SlideShare uma empresa Scribd logo
1 de 23
Kenniscentrum Infomil




Voedingsmiddelen
onder algemene
regels


22 en 27 november 2012 Margreet van der Honing
                       Rommy Ytsma
Inhoud presentatie

Voedingsmiddelen: 3 categorieën
Voedingsmiddelenindustrie
• Grenzen vergunningplicht
• Meldingsvereisten
• Wegwijs in voorschriften Activiteitenbesluit op het gebied van:
           > Stof
           > Lozingen
           > Opslagvoorzieningen en installaties
           > Geur
• Van vergunning naar Activiteitenbesluit

• Casus Bakkerij Cornelis

2
Voedingsmiddelen onder Activiteitenbesluit

 Soort apparatuur niet
                                                Derde tranche:
 meer bepalend voor
                                                ca. 600 bedrijven
 vergunningplicht.
                                                geen vergunning
                                                meer nodig




Onder IPPC-drempels
Uitgezonderd:                       Onder IPPC-drempels
• Slachten van meer dan 10.000 kg   Uitgezonderd productie van:
  levend gewicht per week           • diervoeder
• Verwerken van dierlijke           • oliën en vetten
  bijproducten                      • zetmeel, suiker en alcohol

  3
Grenzen vergunningplicht (1)

  • IPPC/RIE: categorie 6.4 Bijlage 1 van de richtlijn

     Fabricage levensmiddelen:

     - alleen dierlijke grondstoffen: >75 ton/dag eindproducten
     - alleen plantaardige grondstoffen: >300 of >600 ton/dag
                                                      eindproducten
     - dierlijke en plantaardige grondstoffen: >75 ton/dag of meer
                        afhankelijk van aandeel dierlijk materiaal
     - uitsluitend melk: >200 ton/dag (jaargemiddelde)
Grenzen vergunningplicht (2)

  • Productie van oliën, vetten: geen ondergrens
       Bor, Bijlage I, Onderdeel C, categorie 6.3
  • Productie van zetmeel, suiker en alcohol: geen ondergrens
       Bor, Bijlage I, Onderdeel C, categorie 9.4 onder f en g
  • Productie van diervoeder: uitzondering voor diervoeder voor
    dieren binnen de eigen inrichting
       Bor, Bijlage I, onderdeel C, categorie 9.4 onder a

  • Omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM) voor
    specifieke processen aangewezen in Besluit Mer
      Bor, artikel 2.2a, lid 1 onder a

  • Watervergunning nodig voor lozing van afvalwater afkomstig
    van sorteren, transporteren en verpakken van gewassen.
Meldingsvereisten voedingsmiddelenindustrie (1)
Geur
•   Beschrijving hoe nieuwe geurhinder wordt voorkomen (vormvrij)
    (AB art. 1.17, lid 2)


OPTIONEEL
• Bevoegd gezag kan op basis van de melding om een geuronderzoek
  vragen (indien aannemelijk is dat geurhinder kan optreden)
  (AB art. 1.17, lid 4)
• Bevoegd gezag kan met maatwerk meer geurhinder toestaan
Meldingsvereisten voedingsmiddelenindustrie (2)

Omvangrijke lozingen (AB art. 1.21)

•   5.000 inwonerequivalenten of meer aan zuurstofbindende stoffen
    (jaargemiddelde)

•   Gemiddelde en maximale omvang van de lozing per dag

•   Beheerder van de rioolwaterzuivering (meestal waterschap) kan
    dan beoordelen of aanvullende maatregelen nodig zijn.

•   Bevoegd gezag (meestal gemeente) kan aanvullende maatregelen
    voorschrijven via maatwerk (AB art. 3.139, lid 4)
Voedingsmiddelen onder Activiteitenbesluit
                                         Voorschriften in 3.6.3
                                         (NIEUW).
Voorschriften verhuisd van
4.8.3 naar 3.6.1.                        Soort apparatuur
                                         bepalend
Soort apparatuur bepalend
                                         3.6.3 niet van toepassing
Nu ook van toepassing op                 op IPPC-bedrijven
type C!

  Voorschriften verhuisd van
  4.8.4 naar 3.6.2.

  Nu ook van toepassing op
  type C!

  3.6.2 niet van toepassing op
  IPPC-bedrijven
   8
Bereiden voedingsmiddelen: 3.6.1 of 3.6.3?

3.6.1 Bereiden voedingsmiddelen
• Keukenapparatuur
• Grootkeukenapparatuur (professionele keukens)
• Charge-ovens bakkerijen
• Continu-ovens bakkerijen ≤ 400 kW

3.6.3 Industrieel vervaardigen of bewerken van voedingsmiddelen of dranken
• Continu-ovens bakkerijen > 400 kW
• Andere apparatuur dan genoemd in 3.6.1

Ambachtelijk bereiden > zorgplicht, artikel 2.1
Welke voorschriften waar? (1)
Specifieke activiteiten met voedingsmiddelen
• Afdeling 3.6 Voedingsmiddelen
   • 3.6.1 Bereiden van voedingsmiddelen (niet industrieel)
   • 3.6.2 Slachten van dieren, uitsnijden van vlees of vis of bewerken
      dierlijke bijproducten
   • 3.6.3 Industrieel vervaardigen of bewerken van voedingsmiddelen of
      dranken

Activiteiten die ook bij andere bedrijven voorkomen:
• 3.2.1 In werking hebben van een stookinstallatie
• 3.2.6 In werking hebben van een koelinstallatie
• 3.3.2 Wassen motorvoertuigen
• 3.4.3 Opslaan en overslaan van goederen
• 3.4.9 Opslaan van gasolie, smeerolie of afgewerkte olie in een
          bovengrondse opslagtank
Welke voorschriften waar? (2)
Activiteiten die ook bij andere bedrijven voorkomen (niet voor
 vergunningplichtige bedrijven):
• 4.1.1 Opslaan van gevaarlijke stoffen in verpakking
• 4.1.3 Opslaan van stoffen in opslagtanks
• 4.8.1 Inwendig reinigen of ontsmetten van transportmiddelen
• 4.8.6 Acculader
• 4.8.10 Laboratorium of praktijkruimte

