_FIN...caniceconsulting
 
Classroom Language Ppt 2007
Classroom Language Ppt 2007Classroom Language Ppt 2007
Classroom Language Ppt 2007guest6874f2
 
Hoe meer te halen uit de Kijk- en Luistertoetsen MVT?
Hoe meer te halen uit de Kijk- en Luistertoetsen MVT?Hoe meer te halen uit de Kijk- en Luistertoetsen MVT?
Hoe meer te halen uit de Kijk- en Luistertoetsen MVT?Cito
 
Kletsen over clil
Kletsen over clilKletsen over clil
Kletsen over clilVUBrussel
 
Vakditdactiek informatica opdracht hoofdstuk 7
Vakditdactiek informatica opdracht hoofdstuk 7 Vakditdactiek informatica opdracht hoofdstuk 7
Vakditdactiek informatica opdracht hoofdstuk 7 tesssteveninck
 
Pop pap eva
Pop pap evaPop pap eva
Pop pap evaevaaa17
 

Semelhante a Wat werkt in leesonderwijs aan laaggeletterde anderstalige jongeren? (20)

RoliekeKrikken
RoliekeKrikkenRoliekeKrikken
RoliekeKrikken
 
Introductie woordenaars
Introductie woordenaarsIntroductie woordenaars
Introductie woordenaars
 
Handleiding-Je-hebt-makkelijk-praten
Handleiding-Je-hebt-makkelijk-pratenHandleiding-Je-hebt-makkelijk-praten
Handleiding-Je-hebt-makkelijk-praten
 
Passend onderwijs hoe doe je dat in de klas 20112014
Passend onderwijs hoe doe je dat in de klas 20112014Passend onderwijs hoe doe je dat in de klas 20112014
Passend onderwijs hoe doe je dat in de klas 20112014
 
is_differentieren_te_leren
is_differentieren_te_lerenis_differentieren_te_leren
is_differentieren_te_leren
 
Bb vl1.4 nl-1 beginnende geletterheid-mondelinge taal
Bb vl1.4 nl-1 beginnende geletterheid-mondelinge taalBb vl1.4 nl-1 beginnende geletterheid-mondelinge taal
Bb vl1.4 nl-1 beginnende geletterheid-mondelinge taal
 
Didactische werkvormen comeniusproject (nederlands)
Didactische werkvormen comeniusproject (nederlands)Didactische werkvormen comeniusproject (nederlands)
Didactische werkvormen comeniusproject (nederlands)
 
INACT Module 6 Top Teacher Skills for Differentiated Instruction FINAL.pptx
INACT Module 6 Top Teacher Skills for Differentiated Instruction FINAL.pptxINACT Module 6 Top Teacher Skills for Differentiated Instruction FINAL.pptx
INACT Module 6 Top Teacher Skills for Differentiated Instruction FINAL.pptx
 
Power Pointpresentatie 2 Competenties
Power Pointpresentatie 2 CompetentiesPower Pointpresentatie 2 Competenties
Power Pointpresentatie 2 Competenties
 
Masterthesis P.W. van Schaik
Masterthesis P.W. van SchaikMasterthesis P.W. van Schaik
Masterthesis P.W. van Schaik
 
ADI in de MVT les
ADI in de MVT lesADI in de MVT les
ADI in de MVT les
 
Presentatie ICT Praktijk Nederlands
Presentatie ICT Praktijk NederlandsPresentatie ICT Praktijk Nederlands
Presentatie ICT Praktijk Nederlands
 
ICT Praktijk Zuyderzee College
ICT Praktijk Zuyderzee CollegeICT Praktijk Zuyderzee College
ICT Praktijk Zuyderzee College
 
2018 mspav1 spreken en luisteren in het onderwijs.
2018 mspav1 spreken en luisteren in het onderwijs.2018 mspav1 spreken en luisteren in het onderwijs.
2018 mspav1 spreken en luisteren in het onderwijs.
 
INACT Module 2 What are the Learning styles in Differentiated Instruction_FIN...
INACT Module 2 What are the Learning styles in Differentiated Instruction_FIN...INACT Module 2 What are the Learning styles in Differentiated Instruction_FIN...
INACT Module 2 What are the Learning styles in Differentiated Instruction_FIN...
 
Classroom Language Ppt 2007
Classroom Language Ppt 2007Classroom Language Ppt 2007
Classroom Language Ppt 2007
 
Hoe meer te halen uit de Kijk- en Luistertoetsen MVT?
Hoe meer te halen uit de Kijk- en Luistertoetsen MVT?Hoe meer te halen uit de Kijk- en Luistertoetsen MVT?
Hoe meer te halen uit de Kijk- en Luistertoetsen MVT?
 
