SlideShare uma empresa Scribd logo
1 de 25
Volkssprookjes
in de klas
Bert Cruysweegs
Margot Scheers
Britt Scheers
Uitgangspunten
1 Leesbeleving primeert op formele analyse
Uitgangspunten
1 Leesbeleving primeert op formele analyse
- ‘Wat viel je op aan… ?’
- ‘Wat vond je mooi aan … ?’
- ‘Wat is volgens jou …. ?’
- ‘Wat denk jij over … ?’
- ‘Waarom …. ?’
Uitgangspunten
1 Leesbeleving primeert op formele analyse
- ‘Wat viel je op aan… ?’
- ‘Wat vond je mooi aan … ?’
- ‘Wat is volgens jou …. ?’
- ‘Wat denk jij over … ?’
- ‘Waarom …. ?’
Uitgangspunten
2 Culturele vaardigheden
gevoelens betekenis
tekst indrukken waarde(n) expressie
ideeën
(waarnemen) (conceptualiseren) (verbeelden)
(analyseren)
EVOCATIE RESPONS
‘wat roept de ‘hoe reageer je op de
tekst op’ tekst’
Uitgangspunten
3 Waardeverheldering / interculturele gerichtheid
Waardeverheldering:
• waardeoverdracht
• waardecommunicatie
• waardeverheldering (values clarification)
Interculturele gerichtheid (leerplan VVKSO):
‘Uitgaande van hun eigen referentiekader enige kennis over de
diversiteit in het culturele erfgoed met een talige component
verwerven en er waardering voor krijgen .’
Uitgangspunten
3 Waardeverheldering / interculturele gerichtheid
Waardeverheldering:
• waardeoverdracht
• waardecommunicatie
• waardeverheldering (values clarification)
Interculturele gerichtheid (leerplan VVKSO):
‘Uitgaande van hun eigen referentiekader enige kennis over de
diversiteit in het culturele erfgoed met een talige component
verwerven en er waardering voor krijgen .’
Uitgangspunten
3 Waardeverheldering / interculturele gerichtheid
Waardeverheldering:
• waardeoverdracht
• waardecommunicatie
• waardeverheldering (values clarification)
Interculturele gerichtheid (leerplan VVKSO):
‘Uitgaande van hun eigen referentiekader enige kennis over de
diversiteit in het culturele erfgoed met een talige component
verwerven en er waardering voor krijgen .’
Overzicht
• klas en context
• opzet en doelen
• opbouw
• evaluatie
• aanpak in de toekomst
Klas en context
Onze-Lieve-Vrouwinstituut, Boom
• Klas 3.01, Economie, ASO
• Klas 3.14, Sociale en technische wetenschappen, TSO
COLOMAplus, Mechelen
• Klas 3 HO/TO, Hotel en Toerisme, TSO
Context
• COLOMAplus heeft een gemengder publiek
• andere moedertaal of culturele achtergrond
Opzet
Leerplandoelen 2e graad:
Literatuur:
• leeservaring verwoorden
• interculturele gerichtheid
Expressieve functie
Cultuuroverdracht
Vaardigheden:
• luisteren
• spreken
• lezen
• schrijven
Verhaalkeuze
Mauricia en de zeventien moordenaars
• oerversie ‘Sneeuwwitje en de zeven dwergen’
• motief: jaloezie
• korte inhoud
Opbouw
• lesbegin
• leskern
• eindproduct
• reflectie
Lesbegin
Snow White, a Tale of Terror (Michael Cohn, 1997) of
Snow White and the Huntsman (Rupert Sanders, 2012)
• bespreking
• vergelijking oorspronkelijke versie met Disneyversie
• culturele basisvaardigheid: waarnemen
• cultuurdrager: grafische media
Leskern
• Introductie Marita de Sterck en ‘Vuil vel’
• Voorleesfase: twee pagina’s
• culturele basisvaardigheid: verbeelden
• cultuurdrager: taal en lichaam
• Ontladingsfase: leesbelevingsvragen Chambers
• culturele basisvaardigheid: conceptualiseren en analyseren
• cultuurdrager: symbolen
• Expressie van gevoelens
• culturele basisvaardigheid: verbeelden
• cultuurdrager: lichaam
Eindproduct
Elke groep krijgt een fragment toegewezen en formuleert
INDRUK – GEVOEL – BETEKENIS
Eindproducten:
• luisterspel
• stiftgedicht
• brief
• tableau vivant
• culturele basisvaardigheid: analyseren
• cultuurdrager: taal en lichaam
Or iënter en
- Gebr uik het fr agment dat je toegewezen kr ijgt. Lees het
fr agment gr ondig.- Bepaal het thema en standpunt van je gedicht. Je schr ijft
het gedicht over het gevoel dat jij kr ijgt bij het lezen van het
ver haal of je schr ijft het gedicht over de gevoelens van een
per sonage.
Voor ber eiden
- Welke woor den uit het ver haal zijn br uikbaar voor je
gedicht? Onder str eep ze in potlood.
- Lees de woor den die je onder str eepte in de tekst. Bepaal
of er woor den over bodig zijn of er woor den ontbr eken.
Schr ap de woor den of duid ze aan.
Uitvoer en
- Omcir kel de woor den van je definitieve keuze met een
balpen.
- Lees je gedicht nog eens na en pas indien nodig aan.