Algemeen geregeld:
• Afdeling 2.4 Bodembescherming
• Afdeling 2.8 Geluidhinder (niet voor vergunningplichtige bedrijven)
• Afdeling 2.6 Energiebesparing (niet voor vergunningplichtige
                                                         bedrijven)
3.6.3: Eisen aan stofemissies (1)
Processen waarbij stof vrijkomt
• Drogen, malen, branden of roosteren van grondstoffen of
   voedingsmiddelen
• Mengen van goederen in stuifklasse S1, S2, S3 of S4


Emissie-eisen stof (AB art. 3.141, lid 1)
• 5 mg/m3 (massastroom >= 200 gram/uur)
• 50 mg/m3 (massastroom < 200 gram/uur)


Erkende maatregel: filtrerende afscheider (AR art. 3.106)
3.6.3: Eisen aan stofemissies (2)

Uitzondering voor hygroscopisch stof
• Maatwerkmogelijkheid conform oplegnotitie BREF
   Voedingsmiddelen (AB art. 3.141, lid 2)
   > emissieconcentratie maximaal 50 mg/m3

Doelmatige verspreiding van stofemissies
• doelmatige bronafzuiging (AR art. 3.107, lid 1)
• emissies bovendaks en omhooggericht afvoeren
                                             (AR art. 3.107, lid 2)
• maatwerk mogelijk voor ligging en uitvoering afvoerpunt van
  emissies naar de buitenlucht (AR art. 3.107, lid 3)
Lozingen: Systematiek Afvalwater
•    Lozing op vuilwaterriool toegestaan, mits voldaan aan:
     • Voldaan aan voorschriften hoofdstuk 3 en 4
     • Voldaan aan zorgplichtbepaling
     • Concretisering met maatwerkvoorschrift

•    Overige lozingen (directe lozingen en lozingen in
     schoonwaterriool) zijn verboden, tenzij:
     • Lozing geregeld in hoofdstuk 3 of 4 of
     • Toegestaan middels maatwerkvoorschrift (AB art. 2.2)
        > Bodemlozingen en lozingen op schoonwaterriool
     • Toegestaan op grond van Watervergunning
        > Directe lozing in het oppervlaktewater

14
3.6.3: Lozingen voedingsmiddelenindustrie (1)

•   Lozing zonder zuivering naar vuilwaterriool
    > gemeentelijke zorgplicht art. 10.33 Wm + redelijke inspanning
         bedrijf
    > gemeente kan lozing weigeren
    > nieuwe bedrijven: capaciteit RWZI belangrijk aspect in
         RO-spoor

•   Lozing met deelzuivering naar vuilwaterriool
    > voor nieuwe gevallen in beginsel niet toegestaan
    > toestaan mogelijk met maatwerk (AB art. 3.139, lid 4)
    > zuivering bedrijf moet aan BBT voldoen
    > beheerder RWZI (meestal waterschap) betrekken bij
    onderhandelingen over maatwerkvoorschriften
3.6.3 Lozingen voedingsmiddelenindustrie (2)

 Lozing op vuilwaterriool

 • Vetafscheider verplicht bij lozen van afvalwater afkomstig van het
   verwerken van olie, vet, zuivel, vlees of vis
3.6.3: Lozingen voedingsmiddelenindustrie (3)

•   Lozing met volledige zuivering naar oppervlaktewater

    > in niet aangewezen oppervlaktewater: Watervergunning vereist

    > in aangewezen oppervlaktewater

      - maatwerk nodig voor stoffen met saneringsinspanning A
      - lozing moet voldoen aan emissie-eisen (AB art. 3.138, lid 4)

•   Maatwerkmogelijkheden bij lozingen in oppervlaktewater
    > verruimen of aanscherpen van emissie-eisen
                                              (AB art. 3.138, lid 5)
    > niet gereguleerde stoffen (AB art. 2.1)
Opslagvoorzieningen en installaties
Opslag
Gasflessen (PGS 15)
Verpakte gevaarlijke stoffen (PGS 15)
Silo’s (stofemissies + lozingen)
Bovengrondse tanks (PGS 30 + bodembeschermende voorziening +
   lozingen)

Koel- en vriesinstallaties (van 4.2.1 naar 3.2.6)
Ammoniak – Eisen aan keuring en onderhoud (PGS 13)
Natuurlijke koudemiddelen – Eisen aan keuring en onderhoud

Stookinstallaties
BEMS ingebouwd in Activiteitenbesluit (3.2.1)
Definitie stookinstallatie > eisen aan keuring en onderhoud ovens
3.6.3: Geur
Artikel 3.140 Besluit

Nieuwe inrichting / uitbreiding:
• geen nieuwe geurhinder ter plaatse van geurgevoelige objecten
   (lid 1)
• via maatwerk: een bepaalde mate van nieuwe geurhinder
   toestaan (lid 2)

Bestaande situaties:
• indien overschrijding aanvaardbaar hinderniveau via maatwerk op
   basis van de NeR (lid 3):
   > een begrenzing aan de geurbelasting opleggen
   > technische voorzieningen eisen
   > gedragsregels vastleggen
Geur: aanvaardbaar hinderniveau

Uitkomst van het afwegingsproces van onder andere de volgende
aspecten:
• toetsingskader
• geurbelasting ter plaatse van geurgevoelige objecten
• aard en de waardering van de geur (hedonische waarde)
• klachtenpatroon
• huidige en verwachte hinder
• technische en financiële consequenties van maatregelen en
   gevolgen daarvan voor andere emissies
• zijn getroffen maatregelen voor luchtemissies overeenkomstig BBT
   uit BREFs en nationale BBT-documenten?
• lokale situatie (onder meer planologische ruimte, sociaal-
   economische aspecten en andere lokale afwegingen)
• historie van het bedrijf in zijn omgeving
Geur