Kletsen over clil
Kletsen over clilKletsen over clil
Kletsen over clil
 
Vakditdactiek informatica opdracht hoofdstuk 7
Vakditdactiek informatica opdracht hoofdstuk 7 Vakditdactiek informatica opdracht hoofdstuk 7
Vakditdactiek informatica opdracht hoofdstuk 7
 
Pop pap eva
Pop pap evaPop pap eva
Pop pap eva
 

Mais de Jordi Casteleyn

Studiedag neerlandistiek
Studiedag neerlandistiekStudiedag neerlandistiek
Studiedag neerlandistiekJordi Casteleyn
 
Voorbij het geklaag. taalonderwijs als verzetsdaad.
Voorbij het geklaag. taalonderwijs als verzetsdaad. Voorbij het geklaag. taalonderwijs als verzetsdaad.
Voorbij het geklaag. taalonderwijs als verzetsdaad. Jordi Casteleyn
 
"The techniques of theatre are the techniques of communicating" Improving pub...
"The techniques of theatre are the techniques of communicating" Improving pub..."The techniques of theatre are the techniques of communicating" Improving pub...
"The techniques of theatre are the techniques of communicating" Improving pub...Jordi Casteleyn
 
Extra kansen voor nieuwkomers: Wat werkt in leesonderwijs aan laaggeletterde ...
Extra kansen voor nieuwkomers: Wat werkt in leesonderwijs aan laaggeletterde ...Extra kansen voor nieuwkomers: Wat werkt in leesonderwijs aan laaggeletterde ...
Extra kansen voor nieuwkomers: Wat werkt in leesonderwijs aan laaggeletterde ...Jordi Casteleyn
 
Creëer je eigen poëziecanon. Op weg naar een wetenschappelijke basis voor poë...
Creëer je eigen poëziecanon. Op weg naar een wetenschappelijke basis voor poë...Creëer je eigen poëziecanon. Op weg naar een wetenschappelijke basis voor poë...
Creëer je eigen poëziecanon. Op weg naar een wetenschappelijke basis voor poë...Jordi Casteleyn
 
Bevindingen uit onderzoek: Wat weten we wel en niet?
Bevindingen uit onderzoek: Wat weten we wel en niet?Bevindingen uit onderzoek: Wat weten we wel en niet?
Bevindingen uit onderzoek: Wat weten we wel en niet?Jordi Casteleyn
 
Casteleyn playing with improv theatre to battle public speaking stress
Casteleyn playing with improv theatre to battle public speaking stressCasteleyn playing with improv theatre to battle public speaking stress
Casteleyn playing with improv theatre to battle public speaking stressJordi Casteleyn
 
Don’t mind the future. try not to understand it. Een duidelijk voortgezet ond...
Don’t mind the future. try not to understand it. Een duidelijk voortgezet ond...Don’t mind the future. try not to understand it. Een duidelijk voortgezet ond...
Don’t mind the future. try not to understand it. Een duidelijk voortgezet ond...Jordi Casteleyn
 
Creëer je eigen poëzie-canon. Op weg naar een wetenschappelijke basis voor po...
Creëer je eigen poëzie-canon. Op weg naar een wetenschappelijke basis voor po...Creëer je eigen poëzie-canon. Op weg naar een wetenschappelijke basis voor po...
Creëer je eigen poëzie-canon. Op weg naar een wetenschappelijke basis voor po...Jordi Casteleyn
 
Improvisatietheater spelen om spreekangst te verminderen
Improvisatietheater spelen om spreekangst te verminderen Improvisatietheater spelen om spreekangst te verminderen
Improvisatietheater spelen om spreekangst te verminderen Jordi Casteleyn
 
Why teach literature? The impact on academic achievement and literature appre...
Why teach literature? The impact on academic achievement and literature appre...Why teach literature? The impact on academic achievement and literature appre...
Why teach literature? The impact on academic achievement and literature appre...Jordi Casteleyn
 
De rol van boeken lezen voor studiesucces in het hoger onderwijs
De rol van boeken lezen voor studiesucces in het hoger onderwijsDe rol van boeken lezen voor studiesucces in het hoger onderwijs
De rol van boeken lezen voor studiesucces in het hoger onderwijsJordi Casteleyn
 
Playing with improv theatre to battle public speaking anxiety
Playing with improv theatre to battle public speaking anxietyPlaying with improv theatre to battle public speaking anxiety
Playing with improv theatre to battle public speaking anxietyJordi Casteleyn
 
De toekomst van onderzoek naar NT2-onderwijs. Zoektocht naar een plek tussen ...
De toekomst van onderzoek naar NT2-onderwijs. Zoektocht naar een plek tussen ...De toekomst van onderzoek naar NT2-onderwijs. Zoektocht naar een plek tussen ...
De toekomst van onderzoek naar NT2-onderwijs. Zoektocht naar een plek tussen ...Jordi Casteleyn
 
