1. Chris Rietmeijer
Februari 2010
Motiverende
Gespreksvoering

2. 2
Het consult volgens Silverman
Begin van het consult
Informatie inwinnen
Lichamelijk onderzoek
Uitleg en advies
Beëindiging van het
consult
Structuur
bieden
Relatie
opbouwen

3. 3
Uitleg en Advies

4. 4
Gezamenlijke besluitvorming =
het toverwoord
• Start met samenvatting van bevindingen tot nu toe,
en formuleer een werkdiagnose
• Vraag naar ideeën/belevingen bij patiënt
• Aansluiting?
Nee? Exploreer!
Ja? Verder!
• Stap voor stap vertellen en vragen

5. 5
Gezamenlijke besluitvorming
VS

6. Motiverende
Gespreksvoering

7. 7
MOTIVERENDE GESPREKSVOERINGMOTIVERENDE GESPREKSVOERING
• EEN METHODE OM DE PATIËNT TE ‘GIDSEN’ INEEN METHODE OM DE PATIËNT TE ‘GIDSEN’ IN
DE RICHTING VAN EENDE RICHTING VAN EEN
GEDRAGSVERANDERINGGEDRAGSVERANDERING
• BASISHOUDING: EMPATHIE EN BEGRIP VOORBASISHOUDING: EMPATHIE EN BEGRIP VOOR
ALLES WAT DE PATIËNT INBRENGTALLES WAT DE PATIËNT INBRENGT
• ONTWIKKELD IN VERSLAVINGSZORGONTWIKKELD IN VERSLAVINGSZORG

8. 8
DE DOKTER ALS GIDS

9. 9
MOTIVERENDE GESPREKSVOERINGMOTIVERENDE GESPREKSVOERING
• Niemand is volledig ongemotiveerd

10. 10
MOTIVERENDE GESPREKSVOERINGMOTIVERENDE GESPREKSVOERING
• Niemand is volledig ongemotiveerd
• Iedereen is ambivalent

11. 11
MOTIVERENDE GESPREKSVOERINGMOTIVERENDE GESPREKSVOERING
• Niemand is volledig ongemotiveerd
• Iedereen is ambivalent
• Motivatie wordt beïnvloed door de dokter

12. 12
MOTIVERENDE GESPREKSVOERINGMOTIVERENDE GESPREKSVOERING
• Niemand is volledig ongemotiveerd
• Iedereen is ambivalent
• Motivatie wordt beïnvloed door de dokter
• De menselijke natuur verzet zich tegen dwang en
bevoogding

13. 13
MOTIVERENDE GESPREKSVOERINGMOTIVERENDE GESPREKSVOERING
• Niemand is volledig ongemotiveerd
• Iedereen is ambivalent
• Motivatie wordt beïnvloed door de dokter
• De menselijke natuur verzet zich tegen dwang en
bevoogding
• Empathie en begrip bij de dokter is essentiëel

14. 14
AmbivalentieAmbivalentie
tegen verandering ← status quo → voor verandering

15. 15
AmbivalentieAmbivalentie
tegen verandering ← status quo → voor verandering
Het effect van de reparatiereflex: weerstand

16. 16
VERANDERTAALVERANDERTAAL
• Verlangen: ik wil

17. 17
VERANDERTAALVERANDERTAAL
• Vermogen: ik kan, ik zou kunnen

18. 18
VERANDERTAALVERANDERTAAL
• Redenen: bijv: ik zou me beter voelen als…

19. 19
VERANDERTAALVERANDERTAAL
• Noodzaak: ik moet wel, ik kan niet anders

20. 20
VERANDERTAALVERANDERTAAL
• Vastbeslotenheid: ik zal, ik ga

21. 21
VERANDERTAALVERANDERTAAL
• Stappen die gezet zijn: ik heb de afgelopen week….

22. 22
VERANDERTAAL
Kortom:
Willen kunnen moeten zullen stappen en waarom

23. 23
TECHNIEKTECHNIEK
• Agenda
• ORBS: Open vragen, Reflectief luisteren, Bevestigen,
Samenvatten
• Verandertaal oproepen met open vragen
• Schaalvragen
• Hamvragen
• Eventueel hypothetische vragen
• Afspraak maken

24. 24
REFLECTIEF LUISTEREN
• Empathisch, niet-oordelend
• Rustig volgend
• Korte reflecties
• Samenvattingen
• Oprecht nieuwsgierig

25. 25
WANNEER ZIT JE GOED?WANNEER ZIT JE GOED?
• Je voelt je prettig en verbonden met de patiëntJe voelt je prettig en verbonden met de patiënt
• Patiënt spreekt in de richting van veranderingPatiënt spreekt in de richting van verandering

26. 26
WANNEER ZIT JE FOUT?WANNEER ZIT JE FOUT?
• je voelt je minder prettig, ongeduldig, geïrriteerd,je voelt je minder prettig, ongeduldig, geïrriteerd,
gehaast of zelfs aangevallengehaast of zelfs aangevallen
• patiënt ontkent, bagatelliseert, werpt hindernissen oppatiënt ontkent, bagatelliseert, werpt hindernissen op