SlideShare uma empresa Scribd logo
1 de 4
Baixar para ler offline
BELEID BESTUUR MANAGEMENT & PEDAGOGIEK IN DE KINDEROPVANG 2015 | 1
Onderwijsprogramma’s die zich richten op peuters en kleuters, zoals vroeg- en voor-
schoolse educatie, leiden niet tot betere schoolresultaten. Dat concluderen drie
onderzoekers van de Radboud Universiteit Nijmegen. Zij onderzochten Cito-gegevens
van leerlingen die een onderwijsprogramma voor taal en rekenen hebben gevolgd.
Een van hun conclusies cq. aanbevelingen is dat er gekeken moet worden naar de
waaier aan doelgroepdefinities die gehanteerd wordt, terwijl volstrekt onduidelijk is
wat de relatie is tussen de daarvoor gehanteerde indicatoren, het specifieke aanbod
en de daarmee beoogde effecten.
Inge Bruggers, Geert Driessen & Maurice Gesthuizen
oor- en Vroegschool-
se Educatie (vve) is in
2000 landelijk in
ganggezetalsonder-
deel van het Onder-
wijsachterstandenbeleid en is erop
gericht de startpositie in het basis-
onderwijsteverbeterenvanvoorna-
melijk allochtone en autochtone
kinderen uit lagere sociaal-econo-
mische milieus. Deze kinderen ver-
tonen grote achterstanden, die niet
of nauwelijks worden ingelopen ge-
durende het basisonderwijs (Dries-
sen, 2013). Er zijn twee typen vve-
programma’s: gezinsgerichte pro-
gramma’s worden thuis uitgevoerd
en richten zich op de ouders en via
hen op de kinderen; centrumge-
richte programma’s worden uitge-
voerd in peuterspeelzalen, kinder-
dagverblijven (voorschools) en
kleuterklassen (groep 1 en 2; vroeg-
schools).
Formeel bestaat de vve-doelgroep
uit 2,5- tot en met 5-jarigen met
een risico op achterstanden. De
gemeente bepaalt voor de voor-
schoolse voorzieningen de crite-
ria, het schoolbestuur voor de
vroegschoolse voorzieningen.
Meestal wordt uitgegaan van een
laag ouderlijk opleidingsniveau
als belangrijkste criterium; op ba-
sis daarvan verstrekt de Rijksover-
heid extra financiële middelen.
V
BBMP-WETENSCHAP
>
Vve-voorzieningen,
een panacee?
TAAL- EN REKEN-PRESTATIES, OP DE KORTE EN DE LANGERE TERMIJN
2 | BELEID BESTUUR MANAGEMENT & PEDAGOGIEK IN DE KINDEROPVANG 2015
richte programma’s. Soms wordt
echter een combinatie van beide
bepleit, of dat er in ieder geval aan
het centrumgerichte programma
een oudercomponent gekoppeld
is (Driessen & Doesborgh, 2003;
Karssen e.a., 2013; Keegstra, 2010;
Napp-Kolhoff e.a., 2008; Van
Schooten & Sleegers, 2008; Tavec-
chio & Oostdam, 2013; Van Tuijl &
Siebes, 2006; Veen, Roeleveld &
Leseman, 2000; Veen, Derriks &
Roeleveld, 2002; Veen e.a., 2013).
Het onderzoek
Naar aanleiding van het boven-
staande, staat hier centraal in hoe-
verre er een samenhang bestaat
tussen vve-deelname en de taal-
en rekenprestaties van leerlingen
in groep 2 en ontwikkelingen
daarin tussen groep 2 en 5. Om die
goed te kunnen plaatsen, is in de
vergelijking ook het reguliere aan-
bod in peuterspeelzalen en kin-
derdagverblijven meegenomen.
Concreet is een vergelijking ge-
maakt tussen de prestaties van de
volgende groepen kinderen: geen
deelname aan voor- en vroeg-
schoolse voorzieningen, alleen be-
zoek van een kinderdagverblijf, al-
leen bezoek van een peuterspeel-
zaal, bezoek van zowel kinderdag-
verblijf als peuterspeelzaal, en be-
zoek van kinderdagverblijf en/of
peuterspeelzaal in combinatie met
een vve-programma. Bovendien is
gekeken naar het soort vve-pro-
gramma.
Gebruik is gemaakt van gegevens
van de eerste en tweede meting
(2007/08, resp. 2010/11) van het
landelijke cohortonderzoek COOL
5-18 (Driessen e.a., 2009; 2012). In
dit grootschalige, longitudinale
onderzoek zijn dezelfde kinderen
in zowel groep 2 als groep 5 ge-
toetst op hun taal- en rekenvaar-
digheid. Daarmee kan dus de
prestatie-ontwikkeling gevolgd
worden en bovendien kan die wor-
den vergeleken voor verschillende
groepen kinderen. Omdat er ook
uiteenlopende achtergrondgege-
vens beschikbaar zijn, zoals sekse
en opleiding en etniciteit ouders,
maar ook de samenstelling van de
schoolpopulatie, kunnen de (ver-
anderingen in) taal- en rekenpres-
taties van deze kinderen worden
bestudeerd zonder dat ze worden
vertekend door deze andere ken-
merken. In totaal zijn voor de ana-
lyses gegevens gebruikt van 3922
leerlingen van 252 basisscholen.
Er zijn twee soorten analyses ver-
richt. De cross-sectionele (korte
termijn) analyses richten zich op
de taal- en rekenprestaties van
kinderen in groep 2. Hiermee is
onderzocht welke kenmerken sa-
menhangen met de schoolpresta-
ties in groep 2. Bij de longitudinale
(lange termijn) analyses is de ont-
wikkeling in taal- en rekenpresta-
ties tussen groep 2 en 5 geanaly-
seerd. Hiermee is nagegaan in
hoeverre voor- en vroegschoolse
voorzieningen samengaan met
vooruitgang in taal- en rekenpres-
taties.
De korte termijn
Allereerst is de samenhang tussen
deelname aan voor- en vroeg-
schoolse voorzieningen en de taal-
en rekenprestaties in groep 2 ge-
analyseerd. Daaruit bleek onder
meer dat kinderen die een kinder-
dagverblijf of peuterspeelzaal be-
zoeken betere taal- en rekenpres-
taties hadden dan kinderen die
nietdeelnemenaanvoor-ofvroeg-
schoolse voorzieningen. Kinderen
die deelnemen aan een vve-pro-
gramma, verschillen niet in hun
taal- en rekenprestaties van kinde-
ren die niet deelnemen aan een
vve-programma. Wanneer in de
analyse echter ook wordt rekening
gehouden met de verschillen in
achtergrondkenmerken worden,
dan resteren er in groep 2 ook
geen verschillen meer op het ge-
bied van taal en rekenen tussen
kinderen die een kinderdagverblijf
of peuterspeelzaal bezoeken en
die niet deelnemen aan voor- en
vroegschoolse voorzieningen.
De lange termijn
In een volgende stap is de samen-
hang tussen deelname aan voor-
en vroegschoolse voorzieningen
en de vooruitgang in taal- en re-
kenprestaties tussen groep 2 en
groep 5 geanalyseerd. Daaruit
bleek met betrekking tot taal dat
kinderen die deelnemen aan voor-
en vroegschoolse voorzieningen er
tussen groep 2 en 5 minder sterk
op vooruitgaan dan kinderen die
niet deelnemen. Nadat rekening is
gehouden met de achtergrond-
kenmerken van de kinderen blij-
vendezeachterstandenbovendien
bestaan. Dit betekent dat de kin-
deren die deelnemen aan voor- en
vroegschoolse voorzieningen tus-
sen groep 2 en 5 een taalachter-
stand hebben opgelopen ten op-
zichte van de kinderen die niet
deelnemen aan deze voorzienin-
gen.
Voor rekenen ligt dat iets anders.
Kinderen die hebben deelgeno-
men aan voor- en vroegschoolse
voorzieningen boeken evenveel
progressie met rekenen tussen
groep 2 en 5 als kinderen die niet
Daarnaast zijn gemeenten en
schoolbesturen echter vrij om ook
andere criteria te hanteren, zoals
het niet-spreken van de Neder-
landse taal in de thuissituatie, ont-
wikkelingsvertraging of gedrags-
problemen van het kind, of soci-
aal-psychische problemen thuis.
Het resultaat is een grote variatie
in doelgroepen tussen, maar ook
binnen gemeenten (Driessen,
2012).
Wat is er al bekend?
In het onderhavige onderzoek staat
de samenhang tussen vve-deelna-
me en de taal- en rekenprestaties
centraal. Eerdere onderzoeken le-
verden uiteenlopende resultaten
op.MetnameindeVSwerdenposi-
tieve effecten op de korte termijn
gevonden, maar op de lange ter-
mijn verdwenen die vaak weer. En-
kele langlopende experimentele
studies lieten ook na verloop van
decennia nog positieve effecten
zien. Veel bleek af te hangen van de
kwaliteit van de programma’s en
de uitvoering daarvan (Barnett,
2008; Cleveland & Krashinsky,
2003; Blok e.a., 2005; Karoly, Kil-
burn & Cannon, 2005; Pianta e.a.,
2009).
In Nederland is nog weinig onder-
zoek verricht naar de opbrengsten
van vve. Een enkele studie liet posi-
tieve effecten zien; een andere stu-
die wees op kortstondige positieve
effecten,
die na verloop van tijd weer ver-
dwenen; andere studies konden
geen effecten aantonen; en uit ver-
schillende recente andere studies
volgden zelfs negatieve effecten.
De effecten van gezinsgerichte pro-
gramma’s zijn in het algemeen
zwakker dan die van centrumge-
BELEID BESTUUR MANAGEMENT & PEDAGOGIEK IN DE KINDEROPVANG • 2015 3
hebben deelgenomen, en dat ver-
andert niet wanneer rekening
wordt gehouden met de achter-
grondkenmerken. Dit impliceert
dat kinderen die wel of niet deelne-
men aan voor- en vroegschoolse
voorzieningen tussen groep 2 en 5
dezelfde ontwikkeling doormaken
op het gebied van rekenen.
Soorten programma’s
Uit de analyses blijkt dat doel-
groepkinderen die deelnemen aan
een centrumgericht vve-program-
ma in groep 2 beter scoren qua
taal- en rekenvaardigheid dan
doelgroepkinderen die deelnemen
aan een gezinsgericht vve-pro-
gramma. Wanneer echter rekening
is gehouden met de achtergrond-
kenmerken van de kinderen, be-
staan er geen verschillen meer tus-
sen centrum- en gezinsgerichte
programma’s.
Als het gaat om de vooruitgang tus-