- Maak alle woor den die je niet gebr uikte uit het fr agment
zwar t met een mer kstift.
- Kies uit de gedichten die in jullie gr oepje gemaakt wer den
het mooiste gedicht er uit. Ver deel de tekst onder de
gr oepsleden. Oefen op het expr essief voor dr agen van dit
gedicht.
- Dr aag je gedicht expr essief voor aan de klas zoals jullie
het ingeoefend hebben.- Reflecteer op jullie pr estatie. Wat was goed? Wat kon
beter ? Hield je r ekening met de aandachtspunten?
Waar aan moet je wer ken? Bespr eek dit in gr oep.
Reflecter en
Jij en enkele klasgenoten gaan samen aan het wer k om een
stiftgedicht te maken. De bedoeling is dat je een fr agment
uit ‘Maur icia en de zeventien moor denaar s’ gebr uikt om je
stiftgedicht te maken. Ieder een gaat individueel aan het
wer k en aan het einde wor dt het meest geslaagde
stiftgedicht gekozen. Je vindt enkele voor beelden van
stiftgedichten op de bank.
Een stiftgedicht schrijven
- Ar ticuleer duidelijk;
- zor g voor een aangename
en gepaste intonatie;
- pas je leestempo aan het
fr agment aan;
- maak oogcontact met het
publiek tijdens de
voor stelling;
- hanteer een gepast volume;
- maak gebr uik van gebar en;
- kies voor een gepaste
houding en expr essie.
Je br engt het stiftgedicht aan
het einde van volgend lesuur
voor je klasgenoten. Eer st
leest je gr oepje het fr agment
expr essief voor dat jullie
gebr uikten. Ver volgens dr aag
je het gedicht expr essief
voor . Zor g er voor dat
ieder een expr essief
voor leest, ook de per soon die
het stiftgedicht voor leest.
Wat?
Een stiftgedicht is een gedicht
dat niet ontstaat door teschr ijven, maar door teschr appen van woor den. Je‘schr ijft’ een stiftgedicht door
met een mer kstift in eenbestaande, gedr ukte tekstwoor den of delen van woor dente schr appen tot wat over blijft
een gedicht vor mt.
Opdr acht?
Aandachtspunten?
Stiftgedicht
Jij en enkele klasgenoten gaan samen aan het wer k om een
stiftgedicht te maken. De bedoeling is dat je een fr agment
uit ‘Maur icia en de zeventien moor denaar s’ gebr uikt om je
stiftgedicht te maken. Ieder een gaat individueel aan het
wer k en aan het einde wor dt het meest geslaagde
stiftgedicht gekozen. Je vindt enkele voor beelden van
stiftgedichten op de bank.
Een stiftgedicht schrijven
- Ar ticuleer duidelijk;
- zor g voor een aangename
en gepaste intonatie;
- pas je leestempo aan het
fr agment aan;
- maak oogcontact met het
publiek tijdens de
voor stelling;
- hanteer een gepast volume;
- maak gebr uik van gebar en;
- kies voor een gepaste
houding en expr essie.
Je br engt het stiftgedicht aan
het einde van volgend lesuur
voor je klasgenoten. Eer st
leest je gr oepje het fr agment
expr essief voor dat jullie
gebr uikten. Ver volgens dr aag
je het gedicht expr essief
voor . Zor g er voor dat
ieder een expr essief
voor leest, ook de per soon die
het stiftgedicht voor leest.
Wat?
Een stiftgedicht is een gedicht
dat niet ontstaat door teschr ijven, maar door teschr appen van woor den. Je‘schr ijft’ een stiftgedicht door
met een mer kstift in eenbestaande, gedr ukte tekstwoor den of delen van woor den
te schr appen tot wat over blijft
een gedicht vor mt.
Opdr acht?
Aandachtspunten?
Or iënter en
- Gebr uik het fr agment dat je toegewezen kr ijgt. Lees het
fr agment gr ondig.
- Bepaal het thema en standpunt van je gedicht. Je schr ijft
het gedicht over het gevoel dat jij kr ijgt bij het lezen van het
ver haal of je schr ijft het gedicht over de gevoelens van een
per sonage.
Voor ber eiden
- Welke woor den uit het ver haal zijn br uikbaar voor je
gedicht? Onder str eep ze in potlood.
- Lees de woor den die je onder str eepte in de tekst. Bepaal
of er woor den over bodig zijn of er woor den ontbr eken.
Schr ap de woor den of duid ze aan.
Uitvoer en
- Omcir kel de woor den van je definitieve keuze met een
balpen.
- Lees je gedicht nog eens na en pas indien nodig aan.
- Maak alle woor den die je niet gebr uikte uit het fr agment
zwar t met een mer kstift.
- Kies uit de gedichten die in jullie gr oepje gemaakt wer den
het mooiste gedicht er uit. Ver deel de tekst onder de
gr oepsleden. Oefen op het expr essief voor dr agen van dit
gedicht.
- Dr aag je gedicht expr essief voor aan de klas zoals jullie