                                  §3.6.1 en §3.6.2:          §3.6.3: industrieel
                             bereiden voedingsmiddelen   vervaardigen en bewerken
                                 slachten / uitsnijden     van voedingsmiddelen

waar geregeld                voornamelijk in REGELING       Alleen in BESLUIT
maatregelen                             ja                         nee
voorgeschreven
mogelijkheid eisen stellen              nee                         ja
aan geurbelasting
mogelijkheid vragen                     nee                         ja
geuronderzoek bij melding
direct handhaafbaar op                  ja                         nee
voorschriften
Van vergunning naar Activiteitenbesluit

       Het Activiteitenbesluit geldt meteen


       Vergunningvoorschriften blijven 3 jaar gelden als
        maatwerkvoorschrift, mits in Activiteitenbesluit mogelijkheid
        voor maatwerk
        bijv: bestaande lozingen vuilwaterriool, ligging en uitvoering
        afvoerpunten luchtemissies, geur
        Maatwerk o.b.v Activiteitenbesluit niet mogelijk en
Activiteitenbesluit strenger?
      Vergunningvoorschriften gelden 6 maanden als
maatwerkvoorschrift.
        niet verwacht bij voedingsmiddelenindustrie
23

Mais conteúdo relacionado

Mais de infomil

Polyesterharsverwerking ab in beweging webversie
Polyesterharsverwerking ab in beweging webversiePolyesterharsverwerking ab in beweging webversie
Polyesterharsverwerking ab in beweging webversieinfomil
 
Een veehouderij breidt uit
Een veehouderij breidt uitEen veehouderij breidt uit
Een veehouderij breidt uitinfomil
 
Presentatie schakel spoor agrarisch activiteiten.ppt
Presentatie schakel spoor agrarisch activiteiten.pptPresentatie schakel spoor agrarisch activiteiten.ppt
Presentatie schakel spoor agrarisch activiteiten.pptinfomil
 
Agrarische lozingen in het activiteitenbesluit zonder plaatjes
Agrarische lozingen in het activiteitenbesluit zonder plaatjesAgrarische lozingen in het activiteitenbesluit zonder plaatjes
Agrarische lozingen in het activiteitenbesluit zonder plaatjesinfomil
 
Presentatie schakel 24 1-2012
Presentatie schakel 24 1-2012Presentatie schakel 24 1-2012
Presentatie schakel 24 1-2012infomil
 
Besluit lozen buiten irichtingen
Besluit lozen buiten irichtingenBesluit lozen buiten irichtingen
Besluit lozen buiten irichtingeninfomil
 
2 ro spoor via pdf.ppt
2 ro spoor via pdf.ppt2 ro spoor via pdf.ppt
2 ro spoor via pdf.pptinfomil
 
2 ro spoor
2 ro spoor2 ro spoor
2 ro spoorinfomil
 
Gpp verlaging rekenuitleg
Gpp verlaging rekenuitlegGpp verlaging rekenuitleg
Gpp verlaging rekenuitleginfomil
 
6 swingt swung
6 swingt swung6 swingt swung
6 swingt swunginfomil
 
5 sanering rijkswegen en hoofdspoorwegen
5 sanering rijkswegen en hoofdspoorwegen5 sanering rijkswegen en hoofdspoorwegen
5 sanering rijkswegen en hoofdspoorwegeninfomil
 
4 het geluidregister
4 het geluidregister4 het geluidregister
4 het geluidregisterinfomil
 
7 gpp en de omgeving
7 gpp en de omgeving7 gpp en de omgeving
7 gpp en de omgevinginfomil
 
1 inleiding swung
1 inleiding swung1 inleiding swung
1 inleiding swunginfomil
 
3 wetgeving swung
3 wetgeving swung3 wetgeving swung
3 wetgeving swunginfomil
 

Mais de infomil (16)

Polyesterharsverwerking ab in beweging webversie
Polyesterharsverwerking ab in beweging webversiePolyesterharsverwerking ab in beweging webversie
Polyesterharsverwerking ab in beweging webversie
 
Een veehouderij breidt uit
Een veehouderij breidt uitEen veehouderij breidt uit
Een veehouderij breidt uit
 
Presentatie schakel spoor agrarisch activiteiten.ppt
Presentatie schakel spoor agrarisch activiteiten.pptPresentatie schakel spoor agrarisch activiteiten.ppt
Presentatie schakel spoor agrarisch activiteiten.ppt
 
Agrarische lozingen in het activiteitenbesluit zonder plaatjes
Agrarische lozingen in het activiteitenbesluit zonder plaatjesAgrarische lozingen in het activiteitenbesluit zonder plaatjes
Agrarische lozingen in het activiteitenbesluit zonder plaatjes
 
Presentatie schakel 24 1-2012
Presentatie schakel 24 1-2012Presentatie schakel 24 1-2012
Presentatie schakel 24 1-2012
 
Besluit lozen buiten irichtingen
Besluit lozen buiten irichtingenBesluit lozen buiten irichtingen
Besluit lozen buiten irichtingen
 
Webinar
WebinarWebinar
Webinar
 
2 ro spoor via pdf.ppt
2 ro spoor via pdf.ppt2 ro spoor via pdf.ppt
2 ro spoor via pdf.ppt
 
2 ro spoor
2 ro spoor2 ro spoor
2 ro spoor
 
Gpp verlaging rekenuitleg
Gpp verlaging rekenuitlegGpp verlaging rekenuitleg
Gpp verlaging rekenuitleg
 
6 swingt swung
6 swingt swung6 swingt swung
6 swingt swung
 
5 sanering rijkswegen en hoofdspoorwegen
5 sanering rijkswegen en hoofdspoorwegen5 sanering rijkswegen en hoofdspoorwegen
5 sanering rijkswegen en hoofdspoorwegen
 
4 het geluidregister
4 het geluidregister4 het geluidregister
4 het geluidregister
 
7 gpp en de omgeving
7 gpp en de omgeving7 gpp en de omgeving
7 gpp en de omgeving
 