sen groep 2 en 5 wat betreft taal,
dan blijkt dat kinderen die deelne-
menaancentrumgerichteprogram-
ma’s meer vooruitgaan dan kinde-
ren die deelnemen aan gezinsge-
richte programma’s. Ook kinderen
die niet deelnemen of die een pro-
gramma volgen dat zowel centrum-
als gezinsgericht is, boeken meer
progressiedankinderendiedeelne-
men aan gezinsgerichte program-
ma’s, ook wanneer rekening is ge-
houden met verschillen in achter-
grondkenmerken.Voorrekenenzijn
er geen verschillen tussen de soor-
ten vve-programma’s.
Minder vooruitgang
In dit artikel stond de vraag cen-
traal in hoeverre er een samenhang
bestaat tussen deelname aan voor-
en vroegschoolse voorzieningen en
de taal- en rekenprestaties van kin-
deren uit groep 2 (korte termijn) en
de ontwikkelingen in die prestaties
tussen groep 2 en 5 (langere ter-
mijn). Wat betreft de korte termijn
blijkt dat er geen verschillen be-
staan in taal- en rekenvaardigheid
tussen kinderen die wel en die niet
deelnemen aan voor- en vroeg-
schoolse voorzieningen. Dit impli-
ceert dat zowel het bezoeken van
een peuterspeelzaal of kinderdag-
verblijf als het deelnemen aan een
vve-programma niet positief sa-
menhangt met de schoolprestaties
op de korte termijn. Op het gebied
van rekenen worden op de langere
termijn evenmin verschillen gevon-
den in prestaties tussen kinderen
die wel of die niet deelnemen aan
voor- en vroegschoolse voorzienin-
gen.Detaalprestatiesvankinderen
die deelnemen aan voor- en vroeg-
schoolse voorzieningen gaan tus-
sen groep 2 en 5 echter minder
sterk vooruit dan de prestaties van
kinderen die niet deelnemen. Dit
betekent dat voor- en vroeg-
schoolse voorzieningen (het be-
zoeken van een peuterspeelzaal,
een kinderdagverblijf en het deel-
nemen aan een vve-programma)
ook op de langere termijn niet de
beoogde positieve samenhang
vertoont met de schoolprestaties.
Mogelijke verklaringen
Een mogelijke verklaring voor deze
teleurstellende bevindingen ligt bij
de enorme variatie in doelgroepde-
finities. Gemeenten en scholen
kunnen eigen doelgroepdefinities
hanteren, waardoor er grote ver-
schillen in deelname aan vve be-
staan tussen gemeenten, en ook
tussen voor- en vroegschoolse in- >
stellingen binnen gemeenten. Bo-
vendien bieden niet alle gemeen-
ten evenveel vve (duur en intensi-
teit) aan en krijgen regelmatig ook
niet-doelgroepkinderen een vve-
aanbod. In de praktijk blijkt dat
leidsters vaak maatwerk leveren,
dat wil zeggen hun aanbod afstem-
men op de behoeften van individu-
ele kinderen – of ze nu formeel tot
de doelgroep behoren of niet. Te-
vens is het zo dat niet alle doel-
groepkinderen na de voorschoolse
fase, in groep 1 en 2 of daarna nog
extrastimuleringontvangenviavve
of anderszins, waardoor te ver-
wachtenvaltdatzijlangzamerhand
weer achterop raken (het ‘fade out’
effect).
Er is mogelijk ook een onderzoeks-
matige verklaring. Een eerste be-
perking is dat er geen sprake was
van een voormeting in strikte zin,
oftewel een meting voordat een
kind begint met vve. Op deze ma-
nier is het startniveau van het kind
moeilijker vast te stellen. Dat is
echter zo goed mogelijk gecom-
penseerd door in de analyses te
corrigeren voor relevante achter-
grondkenmerken. Een tweede be-
perking is het ontbreken van een
goede controlegroep. Bijna alle
kinderen nemen immers deel aan
een of meerdere voor- en vroeg-
schoolse voorzieningen.
Aanbevelingen
Ondanks de beperkingen kunnen
naar aanleiding van de resultaten
uit dit onderzoek aanbevelingen
worden gedaan. Er bestaat een
waaier aan doelgroepdefinities,
terwijl volstrekt onduidelijk is wat
de relatie is tussen elk van de daar-
voor gehanteerde indicatoren met
het specifieke aanbod (i.c. het vve-
programma) en de daarmee be-
oogde effecten. Er is onderzoek
nodig naar de vraag welke speci-
fieke kenmerken van vve effectief
zijn in het bevorderen van de taal-
en rekenvaardigheid op de korte
en langere termijn (succesfacto-
ren) en welke kenmerken de effec-
tiviteit van vve belemmeren (faal-
factoren). De vraag is of elk van de
programma’s wel zo geschikt is
voor de grote verscheidenheid aan
doelgroepen. Dit vormt een moge-
lijke verklaring voor de bevinding
‘Ditbetekentdatvoor-en
vroegschoolsevoorzieningen
ookopdelangeretermijn
nietdebeoogdepositieve
samenhangvertoontmetde
schoolprestaties.’
4 | BELEID BESTUUR MANAGEMENT & PEDAGOGIEK IN DE KINDEROPVANG 2015
dat vooralsnog niet kan worden
aangetoond dat vve het beoogde
effect heeft. Dit zal wellicht een
principiële keuze vereisen. Nu is
het namelijk veelal zo dat het ‘ach-
terstandsperspectief’ en het ‘zorg-
perspectief’ door elkaar lopen. Het
betreft enerzijds kinderen die van-
wege een onvoldoende aanbod en
stimulering in de thuissituatie ach-
terop dreigen te geraken, en an-
derzijds kinderen die gedragspro-
blemen hebben of ontwikkelings-
stoornissen of waarvan de ouders
psycho-sociale problemen heb-
ben. Het is de vraag of het hierbij
niet om fundamenteel andere
doelgroepen gaat waarbij een one-
size-fits-all vve-benadering onvol-
doende recht doet aan de diversi-
teit in achterliggende oorzaken.
Literatuur
Barnett, W. (2008). Preschool education
and its lasting effects: Research and policy
implications. New Brunswick, NJ: Rut-
gers.
Blok, H., Fukkink, R., Gebhardt, E., &
Leseman, P. (2005). The relevance of
delivery mode and other programme
characteristics for the effectiveness of
early childhood intervention. Interna-
tionalJournalofBehavioralDevelopment,
29, 35-47.
Bruggers,I.,Driessen,G.,&Gesthuizen,
M. (2014). Voor- en vroegschoolse
voorzieningen, effectief of niet? De
samenhang tussen deelname aan
voor-envroegschoolsevoorzieningen
en de taal- en rekenprestaties van
leerlingen op de korte en langere ter-
mijn, Mens & Maatschappij, 89, 117-
150.
Cleveland, G., & Krashinsky, M. (2003).
Financing ECEC services in OECD coun-
tries. Scarborough: University of Toronto.
Driessen, G. (2012). Variatie in Voor-
Vroegschoolse Educatie. Een onderzoek
naar de uiteenlopende wijzen waarop in
gemeenten vorm wordt gegeven aan VVE.
Nijmegen: ITS.
Driessen, G. (2013). De bestrijding van on-
derwijsachterstanden Een review van op-
brengsten en effectieve aanpakken. Nij-
megen: ITS.
Driessen, G., Mulder, L., Ledoux, G., &
Roeleveld, J. (2012). Cohortonderzoek
COOL5-18 Technisch rapport basisonder-
wijs, tweede meting, 2010/11. Nijmegen:
ITS/Amsterdam: Kohnstamm Insti-
tuut.
Driessen, G., Mulder, L., Ledoux, G.,
Roeleveld, J., & Veen, I. van der
(2009). Cohortonderzoek COOL5-18.
Technisch rapport basisonderwijs, eerste
meting, 2007/ 08. Nijmegen/Amster-
dam: ITS/Kohnstamm Instituut.
Karoly, L., Kilburn, M., & Cannon, J.
(2005). Early childhood interventions.
Provenresults,futurepromise.SantaMo-
nica, CA: RAND.
Karssen, M., Veen, I. van der, Veen, A.,
Daalen,M.van,&Roeleveld,J.(2013).
Effecten van deelname aan en kwaliteit
van voor- en vroegschoolse educatie op de
ontwikkeling van kinderen. Amsterdam:
Kohnstamm Instituut.
Keegstra, A. (2010). Language problems in
young children. General assumptions in-
vestigated. Groningen: RUG.
Nap-Kolhoff, E., Schilt-Mol, T. van, Si-
mons, M., Sontag, L., Steensel, R.
van, & Vallen, T. (2008). VVE onder de
loep. Een studie naar de uitvoering en ef-
fectiviteit van voor- en vroegschoolse edu-
catieve programma’s. Tilburg: IVA.
Pianta, R., Barnett, W., Burchinal, M., &
Thornburg, K. (2009). The effects of
preschool education: What we know,
how public policy is or is not aligned
with the evidence base, and what we
need to know. Psychological Science in
the Public Interest, 10, 49-88.
Schooten, E. van, & Sleegers, P. (2008).
Onderzoek naar de effectiviteit van VVE en
peuterspeelzalen in Oosterhout en Den
Bosch. Amsterdam/Nijmegen: SCO-
Kohnstamm Instituut/ITS.
Tavecchio, L., & Oostdam, R. (2013).
Niet elk kind is ontvankelijk voor
vroegtijdige stimuleringsprogram-
ma’s. De invloed van onderliggende
factoren van schoolrijpheid in relatie
tot de voor- en vroegschoolse educa-
tie. Pedagogiek, 33 (1), 37-48.
Tuijl,C.van,&Siebes,R.(2006).Hetren-
dement van Opstap in de basisschoolperi-
ode. Een longitudinaal onderzoek naar ef-
fecten van een gezinsgericht stimulerings-
programma bij Turkse en Marokkaanse
gezinnen. Utrecht: Nederlands Jeugd-
instituut.
Veen, A., Derriks, M., & Roeleveld, J.
(2002). Een jaar later. Vervolgonderzoek
evaluatie van Kaleidoscoop en Piramide.
Amsterdam: SCO-Kohnstamm Insti-
tuut.
Veen, A., Roeleveld, J., & Leseman, P.
(2000). Evaluatie van Kaleidoscoop en
Piramide. Amsterdam: SCO-Kohn-
stamm Instituut.
Veen, A., Karssen, M., Daalen, M. van,
Roeleveld, J., Triesscheijn, B., & Els-
hof, D. (2013). De aansluiting tussen
voor- en vroegschoolse educatie en tussen
vroegschoolse educatie en groep 3. Am-
sterdam: Kohnstamm Instituut.