het ingeoefend hebben.
- Reflecteer op jullie pr estatie. Wat was goed? Wat kon
beter ? Hield je r ekening met de aandachtspunten?
Waar aan moet je wer ken? Bespr eek dit in gr oep.
Reflecter en
Stiftgedicht
Brief
Jij en enkele klasgenoten gaan samen aan het wer k om een
br ief te schr ijven. Je schr ijft een br ief uit de naam van
Maur icia en je r icht de br ief aan haar moeder . Maur icia
schr ijft de br ief aan haar moeder nadat ze voor het eer st
pr obeer de Maur icia te ver moor den met het vogeltje. In de
br ief omschr ijf je duidelijk het gevoel, de gedachten en de
mening van Maur icia over wat haar moeder met haar
pr obeer de te doen. Je gaat eer st per twee aan de slag. Als
ieder een klaar is, wor dt de beste br ief gekozen. De br ief is
minstens een halve pagina lang.
Een brief schrijven
- Ar ticuleer duidelijk;
- zor g voor een aangename
en gepaste intonatie;
- pas je leestempo aan het
fr agment aan;
- maak oogcontact met het
publiek tijdens de
voor stelling;
- hanteer een gepast volume;
- maak gebr uik van gebar en;
- kies voor een gepaste
houding en expr essie.
De br ief wor dt aan het eind
van volgend lesuur
expr essief voor gelezen door
jou en je gr oepsgenoten. Je
ver deelt de tekst eer lijk zodat
ieder een ongeveer evenveel
voor leest. Lees ook het
fr agment expr essief voor
waar in je jouw br ief situeer t
in het ver haal. Zo kan de r est
van de klas volgen.
Wat?
Een br ief is een boodschap oppapier die vaak in een envelop
wor dt ver zonden. Een br ief kan
je opstur en per post, in debr ievenbus stoppen, mailen,onder de deur schuiven,…
Opdr acht?
Aandachtspunten?
Or iënter en
- Lees nog eens gr ondig het deeltje door waar over jij een
br ief zult schr ijven.
- Br ainstor m per twee over welke gevoelens, gedachten en
ideeën van Maur icia er in de br ief moeten komen. Wat
denkt Maur icia hier over ? Hoe voelt ze zich? Op welke
manier staat ze nu tegenover haar moeder ?
Voor ber eiden
- Zet je br ainstor m op een r ijtje en selecteer de beste ideeën
er uit.
- Rangschik jouw ideeën. Wat komt er eer st in de br ief?
Wat nadien? Hoe sluit je de br ief af?
- Kies een aanspr eking die past bij de inhoud van jouw
br ief.
- Kies een gepaste afsluiter .
Uitvoer en
- Schr ijf jouw br ief definitief zoals je hem voor ber eidde.
- Wissel met je gr oepsgenoten van br ief en bepaal welke
br ief de beste is. Vr aag indien nodig r aad aan de
leer kr acht.
- Ver deel de tekst eer lijk en oefen in hoe jullie gr oep de
br ief expr essief zal voor dr agen.
- Dr aag de br ief expr essief voor aan de klas zoals jullie het
ingeoefend hebben.
- Reflecteer op jullie pr estatie. Wat was goed? Wat kon
beter ? Hield je r ekening met de aandachtspunten?
Waar aan moet je wer ken? Bespr eek dit in gr oep.
Reflecter en
Brief
Tableauvivant
• Lees het fr agment dat je toegewezen kr eeg. Duid
onder tussen aan welke per sonage jou geschikt lijken om te
gebr uiken in het levend schilder ij.
• Over leg met je gr oepsgenoten. Welke per sonages zullen
er voor komen in je tableau vivant?
• Hebben jullie eventueel voor wer pen nodig om je tableau
vivant tot een succes te maken? Kijk wat er voor handen is
en ga eventueel op zoek naar alter natieven.
• Geef elke leer ling een r ol.
• Oefen je tableau vivant. Zor g er voor dat de inhoud van je
fr agment goed naar vor en komt.
Tableau vivant
- Zor g er voor dat ieder
gr oepslid een r ol heeft.
- Ga eventueel op zoek naar
voor wer pen op je tableau
vivant nog beter te mak en.
- Contr oleer of er een
essentieel element in
ver band met de inhoud
naar vor en komt in je
tableau vivant.
- Oefen en pas eventueel aan
waar nodig!
Wat?
Een levend schilder ij. Eengr oep per sonen alsbeeldengr oep die een levendschilder ij uitbeelden. Dit is een
vor m van dr ama waar bij despeler s in een pose zwijgendiets uitbeelden.
Opdr acht?
Aandachtspunten?
Eindproduct voorbereiden
Eindproduct voorbrengen
Reflectiefase
• Wat vond je van de opdracht?
• Wat vond je moeilijk?
• Wat vond je gemakkelijk?
• Wat vind je van jouw eindresultaat?
• Wat heb je bijgeleerd?
• …
Evaluatie van de les
• Positieve punten
• Moeilijkheden
• Vergelijking verschillende klassen
• Aanpak in de toekomst
• Aandachtspunten
• Doeltreffende aanpak
• Materiaal