1 inleiding swung
1 inleiding swung1 inleiding swung
1 inleiding swung
 
3 wetgeving swung
3 wetgeving swung3 wetgeving swung
3 wetgeving swung
 

Website versie voedingsmiddelenindustie november 2012

  • 1. Kenniscentrum Infomil Voedingsmiddelen onder algemene regels 22 en 27 november 2012 Margreet van der Honing Rommy Ytsma
  • 2. Inhoud presentatie Voedingsmiddelen: 3 categorieën Voedingsmiddelenindustrie • Grenzen vergunningplicht • Meldingsvereisten • Wegwijs in voorschriften Activiteitenbesluit op het gebied van: > Stof > Lozingen > Opslagvoorzieningen en installaties > Geur • Van vergunning naar Activiteitenbesluit • Casus Bakkerij Cornelis 2
  • 3. Voedingsmiddelen onder Activiteitenbesluit Soort apparatuur niet Derde tranche: meer bepalend voor ca. 600 bedrijven vergunningplicht. geen vergunning meer nodig Onder IPPC-drempels Uitgezonderd: Onder IPPC-drempels • Slachten van meer dan 10.000 kg Uitgezonderd productie van: levend gewicht per week • diervoeder • Verwerken van dierlijke • oliën en vetten bijproducten • zetmeel, suiker en alcohol 3
  • 4. Grenzen vergunningplicht (1) • IPPC/RIE: categorie 6.4 Bijlage 1 van de richtlijn Fabricage levensmiddelen: - alleen dierlijke grondstoffen: >75 ton/dag eindproducten - alleen plantaardige grondstoffen: >300 of >600 ton/dag eindproducten - dierlijke en plantaardige grondstoffen: >75 ton/dag of meer afhankelijk van aandeel dierlijk materiaal - uitsluitend melk: >200 ton/dag (jaargemiddelde)
  • 5. Grenzen vergunningplicht (2) • Productie van oliën, vetten: geen ondergrens Bor, Bijlage I, Onderdeel C, categorie 6.3 • Productie van zetmeel, suiker en alcohol: geen ondergrens Bor, Bijlage I, Onderdeel C, categorie 9.4 onder f en g • Productie van diervoeder: uitzondering voor diervoeder voor dieren binnen de eigen inrichting Bor, Bijlage I, onderdeel C, categorie 9.4 onder a • Omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM) voor specifieke processen aangewezen in Besluit Mer Bor, artikel 2.2a, lid 1 onder a • Watervergunning nodig voor lozing van afvalwater afkomstig van sorteren, transporteren en verpakken van gewassen.
  • 6. Meldingsvereisten voedingsmiddelenindustrie (1) Geur • Beschrijving hoe nieuwe geurhinder wordt voorkomen (vormvrij) (AB art. 1.17, lid 2) OPTIONEEL • Bevoegd gezag kan op basis van de melding om een geuronderzoek vragen (indien aannemelijk is dat geurhinder kan optreden) (AB art. 1.17, lid 4) • Bevoegd gezag kan met maatwerk meer geurhinder toestaan
  • 7. Meldingsvereisten voedingsmiddelenindustrie (2) Omvangrijke lozingen (AB art. 1.21) • 5.000 inwonerequivalenten of meer aan zuurstofbindende stoffen (jaargemiddelde) • Gemiddelde en maximale omvang van de lozing per dag • Beheerder van de rioolwaterzuivering (meestal waterschap) kan dan beoordelen of aanvullende maatregelen nodig zijn. • Bevoegd gezag (meestal gemeente) kan aanvullende maatregelen voorschrijven via maatwerk (AB art. 3.139, lid 4)
  • 8. Voedingsmiddelen onder Activiteitenbesluit Voorschriften in 3.6.3 (NIEUW). Voorschriften verhuisd van 4.8.3 naar 3.6.1. Soort apparatuur bepalend Soort apparatuur bepalend 3.6.3 niet van toepassing Nu ook van toepassing op op IPPC-bedrijven type C! Voorschriften verhuisd van 4.8.4 naar 3.6.2. Nu ook van toepassing op type C! 3.6.2 niet van toepassing op IPPC-bedrijven 8
  • 9. Bereiden voedingsmiddelen: 3.6.1 of 3.6.3? 3.6.1 Bereiden voedingsmiddelen • Keukenapparatuur • Grootkeukenapparatuur (professionele keukens) • Charge-ovens bakkerijen • Continu-ovens bakkerijen ≤ 400 kW 3.6.3 Industrieel vervaardigen of bewerken van voedingsmiddelen of dranken • Continu-ovens bakkerijen > 400 kW • Andere apparatuur dan genoemd in 3.6.1 Ambachtelijk bereiden > zorgplicht, artikel 2.1
  • 10. Welke voorschriften waar? (1) Specifieke activiteiten met voedingsmiddelen • Afdeling 3.6 Voedingsmiddelen • 3.6.1 Bereiden van voedingsmiddelen (niet industrieel) • 3.6.2 Slachten van dieren, uitsnijden van vlees of vis of bewerken dierlijke bijproducten • 3.6.3 Industrieel vervaardigen of bewerken van voedingsmiddelen of dranken Activiteiten die ook bij andere bedrijven voorkomen: • 3.2.1 In werking hebben van een stookinstallatie • 3.2.6 In werking hebben van een koelinstallatie • 3.3.2 Wassen motorvoertuigen • 3.4.3 Opslaan en overslaan van goederen • 3.4.9 Opslaan van gasolie, smeerolie of afgewerkte olie in een bovengrondse opslagtank
  • 11. Welke voorschriften waar? (2) Activiteiten die ook bij andere bedrijven voorkomen (niet voor vergunningplichtige bedrijven): • 4.1.1 Opslaan van gevaarlijke stoffen in verpakking • 4.1.3 Opslaan van stoffen in opslagtanks • 4.8.1 Inwendig reinigen of ontsmetten van transportmiddelen • 4.8.6 Acculader • 4.8.10 Laboratorium of praktijkruimte Algemeen geregeld: • Afdeling 2.4 Bodembescherming • Afdeling 2.8 Geluidhinder (niet voor vergunningplichtige bedrijven) • Afdeling 2.6 Energiebesparing (niet voor vergunningplichtige bedrijven)