Edulearn 15 laire casteleyn mottart digital media writing tools the theory of...
Edulearn 15 laire casteleyn mottart digital media writing tools the theory of...Edulearn 15 laire casteleyn mottart digital media writing tools the theory of...
Edulearn 15 laire casteleyn mottart digital media writing tools the theory of...Jordi Casteleyn
 
Taaldag 2015 Casteleyn & Devos - Werken aan presentietechnieken van leerlinge...
Taaldag 2015 Casteleyn & Devos - Werken aan presentietechnieken van leerlinge...Taaldag 2015 Casteleyn & Devos - Werken aan presentietechnieken van leerlinge...
Taaldag 2015 Casteleyn & Devos - Werken aan presentietechnieken van leerlinge...Jordi Casteleyn
 
Taaldag 2015 Devos & Casteleyn Storyboarding & leren presenteren
Taaldag 2015 Devos & Casteleyn Storyboarding & leren presenterenTaaldag 2015 Devos & Casteleyn Storyboarding & leren presenteren
Taaldag 2015 Devos & Casteleyn Storyboarding & leren presenterenJordi Casteleyn
 
Hsn2014 storyboarding & leren presenteren
Hsn2014 storyboarding & leren presenterenHsn2014 storyboarding & leren presenteren
Hsn2014 storyboarding & leren presenterenJordi Casteleyn
 
Eindtermen 3de graad ASO en begincompetenties hoger onderwijs: symbiose of di...
Eindtermen 3de graad ASO en begincompetenties hoger onderwijs: symbiose of di...Eindtermen 3de graad ASO en begincompetenties hoger onderwijs: symbiose of di...
Eindtermen 3de graad ASO en begincompetenties hoger onderwijs: symbiose of di...Jordi Casteleyn
 
HSN27 Bart Devos & Jordi Casteleyn
HSN27 Bart Devos & Jordi CasteleynHSN27 Bart Devos & Jordi Casteleyn
HSN27 Bart Devos & Jordi CasteleynJordi Casteleyn
 

Mais de Jordi Casteleyn (20)

Studiedag neerlandistiek
Studiedag neerlandistiekStudiedag neerlandistiek
Studiedag neerlandistiek
 
Voorbij het geklaag. taalonderwijs als verzetsdaad.
Voorbij het geklaag. taalonderwijs als verzetsdaad. Voorbij het geklaag. taalonderwijs als verzetsdaad.
Voorbij het geklaag. taalonderwijs als verzetsdaad.
 
"The techniques of theatre are the techniques of communicating" Improving pub...
"The techniques of theatre are the techniques of communicating" Improving pub..."The techniques of theatre are the techniques of communicating" Improving pub...
"The techniques of theatre are the techniques of communicating" Improving pub...
 
Extra kansen voor nieuwkomers: Wat werkt in leesonderwijs aan laaggeletterde ...
Extra kansen voor nieuwkomers: Wat werkt in leesonderwijs aan laaggeletterde ...Extra kansen voor nieuwkomers: Wat werkt in leesonderwijs aan laaggeletterde ...
Extra kansen voor nieuwkomers: Wat werkt in leesonderwijs aan laaggeletterde ...
 
Creëer je eigen poëziecanon. Op weg naar een wetenschappelijke basis voor poë...
Creëer je eigen poëziecanon. Op weg naar een wetenschappelijke basis voor poë...Creëer je eigen poëziecanon. Op weg naar een wetenschappelijke basis voor poë...
Creëer je eigen poëziecanon. Op weg naar een wetenschappelijke basis voor poë...
 
Bevindingen uit onderzoek: Wat weten we wel en niet?
Bevindingen uit onderzoek: Wat weten we wel en niet?Bevindingen uit onderzoek: Wat weten we wel en niet?
Bevindingen uit onderzoek: Wat weten we wel en niet?
 
Casteleyn playing with improv theatre to battle public speaking stress
Casteleyn playing with improv theatre to battle public speaking stressCasteleyn playing with improv theatre to battle public speaking stress
Casteleyn playing with improv theatre to battle public speaking stress
 
Don’t mind the future. try not to understand it. Een duidelijk voortgezet ond...
Don’t mind the future. try not to understand it. Een duidelijk voortgezet ond...Don’t mind the future. try not to understand it. Een duidelijk voortgezet ond...
Don’t mind the future. try not to understand it. Een duidelijk voortgezet ond...
 
Creëer je eigen poëzie-canon. Op weg naar een wetenschappelijke basis voor po...
Creëer je eigen poëzie-canon. Op weg naar een wetenschappelijke basis voor po...Creëer je eigen poëzie-canon. Op weg naar een wetenschappelijke basis voor po...
Creëer je eigen poëzie-canon. Op weg naar een wetenschappelijke basis voor po...
 