Mais conteúdo relacionado

Destaque

Destaque (20)

Geert Driessen (2011) Staan jongens op achterstand? Seksespecifieke schoolloo...
Geert Driessen (2011) Staan jongens op achterstand? Seksespecifieke schoolloo...Geert Driessen (2011) Staan jongens op achterstand? Seksespecifieke schoolloo...
Geert Driessen (2011) Staan jongens op achterstand? Seksespecifieke schoolloo...
 
Geert Driessen (2010) Integratie, generatie en prestatie
Geert Driessen (2010) Integratie, generatie en prestatieGeert Driessen (2010) Integratie, generatie en prestatie
Geert Driessen (2010) Integratie, generatie en prestatie
 
Geert Driessen & Hans van Gennip (2009) Tagging in het onderwijs
Geert Driessen & Hans van Gennip (2009) Tagging in het onderwijsGeert Driessen & Hans van Gennip (2009) Tagging in het onderwijs
Geert Driessen & Hans van Gennip (2009) Tagging in het onderwijs
 
Geert Driessen & Frederik Smit (2008) AERA Effects of immigrant participation
Geert Driessen & Frederik Smit (2008) AERA Effects of immigrant participationGeert Driessen & Frederik Smit (2008) AERA Effects of immigrant participation
Geert Driessen & Frederik Smit (2008) AERA Effects of immigrant participation
 
Geert Driessen (1990) PT Sociaal milieu en etnische herkomst als verklaring v...
Geert Driessen (1990) PT Sociaal milieu en etnische herkomst als verklaring v...Geert Driessen (1990) PT Sociaal milieu en etnische herkomst als verklaring v...
Geert Driessen (1990) PT Sociaal milieu en etnische herkomst als verklaring v...
 