  • 12. 3.6.3: Eisen aan stofemissies (1) Processen waarbij stof vrijkomt • Drogen, malen, branden of roosteren van grondstoffen of voedingsmiddelen • Mengen van goederen in stuifklasse S1, S2, S3 of S4 Emissie-eisen stof (AB art. 3.141, lid 1) • 5 mg/m3 (massastroom >= 200 gram/uur) • 50 mg/m3 (massastroom < 200 gram/uur) Erkende maatregel: filtrerende afscheider (AR art. 3.106)
  • 13. 3.6.3: Eisen aan stofemissies (2) Uitzondering voor hygroscopisch stof • Maatwerkmogelijkheid conform oplegnotitie BREF Voedingsmiddelen (AB art. 3.141, lid 2) > emissieconcentratie maximaal 50 mg/m3 Doelmatige verspreiding van stofemissies • doelmatige bronafzuiging (AR art. 3.107, lid 1) • emissies bovendaks en omhooggericht afvoeren (AR art. 3.107, lid 2) • maatwerk mogelijk voor ligging en uitvoering afvoerpunt van emissies naar de buitenlucht (AR art. 3.107, lid 3)
  • 14. Lozingen: Systematiek Afvalwater • Lozing op vuilwaterriool toegestaan, mits voldaan aan: • Voldaan aan voorschriften hoofdstuk 3 en 4 • Voldaan aan zorgplichtbepaling • Concretisering met maatwerkvoorschrift • Overige lozingen (directe lozingen en lozingen in schoonwaterriool) zijn verboden, tenzij: • Lozing geregeld in hoofdstuk 3 of 4 of • Toegestaan middels maatwerkvoorschrift (AB art. 2.2) > Bodemlozingen en lozingen op schoonwaterriool • Toegestaan op grond van Watervergunning > Directe lozing in het oppervlaktewater 14
  • 15. 3.6.3: Lozingen voedingsmiddelenindustrie (1) • Lozing zonder zuivering naar vuilwaterriool > gemeentelijke zorgplicht art. 10.33 Wm + redelijke inspanning bedrijf > gemeente kan lozing weigeren > nieuwe bedrijven: capaciteit RWZI belangrijk aspect in RO-spoor • Lozing met deelzuivering naar vuilwaterriool > voor nieuwe gevallen in beginsel niet toegestaan > toestaan mogelijk met maatwerk (AB art. 3.139, lid 4) > zuivering bedrijf moet aan BBT voldoen > beheerder RWZI (meestal waterschap) betrekken bij onderhandelingen over maatwerkvoorschriften
  • 16. 3.6.3 Lozingen voedingsmiddelenindustrie (2) Lozing op vuilwaterriool • Vetafscheider verplicht bij lozen van afvalwater afkomstig van het verwerken van olie, vet, zuivel, vlees of vis
  • 17. 3.6.3: Lozingen voedingsmiddelenindustrie (3) • Lozing met volledige zuivering naar oppervlaktewater > in niet aangewezen oppervlaktewater: Watervergunning vereist > in aangewezen oppervlaktewater - maatwerk nodig voor stoffen met saneringsinspanning A - lozing moet voldoen aan emissie-eisen (AB art. 3.138, lid 4) • Maatwerkmogelijkheden bij lozingen in oppervlaktewater > verruimen of aanscherpen van emissie-eisen (AB art. 3.138, lid 5) > niet gereguleerde stoffen (AB art. 2.1)
  • 18. Opslagvoorzieningen en installaties Opslag Gasflessen (PGS 15) Verpakte gevaarlijke stoffen (PGS 15) Silo’s (stofemissies + lozingen) Bovengrondse tanks (PGS 30 + bodembeschermende voorziening + lozingen) Koel- en vriesinstallaties (van 4.2.1 naar 3.2.6) Ammoniak – Eisen aan keuring en onderhoud (PGS 13) Natuurlijke koudemiddelen – Eisen aan keuring en onderhoud Stookinstallaties BEMS ingebouwd in Activiteitenbesluit (3.2.1) Definitie stookinstallatie > eisen aan keuring en onderhoud ovens
  • 19. 3.6.3: Geur Artikel 3.140 Besluit Nieuwe inrichting / uitbreiding: • geen nieuwe geurhinder ter plaatse van geurgevoelige objecten (lid 1) • via maatwerk: een bepaalde mate van nieuwe geurhinder toestaan (lid 2) Bestaande situaties: • indien overschrijding aanvaardbaar hinderniveau via maatwerk op basis van de NeR (lid 3): > een begrenzing aan de geurbelasting opleggen > technische voorzieningen eisen > gedragsregels vastleggen
  • 20. Geur: aanvaardbaar hinderniveau Uitkomst van het afwegingsproces van onder andere de volgende aspecten: • toetsingskader • geurbelasting ter plaatse van geurgevoelige objecten • aard en de waardering van de geur (hedonische waarde) • klachtenpatroon • huidige en verwachte hinder • technische en financiële consequenties van maatregelen en gevolgen daarvan voor andere emissies • zijn getroffen maatregelen voor luchtemissies overeenkomstig BBT uit BREFs en nationale BBT-documenten? • lokale situatie (onder meer planologische ruimte, sociaal- economische aspecten en andere lokale afwegingen) • historie van het bedrijf in zijn omgeving
  • 21. Geur §3.6.1 en §3.6.2: §3.6.3: industrieel bereiden voedingsmiddelen vervaardigen en bewerken slachten / uitsnijden van voedingsmiddelen waar geregeld voornamelijk in REGELING Alleen in BESLUIT maatregelen ja nee voorgeschreven mogelijkheid eisen stellen nee ja aan geurbelasting mogelijkheid vragen nee ja geuronderzoek bij melding direct handhaafbaar op ja nee voorschriften
  • 22. Van vergunning naar Activiteitenbesluit  Het Activiteitenbesluit geldt meteen  Vergunningvoorschriften blijven 3 jaar gelden als maatwerkvoorschrift, mits in Activiteitenbesluit mogelijkheid voor maatwerk bijv: bestaande lozingen vuilwaterriool, ligging en uitvoering afvoerpunten luchtemissies, geur  Maatwerk o.b.v Activiteitenbesluit niet mogelijk en Activiteitenbesluit strenger? Vergunningvoorschriften gelden 6 maanden als maatwerkvoorschrift. niet verwacht bij voedingsmiddelenindustrie
  • 23. 23