Improvisatietheater spelen om spreekangst te verminderen
Improvisatietheater spelen om spreekangst te verminderen Improvisatietheater spelen om spreekangst te verminderen
Improvisatietheater spelen om spreekangst te verminderen
 
Why teach literature? The impact on academic achievement and literature appre...
Why teach literature? The impact on academic achievement and literature appre...Why teach literature? The impact on academic achievement and literature appre...
Why teach literature? The impact on academic achievement and literature appre...
 
De rol van boeken lezen voor studiesucces in het hoger onderwijs
De rol van boeken lezen voor studiesucces in het hoger onderwijsDe rol van boeken lezen voor studiesucces in het hoger onderwijs
De rol van boeken lezen voor studiesucces in het hoger onderwijs
 
Playing with improv theatre to battle public speaking anxiety
Playing with improv theatre to battle public speaking anxietyPlaying with improv theatre to battle public speaking anxiety
Playing with improv theatre to battle public speaking anxiety
 
De toekomst van onderzoek naar NT2-onderwijs. Zoektocht naar een plek tussen ...
De toekomst van onderzoek naar NT2-onderwijs. Zoektocht naar een plek tussen ...De toekomst van onderzoek naar NT2-onderwijs. Zoektocht naar een plek tussen ...
De toekomst van onderzoek naar NT2-onderwijs. Zoektocht naar een plek tussen ...
 
Edulearn 15 laire casteleyn mottart digital media writing tools the theory of...
Edulearn 15 laire casteleyn mottart digital media writing tools the theory of...Edulearn 15 laire casteleyn mottart digital media writing tools the theory of...
Edulearn 15 laire casteleyn mottart digital media writing tools the theory of...
 
Taaldag 2015 Casteleyn & Devos - Werken aan presentietechnieken van leerlinge...
Taaldag 2015 Casteleyn & Devos - Werken aan presentietechnieken van leerlinge...Taaldag 2015 Casteleyn & Devos - Werken aan presentietechnieken van leerlinge...
Taaldag 2015 Casteleyn & Devos - Werken aan presentietechnieken van leerlinge...
 
Taaldag 2015 Devos & Casteleyn Storyboarding & leren presenteren
Taaldag 2015 Devos & Casteleyn Storyboarding & leren presenterenTaaldag 2015 Devos & Casteleyn Storyboarding & leren presenteren
Taaldag 2015 Devos & Casteleyn Storyboarding & leren presenteren
 
Hsn2014 storyboarding & leren presenteren
Hsn2014 storyboarding & leren presenterenHsn2014 storyboarding & leren presenteren
Hsn2014 storyboarding & leren presenteren
 
Eindtermen 3de graad ASO en begincompetenties hoger onderwijs: symbiose of di...
Eindtermen 3de graad ASO en begincompetenties hoger onderwijs: symbiose of di...Eindtermen 3de graad ASO en begincompetenties hoger onderwijs: symbiose of di...
Eindtermen 3de graad ASO en begincompetenties hoger onderwijs: symbiose of di...
 
HSN27 Bart Devos & Jordi Casteleyn
HSN27 Bart Devos & Jordi CasteleynHSN27 Bart Devos & Jordi Casteleyn
HSN27 Bart Devos & Jordi Casteleyn
 

Wat werkt in leesonderwijs aan laaggeletterde anderstalige jongeren?

