5. Laatste ijstijd
• Henri Enjalbert ontdekte dat Albanië,
Griekenland en de Griekse eilanden en
het zuiden van Dalmatië met het huidige
Bosnië-Herzégovina wellicht de plekken
zijn waar de druif de ijstijden overleefde.
6. Geschiedenis
• 6000 BC
Caucasus en
Mesopotamië.
• 5000 BC
verspreiding in midden
oosten, o.a. Egypte en
rond Zwarte zee door
Feniciërs
10. • 1700 BC
In Egypte worden amforen met wijn als
grafgiften met de overledenen meegegeven.
Egypte
11.
12. Kelten
• De Allobroges (Keltische stam - van de Isère
tot Meer van Genève, en van de Savoie tot de
linkeroever van de Rhône.) Hun territorium
bestond uit zeer vruchtbare gronden in de
Rhônevlakte en diepe bossen ten oosten,
waar zij leefden van landbouw (tarwe, rogge)
en ook wijn van de ‘Allobrogica’-druif. Sleutel
tot noordelijke wijnbouw.
13. Romeinen
• 500 BC, het volledige Middellandse
zeegebied; Italië, Frankrijk, Spanje,
Portugal, noord Afrika
• Romeinen verspreiden wijnbouw
door hun hele rijk. Duitsland tot de
Rijn, België en zuidelijk Engeland.
15. Gallië
De Romeinen verspreiden de druiventeelt tot in
Gallië, langs de Rhône, tot aan de rand van het
klimaat waar de wijnstok gedijt (streek van
Trier in Duitsland).
Het houten vat, uitgevonden door de Galliërs
zou de amfora gaan vervangen, aangezien die
makkelijk brak bij het vervoer in karren.
16. Karel de Grote
• Bingen -> oversteek van de Rijn
• Ontwikkeling van de wijnbouw in het Rijnland.
• Druiven gaan ‘halen’ in Bourgogne; de
Burgunder-sorten.
17. Capitulare de villis
Daar waar druiven rijpen moeten wijnstokken
worden geplant,
netheid moet heersen in de verwerking van
wijn,
de wijn mag niet worden opgeslagen in huiden
en
dat kransen de ‘Straußwirtschaften‘, moeten
markeren.
18. Abdijen en de Kerk
• Christelijke geloof
verspreiding naar/in het
noorden.
• Kerkelijke ritus.
19. In onze streken
• 871
een oorkonde vermeldt een wijngaard bij de
kapel van Sint-Salvator bij Aken.
• 968
Wijngaarden bij Maastricht worden vermeld in
een beschrijving van de goederen van de
Frankische koningin Gerberga.
22. De Middeleeuwen waren plm 0,3°C warmer dan
de tijd waarin we nu leven. Dat is de conclusie
van een recente Amerikaanse studie naar de
geschiedenis van het klimaat in de afgelopen
2000 jaar.
Middeleeuws optimum
23. • De hoge temperaturen tijdens de
middeleeuwse warme periode lieten de
Vikings toe IJsland en Groenland te
koloniseren, en de Oostkust van Canada te
bereiken.
24. 1300 - 1400
- Wijnbouw tot aan Bad Doberan aan de
Oostzee.
De wijnbouw in Duitsland was maximaal:
- ca. 300.000 ha (drie maal zo veel als
tegenwoordig)
27. Kleine ijstijd
• De ‘kleine ijstijd’ heeft de wijnbouw in onze
regionen een eerste zware slag toegebracht.
• De bevroren wijngaarden werden gerooid en
gebruikt om er andere gewassen aan te
planten.
33. • 1815 – 11 april. Uitbarsting stratovulkaan
Tambora, op Sumbawa.
• De erupties (7 op de vulkanische
explosiviteitindex) waren vier keer zo krachtig
als de Krakatau in 1883,
52.000 keer de Hiroshima bom,
duurden drie maanden.
• Schatting 12.000 mensen directe
doden, > 100.000 mensen stierven
door hongersnoden .
36. ‘Het jaar zonder zomer’
• 1816 effecten wereldwijd.
• In ook in Europa veel misoogsten.
• Daling van de jaartemperatuur
met ongeveer -3°C.
• In de winter van 1815-1816 was
de invloed op de temperatuur nog
groter. Wijngaarden bevroren en
wijnbouw verdween uit onze
regionen volledig.
• Geen heraanplant wijngaarden.
Hongersnood -> alle beschikbare
grond voor voedselproductie.
37. • In juni 1817 lag de gemiddelde prijs voor de
meest geconsumeerde voedingswaren
ongeveer op 2½ keer het niveau van 1815.