Geert Driessen (2007) Peer group effecten op onderwijsprestaties
Geert Driessen (2007) Peer group effecten op onderwijsprestatiesGeert Driessen (2007) Peer group effecten op onderwijsprestaties
Geert Driessen (2007) Peer group effecten op onderwijsprestaties
 
Frederik Smit & Geert Driessen (2007) JET Parents and schools as partners in ...
Frederik Smit & Geert Driessen (2007) JET Parents and schools as partners in ...Frederik Smit & Geert Driessen (2007) JET Parents and schools as partners in ...
Frederik Smit & Geert Driessen (2007) JET Parents and schools as partners in ...
 
Geert Driessen (1994) Moroccan children acquiring Arabic in the Netherlands
Geert Driessen (1994) Moroccan children acquiring Arabic in the NetherlandsGeert Driessen (1994) Moroccan children acquiring Arabic in the Netherlands
Geert Driessen (1994) Moroccan children acquiring Arabic in the Netherlands
 
Geert Driessen & Michael Merry (2010) MS Hindoescholen in Nederland
Geert Driessen & Michael Merry (2010) MS Hindoescholen in NederlandGeert Driessen & Michael Merry (2010) MS Hindoescholen in Nederland
Geert Driessen & Michael Merry (2010) MS Hindoescholen in Nederland
 
Greetje van der Werf & Geert Driessen (1993) Het functioneren van het voortge...
Greetje van der Werf & Geert Driessen (1993) Het functioneren van het voortge...Greetje van der Werf & Geert Driessen (1993) Het functioneren van het voortge...
Greetje van der Werf & Geert Driessen (1993) Het functioneren van het voortge...
 
Geert Driessen & Frederik Smit (2008) Does ethnic minority parents' integrati...
Geert Driessen & Frederik Smit (2008) Does ethnic minority parents' integrati...Geert Driessen & Frederik Smit (2008) Does ethnic minority parents' integrati...
Geert Driessen & Frederik Smit (2008) Does ethnic minority parents' integrati...
 
Hoe werf je als tandarts nieuwe patiënten online?
Hoe werf je als tandarts nieuwe patiënten online?Hoe werf je als tandarts nieuwe patiënten online?
Hoe werf je als tandarts nieuwe patiënten online?
 
Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) Is there a catholic scho...
Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) Is there a catholic scho...Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) Is there a catholic scho...
Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) Is there a catholic scho...
 
Jos van Kuijk & Geert Driessen (2015). Ervaringen met het lerende organisatie...
Jos van Kuijk & Geert Driessen (2015). Ervaringen met het lerende organisatie...Jos van Kuijk & Geert Driessen (2015). Ervaringen met het lerende organisatie...
Jos van Kuijk & Geert Driessen (2015). Ervaringen met het lerende organisatie...
 
Geert Driessen (2001) IRE Ethnicity, forms of capital, and educational achiev...
Geert Driessen (2001) IRE Ethnicity, forms of capital, and educational achiev...Geert Driessen (2001) IRE Ethnicity, forms of capital, and educational achiev...
Geert Driessen (2001) IRE Ethnicity, forms of capital, and educational achiev...
 
Ed Smeets, Jos van Kuijk & Geert Driessen (2014) Handreiking basisschooladvies
Ed Smeets, Jos van Kuijk & Geert Driessen (2014) Handreiking basisschooladviesEd Smeets, Jos van Kuijk & Geert Driessen (2014) Handreiking basisschooladvies
Ed Smeets, Jos van Kuijk & Geert Driessen (2014) Handreiking basisschooladvies
 
Geert Driessen & Greetje van der Werf (1994). Het functioneren van het voortg...
Geert Driessen & Greetje van der Werf (1994). Het functioneren van het voortg...Geert Driessen & Greetje van der Werf (1994). Het functioneren van het voortg...
Geert Driessen & Greetje van der Werf (1994). Het functioneren van het voortg...
 
Geert Driessen (2008) Houdoe? Afscheid van streektalen en dialecten?
Geert Driessen (2008) Houdoe? Afscheid van streektalen en dialecten? Geert Driessen (2008) Houdoe? Afscheid van streektalen en dialecten?
Geert Driessen (2008) Houdoe? Afscheid van streektalen en dialecten?
 
Frederik Smit, Geert Driessen & Peter Sleegers (2006) INET Six archetypes of ...
Frederik Smit, Geert Driessen & Peter Sleegers (2006) INET Six archetypes of ...Frederik Smit, Geert Driessen & Peter Sleegers (2006) INET Six archetypes of ...
Frederik Smit, Geert Driessen & Peter Sleegers (2006) INET Six archetypes of ...
 
Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen (2015) Early Childhood Edu...
Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen (2015) Early Childhood Edu...Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen (2015) Early Childhood Edu...
Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen (2015) Early Childhood Edu...
 

Semelhante a Inge Bruggers, Geert Driessen & Maurice Gesthuizen (2015) BBMP VVE panacee

Geert Driessen et al. (2003) De ontwikkeling van jonge kinderen. Brochure
 Geert Driessen et al. (2003) De ontwikkeling van jonge kinderen. Brochure Geert Driessen et al. (2003) De ontwikkeling van jonge kinderen. Brochure
Geert Driessen et al. (2003) De ontwikkeling van jonge kinderen. Brochure
Driessen Research
 
Rap2007 hoogbegaafden-driessenmooijdoesborgh
Rap2007 hoogbegaafden-driessenmooijdoesborghRap2007 hoogbegaafden-driessenmooijdoesborgh
Rap2007 hoogbegaafden-driessenmooijdoesborgh
Anne de Hulster
 
Geert Driessen (2015) M&M De wankelijke empirische basis van het onderwijsach...
Geert Driessen (2015) M&M De wankelijke empirische basis van het onderwijsach...Geert Driessen (2015) M&M De wankelijke empirische basis van het onderwijsach...
Geert Driessen (2015) M&M De wankelijke empirische basis van het onderwijsach...
Driessen Research
 

Semelhante a Inge Bruggers, Geert Driessen & Maurice Gesthuizen (2015) BBMP VVE panacee (20)

Daan Fettelaar, Lia Mulder & Geert Driessen (2014). Ouderlijk opleidingsnivea...
Daan Fettelaar, Lia Mulder & Geert Driessen (2014). Ouderlijk opleidingsnivea...Daan Fettelaar, Lia Mulder & Geert Driessen (2014). Ouderlijk opleidingsnivea...
Daan Fettelaar, Lia Mulder & Geert Driessen (2014). Ouderlijk opleidingsnivea...
 
Inge Bruggers, Geert Driessen & Maurice Gesthuizen (2014) M&M Voor- en vroegs...
Inge Bruggers, Geert Driessen & Maurice Gesthuizen (2014) M&M Voor- en vroegs...Inge Bruggers, Geert Driessen & Maurice Gesthuizen (2014) M&M Voor- en vroegs...
Inge Bruggers, Geert Driessen & Maurice Gesthuizen (2014) M&M Voor- en vroegs...
 
Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen TVO VVE in de voorschoolse...
Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen TVO VVE in de voorschoolse...Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen TVO VVE in de voorschoolse...
Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen TVO VVE in de voorschoolse...
 
Geert Driessen (1996) Stim Operatie Speel Goed.pdf
Geert Driessen (1996) Stim Operatie Speel Goed.pdfGeert Driessen (1996) Stim Operatie Speel Goed.pdf
Geert Driessen (1996) Stim Operatie Speel Goed.pdf
 
Geert Driessen (1999) Voor- en vroegschoolse programma's en onderwijsprestati...
Geert Driessen (1999) Voor- en vroegschoolse programma's en onderwijsprestati...Geert Driessen (1999) Voor- en vroegschoolse programma's en onderwijsprestati...
Geert Driessen (1999) Voor- en vroegschoolse programma's en onderwijsprestati...
 