Notas do Editor

  1. Welkom bij de presentatie Meerdere effecten voor voedingsmiddelen in derde tranche bereiden voedingsmiddelen en slachten van hs 4 naar 3, gaan we niet diep op in, voorschriften zijn inhoudelijk niet gewijzigd. nieuwe activiteiten industrieel bereiden van voedingsmiddelen. Overzicht van activiteiten en overgangsrecht van vergunning naar Activiteitenbesluit. Casus rondom geuraspecten.
  2. Welke drie categorie bedrijven kent het Activiteitenbesluit. Daarna zoomen we in op de categorie die in de derde tranche van vergunning naar Activiteitenbesluit gaat. Welke bedrijven hebben geen vergunning meer nodig? Waar vind je de voorschriften in het Activiteitenbesluit? Hoe gaat de overgang van vergunning naar Activiteitenbesluit? Zelf aan de slag met de geurvoorschriften in de casus.
  3. In de derde tranche zijn er ongeveer 600 bedrijven uit de voedingsmiddelenindustrie onder het Activiteitenbesluit gebracht. Deze bedrijven hebben dus geen vergunning meer nodig. 3 categorieën bedrijven: Bereiden voedingsmiddelen (niet industrieel): vielen al onder AB Slachten van dieren, uitsnijden van vlees of vis of bewerken dierlijke bijproducten (in eerste tranche onder AB gebracht) Industrieel vervaardigen of bewerken van voedingsmiddelen of dranken (in derde tranche onder AB) Soort apparatuur is nu niet meer bepalend voor vergunningplicht. Dus grenzen van 200 kW voor continu-ovens en 130 kW voor andere apparaten komen te vervallen. IPPC-bedrijven blijven vergunningplichtig (volgende sheet meer uitleg) Specifieke processen blijven vergunningplichtig (later meer)
  4. IPPC/RIE vergunningplichtig: Bor, artikel 2.1, lid 2 RIE (nieuw) 6.4. a) De exploitatie van slachthuizen met een productiecapaciteit van meer dan 50 t per dag geslachte dieren. b) De bewerking en verwerking behalve het uitsluitend verpakken, van de volgende grondstoffen, al dan niet eerder bewerkt of onbewerkt, voor de fabricage van levensmiddelen of voeder van: i) uitsluitend dierlijke grondstoffen (andere dan uitsluitend melk) met een productiecapaciteit van meer dan 75 t per dag eindproducten ; ii) uitsluitend plantaardige grondstoffen met een productiecapaciteit van meer dan 300 t per dag eindproducten of 600 t per dag eindproducten indien de installatie gedurende een periode van niet meer dan 90 opeenvolgende dagen in om het even welk jaar in bedrijf is; iii) dierlijke en plantaardige grondstoffen, zowel in gecombineerde als in afzonderlijke producten, met een productiecapaciteit in ton per dag van meer dan: — 75 indien A gelijk is aan of hoger dan 10, of — [300- (22,5 × A)] in alle andere gevallen, waarin „A” het aandeel dierlijk materiaal is (in gewichtspercentage) van de productiecapaciteit in eindproducten. De verpakking is niet inbegrepen in het eindgewicht van het product. Deze onderafdeling is niet van toepassing wanneer de grondstof uitsluitend melk is. c) De bewerking en verwerking van uitsluitend melk , met een hoeveelheid ontvangen melk van meer dan 200 t per dag (gemiddelde waarde op jaarbasis). Ad. b ii) This activity description defines different production thresholds for different production profiles. For those food activities that operate throughout the year, the 300 tonnes per day threshold is generally applicable. For those activities that take place for a limited period of time during the year (seasonal activities), the environmental impacts would generally be limited compared to those for activities operating throughout the year. A threshold of 600 tonnes per day applies, but only for installations that operate for no more than 90 consecutive days in any complete year. IPPC (oud) 6.4 abattoirs met een productiecapaciteit van meer dan 50 ton per dag geslachte dieren; bewerking en verwerking voor de fabricage van levensmiddelen op basis van: — dierlijke grondstoffen (andere dan melk) met een productiecapaciteit van meer dan 75 ton per dag eindproducten; — plantaardige grondstoffen met een productiecapaciteit van meer dan 300 ton per dag eindproducten (gemiddelde waarde op driemaandelijkse basis); c) bewerking en verwerking van melk, met een hoeveelheid ontvangen melk van meer dan 200 ton per dag (gemiddelde waarde op jaarbasis).
  5. Extractie plantaardige oliën, veredeling vetten en productie zetmeel, suiker of alcolhol blijft vergunningplichtig, omdat dit processen zijn die op industriële schaal alleen bij IPPC-bedrijven voorkomen. Als een bedrijf dit onder de IPPC-drempels gaat doen, dan zijn ook aanvullende voorschriften nodig in de vergunning. Bijlage I Bor 6.3.Als categorieën vergunningplichtige inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1, tweede lid, van dit besluit, worden de inrichtingen aangewezen voor het vervaardigen of bewerken van harsen of dierlijke of plantaardige oliën en vetten en voor het opslaan van harsen of dierlijke of plantaardige oliën en vetten in opslagtanks met een gezamenlijke inhoud groter dan 150 m3. 9.4.Als categorieën vergunningplichtige inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1, tweede lid, van dit besluit, worden inrichtingen aangewezen voor: a. het vervaardigen of bewerken van voedingsmiddelen voor dieren met uitzondering van het vervaardigen of bewerken van voedingsmiddelen voor dieren die binnen die inrichting worden gehouden, en hondenkluiven; b. het vervaardigen van meel en bloem, met uitzondering van wind- en watermolens; c. het opslaan van ruwe cacao; d. het pasteuriseren van compost voor de champignonteelt; e. het kweken van algen; f. de productie van zetmeel of suiker ; de productie van alcohol . OBM: categorieën 35, 36, 37.1, 37.2, 38.1, 38.2 en 38.3 van Onderdeel D, Bijlage Besluit Mer