  • 1. Jordi Casteleyn & Marit Trioen Antwerp School of Education
 uantwerpen.be/extra-kansen: Wat werkt in leesonderwijs aan laaggeletterde anderstalige jongeren?
  • 3. 7 AANBEVELING 1 Leg de lat hoog voor woordenschat via expli- ciete, weldoordachte en rijke instructie. Ver- trek vanuit ruime, relevante thema’s en bied actieve werkvormen aan die zowel een brede als een diepe woordenschatkennis stimuleren. Achtergrond Wie zich in een nieuwe taal uit de slag wil trekken, moet over een ruime woordenschat beschikken. Een lezer moet ongeveer 95% van de woorden in een authentieke tekst kennen om tot tekstbegrip te kunnen komen3 . Omgerekend in aantal woorden betekent dat zo’n 5000 lexicale items. Voor anderstalige jongeren, die zich voorbereiden op een schoolloopbaan in deze nieuwe taal, volstaat dit aantal niet. Zij hebben ook nog enkele honderden school- en vaktaalwoorden nodig. Het is, niet in het minst voor laaggeletterde jongeren, onbegonnen werk om op korte tijd zoveel woorden te leren. Wel is het haalbaar om een brede, stevig verankerde basiswoordenschat te verwerven. Dit faciliteert het latere woordleren en kan via expliciete, weldoordachte en rijke woordenschatinstructie gestimuleerd worden. Hoewel woordenschatverwerving binnen het tweedetaalonderzoek een sterk onderzocht domein is4 , be- staan weinig studies over dit thema bij laaggeletterden. Onderstaande richtlijnen gelden dus ook voor ge- letterde leerlingen; waar mogelijk zijn nuances, tips en concrete werkvormen voor laaggeletterden aange- bracht. In de praktijk 1. Weet welke woorden je aanleert Een taal als het Nederlands bestaat uit een kleine groep hoogfrequente en een grote groep laagfre- quente woorden. Hoogfrequente woorden zijn be- perkt in aantal (ongeveer 5000 items) en komen zeer dikwijls voor, zowel in algemeen als in domein- - den dus zeer vaak tegen, niet alleen op school maar ook daarbuiten. Bovendien heb je deze woorden ook nodig om minder frequente woorden te verklaren . Het spreekt voor zich dat nieuwkomers in de ont- haalklas zoveel mogelijk van deze woorden leren. Hiervoor is expliciete instructie nodig, aangevuld met impliciete herhaling. Kader 1.1. gaat dieper in over het verschil tussen expliciet en impliciet woord- leren. De grote groep laagfrequente woorden, die contexten, maakt in de regel geen onderdeel uit van het woordenschatprogramma in de onthaalklas. Deze woorden kunnen wel opduiken in bijv. lees- en luisterteksten, maar hoeven niet verworven te wor- den. School- en/of vaktaalwoorden vormen hierop een uitzondering. Zodra de leerlingen over voldoen- de woordenschat beschikken om de verklaringen van deze woorden te begrijpen en oefenen, kunnen deze ook stapsgewijs en systematisch aangebracht wor- den. Veel hangt natuurlijk af van het beoogde traject van de leerlingen. Een leerling die zich op een door- stroom naar het deeltijdse onderwijs voorbereidt, heeft schooltaalwoorden minder nodig dan een klas- genoot die nog een volledig traject in het voltijdse onderwijs voor de boeg heeft. 18 3. Help leerlingen stap voor stap luisterstrategieën te ontwikkelen Luistervaardige leerlingen gebruiken talige en niet-talige informatie om tot luisterbegrip te komen. Wanneer zij een deel van de boodschap niet begrij- pen, doen ze bovendien een beroep op luisterstrate- gieën. Deze strategieën helpen om een gebrek aan luistervaardigheid te compenseren en verbeteren zo tegelijk de luistervaardigheid. Kader 2.1. lijst de be- langrijkste luisterstrategieën14 op. Laaggeletterde leerlingen hebben geen ervaring met leerstrategieën. Expliciete instructie is dus vereist15 . Opnieuw baan je de weg voor begrijpend lezen, want luister- en leesstrategieën functioneren op een gelijkaardige manier. Mogelijke werkvormen waar- mee je op verschillende luisterstrategieën tegelijk oefent zijn de inhoud van een luisterverhaal voor- spellen op basis van een teken-TPR (Voorbeeld 1.4.), DILIT-luisteren (Voorbeeld 2.3.) en een luisterfrag- ment voorbereiden met Ik zie, ik denk, ik vraag me af (Voorbeeld 2.4.). [Kader 2.1.] Luisterstrategieën16 1. Voorspellen waarover een luistertekst zal gaan 2. Voorkennis activeren 4. Begrepen woorden en fragmenten tot een beteke- nisvol geheel puzzelen 5. Doelgericht luisteren (ik ga letten op ...) 