Geert Driessen (2003) ITSInfo Deelname aan en effecten van Voor- en Vroegscho...
Geert Driessen (2003) ITSInfo Deelname aan en effecten van Voor- en Vroegscho...Geert Driessen (2003) ITSInfo Deelname aan en effecten van Voor- en Vroegscho...
Geert Driessen (2003) ITSInfo Deelname aan en effecten van Voor- en Vroegscho...
 
Geert Driessen et al. (2003) De ontwikkeling van jonge kinderen. Brochure
 Geert Driessen et al. (2003) De ontwikkeling van jonge kinderen. Brochure Geert Driessen et al. (2003) De ontwikkeling van jonge kinderen. Brochure
Geert Driessen et al. (2003) De ontwikkeling van jonge kinderen. Brochure
 
Geert Driessen (2013) Did Redding of kwelling.pdf
Geert Driessen (2013) Did Redding of kwelling.pdfGeert Driessen (2013) Did Redding of kwelling.pdf
Geert Driessen (2013) Did Redding of kwelling.pdf
 
Geert Driessen (2004) Did Nu zaaien later oogsten.pdf
Geert Driessen (2004) Did Nu zaaien later oogsten.pdfGeert Driessen (2004) Did Nu zaaien later oogsten.pdf
Geert Driessen (2004) Did Nu zaaien later oogsten.pdf
 
Geert Driessen (2012)TVO Voor- en Vroegschoolse Educatie.pdf
Geert Driessen (2012)TVO Voor- en Vroegschoolse Educatie.pdfGeert Driessen (2012)TVO Voor- en Vroegschoolse Educatie.pdf
Geert Driessen (2012)TVO Voor- en Vroegschoolse Educatie.pdf
 
Geert Driessen, Annemiek Veen & Ineke van der Veen (2013) TVO Het bereik van ...
Geert Driessen, Annemiek Veen & Ineke van der Veen (2013) TVO Het bereik van ...Geert Driessen, Annemiek Veen & Ineke van der Veen (2013) TVO Het bereik van ...
Geert Driessen, Annemiek Veen & Ineke van der Veen (2013) TVO Het bereik van ...
 
Geert Driessen (1996) WJK Voorbereidend lezen en rekenen in groep 1 en 2.pdf
Geert Driessen (1996) WJK Voorbereidend lezen en rekenen in groep 1 en 2.pdfGeert Driessen (1996) WJK Voorbereidend lezen en rekenen in groep 1 en 2.pdf
Geert Driessen (1996) WJK Voorbereidend lezen en rekenen in groep 1 en 2.pdf
 
Geert Driessen (1996) Did Allochtone kleuters minder goed voorbereid op echte...
Geert Driessen (1996) Did Allochtone kleuters minder goed voorbereid op echte...Geert Driessen (1996) Did Allochtone kleuters minder goed voorbereid op echte...
Geert Driessen (1996) Did Allochtone kleuters minder goed voorbereid op echte...
 
Geert Driessen (1996) Voor- en vroegschoolse programma's kinderopvang en onde...
Geert Driessen (1996) Voor- en vroegschoolse programma's kinderopvang en onde...Geert Driessen (1996) Voor- en vroegschoolse programma's kinderopvang en onde...
Geert Driessen (1996) Voor- en vroegschoolse programma's kinderopvang en onde...
 
Literatuurverkenning Ouderbetrokkenheid, Januari 2012
Literatuurverkenning Ouderbetrokkenheid, Januari 2012Literatuurverkenning Ouderbetrokkenheid, Januari 2012
Literatuurverkenning Ouderbetrokkenheid, Januari 2012
 
Rap2007 hoogbegaafden-driessenmooijdoesborgh
Rap2007 hoogbegaafden-driessenmooijdoesborghRap2007 hoogbegaafden-driessenmooijdoesborgh
Rap2007 hoogbegaafden-driessenmooijdoesborgh
 
Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen (2015) VVE-doelgroepkinder...
Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen (2015) VVE-doelgroepkinder...Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen (2015) VVE-doelgroepkinder...
Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen (2015) VVE-doelgroepkinder...
 
Geert Driessen (2015) De werking van het onderwijsachterstandenbeleid
Geert Driessen (2015) De werking van het onderwijsachterstandenbeleidGeert Driessen (2015) De werking van het onderwijsachterstandenbeleid
Geert Driessen (2015) De werking van het onderwijsachterstandenbeleid
 
Geert Driessen (2015) M&M De wankelijke empirische basis van het onderwijsach...
Geert Driessen (2015) M&M De wankelijke empirische basis van het onderwijsach...Geert Driessen (2015) M&M De wankelijke empirische basis van het onderwijsach...
Geert Driessen (2015) M&M De wankelijke empirische basis van het onderwijsach...
 
Geert Driessen (2013) ed Smit Ouderbetrokkenheid en -participatie en schoolse...
Geert Driessen (2013) ed Smit Ouderbetrokkenheid en -participatie en schoolse...Geert Driessen (2013) ed Smit Ouderbetrokkenheid en -participatie en schoolse...
Geert Driessen (2013) ed Smit Ouderbetrokkenheid en -participatie en schoolse...
 

Mais de Driessen Research

Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....
Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....
Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....
Driessen Research
 
Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...
Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...
Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...
Driessen Research
 

Mais de Driessen Research (20)

Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....
Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....
Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....
 
Geert Driessen (2024) Demasqué VVE-modelprogramma's.pdf
Geert Driessen (2024) Demasqué VVE-modelprogramma's.pdfGeert Driessen (2024) Demasqué VVE-modelprogramma's.pdf
Geert Driessen (2024) Demasqué VVE-modelprogramma's.pdf
 
Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...
Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...
Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...
 
Geert Driessen (2023) Encyclopedia The Perry HighScope Preschool Program A Cr...
Geert Driessen (2023) Encyclopedia The Perry HighScope Preschool Program A Cr...Geert Driessen (2023) Encyclopedia The Perry HighScope Preschool Program A Cr...
Geert Driessen (2023) Encyclopedia The Perry HighScope Preschool Program A Cr...
 
Kees de Bot, Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) MLEML An exploration of t...
Kees de Bot, Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) MLEML An exploration of t...Kees de Bot, Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) MLEML An exploration of t...
Kees de Bot, Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) MLEML An exploration of t...
 
Geert Driessen (1992) MLEML Developments in first and second language acquisi...
Geert Driessen (1992) MLEML Developments in first and second language acquisi...Geert Driessen (1992) MLEML Developments in first and second language acquisi...
Geert Driessen (1992) MLEML Developments in first and second language acquisi...
 
Geert Driessen, Lia Mulder & Paul Jungbluth (1994) ILAPSI Ethnicity and socia...
Geert Driessen, Lia Mulder & Paul Jungbluth (1994) ILAPSI Ethnicity and socia...Geert Driessen, Lia Mulder & Paul Jungbluth (1994) ILAPSI Ethnicity and socia...
Geert Driessen, Lia Mulder & Paul Jungbluth (1994) ILAPSI Ethnicity and socia...
 
Geert Driessen & Pim Valkenberg (2000) AERA Islamic schools in the western wo...
Geert Driessen & Pim Valkenberg (2000) AERA Islamic schools in the western wo...Geert Driessen & Pim Valkenberg (2000) AERA Islamic schools in the western wo...
Geert Driessen & Pim Valkenberg (2000) AERA Islamic schools in the western wo...
 
Geert Driessen (2000) AEGEE Islamic schools in the western world Paper.pdf
Geert Driessen (2000) AEGEE Islamic schools in the western world Paper.pdfGeert Driessen (2000) AEGEE Islamic schools in the western world Paper.pdf
Geert Driessen (2000) AEGEE Islamic schools in the western world Paper.pdf
 
Geert Driessen (2001) AERA Public-private effects in elementary schools in th...
Geert Driessen (2001) AERA Public-private effects in elementary schools in th...Geert Driessen (2001) AERA Public-private effects in elementary schools in th...
Geert Driessen (2001) AERA Public-private effects in elementary schools in th...
 