Mais conteúdo relacionado

Semelhante a Werken met traditionele volkssprookjes in de klas, 26 november 2015. Volkssprookjes in de klas

Boekbespreking
BoekbesprekingBoekbespreking
Boekbesprekingnadiawat
 
volgorde van ontleden
volgorde van ontledenvolgorde van ontleden
volgorde van ontledenGeertehage
 
Gedicht verzonden. Een literatuurdidactisch model (Janien Benaets)
Gedicht verzonden. Een literatuurdidactisch model (Janien Benaets)Gedicht verzonden. Een literatuurdidactisch model (Janien Benaets)
Gedicht verzonden. Een literatuurdidactisch model (Janien Benaets)janien
 
Introductieles 2014-2015
Introductieles 2014-2015Introductieles 2014-2015
Introductieles 2014-2015studiumgenerale
 
Presentatie interactief voorlezen, VoorleesExpress Deventer
Presentatie interactief voorlezen, VoorleesExpress DeventerPresentatie interactief voorlezen, VoorleesExpress Deventer
Presentatie interactief voorlezen, VoorleesExpress DeventerHetty Odenthal
 
Dichten In Detentie pArt 2012-2 Sieneke de Rooij
Dichten In Detentie pArt 2012-2 Sieneke de RooijDichten In Detentie pArt 2012-2 Sieneke de Rooij
Dichten In Detentie pArt 2012-2 Sieneke de RooijSieneke de Rooij
 
Training heldere en overtuigende teksten
Training heldere en overtuigende tekstenTraining heldere en overtuigende teksten
Training heldere en overtuigende tekstenDimitri Lambermont
 
Rekenen met muzieknoten
Rekenen met muzieknotenRekenen met muzieknoten
Rekenen met muzieknotenKarin van Toor
 
Les herinneren herdenken
Les herinneren herdenkenLes herinneren herdenken
Les herinneren herdenkenStad_Antwerpen
 
Preview Jouw levensverhaal hoort in een mooi boek thuis
Preview Jouw levensverhaal hoort in een mooi boek thuisPreview Jouw levensverhaal hoort in een mooi boek thuis
Preview Jouw levensverhaal hoort in een mooi boek thuisDaniëla Postma
 
Bezoek aan de bibliotheek naam
Bezoek aan de bibliotheek       naamBezoek aan de bibliotheek       naam
Bezoek aan de bibliotheek naamClineVerstraeten
 

Semelhante a Werken met traditionele volkssprookjes in de klas, 26 november 2015. Volkssprookjes in de klas (17)

Sxrivn is koken in corona
Sxrivn is koken in coronaSxrivn is koken in corona
Sxrivn is koken in corona
 
Boekbespreking
BoekbesprekingBoekbespreking
Boekbespreking
 
Introductieles 2015
Introductieles 2015Introductieles 2015
Introductieles 2015
 
volgorde van ontleden
volgorde van ontledenvolgorde van ontleden
volgorde van ontleden
 
Gedicht verzonden. Een literatuurdidactisch model (Janien Benaets)
Gedicht verzonden. Een literatuurdidactisch model (Janien Benaets)Gedicht verzonden. Een literatuurdidactisch model (Janien Benaets)
Gedicht verzonden. Een literatuurdidactisch model (Janien Benaets)
 
20140911 ngo, eerste sessie
20140911 ngo, eerste sessie20140911 ngo, eerste sessie
20140911 ngo, eerste sessie
 
Introductieles 2014-2015
Introductieles 2014-2015Introductieles 2014-2015
Introductieles 2014-2015
 
Presentatie interactief voorlezen, VoorleesExpress Deventer
Presentatie interactief voorlezen, VoorleesExpress DeventerPresentatie interactief voorlezen, VoorleesExpress Deventer
Presentatie interactief voorlezen, VoorleesExpress Deventer
 