6. Het eigen luisteren monitoren en het luisterbegrip controleren (heb ik het juist begrepen?) [Voorbeeld 2.4.] Luisterstrategieën: ik zie, ik denk, ik vraag me af Met deze werkvorm oefenen de leerlingen verschil- lende strategieën tegelijk: gericht kijken, ontbreken- de informatie invullen, de inhoud van het luistertekst voorspellen en gericht luisteren. In het uitgewerkte voorbeeld vertrekken we van een prentenboek, maar je kan ook werken met de stills van een video of foto’s van een beeldverhaal. 1. Kies een prent uit het boek. Dat kan de cover zijn of een andere prent die de nieuwsgierigheid van de leerlingen prikkelt en iets over de inhoud van het ver- haal vertelt. 2. Laat de leerlingen, alleen of per twee, gericht kij- ken naar de prent aan de hand van het sjabloon in Bijlage A. Dit kan schriftelijk of mondeling. Ik zie = de leerlingen mogen enkel registreren wat ze zien, dus niet interpreteren Ik denk = de leerlingen voorspellen de inhoud op basis van wat ze zien Ik vraag me af = de leerlingen monitoren het eigen begrip 3. De leerlingen wisselen per twee hun antwoorden uit. Vaak ontstaat hier discussie omdat de leerlingen de prent op een andere manier interpreteren. Dat is prima, want de leerlingen zullen gerichter luiste- ren naar het verhaal en oefenen ondertussen hun spreekvaardigheid. Stuur als leerkracht de verschil- lende interpretaties niet, maar moedig de leerlingen wel aan om hun visie te onderbouwen. 4. Lees het verhaal voor. 5. Koppel het verhaal terug aan de voorspellingen en vragen van de leerlingen.
  • 4. Paul staat in de file. Hij is bang dat zijn dochter al vertrokken is. “ lezen, 
 een complexe vaardigheid
  • 5. Paul staat in de file. Hij is bang dat zijn dochter al vertrokken is. “ decoderen, dus niet <slaat> Eetu on asunut Ruotsin kaupungissa Gävlenissä pitkään.!
  • 6. Paul staat in de file. Hij is bang dat zijn dochter al vertrokken is. “ decoderen, dus niet <slaat> betekenis activeren
  • 7. Paul staat in de file. Hij is bang dat zijn dochter al vertrokken is. “ decoderen, dus niet <slaat> betekenis activeren causale relaties
  • 8. Ik zit op de bus.! Een man komt naar mij.! Zijn baard is vuil.! Hij kijkt boos.! mijn papa de sint ik weet het niet van de man
  • 9. Paul staat in de file. Hij is bang dat zijn dochter al vertrokken is. “ decoderen, dus niet <slaat> betekenis activeren causale relaties achtergrondkennis
  • 10.
  • 11. van ik tot fitness
  • 12.
  • 13. 1 Leer leerlingen hoe ze strategieën voor begrijpend lezen kunnen gebruiken. • Leer leerlingen hoe ze verschillende op onderzoek gebaseerde begrijpend leesstrategieën moeten gebruiken. • Leer leerlingen begrijpend leesstrategieën, afzonderlijk of in combinatie. • Leer leerlingen begrijpend leesstrategieën door geleidelijk de verantwoordelijkheid als lesgever los te laten. 2 Leer leerlingen om de organisatiestructuur van de tekst te identificeren en te gebruiken om inhoud te begrijpen, te leren en te onthouden. • Leg uit hoe u de delen van verhalende teksten kunt identificeren en verbinden. • Geef instructies over gemeenschappelijke structuren van informatieve teksten. 3 Leid leerlingen door een gerichte, hoogwaardige discussie over de betekenis van tekst. • Structureer de discussie zodat die aan de tekst, het instructiedoel en het niveau van de leerlinge en het jaar aangepast zijn. • Ontwikkel discussievragen waarbij leerlingen goed moeten nadenken over tekst. • Stel vervolgvragen om discussie aan te moedigen en te vergemakkelijken. • Laat leerlingen gestructureerde discussies in kleine groepen leiden. 4 Selecteer doelbewust teksten om de ontwikkeling van het begrip te ondersteunen. • Leer begrijpend lezen met verschillende tekstgenres. • Kies teksten van hoge kwaliteit met rijkdom en diepgang van ideeën en informatie. • Kies teksten met woordherkenning en begripsmoeilijkheden die geschikt zijn voor het leesvermogen van de leerlingen en de educatieve activiteit. • Gebruik teksten die het doel van instructie ondersteunen. 5 Breng een boeiende en motiverende context tot stand waarin men begrijpend lezen kunt leren. • Help leerlingen het doel en de voordelen van lezen te ontdekken. • Creëer kansen voor leerlingen om zichzelf te zien als succesvolle lezers. • Geef leerlingen leeskeuzes. • Geef leerlingen de kans om te leren door samen te werken met hun collega-leerlingen.
  • 14.
  • 15.
  • 17.