Geert Driessen & Frederik Smit (2005) ERNAPE Integration participation and ed...
Geert Driessen & Frederik Smit (2005) ERNAPE Integration participation and ed...Geert Driessen & Frederik Smit (2005) ERNAPE Integration participation and ed...
Geert Driessen & Frederik Smit (2005) ERNAPE Integration participation and ed...
 
Frederik Smit & Geert Driessen (2005) CARE Parent and community involvement i...
Frederik Smit & Geert Driessen (2005) CARE Parent and community involvement i...Frederik Smit & Geert Driessen (2005) CARE Parent and community involvement i...
Frederik Smit & Geert Driessen (2005) CARE Parent and community involvement i...
 
Geert Driessen (2006) ERCOMER Integration participation and education Pres.ppt
Geert Driessen (2006) ERCOMER Integration participation and education Pres.pptGeert Driessen (2006) ERCOMER Integration participation and education Pres.ppt
Geert Driessen (2006) ERCOMER Integration participation and education Pres.ppt
 
Michael Merry & Geert Driessen (2010) WCCES Integration by other means Hindu ...
Michael Merry & Geert Driessen (2010) WCCES Integration by other means Hindu ...Michael Merry & Geert Driessen (2010) WCCES Integration by other means Hindu ...
Michael Merry & Geert Driessen (2010) WCCES Integration by other means Hindu ...
 
Geert Driessen & Michael Merry (2013) AERA Tackling socioeconomic and ethnic ...
Geert Driessen & Michael Merry (2013) AERA Tackling socioeconomic and ethnic ...Geert Driessen & Michael Merry (2013) AERA Tackling socioeconomic and ethnic ...
Geert Driessen & Michael Merry (2013) AERA Tackling socioeconomic and ethnic ...
 
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Dealing with street culture in s...
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Dealing with street culture in s...Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Dealing with street culture in s...
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Dealing with street culture in s...
 
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Critical lessons from practices ...
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Critical lessons from practices ...Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Critical lessons from practices ...
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Critical lessons from practices ...
 
Geert Driessen & Michael Merry (2015) RA The gross and net effects Pres.pdf
Geert Driessen & Michael Merry (2015) RA The gross and net effects Pres.pdfGeert Driessen & Michael Merry (2015) RA The gross and net effects Pres.pdf
Geert Driessen & Michael Merry (2015) RA The gross and net effects Pres.pdf
 
Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) ESA Is there a Catholic ...
Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) ESA Is there a Catholic ...Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) ESA Is there a Catholic ...
Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) ESA Is there a Catholic ...
 
Geert Driessen (2013) GemOss Onderwijsachterstandenbestrijding Pres.pptx
Geert Driessen (2013) GemOss Onderwijsachterstandenbestrijding Pres.pptxGeert Driessen (2013) GemOss Onderwijsachterstandenbestrijding Pres.pptx
Geert Driessen (2013) GemOss Onderwijsachterstandenbestrijding Pres.pptx
 