• In Europa 200.000 doden als direct of indirect
gevolg van het jaar zonder zomer.
• De ontwikkeling van de fiets,
aanvankelijk nog loopfiets,
omdat in zeer veel paarden
van de kou en honger waren
gestorven.
44. Koolstofdioxide
• Er zijn veel onderzoeken die aantonen dat de
menselijke activiteit, met name de uitstoot
van koolstofdioxide, aan de basis van de
opwarming ligt.
• Er zijn echter ook wetenschappers die
overtuigd zijn van grotere cycli zoals ijstijden
en zonneactiviteiten die aan de basis liggen.
• Hoe dan ook is de opwarming een feit!
45. KNMI in de Bilt en KMI in Ukkel bevestigen dit.
Wat betekent dat voor
wijnbouw ?
48. I Effecten van klimaatverandering op
wijndruiven
• De wijndruif is van alle teelten wellicht de
meest klimaatgevoelige. We moeten ons
realiseren wat de opwarming voor de
druivelaar betekend. De opwarming heeft
invloed op de groei en productie en kwaliteit
van bestaande druivenvariëteiten.
49. • Onvoldoende winterrust -> minder goede
knopvorming.
• Vorstrisico en schade door zomerstormen en
hagelbuien.
• Suiker (-> alcohol) neemt toe en de zuren
nemen af.
• De geschiktheid van variëteiten in huidige
wijngebieden wijzigen.
• Invloed op gebruikte variëteiten en wijntype.
• Grote commerciële gevolgen en aanpassing
van wetgeving.
54. GDD
• Q dagen met zon en gem. dagtemp. > 10°C.
• Het aantal GDD punten bepalen we als volgt:
(HT + LT) / 2 – -10°C=GDD
• Door al deze punten op te tellen kunnen we
bepalen of het klimaat voor wijnbouw
geschikt is. Er zijn meer dan 1200 GDD punten
nodig.
62. Veel zonne-energie en koel
Noordelijke wijngebieden met een gematigd
zeeklimaat hebben:
– in de zomer veel licht (lange dagen)
– redelijk koele zomers
– frisse nachten tijdens de rijpingsfase
– zachte winters
63. Ampelografie
• De ordening van de wijndruiven gebeurt naar
vorm en uiterlijke kenmerken.
• De russische ampélograaf A. M. Negrul deelt
druiven in naar drie grote groepen ecolo-
geografische cépages, de proles.
• Aan het einde van de 19e eeuw maakte de
Fransman Victor Pulliat een indeling van de
druiven naar rijping gerelateerd aan Chasselas
(Gutedel).
64. Pulliat klimaatgroepen
• Vroegrijpende (cépages précoces) rijpen voor de Chasselas.
• Eerste groep (cépages de première époque) rijpen
gelijktijdig tot 10–12 dagen na Chaselas
(o.a. Chardonnay, Pinot Gris, Gamay)
• Tweede groep (cépages de deuxième époque) rijpen ca. 2
weken, ten laatste 20–22 dagen na Chasselas.
(Chenin, Sauvignon, Sémillon, Riesling, Syrah, Cabernet
Franc en Merlot)
• Derde groep (cépages de troisième époque) rijpen ca. 3
weken, ten laatste 30–35 dagen na Chasselas.
(Grenache en Cabernet Sauvignon)
• Vierde groep (cépages de quatrième époque) rijpen ca. 4
weken na de Chasselas.
70. II Invloed van klimaatverandering op
wijnregio’s
Bestaande wijnstreken onderzoeken de
mogelijkheden om zich aan te passen:
• Technische middelen om huidige variëteiten te
behouden -> aanpassing wetgeving
• Gebruik van andere variëteiten -> aanpassing
wetgeving
• Opkomst nieuwe wijngebieden en verdwijnen
van andere -> aanpassing wetgeving
80. Alarm voor wijnbouw
Voor veel van de huidige
wijngebieden zijn de vooruitzichten
ronduit slecht.
81.
82.
83. Pancho Campo:
• “De wijnindustrie staat wereldwijd voor dramatische
aanpassingen: we zullen moeten zoeken naar nieuwe,
koelere wijnzones, nieuwe irrigatiemethoden en
geleidsystemen van de druiven. Veel appellaties zullen
aangepaste druiven moeten planten, variëteiten die
beter tegen de warmte en waterschaarste opgewassen
zijn. Vroeg oogsten tijdens de warmste periodes van
het jaar zullen andere pluksystemen -en strategieën
vereisen en in de kelders zal er technisch nog meer
gecorrigeerd worden (koelsystemen, omgekeerde
osmose.) om de correcte balans alcohol/aciditeit te
verkrijgen, et cetera...”