Dichten In Detentie pArt 2012-2 Sieneke de Rooij
Dichten In Detentie pArt 2012-2 Sieneke de RooijDichten In Detentie pArt 2012-2 Sieneke de Rooij
Dichten In Detentie pArt 2012-2 Sieneke de Rooij
 
Training heldere en overtuigende teksten
Training heldere en overtuigende tekstenTraining heldere en overtuigende teksten
Training heldere en overtuigende teksten
 
Poezie deel 4
Poezie deel 4Poezie deel 4
Poezie deel 4
 
Rekenen met muzieknoten
Rekenen met muzieknotenRekenen met muzieknoten
Rekenen met muzieknoten
 
Les herinneren herdenken
Les herinneren herdenkenLes herinneren herdenken
Les herinneren herdenken
 
Preview Jouw levensverhaal hoort in een mooi boek thuis
Preview Jouw levensverhaal hoort in een mooi boek thuisPreview Jouw levensverhaal hoort in een mooi boek thuis
Preview Jouw levensverhaal hoort in een mooi boek thuis
 
Bezoek aan de bibliotheek
Bezoek aan de bibliotheekBezoek aan de bibliotheek
Bezoek aan de bibliotheek
 
Hoe schrijf ik een boek
Hoe schrijf ik een boekHoe schrijf ik een boek
Hoe schrijf ik een boek
 
Bezoek aan de bibliotheek naam
Bezoek aan de bibliotheek       naamBezoek aan de bibliotheek       naam
Bezoek aan de bibliotheek naam
 

Mais de FARO

Tips voor verbindende gesprekken
Tips voor verbindende gesprekkenTips voor verbindende gesprekken
Tips voor verbindende gesprekkenFARO
 
Workshop ErfgoedApp maart 2020
Workshop ErfgoedApp maart 2020Workshop ErfgoedApp maart 2020
Workshop ErfgoedApp maart 2020FARO
 
Digitale collectieregistratie: Eeperon d'Or
 Digitale collectieregistratie: Eeperon d'Or Digitale collectieregistratie: Eeperon d'Or
Digitale collectieregistratie: Eeperon d'OrFARO
 
Digitale collectieregistratie: Museum Passchendaele
 Digitale collectieregistratie: Museum Passchendaele Digitale collectieregistratie: Museum Passchendaele
Digitale collectieregistratie: Museum PasschendaeleFARO
 
Digitale collectieregistratie: STAM
Digitale collectieregistratie: STAMDigitale collectieregistratie: STAM
Digitale collectieregistratie: STAMFARO
 
Digitale collectieregistratie: Museum M
Digitale collectieregistratie: Museum MDigitale collectieregistratie: Museum M
Digitale collectieregistratie: Museum MFARO
 
Digitale collectieregistratie: Mu.Zee
Digitale collectieregistratie: Mu.ZeeDigitale collectieregistratie: Mu.Zee
Digitale collectieregistratie: Mu.ZeeFARO
 
Digitale collectieregistratie: Huis van Alijn
Digitale collectieregistratie: Huis van AlijnDigitale collectieregistratie: Huis van Alijn
Digitale collectieregistratie: Huis van AlijnFARO
 
Digitale collectieregistratie: Texture
Digitale collectieregistratie: TextureDigitale collectieregistratie: Texture
Digitale collectieregistratie: TextureFARO
 
Digitale collectieregistratie: KADOC
Digitale collectieregistratie: KADOCDigitale collectieregistratie: KADOC
Digitale collectieregistratie: KADOCFARO
 
Digitale collectieregistratie: Mijn museum
Digitale collectieregistratie: Mijn museumDigitale collectieregistratie: Mijn museum
Digitale collectieregistratie: Mijn museumFARO
 
Digitale collectieregistratie: Bokrijk
Digitale collectieregistratie: BokrijkDigitale collectieregistratie: Bokrijk
Digitale collectieregistratie: BokrijkFARO
 
Digitale collectieregistratie: Speelgoedmuseum
Digitale collectieregistratie: SpeelgoedmuseumDigitale collectieregistratie: Speelgoedmuseum
Digitale collectieregistratie: SpeelgoedmuseumFARO
 
Digitale collectieregistratie: ModeMuseum Antwerpen
Digitale collectieregistratie: ModeMuseum AntwerpenDigitale collectieregistratie: ModeMuseum Antwerpen
Digitale collectieregistratie: ModeMuseum AntwerpenFARO
 
Digitale collectieregistratie: Gallo-Romeins Museum Tongeren
Digitale collectieregistratie: Gallo-Romeins Museum TongerenDigitale collectieregistratie: Gallo-Romeins Museum Tongeren
Digitale collectieregistratie: Gallo-Romeins Museum TongerenFARO
 