Inge Bruggers, Geert Driessen & Maurice Gesthuizen (2015) BBMP VVE panacee

  • 1. BELEID BESTUUR MANAGEMENT & PEDAGOGIEK IN DE KINDEROPVANG 2015 | 1 Onderwijsprogramma’s die zich richten op peuters en kleuters, zoals vroeg- en voor- schoolse educatie, leiden niet tot betere schoolresultaten. Dat concluderen drie onderzoekers van de Radboud Universiteit Nijmegen. Zij onderzochten Cito-gegevens van leerlingen die een onderwijsprogramma voor taal en rekenen hebben gevolgd. Een van hun conclusies cq. aanbevelingen is dat er gekeken moet worden naar de waaier aan doelgroepdefinities die gehanteerd wordt, terwijl volstrekt onduidelijk is wat de relatie is tussen de daarvoor gehanteerde indicatoren, het specifieke aanbod en de daarmee beoogde effecten. Inge Bruggers, Geert Driessen & Maurice Gesthuizen oor- en Vroegschool- se Educatie (vve) is in 2000 landelijk in ganggezetalsonder- deel van het Onder- wijsachterstandenbeleid en is erop gericht de startpositie in het basis- onderwijsteverbeterenvanvoorna- melijk allochtone en autochtone kinderen uit lagere sociaal-econo- mische milieus. Deze kinderen ver- tonen grote achterstanden, die niet of nauwelijks worden ingelopen ge- durende het basisonderwijs (Dries- sen, 2013). Er zijn twee typen vve- programma’s: gezinsgerichte pro- gramma’s worden thuis uitgevoerd en richten zich op de ouders en via hen op de kinderen; centrumge- richte programma’s worden uitge- voerd in peuterspeelzalen, kinder- dagverblijven (voorschools) en kleuterklassen (groep 1 en 2; vroeg- schools). Formeel bestaat de vve-doelgroep uit 2,5- tot en met 5-jarigen met een risico op achterstanden. De gemeente bepaalt voor de voor- schoolse voorzieningen de crite- ria, het schoolbestuur voor de vroegschoolse voorzieningen. Meestal wordt uitgegaan van een laag ouderlijk opleidingsniveau als belangrijkste criterium; op ba- sis daarvan verstrekt de Rijksover- heid extra financiële middelen. V BBMP-WETENSCHAP > Vve-voorzieningen, een panacee? TAAL- EN REKEN-PRESTATIES, OP DE KORTE EN DE LANGERE TERMIJN
  • 2. 2 | BELEID BESTUUR MANAGEMENT & PEDAGOGIEK IN DE KINDEROPVANG 2015 richte programma’s. Soms wordt echter een combinatie van beide bepleit, of dat er in ieder geval aan het centrumgerichte programma een oudercomponent gekoppeld is (Driessen & Doesborgh, 2003; Karssen e.a., 2013; Keegstra, 2010; Napp-Kolhoff e.a., 2008; Van Schooten & Sleegers, 2008; Tavec- chio & Oostdam, 2013; Van Tuijl & Siebes, 2006; Veen, Roeleveld & Leseman, 2000; Veen, Derriks & Roeleveld, 2002; Veen e.a., 2013). Het onderzoek Naar aanleiding van het boven- staande, staat hier centraal in hoe- verre er een samenhang bestaat tussen vve-deelname en de taal- en rekenprestaties van leerlingen in groep 2 en ontwikkelingen daarin tussen groep 2 en 5. Om die goed te kunnen plaatsen, is in de vergelijking ook het reguliere aan- bod in peuterspeelzalen en kin- derdagverblijven meegenomen. Concreet is een vergelijking ge- maakt tussen de prestaties van de volgende groepen kinderen: geen deelname aan voor- en vroeg- schoolse voorzieningen, alleen be- zoek van een kinderdagverblijf, al- leen bezoek van een peuterspeel- zaal, bezoek van zowel kinderdag- verblijf als peuterspeelzaal, en be- zoek van kinderdagverblijf en/of peuterspeelzaal in combinatie met een vve-programma. Bovendien is gekeken naar het soort vve-pro- gramma. Gebruik is gemaakt van gegevens van de eerste en tweede meting (2007/08, resp. 2010/11) van het landelijke cohortonderzoek COOL 5-18 (Driessen e.a., 2009; 2012). In dit grootschalige, longitudinale onderzoek zijn dezelfde kinderen in zowel groep 2 als groep 5 ge- toetst op hun taal- en rekenvaar- digheid. Daarmee kan dus de prestatie-ontwikkeling gevolgd worden en bovendien kan die wor- den vergeleken voor verschillende groepen kinderen. Omdat er ook uiteenlopende achtergrondgege- vens beschikbaar zijn, zoals sekse en opleiding en etniciteit ouders, maar ook de samenstelling van de schoolpopulatie, kunnen de (ver- anderingen in) taal- en rekenpres- taties van deze kinderen worden bestudeerd zonder dat ze worden vertekend door deze andere ken- merken. In totaal zijn voor de ana- lyses gegevens gebruikt van 3922 leerlingen van 252 basisscholen. Er zijn twee soorten analyses ver- richt. De cross-sectionele (korte termijn) analyses richten zich op de taal- en rekenprestaties van kinderen in groep 2. Hiermee is onderzocht welke kenmerken sa- menhangen met de schoolpresta- ties in groep 2. Bij de longitudinale (lange termijn) analyses is de ont- wikkeling in taal- en rekenpresta- ties tussen groep 2 en 5 geanaly- seerd. Hiermee is nagegaan in hoeverre voor- en vroegschoolse voorzieningen samengaan met vooruitgang in taal- en rekenpres- taties. De korte termijn Allereerst is de samenhang tussen deelname aan voor- en vroeg- schoolse voorzieningen en de taal- en rekenprestaties in groep 2 ge- analyseerd. Daaruit bleek onder meer dat kinderen die een kinder- dagverblijf of peuterspeelzaal be- zoeken betere taal- en rekenpres- taties hadden dan kinderen die nietdeelnemenaanvoor-ofvroeg- schoolse voorzieningen. Kinderen die deelnemen aan een vve-pro- gramma, verschillen niet in hun taal- en rekenprestaties van kinde- ren die niet deelnemen aan een vve-programma. Wanneer in de analyse echter ook wordt rekening gehouden met de verschillen in achtergrondkenmerken worden, dan resteren er in groep 2 ook geen verschillen meer op het ge- bied van taal en rekenen tussen kinderen die een kinderdagverblijf of peuterspeelzaal bezoeken en die niet deelnemen aan voor- en vroegschoolse voorzieningen. De lange termijn In een volgende stap is de samen- hang tussen deelname aan voor- en vroegschoolse voorzieningen en de vooruitgang in taal- en re- kenprestaties tussen groep 2 en groep 5 geanalyseerd. Daaruit bleek met betrekking tot taal dat kinderen die deelnemen aan voor- en vroegschoolse voorzieningen er tussen groep 2 en 5 minder sterk op vooruitgaan dan kinderen die niet deelnemen. Nadat rekening is gehouden met de achtergrond- kenmerken van de kinderen blij- vendezeachterstandenbovendien bestaan. Dit betekent dat de kin- deren die deelnemen aan voor- en vroegschoolse voorzieningen tus- sen groep 2 en 5 een taalachter- stand hebben opgelopen ten op- zichte van de kinderen die niet deelnemen aan deze voorzienin- gen. Voor rekenen ligt dat iets anders. Kinderen die hebben deelgeno- men aan voor- en vroegschoolse voorzieningen boeken evenveel progressie met rekenen tussen groep 2 en 5 als kinderen die niet Daarnaast zijn gemeenten en schoolbesturen echter vrij om ook andere criteria te hanteren, zoals het niet-spreken van de Neder- landse taal in de thuissituatie, ont- wikkelingsvertraging of gedrags- problemen van het kind, of soci- aal-psychische problemen thuis. Het resultaat is een grote variatie in doelgroepen tussen, maar ook binnen gemeenten (Driessen, 2012). Wat is er al bekend? In het onderhavige onderzoek staat de samenhang tussen vve-deelna- me en de taal- en rekenprestaties centraal. Eerdere onderzoeken le- verden uiteenlopende resultaten op.MetnameindeVSwerdenposi- tieve effecten op de korte termijn gevonden, maar op de lange ter- mijn verdwenen die vaak weer. En- kele langlopende experimentele studies lieten ook na verloop van decennia nog positieve effecten zien. Veel bleek af te hangen van de kwaliteit van de programma’s en de uitvoering daarvan (Barnett, 2008; Cleveland & Krashinsky, 2003; Blok e.a., 2005; Karoly, Kil- burn & Cannon, 2005; Pianta e.a., 2009). In Nederland is nog weinig onder- zoek verricht naar de opbrengsten van vve. Een enkele studie liet posi- tieve effecten zien; een andere stu- die wees op kortstondige positieve effecten, die na verloop van tijd weer ver- dwenen; andere studies konden geen effecten aantonen; en uit ver- schillende recente andere studies volgden zelfs negatieve effecten. De effecten van gezinsgerichte pro- gramma’s zijn in het algemeen zwakker dan die van centrumge-