  • 18. Stap 1 Waar woon jij? Woon je ver van je werk of dichtbij? Hoe kom je naar je werk? Vind je dat leuk? Waarom (niet)? Kom je alleen naar je werk, of samen? Met wie? Ga je met de bus/tram? Welk nummer heeft jouw bus/tram? Is het druk op de bus/tram? Kan je zitten of moet je staan? Moet je lang stappen? Om hoe laat vertrek je naar je werk? Stap 2 • Herhaal de woorden B.v.: sorteeropdracht, wie ben ik, aanvulzinnen • Bied nieuwe woorden aan Stap 3 Learner-generated teksten
  • 19. Stap 1 Waar woon jij? Woon je ver van je werk of dichtbij? Hoe kom je naar je werk? Vind je dat leuk? Waarom (niet)? Kom je alleen naar je werk, of samen? Met wie? Ga je met de bus/tram? Welk nummer heeft jouw bus/tram? Is het druk op de bus/tram? Kan je zitten of moet je staan? Moet je lang stappen? Om hoe laat vertrek je naar je werk? Stap 2 • Herhaal de woorden B.v.: sorteeropdracht, wie ben ik, aanvulzinnen • Bied nieuwe woorden aan Stap 3 Learner-generated teksten
  • 20. Leerkracht: ‘Wat doe je als je thuis een woord in een tekst niet begrijpt?’ Amadou: ‘Niets, ik lees gewoon verder.’ Leerkracht: ‘En als je veel woorden niet kent en daardoor niet goed weet waarover de tekst gaat?’ Amadou: ‘Dan stop ik met lezen en ga ik voetballen of zo.’
  • 21. • Weet welke woorden je aanleert • Breng woordenschat in brede, concrete, relevante thema’s aan en niet in enge semantische categorieën • Werk zowel aan een brede als aan een diepe woordenschatkennis • Laat leerlingen woordenschat actief inoefenen • Breng woordleerstrategieën aan
  • 22. 1.Leg de lat hoog voor woordenschat via expliciete, weldoordachte en rijke instructie 2.Zet in een eerste fase sterk in op de mondelinge taalvaardigheid 3.Zorg voor evenwichtige leesinstructie waarin het leren decoderen hand in hand gaat met het leren begrijpen en het aanwakkeren van leesplezier drie aanbevelingen
  • 23.
  • 24. Ȧr 1960 var Maj-Britt Söderberg 30 år. Hon levde ensam med en dotter - det var Marie. Hon hyrde en tvåa i Algutsboda i Småland. Den kostade 290 kr i månaden. Varje dag cyklade hon 7 km till arbetet. Hon paketerade glas och tjänade 1 700 kr i månaden. Dessutom hade hon en pension och barnbidrag; tillsammans 600 kronor i månaden. Varje månad sparade hon 200 kr till en teve. På sommarlovet åkte de på semester. Pengarna räckte till en resa till Stockholm eller Göteborg eller morfar i Halmstad.
  • 25. In 1960 was Maj-Britt Söderberg 30 jaar. Ze woonde alleen met een haar dochter, Marie. Ze huurde een tweekamerflat in Algutsboda in Småland. Die kostte 290 kronen per maand. Elke dag fietste ze 7 kilometer naar het werk. Ze verpakte glas en verdiende 1700 kronen per maand. Bovendien had ze een pensioen en kinderbijslag; samen 600 kronen per maand. Elke maand spaarde ze 200 kronen voor een tv. In de zomervakantie gingen ze op reis. Het geld volstond voor een reis naar Stockholm of Göteborg of opa in Halmstad.
  • 29. Fozia, Ghazale & Nesar 1. Jij hoort dat nog wel. 2. Met wie spreek ik? 3. De taxi is er nog niet. 4. Is die bruine jas van jou? 5. Ik heb geen vuur. 6. Waar gaat de film over? 7. Maar ik heb ze nu nodig. 8. Ik heb nog bier in huis. 9. Hoe voelt hij zich? 10. Zij houdt van dat soort films.
  • 30. • begrijpen ze de tekst? • eenvoudig Nederlands: monosyllaben, maar wel specifiek Nederlandse klanken • technisch lezen: hakken en plakken • gesproken taal: 3000 woorden geschreven taal: 5000 woorden • na hoeveel uur les Nederlands? Hoe lezen Fozia, Ghazale & Nesar?
  • 31. Maatschappelijk Informeel 1 Voorbeeldexamen Deel C Instructieblad voor de kandidaat Taak 1 Dagje Rotterdam U bent op bezoek bij vrienden in Gouda. U maakt een uitstap naar Rotterdam. Als u terug bent, vertelt u aan uw vriend wat er is gebeurd. Voorbereiding – Bekijk de tekeningen hieronder en op de volgende pagina. – Kijk goed wat er allemaal is gebeurd. – U hebt 2 minuten om het gesprek voor te bereiden. – U mag aantekeningen in trefwoorden maken om tijdens het gesprek te gebruiken. Gesprek – Vertel wat er allemaal is misgegaan. – Vertel iets over elke tekening. – Beantwoord daarna de vragen van uw vriend. – Het gesprek duurt ongeveer 5 minuten. Let op! U mag de antwoorden op de vragen van uw vriend zelf bedenken. 7’ 1 2
  • 32. https://www.youtube.com/channel/UCu7qsdVTUWcI_PclOr8z51Q Nederlands leren spreken is lastig als de typisch Nederlandse klanken voor jou niet bestaan