Digitale collectieregistratie: Liberas
Digitale collectieregistratie: LiberasDigitale collectieregistratie: Liberas
Digitale collectieregistratie: LiberasFARO
 
Digitale collectieregistratie: Museum Dr.Guislain Gent
Digitale collectieregistratie: Museum Dr.Guislain GentDigitale collectieregistratie: Museum Dr.Guislain Gent
Digitale collectieregistratie: Museum Dr.Guislain GentFARO
 
Digitale collectieregistratie: Musea en Erfgoed Antwerpen
Digitale collectieregistratie: Musea en Erfgoed AntwerpenDigitale collectieregistratie: Musea en Erfgoed Antwerpen
Digitale collectieregistratie: Musea en Erfgoed AntwerpenFARO
 
Digitale collectieregistratie: Middelheim
Digitale collectieregistratie: MiddelheimDigitale collectieregistratie: Middelheim
Digitale collectieregistratie: MiddelheimFARO
 
Digitale collectieregistratie: DIVA
Digitale collectieregistratie: DIVADigitale collectieregistratie: DIVA
Digitale collectieregistratie: DIVAFARO
 

Mais de FARO (20)

Tips voor verbindende gesprekken
Tips voor verbindende gesprekkenTips voor verbindende gesprekken
Tips voor verbindende gesprekken
 
Workshop ErfgoedApp maart 2020
Workshop ErfgoedApp maart 2020Workshop ErfgoedApp maart 2020
Workshop ErfgoedApp maart 2020
 
Digitale collectieregistratie: Eeperon d'Or
 Digitale collectieregistratie: Eeperon d'Or Digitale collectieregistratie: Eeperon d'Or
Digitale collectieregistratie: Eeperon d'Or
 
Digitale collectieregistratie: Museum Passchendaele
 Digitale collectieregistratie: Museum Passchendaele Digitale collectieregistratie: Museum Passchendaele
Digitale collectieregistratie: Museum Passchendaele
 
Digitale collectieregistratie: STAM
Digitale collectieregistratie: STAMDigitale collectieregistratie: STAM
Digitale collectieregistratie: STAM
 
Digitale collectieregistratie: Museum M
Digitale collectieregistratie: Museum MDigitale collectieregistratie: Museum M
Digitale collectieregistratie: Museum M
 
Digitale collectieregistratie: Mu.Zee
Digitale collectieregistratie: Mu.ZeeDigitale collectieregistratie: Mu.Zee
Digitale collectieregistratie: Mu.Zee
 
Digitale collectieregistratie: Huis van Alijn
Digitale collectieregistratie: Huis van AlijnDigitale collectieregistratie: Huis van Alijn
Digitale collectieregistratie: Huis van Alijn
 
Digitale collectieregistratie: Texture
Digitale collectieregistratie: TextureDigitale collectieregistratie: Texture
Digitale collectieregistratie: Texture
 
Digitale collectieregistratie: KADOC
Digitale collectieregistratie: KADOCDigitale collectieregistratie: KADOC
Digitale collectieregistratie: KADOC
 
Digitale collectieregistratie: Mijn museum
Digitale collectieregistratie: Mijn museumDigitale collectieregistratie: Mijn museum
Digitale collectieregistratie: Mijn museum
 
Digitale collectieregistratie: Bokrijk
Digitale collectieregistratie: BokrijkDigitale collectieregistratie: Bokrijk
Digitale collectieregistratie: Bokrijk
 
Digitale collectieregistratie: Speelgoedmuseum
Digitale collectieregistratie: SpeelgoedmuseumDigitale collectieregistratie: Speelgoedmuseum
Digitale collectieregistratie: Speelgoedmuseum
 
Digitale collectieregistratie: ModeMuseum Antwerpen
Digitale collectieregistratie: ModeMuseum AntwerpenDigitale collectieregistratie: ModeMuseum Antwerpen
Digitale collectieregistratie: ModeMuseum Antwerpen
 
Digitale collectieregistratie: Gallo-Romeins Museum Tongeren
Digitale collectieregistratie: Gallo-Romeins Museum TongerenDigitale collectieregistratie: Gallo-Romeins Museum Tongeren
Digitale collectieregistratie: Gallo-Romeins Museum Tongeren
 
Digitale collectieregistratie: Liberas
Digitale collectieregistratie: LiberasDigitale collectieregistratie: Liberas
Digitale collectieregistratie: Liberas
 
Digitale collectieregistratie: Museum Dr.Guislain Gent
Digitale collectieregistratie: Museum Dr.Guislain GentDigitale collectieregistratie: Museum Dr.Guislain Gent
Digitale collectieregistratie: Museum Dr.Guislain Gent
 
Digitale collectieregistratie: Musea en Erfgoed Antwerpen
Digitale collectieregistratie: Musea en Erfgoed AntwerpenDigitale collectieregistratie: Musea en Erfgoed Antwerpen
Digitale collectieregistratie: Musea en Erfgoed Antwerpen
 