84.
85. Wereldwijd
• Iedere wijnbouwer in de wereld heeft er mee
te maken. Het fenomeen is zo sterk dat nu
‘Cool climate wines’ de nieuwste trend is in de
wijnwereld.
• In noord Amerika zien we het belang van de
wijnbouw in de staten ten noorden van
Californië zoals Washington State en Oregon
in belang toenemen, zeker voor bijvoorbeeld
Pinot Noir.
86. • Kunnen niet herlokaliseren. -> Wetenschap:
o.a. genetische mutaties in druiven en gisten.
91. Opwarming van de aarde
De opwarming van de aarde heeft grote invloed
op de wijnbouw. Is er een klimatologische
golfbeweging? Nu in elk geval in een periode
van relatief snelle opwarming. België en
Nederland volwaardige wijnlanden.
92. CLIMATE CHANGE WILL SERIOUSLY IMPACT
THE WORLD WINE SECTOR
• Grapevines have a
strict climate
dependency, perhaps
more than many
other crops
• Climate determines
wine style and quality
• Climate determines
“regional” terroir
93. • In de Bourgogne is de oogst in de afgelopen
dertig jaar steeds vroeger geweest. Men kan
stellen dat de oogst over deze periode met
een maand is vervroegd.
• In de Bourgogne heeft men steeds meer
problemen met de Pinot noir. Als men de
druiven oogst wanneer ze eigenlijk volrijp zijn
hebben ze zoveel suiker, en weinig zuren, dat
ze hoog in alcohol en log worden.
95. De toekomst is NU!
België & Nederland liggen in de
wijnbouwzone.
96. Antwoorden
1. zoeken naar nieuwe, koelere wijnzones
2. nieuwe irrigatiemethoden & geleidsystemen
3. aangepaste druiven (eventueel GMO’s)
4. Vroeg oogsten = andere pluksystemen -en
strategieën
5. Er zal technisch nog meer gecorrigeerd
moeten / mogen worden in de kelder
6. Eventueel GMO-gisten
98. Cool climate zones
• Niet alleen de noordgrens verschuift.
• Bestaande en gerenommeerde wijngebieden
ondervinden de gevolgen van de opwarming.
• Zo hebben de wijnbouwers in de Bourgogne
steeds meer problemen met de Pinot Noir, een
druif die niet voor niks in het zuiden ontbreekt.
Pinot Noir is een typisch voorbeeld van een druif
zich uitstekend leent voor wat men noemt ‘cool
climate zones’. Pinot-Noir is een sprekend
voorbeeld, maar de effecten spelen uiteraard ook
voor andere variëteiten een rol.
99. ”Whilst Australia has established a world-wide reputation for
excellence in its fullbodied wines, many of these heavier wines
originate from the warmer regions. Cool climate vines need a longer
season to ripen, have lower yields, and in many ways require
greater attention to achieve proper condition for winemaking. The
result however, is often worth the effort, with many elegant and
sophisticated wines coming from the cooler regions. The wines are
generally lighter, being typically lower in alcohol than their warm
climate cousins,
but appropriate varieties grown in cool
climate regions are providing wines that
can excel on any world stage.”
Het is een relatief begrip. Wat voor de Carignan, die we
in het zuiden van Frankrijk aantreffen, koel is, is voor
de Pinot Noir zelfs veel te warm.
100. Suikers in de
vroege zomer.
Fenolen rijpen
in de nazomer.
Vanaf
september zijn
daarom
zonnige dagen
en frisse
nachten
belangrijk.
103. Veel zonne-energie en koel
Noordelijke wijngebieden met een gematigd
zeeklimaat hebben:
– in de zomer veel licht (lange dagen)
– redelijk koele zomers
– frisse nachten tijdens de rijpingsfase
– zachte winters
104. III Keuze van variëteit en geschiktheid
Omdat de geschiktheid van variëteiten zo sterk
klimaatgebonden is zal er veel veranderen.
• Andere variëteiten in bestaande wijnregio’s
• Nieuwe wijngebieden ontstaan
• Het verdwijnen van bestaande wijngebieden
105. Rapport Franse regering - opwarming invloed op
de Franse wijnbouw.- overweegt mogelijkheid
dat “terroir-” en “A.O.C.-bepalingen”
aangepast zullen moeten worden.
Zelfs ‘herlokalisatie’ van
A.O.C.-gebieden sluit men
niet uit.