  6. Beleidsuitgangspunt geur: Voorkomen van nieuwe hinder. Nieuwe bedrijven: Bepalend voor locatiekeuze is bestemmingplan, niet de milieuregelgeving. Het bestemmingsplan moet aangeven waar voedingsmiddelenbedrijven met een grot geurhindercontour zich kunnen vestigen. Een nieuw bedrijf moet nieuwe geurhinder voorkomen. Bij de melding overlegt het bedrijf informatie hoe het aan dit uitgangspunt kan voldoen. Aan de vorm van deze informatie worden verder geen eisen gesteld. Het bevoegd gezag kan op basis van de melding om een geuronderzoek vragen, indien het aannemelijk kan maken dat toch geurhinder kan optreden. Het bevoegd gezag kan (op verzoek van het bedrijf) bij maatwerkvoorschrift meer geurhinder toestaan. Dit moet zijn gebaseerd op lokaal beleid en kan nooit meer zijn dan het acceptabel geurhinderniveau Bij het maatwerk kunnen naast het hinderniveau concrete maatregelen worden voorgeschreven die nodig zijn om het voorgeschreven hinderniveau te bereiken VOORBEELDEN: tijdsduur vastleggen van geurproducerende activiteiten, maatregelen bij geurgevoelig onderhoud, etc. Wijzigen van bestaande situaties: Wijziging mag geen toename van geurhinder veroorzaken b. Zie verder c tot en met f nieuwe bedrijven
  7. Grote voedingsmiddelenbedrijven lozen vaak dusdanig grote hoeveelheden afvalwater in het vuilwaterriool dat dit directe gevolgen heeft voor de procesvoering van de RWZI. In beginsel kan de RWZI dit afvalwater goed verwerken (samenstelling is niet problematisch), maar gezien de omvang van de lozing kan er aanleiding zijn deze lozing nader te reguleren. Om dat te kunnen beoordelen is voor lozingen met een jaargemiddelde vervuilingswaarde van 5000 ie of meer aan zuurstofbindende stoffen, aanvullende informatie nodig over de gemiddelde en maximale lozing per dag. De beheerder van de RWZI (meestal waterschap) kan dan beoordelen of aanvullende maatregelen nodig zijn. Via het bevoegd gezag (meestal gemeente) kan dat geconcretiseerd worden met een maatwerkvoorschrift.
  8. 3.6.1 Bereiden voedingsmiddelen Grenzen tussen reikwijdte 3.6.1 en 3.6.3 ambachtelijk bereiden kantines en professionele keukens van grote instellingen snackbars, afhaalrestaurants, cateringbedrijven slagerijen en kleine bakkerijen (niet het slachten en uitsnijden) Soort apparatuur: keukenapparatuur (minimale voorschriften) grootkeukenapparatuur (tot 80 kW) charge-ovens continu-ovens max. 400 kW Activiteit zelf geen IPPC-installatie, maar kan wel voorkomen bij IPPC-bedrijf (kantine van groot industrieel bedrijf) 3.6.2 Slachten van dieren, uitsnijden van vlees of vis of bewerken van dierlijke bijproducten Niet nieuw. Reikwijdte paragraaf beschreven in NvT 3e tranche besluit bij onderdeel YY. 3.6.3 Industrieel vervaardigen of bewerken van voedingsmiddelen of dranken activiteiten anders dan geregeld in 3.6.1 en 3.6.2 allerlei activiteiten met groente en fruit, vleeswaren, snacks, sauzen, kruiden, enz. niet: productie van oliën en vetten, zetmeel, suiker en alcohol niet: lozingen van sorteren, transporteren en verpakken van gewassen
  9. Activiteiten met voedingsmiddelen al genoemd. Hier nog een keer het overzicht. Andere activiteiten die ook van toepassing kunnen zijn op industriële voedingsmiddelenbedrijven: Stookinstallatie: over het algemeen zijn dit middelgrote stookinstallaties waarop de voorschriften van de nieuwe paragraaf 3.2.1 van toepassing zijn (invoeging BEMS is aparte sessie voor) Koelinstallatie: Koel- en vriesinstallaties voor geproduceerde voedingsmiddelen en/of gebruikte grondstoffen. AB eisen aan ammoniakinstallaties (PGS 13) en installaties met natuurlijke koudemiddelen. Wassen motorvoertuigen: als er binnen de inrichting vrachtwagens uitwendig worden gereinigd Opslaan en overslaan van goederen: Bijvoorbeeld opslag in silo’s. Eisen aan lozingen en voorkomen stofemissies. Opslaan afgewerkte olie: PGS 30 + boven lekbak
  10. 4.1.1 Bijvoorbeeld gevaarlijke stoffen in emballage en gasflessen: eisen PGS 15 4.1.3 Bijvoorbeeld opslag van azijnzuur of zeep in een bovengrondse opslagtank: artikel 4.18 AR: boven lekbak (tenzij dubbelwandig met lekdetectie), voorzieningen bij vul- en aftappunten om morsen en wegspatten naar bodem en oppervlaktewater te voorkomen 4.8.1 Bodem: Vloeistofdichte vloer en Lozingen: vetafscheider/slibvangput 4.8.6 Alleen voorschriften voor laders van natte accu’s 4.8.10 Lozingen: Luchtemissies: Filtrerende afscheider/elektrostatisch filter Afdeling 2.4 zijn bij een inrichting type C alleen van toepassing op de activiteiten binnen de inrichting waarop hoofdstuk 3 van toepassing is. Voor andere activiteiten blijven hiervoor vergunningvoorschriften gelden. Afdelingen 2.6 en 2.8 zijn niet van toepassing op inrichtingen type C. Geluid en energie moeten voor type C dus altijd in de vergunning geregeld worden.