Digitale collectieregistratie: Middelheim
Digitale collectieregistratie: MiddelheimDigitale collectieregistratie: Middelheim
Digitale collectieregistratie: Middelheim
 
Digitale collectieregistratie: DIVA
Digitale collectieregistratie: DIVADigitale collectieregistratie: DIVA
Digitale collectieregistratie: DIVA
 

Werken met traditionele volkssprookjes in de klas, 26 november 2015. Volkssprookjes in de klas

  • 1. Volkssprookjes in de klas Bert Cruysweegs Margot Scheers Britt Scheers
  • 3. Uitgangspunten 1 Leesbeleving primeert op formele analyse - ‘Wat viel je op aan… ?’ - ‘Wat vond je mooi aan … ?’ - ‘Wat is volgens jou …. ?’ - ‘Wat denk jij over … ?’ - ‘Waarom …. ?’
  • 4. Uitgangspunten 1 Leesbeleving primeert op formele analyse - ‘Wat viel je op aan… ?’ - ‘Wat vond je mooi aan … ?’ - ‘Wat is volgens jou …. ?’ - ‘Wat denk jij over … ?’ - ‘Waarom …. ?’
  • 5. Uitgangspunten 2 Culturele vaardigheden gevoelens betekenis tekst indrukken waarde(n) expressie ideeën (waarnemen) (conceptualiseren) (verbeelden) (analyseren) EVOCATIE RESPONS ‘wat roept de ‘hoe reageer je op de tekst op’ tekst’
  • 6. Uitgangspunten 3 Waardeverheldering / interculturele gerichtheid Waardeverheldering: • waardeoverdracht • waardecommunicatie • waardeverheldering (values clarification) Interculturele gerichtheid (leerplan VVKSO): ‘Uitgaande van hun eigen referentiekader enige kennis over de diversiteit in het culturele erfgoed met een talige component verwerven en er waardering voor krijgen .’
  • 7. Uitgangspunten 3 Waardeverheldering / interculturele gerichtheid Waardeverheldering: • waardeoverdracht • waardecommunicatie • waardeverheldering (values clarification) Interculturele gerichtheid (leerplan VVKSO): ‘Uitgaande van hun eigen referentiekader enige kennis over de diversiteit in het culturele erfgoed met een talige component verwerven en er waardering voor krijgen .’
  • 8. Uitgangspunten 3 Waardeverheldering / interculturele gerichtheid Waardeverheldering: • waardeoverdracht • waardecommunicatie • waardeverheldering (values clarification) Interculturele gerichtheid (leerplan VVKSO): ‘Uitgaande van hun eigen referentiekader enige kennis over de diversiteit in het culturele erfgoed met een talige component verwerven en er waardering voor krijgen .’
  • 9. Overzicht • klas en context • opzet en doelen • opbouw • evaluatie • aanpak in de toekomst
  • 10. Klas en context Onze-Lieve-Vrouwinstituut, Boom • Klas 3.01, Economie, ASO • Klas 3.14, Sociale en technische wetenschappen, TSO COLOMAplus, Mechelen • Klas 3 HO/TO, Hotel en Toerisme, TSO Context • COLOMAplus heeft een gemengder publiek • andere moedertaal of culturele achtergrond
  • 11. Opzet Leerplandoelen 2e graad: Literatuur: • leeservaring verwoorden • interculturele gerichtheid Expressieve functie Cultuuroverdracht Vaardigheden: • luisteren • spreken • lezen • schrijven
  • 12. Verhaalkeuze Mauricia en de zeventien moordenaars • oerversie ‘Sneeuwwitje en de zeven dwergen’ • motief: jaloezie • korte inhoud
  • 13. Opbouw • lesbegin • leskern • eindproduct • reflectie
  • 14. Lesbegin Snow White, a Tale of Terror (Michael Cohn, 1997) of Snow White and the Huntsman (Rupert Sanders, 2012) • bespreking • vergelijking oorspronkelijke versie met Disneyversie • culturele basisvaardigheid: waarnemen • cultuurdrager: grafische media
  • 15. Leskern • Introductie Marita de Sterck en ‘Vuil vel’ • Voorleesfase: twee pagina’s • culturele basisvaardigheid: verbeelden • cultuurdrager: taal en lichaam • Ontladingsfase: leesbelevingsvragen Chambers • culturele basisvaardigheid: conceptualiseren en analyseren • cultuurdrager: symbolen • Expressie van gevoelens • culturele basisvaardigheid: verbeelden • cultuurdrager: lichaam