  • 33. bijvoorbeeld, de volgende klanken bestaan niet in het Arabisch … • de i van wit • de ee van keel • de ei/ij van blij • de oo van rook • de u van bus • de uu van duur • de eu van leuk • de ui van huis • Manhaeve (2020)
  • 34.
  • 35. bijvoorbeeld, de volgende klanken bestaan niet in het Arabisch … • de i van wit • de ee van keel • de ei/ij van blij • de oo van rook • de u van bus • de uu van duur • de eu van leuk • de ui van huis • Manhaeve (2019)
  • 36. waarom zijn logopedie en taalonderwijs aparte trajecten? ?
  • 39. Kleuteronderwijs • Fonemisch bewustzijn • Letter en klank • Luistercompetentie • Ontwikkeling van woordenkennis ‘Grade 1’ (jaar 1) • Fonemisch bewustzijn • Leermethode om expliciet letters met klanken te verbinden • Vlotheid (hoogfrequente woorden) • Vlotheid (van tekst lezen, vanaf tweede deel van het jaar) • Woordenkennis • Begrip ‘Grade 2’ (jaar 2) • Leermethode om expliciet letters met klanken te verbinden • Vlotheid (van tekst lezen) • Woordenkennis • Begrip bouwstenen voor begrijpend lezen
  • 40. The foundation of reading comprehension is provided by oral language: Vocabulary, grammar, and narrative skills at school entry and beyond predict later reading comprehension. Even before children can read, interventions that target oral language lead to improvements in reading comprehension. This is an important observation and underlines the idea that not all teaching to improve reading comprehension needs to involve written text. “ Castles et al. (2018)
  • 41.
  • 42. • Werk aan de verstavaardigheid van de leerlingen • Ontwikkel via begrijpend luisteren de vaardigheden die de weg banen voor leesbegrip • Help leerlingen stap voor stap luisterstrategieën te ontwikkelen • Help leerlingen de verbanden tussen woorden in een zin en tussen zinnen te ontdekken
  • 43. 1.Leg de lat hoog voor woordenschat via expliciete, weldoordachte en rijke instructie 2.Zet in een eerste fase sterk in op de mondelinge taalvaardigheid 3.Zorg voor evenwichtige leesinstructie waarin het leren decoderen hand in hand gaat met het leren begrijpen en het aanwakkeren van leesplezier drie aanbevelingen
  • 44. 1.Leg de lat hoog voor woordenschat via expliciete, weldoordachte en rijke instructie 2.Zet in een eerste fase sterk in op de mondelinge taalvaardigheid 3.Zorg voor evenwichtige leesinstructie waarin het leren decoderen hand in hand gaat met het leren begrijpen en het aanwakkeren van leesplezier drie aanbevelingen
  • 45. wat als er geen ideale wereld is? Baye, Lake, Inns, & Slavin (in press) Gersten et al. (2008) Graham, et al. (2016) Slavin, et al. (2019)
  • 46. wat als er geen ideale wereld is? detectie van leesproblemen • alle leerlingen • begin en midden van het jaar • o.a. via gevalideerde testen
  • 47. wat als er geen ideale wereld is? detectie van leesproblemen • alle leerlingen • begin en midden van het jaar • o.a. via gevalideerde testen interventie om leesproblemen op te lossen • maximum 3 bouwstenen per sessie • 3 tot 5 keer per week • 20 tot 40 minuten per sessie • vormen: coöperatief leren & tutoring (1 op 1, kleine groepjes)
  • 48. Wat doe je beter niet? (pas eerst de andere richtlijnen toe)
  • 49. Wat doe je beter niet? (pas eerst de andere richtlijnen toe) • investeren in technologie • extra vrije uren creëren om te lezen (of schrijven) • een nieuwe schoolbibliotheek zetten (en niets meer)
  • 50. Wat doe je beter niet? (pas eerst de andere richtlijnen toe) • investeren in technologie • extra vrije uren creëren om te lezen (of schrijven) • een nieuwe schoolbibliotheek zetten (en niets meer) Beter: “socially and cognitively engaging instruction” “writing should be exciting, social, and noisy, 
 but well-structured”
  • 52. De richtlijnen gelden niet altijd, en niet voor iedereen Elke klascontext is uniek en elke leerling heeft een eigen profiel. Een bepaalde opdracht kan in de ene groep perfect werken, maar kan in een andere groep veel minder succes oogsten. Een sterke bedenking
  • 53. • leren lezen hoeft niet altijd bij een geschreven tekst te starten • de aanbevelingen worden best met elkaar en andere praktijken verbonden • geen enkele aanbeveling werkt altijd perfect, want elke klascontext is uniek Tot slot
  • 54. Jordi Casteleyn & Marit Trioen Antwerp School of Education
 jordi.casteleyn@uantwerpen.be
 marit.trioen@portusberkenboom.be jordi_casteleyn
 www.slideshare.net/jordi013 uantwerpen.be/extra-kansen