  • 3. BELEID BESTUUR MANAGEMENT & PEDAGOGIEK IN DE KINDEROPVANG • 2015 3 hebben deelgenomen, en dat ver- andert niet wanneer rekening wordt gehouden met de achter- grondkenmerken. Dit impliceert dat kinderen die wel of niet deelne- men aan voor- en vroegschoolse voorzieningen tussen groep 2 en 5 dezelfde ontwikkeling doormaken op het gebied van rekenen. Soorten programma’s Uit de analyses blijkt dat doel- groepkinderen die deelnemen aan een centrumgericht vve-program- ma in groep 2 beter scoren qua taal- en rekenvaardigheid dan doelgroepkinderen die deelnemen aan een gezinsgericht vve-pro- gramma. Wanneer echter rekening is gehouden met de achtergrond- kenmerken van de kinderen, be- staan er geen verschillen meer tus- sen centrum- en gezinsgerichte programma’s. Als het gaat om de vooruitgang tus- sen groep 2 en 5 wat betreft taal, dan blijkt dat kinderen die deelne- menaancentrumgerichteprogram- ma’s meer vooruitgaan dan kinde- ren die deelnemen aan gezinsge- richte programma’s. Ook kinderen die niet deelnemen of die een pro- gramma volgen dat zowel centrum- als gezinsgericht is, boeken meer progressiedankinderendiedeelne- men aan gezinsgerichte program- ma’s, ook wanneer rekening is ge- houden met verschillen in achter- grondkenmerken.Voorrekenenzijn er geen verschillen tussen de soor- ten vve-programma’s. Minder vooruitgang In dit artikel stond de vraag cen- traal in hoeverre er een samenhang bestaat tussen deelname aan voor- en vroegschoolse voorzieningen en de taal- en rekenprestaties van kin- deren uit groep 2 (korte termijn) en de ontwikkelingen in die prestaties tussen groep 2 en 5 (langere ter- mijn). Wat betreft de korte termijn blijkt dat er geen verschillen be- staan in taal- en rekenvaardigheid tussen kinderen die wel en die niet deelnemen aan voor- en vroeg- schoolse voorzieningen. Dit impli- ceert dat zowel het bezoeken van een peuterspeelzaal of kinderdag- verblijf als het deelnemen aan een vve-programma niet positief sa- menhangt met de schoolprestaties op de korte termijn. Op het gebied van rekenen worden op de langere termijn evenmin verschillen gevon- den in prestaties tussen kinderen die wel of die niet deelnemen aan voor- en vroegschoolse voorzienin- gen.Detaalprestatiesvankinderen die deelnemen aan voor- en vroeg- schoolse voorzieningen gaan tus- sen groep 2 en 5 echter minder sterk vooruit dan de prestaties van kinderen die niet deelnemen. Dit betekent dat voor- en vroeg- schoolse voorzieningen (het be- zoeken van een peuterspeelzaal, een kinderdagverblijf en het deel- nemen aan een vve-programma) ook op de langere termijn niet de beoogde positieve samenhang vertoont met de schoolprestaties. Mogelijke verklaringen Een mogelijke verklaring voor deze teleurstellende bevindingen ligt bij de enorme variatie in doelgroepde- finities. Gemeenten en scholen kunnen eigen doelgroepdefinities hanteren, waardoor er grote ver- schillen in deelname aan vve be- staan tussen gemeenten, en ook tussen voor- en vroegschoolse in- > stellingen binnen gemeenten. Bo- vendien bieden niet alle gemeen- ten evenveel vve (duur en intensi- teit) aan en krijgen regelmatig ook niet-doelgroepkinderen een vve- aanbod. In de praktijk blijkt dat leidsters vaak maatwerk leveren, dat wil zeggen hun aanbod afstem- men op de behoeften van individu- ele kinderen – of ze nu formeel tot de doelgroep behoren of niet. Te- vens is het zo dat niet alle doel- groepkinderen na de voorschoolse fase, in groep 1 en 2 of daarna nog extrastimuleringontvangenviavve of anderszins, waardoor te ver- wachtenvaltdatzijlangzamerhand weer achterop raken (het ‘fade out’ effect). Er is mogelijk ook een onderzoeks- matige verklaring. Een eerste be- perking is dat er geen sprake was van een voormeting in strikte zin, oftewel een meting voordat een kind begint met vve. Op deze ma- nier is het startniveau van het kind moeilijker vast te stellen. Dat is echter zo goed mogelijk gecom- penseerd door in de analyses te corrigeren voor relevante achter- grondkenmerken. Een tweede be- perking is het ontbreken van een goede controlegroep. Bijna alle kinderen nemen immers deel aan een of meerdere voor- en vroeg- schoolse voorzieningen. Aanbevelingen Ondanks de beperkingen kunnen naar aanleiding van de resultaten uit dit onderzoek aanbevelingen worden gedaan. Er bestaat een waaier aan doelgroepdefinities, terwijl volstrekt onduidelijk is wat de relatie is tussen elk van de daar- voor gehanteerde indicatoren met het specifieke aanbod (i.c. het vve- programma) en de daarmee be- oogde effecten. Er is onderzoek nodig naar de vraag welke speci- fieke kenmerken van vve effectief zijn in het bevorderen van de taal- en rekenvaardigheid op de korte en langere termijn (succesfacto- ren) en welke kenmerken de effec- tiviteit van vve belemmeren (faal- factoren). De vraag is of elk van de programma’s wel zo geschikt is voor de grote verscheidenheid aan doelgroepen. Dit vormt een moge- lijke verklaring voor de bevinding ‘Ditbetekentdatvoor-en vroegschoolsevoorzieningen ookopdelangeretermijn nietdebeoogdepositieve samenhangvertoontmetde schoolprestaties.’
  • 4. 4 | BELEID BESTUUR MANAGEMENT & PEDAGOGIEK IN DE KINDEROPVANG 2015 dat vooralsnog niet kan worden aangetoond dat vve het beoogde effect heeft. Dit zal wellicht een principiële keuze vereisen. Nu is het namelijk veelal zo dat het ‘ach- terstandsperspectief’ en het ‘zorg- perspectief’ door elkaar lopen. Het betreft enerzijds kinderen die van- wege een onvoldoende aanbod en stimulering in de thuissituatie ach- terop dreigen te geraken, en an- derzijds kinderen die gedragspro- blemen hebben of ontwikkelings- stoornissen of waarvan de ouders psycho-sociale problemen heb- ben. Het is de vraag of het hierbij niet om fundamenteel andere doelgroepen gaat waarbij een one- size-fits-all vve-benadering onvol- doende recht doet aan de diversi- teit in achterliggende oorzaken. Literatuur Barnett, W. (2008). Preschool education and its lasting effects: Research and policy implications. New Brunswick, NJ: Rut- gers. Blok, H., Fukkink, R., Gebhardt, E., & Leseman, P. (2005). The relevance of delivery mode and other programme characteristics for the effectiveness of early childhood intervention. Interna- tionalJournalofBehavioralDevelopment, 29, 35-47. Bruggers,I.,Driessen,G.,&Gesthuizen, M. (2014). Voor- en vroegschoolse voorzieningen, effectief of niet? De samenhang tussen deelname aan voor-envroegschoolsevoorzieningen en de taal- en rekenprestaties van leerlingen op de korte en langere ter- mijn, Mens & Maatschappij, 89, 117- 150. Cleveland, G., & Krashinsky, M. (2003). Financing ECEC services in OECD coun- tries. Scarborough: University of Toronto. Driessen, G. (2012). Variatie in Voor- Vroegschoolse Educatie. Een onderzoek naar de uiteenlopende wijzen waarop in gemeenten vorm wordt gegeven aan VVE. Nijmegen: ITS. Driessen, G. (2013). De bestrijding van on- derwijsachterstanden Een review van op- brengsten en effectieve aanpakken. Nij- megen: ITS. Driessen, G., Mulder, L., Ledoux, G., & Roeleveld, J. (2012). Cohortonderzoek COOL5-18 Technisch rapport basisonder- wijs, tweede meting, 2010/11. Nijmegen: ITS/Amsterdam: Kohnstamm Insti- tuut. Driessen, G., Mulder, L., Ledoux, G., Roeleveld, J., & Veen, I. van der (2009). Cohortonderzoek COOL5-18. Technisch rapport basisonderwijs, eerste meting, 2007/ 08. Nijmegen/Amster- dam: ITS/Kohnstamm Instituut. Karoly, L., Kilburn, M., & Cannon, J. (2005). Early childhood interventions. Provenresults,futurepromise.SantaMo- nica, CA: RAND. Karssen, M., Veen, I. van der, Veen, A., Daalen,M.van,&Roeleveld,J.(2013). Effecten van deelname aan en kwaliteit van voor- en vroegschoolse educatie op de ontwikkeling van kinderen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut. Keegstra, A. (2010). Language problems in young children. General assumptions in- vestigated. Groningen: RUG. Nap-Kolhoff, E., Schilt-Mol, T. van, Si- mons, M., Sontag, L., Steensel, R. van, & Vallen, T. (2008). VVE onder de loep. Een studie naar de uitvoering en ef- fectiviteit van voor- en vroegschoolse edu- catieve programma’s. Tilburg: IVA. Pianta, R., Barnett, W., Burchinal, M., & Thornburg, K. (2009). The effects of preschool education: What we know, how public policy is or is not aligned with the evidence base, and what we need to know. Psychological Science in the Public Interest, 10, 49-88. Schooten, E. van, & Sleegers, P. (2008). Onderzoek naar de effectiviteit van VVE en peuterspeelzalen in Oosterhout en Den Bosch. Amsterdam/Nijmegen: SCO- Kohnstamm Instituut/ITS. Tavecchio, L., & Oostdam, R. (2013). Niet elk kind is ontvankelijk voor vroegtijdige stimuleringsprogram- ma’s. De invloed van onderliggende factoren van schoolrijpheid in relatie tot de voor- en vroegschoolse educa- tie. Pedagogiek, 33 (1), 37-48. Tuijl,C.van,&Siebes,R.(2006).Hetren- dement van Opstap in de basisschoolperi- ode. Een longitudinaal onderzoek naar ef- fecten van een gezinsgericht stimulerings- programma bij Turkse en Marokkaanse gezinnen. Utrecht: Nederlands Jeugd- instituut. Veen, A., Derriks, M., & Roeleveld, J. (2002). Een jaar later. Vervolgonderzoek evaluatie van Kaleidoscoop en Piramide. Amsterdam: SCO-Kohnstamm Insti- tuut. Veen, A., Roeleveld, J., & Leseman, P. (2000). Evaluatie van Kaleidoscoop en Piramide. Amsterdam: SCO-Kohn- stamm Instituut. Veen, A., Karssen, M., Daalen, M. van, Roeleveld, J., Triesscheijn, B., & Els- hof, D. (2013). De aansluiting tussen voor- en vroegschoolse educatie en tussen vroegschoolse educatie en groep 3. Am- sterdam: Kohnstamm Instituut.