128. Zonne-energie kmi waarnemingen
• Als gevolg van de af name van de
luchtverontreiniging is de zonne-energie
toegenomen.
• Zonne-energie wordt gemeten in watt.
• Is sinds de jaren tachtig met 10%
toegenomen.
129. Global dimming
• De global dimming is de vermindering van de
hoeveelheid zonnestraling die het aardoppervlak
bereikt die internationaal vastgesteld werd.
• Over de periode van 1951 tot 1984 is er een
afname van de zonnestraling met 6,3 %. (Ukkel)
• Hierop volgde een globale stijging die
internationaal door het BSRN (Baseline Surface
Radiation Network) vastgesteld werd.
• Over de periode 1984 - 2006 is er een toename
van de zonnestraling met 9,8 %. (Ukkel)
133. Zonneïrradiantie
• De zonnestraling die invalt op de aarde varieert
volgens de elfjaarlijkse activiteitscyclus van de zon.
Elfjaarlijkse variaties van de orde van 1 W/m2
veroorzaken temperatuursvariaties op aarde van de
orde van 0.1 °C. Tijdens de periode van lage
zonneactiviteit rond 1700 bestond er een kleine ijstijd
waarbij de temperatuur 0.7 °C lager was dan in de
tweede helft van de twintigste eeuw.
Het KMI heeft het SOVAP instrument op de Franse
microsatelliet Picard sinds maart 2009. De SOVAP
metingen zullen de reconstructie van de hoeveelheid
zonnestraling tijdens de kleine ijstijd toelaten.
134. • De variatie van de zonnerradiantie over de
laatste twee elfjarige activiteitscycli. (cijfers 2007)
135. Zonneactiviteit
• Een periode met historisch lage gecombineerd
met een vulkanische winter, gevolg door
meerdere vulkaanerupties waaronder deze
van de Tambora. De zwaarste uitbarsting sinds
meer dan 1.300 jaar.
138. • Schommelingen in de oppervlaktetemperatuur
(°C), voor de jaren 1000 tot 2100.
• Voor de periode van 1000 tot 1860: reconstructie (op
basis van bomen, koralen, ijs…) voor het noordelijk
halfrond; de rode lijn vertegenwoordigt een
gemiddelde over vijftig jaar en het grijze deel de
onzekerheid (dit interval is voor 95% waarschijnlijk
correct).
• Voor de periode van 1860 tot 2000: gemeten
waarnemingen van het gemiddelde voor de wereld; de
lijn geeft het gemiddelde per decennium aan.
• Voor de toekomst: projecties voor 6 uitstootscenario’s
(gekleurde lijnen) en mogelijke resultaten voor alle
scenario’s en alle modellen (grijze zone).
Bron: IPCC r.
139.
140.
141.
142. Studie 2013
April 2013 staan plotseling alle kranten
vol met de conclusies van de studie die in
de VS werd gepubliceerd.
143. • “Large newly suitable areas are projected in
regions of Northern Europe and western
North America.”
• “All models agree in projecting increasing
suitability for Northern Europe, western North
America, and New Zealand.”
• “Identification of wine by varietal (e.g., Pinot
Noir), as is common outside of Europe, may
therefore be more adaptive than identification
by geographic origin (e.g., Bordeaux).”
144. • (Commonwealth Scientific and Industrial Research Organisation, Australia, and
Bureau of Meteorology) Australia
• (Beijing Climate Center, China Meteorological Administration) China
• (National Center for Atmospheric Research) USA
• (Centre National de Recherches Meteorologiques / Centre Europeen de
Recherche et Formation Avancees en Calcul Scientifique) France
• (National Oceanic and Atmospheric Administration - Geophysical Fluid
Dynamics Laboratory) USA
• (National Aeronautic and Space Administration Goddard Institute for Space
Studies) USA
• (Met Office Hadley Centre) UK
• (Institute for Numerical Mathematics) Russia
• (Institut Pierre-Simon Laplace) France
• (Japan Agency for Marine-Earth Science and Technology, Atmosphere and
Ocean Research nstitute (The University of Tokyo), and National Institute for
Environmental Studies) Japan
• (Meteorological Research Institute) Japan
• (Max Planck Institute for Meteorology) Germany
• (Norwegian Climate Centre) Norway
145.
146.
147.
148. De Europese wijnkaart zal volledig
hertekent worden. Het is nu tijd om te
starten met een serieus wijnbouwbeleid.
Wijnbouw verplaatst
zich noordwaarts
149. Charles Darwin
“It is not the strongest of the species that survives,
nor the most intelligent that survives.”
“It is the one that is the
most adaptable to change.”