  11. Koffie branden: Eisen strenger dan BR NeR, maar deze was al een tijd niet meer aangepast. NvT: Bij een aantal processen in de voedingsmiddelenindustrie komen emissies van stof vrij. Dit geldt vooral voor situaties waar voedingsmiddelen of grondstoffen daarvan worden gedroogd, gemalen, gebrand of geroosterd of waarbij goederen behorend tot de stuifklasse S1, S2, S3 of S4 worden gemengd. In die gevallen gelden de normale emissie-eisen voor stof, waaraan in principe met een filtrerende afscheider kan worden voldaan. De filtrerende afscheider is in de regeling opgenomen als erkende maatregel bij dit voorschrift. Verder worden in de regeling voorschriften gesteld om de doelmatige verspreiding van deze emissies te borgen. Niet alle branches waren vertegenwoordigd in de werkgroep. Voedingsmiddelenindustrie is daarvoor te versnipperd. In werkgroep: NBOV – Brood- en banketbakkers FNLI – Federatie Nederlandse Levensmiddelenindustrie VIGEF - Vereniging van de Nederlandse Groenten-en Fruitverwerkende Industrie COV – Vleessector
  12. Hygroscopisch stof = stof die vocht aantrekt en dus nat en plakkerig is. Een uitzondering op de standaardemissie voor stof geldt voor processen waarbij hygroscopisch stof vrijkomt. Dit is, simpel gezegd, een stof die vocht aantrekt en dus nat en plakkerig is. Voor een hygroscopische stof zijn filtrerende afscheiders niet toepasbaar om technische en bedrijfseconomische redenen. In overleg met het bevoegd gezag kan in een maatwerkvoorschrift gekozen worden voor niet filtrerende afscheiders. Bij het gebruik van niet filtrerende afscheiders (en er aldus sprake is van een hygroscopische stof) zijn in de sector bij toepassing van natte wassers waarden haalbaar van &lt; 10 mg/m03 en bij toepassing van cyclonenbatterijen &lt; 25 mg/m03. Bij de keuze van de toe te passen techniek dient rekening te worden gehouden met integrale milieueffecten, locale technische kenmerken en geografische ligging van de installatie en de plaatselijke milieuomstandigheden. In het maatwerkvoorschrift kan ook worden vastgelegd op welke manier de gekozen techniek wordt gecontroleerd.
  13. Lozing in vuilwaterriool is toegestaan, mits wordt voldaan aan: de voorschriften per activiteit volgens hoofdstuk 3 en 4, en de zorgplicht (artikel 2.1). Concreet betekent de zorgplicht bijvoorbeeld dat het lozen in het vuilwaterriool aan de volgende voorwaarden voldoet: de temperatuur niet hoger is dan 30°C de zuurgraad: 6,5 &lt; pH &lt; 10 de sulfaatconcentratie lager dan 300 milligram per liter geen brand- of explosiegevaar kan veroorzaken, of niet door een beerput, rottingsput of septictank is geleid. Deze voorwaarden zijn niet als concrete voorschriften in de besluiten opgenomen, omdat er vele situaties denkbaar zijn waar deze eisen sterk overdreven zijn. Overige lozingen, directe lozingen en lozingen in een schoonwaterriool, zijn verboden, tenzij: expliciet toegestaan onder de voorwaarden van hoofdstuk 3 of 4 van het besluit, of toegestaan bij maatwerkvoorschrift volgens artikel 2.2 (bodemlozingen en lozingen op een schoonwaterriool), of toegestaan op grond van een watervergunning (directe lozing in het oppervlaktewater). Directe lozingen zijn: Direct in oppervlaktewater (pm. bijzondere opp. wateren) In of op de bodem, In schoonwaterriool (hemelwater- of ontwateringsstelsel)
  14. Opslag in bovengrondse tanks Diesel, afgewerkte olie, smeerolie &gt; PGS 30 Vloeibare bodembedreigende stoffen &gt; artikel 4.18 AR: boven lekbak (tenzij dubbelwandig met lekdetectie), voorzieningen bij vul- en aftappunten om morsen en wegspatten naar bodem en oppervlaktewater te voorkomen Stookinstallatie Nieuwe definitie stookinstallatie Technische eenheid waarin brandstoffen worden geoxideerd ten einde de aldus opgewekte warmte te gebruiken Keuring en onderhoud verplicht voor alle typen stookinstallatie &lt;50 MWth dus ook luchtverhitters, ovens, thermische naverbranders etc. Activiteitenbesluit hoofdstuk 3.2.1 Stookinstallaties &lt;50 MWth Bestaand en nieuw (na 1 april 2010 – ook voor voormalig BeesA) Ongeacht type inrichting Keuring voor alle typen stookinstallaties Brandstoffen Standaard brandstoffen: - aardgas, propaangas, butaangas en biogas - stookolie en gasolie - houtpellets en biomassa (&lt;15 MWth) Andere brandstoffen leiden tot vergunningplicht en heel paragraaf 3.2.1 is niet van toepassing Activiteitenbesluit hoofdstuk 3.2.1 Emissie-eisen Stof, SO2, NOx en CxHy Overgangsregeling tot 1-1-2017 Bees A of B Alle ketels &gt;0,4 MWn Biomassa gestookte ketels &lt;0,4 MWn Gas- en dieselmotoren en gasturbines Geen eisen voor ovens, procesfornuizen en thermische olie ketels
  15. Voorbeelden: Bestaande lozingvoorschriften in de vergunning voor lozingen op het vuilwaterriool blijven 3 jaar gelden als mwvs, omdat AB artikel 3.139, vierde lid hiervoor een maatwerkmogelijkheid biedt. Bestaande vergunningvoorschriften mbt ligging en uitvoering van afvoerpunten van luchtemissies blijven 3 jaar gelden als mwvs, omdat AR artikel 3.107, derde lid hiervoor een maatwerkmogelijkheid biedt. Om ze na 3 jaar te behouden, moet in de overgangsperiode wel een maatwerkbesluit genomen worden. Overzicht maatwerkmogelijkheden wordt geactualiseerd. Advies: Ga na welke vergunningvoorschriften behouden moeten blijven en of hiervoor een maatwerkmogelijkheid is in het AB. Gebruik hierbij het overzicht van maatwerkmogelijheden (is ingewikkeld ivm verschillende uitgangspunten beleidsdirecties tav uitputtend/niet uitputtend).