  • 16. Eindproduct Elke groep krijgt een fragment toegewezen en formuleert INDRUK – GEVOEL – BETEKENIS Eindproducten: • luisterspel • stiftgedicht • brief • tableau vivant • culturele basisvaardigheid: analyseren • cultuurdrager: taal en lichaam Or iënter en - Gebr uik het fr agment dat je toegewezen kr ijgt. Lees het fr agment gr ondig.- Bepaal het thema en standpunt van je gedicht. Je schr ijft het gedicht over het gevoel dat jij kr ijgt bij het lezen van het ver haal of je schr ijft het gedicht over de gevoelens van een per sonage. Voor ber eiden - Welke woor den uit het ver haal zijn br uikbaar voor je gedicht? Onder str eep ze in potlood. - Lees de woor den die je onder str eepte in de tekst. Bepaal of er woor den over bodig zijn of er woor den ontbr eken. Schr ap de woor den of duid ze aan. Uitvoer en - Omcir kel de woor den van je definitieve keuze met een balpen. - Lees je gedicht nog eens na en pas indien nodig aan. - Maak alle woor den die je niet gebr uikte uit het fr agment zwar t met een mer kstift. - Kies uit de gedichten die in jullie gr oepje gemaakt wer den het mooiste gedicht er uit. Ver deel de tekst onder de gr oepsleden. Oefen op het expr essief voor dr agen van dit gedicht. - Dr aag je gedicht expr essief voor aan de klas zoals jullie het ingeoefend hebben.- Reflecteer op jullie pr estatie. Wat was goed? Wat kon beter ? Hield je r ekening met de aandachtspunten? Waar aan moet je wer ken? Bespr eek dit in gr oep. Reflecter en Jij en enkele klasgenoten gaan samen aan het wer k om een stiftgedicht te maken. De bedoeling is dat je een fr agment uit ‘Maur icia en de zeventien moor denaar s’ gebr uikt om je stiftgedicht te maken. Ieder een gaat individueel aan het wer k en aan het einde wor dt het meest geslaagde stiftgedicht gekozen. Je vindt enkele voor beelden van stiftgedichten op de bank. Een stiftgedicht schrijven - Ar ticuleer duidelijk; - zor g voor een aangename en gepaste intonatie; - pas je leestempo aan het fr agment aan; - maak oogcontact met het publiek tijdens de voor stelling; - hanteer een gepast volume; - maak gebr uik van gebar en; - kies voor een gepaste houding en expr essie. Je br engt het stiftgedicht aan het einde van volgend lesuur voor je klasgenoten. Eer st leest je gr oepje het fr agment expr essief voor dat jullie gebr uikten. Ver volgens dr aag je het gedicht expr essief voor . Zor g er voor dat ieder een expr essief voor leest, ook de per soon die het stiftgedicht voor leest. Wat? Een stiftgedicht is een gedicht dat niet ontstaat door teschr ijven, maar door teschr appen van woor den. Je‘schr ijft’ een stiftgedicht door met een mer kstift in eenbestaande, gedr ukte tekstwoor den of delen van woor dente schr appen tot wat over blijft een gedicht vor mt. Opdr acht? Aandachtspunten?
  • 17. Stiftgedicht Jij en enkele klasgenoten gaan samen aan het wer k om een stiftgedicht te maken. De bedoeling is dat je een fr agment uit ‘Maur icia en de zeventien moor denaar s’ gebr uikt om je stiftgedicht te maken. Ieder een gaat individueel aan het wer k en aan het einde wor dt het meest geslaagde stiftgedicht gekozen. Je vindt enkele voor beelden van stiftgedichten op de bank. Een stiftgedicht schrijven - Ar ticuleer duidelijk; - zor g voor een aangename en gepaste intonatie; - pas je leestempo aan het fr agment aan; - maak oogcontact met het publiek tijdens de voor stelling; - hanteer een gepast volume; - maak gebr uik van gebar en; - kies voor een gepaste houding en expr essie. Je br engt het stiftgedicht aan het einde van volgend lesuur voor je klasgenoten. Eer st leest je gr oepje het fr agment expr essief voor dat jullie gebr uikten. Ver volgens dr aag je het gedicht expr essief voor . Zor g er voor dat ieder een expr essief voor leest, ook de per soon die het stiftgedicht voor leest. Wat? Een stiftgedicht is een gedicht dat niet ontstaat door teschr ijven, maar door teschr appen van woor den. Je‘schr ijft’ een stiftgedicht door met een mer kstift in eenbestaande, gedr ukte tekstwoor den of delen van woor den te schr appen tot wat over blijft een gedicht vor mt. Opdr acht? Aandachtspunten?
  • 18. Or iënter en - Gebr uik het fr agment dat je toegewezen kr ijgt. Lees het fr agment gr ondig. - Bepaal het thema en standpunt van je gedicht. Je schr ijft het gedicht over het gevoel dat jij kr ijgt bij het lezen van het ver haal of je schr ijft het gedicht over de gevoelens van een per sonage. Voor ber eiden - Welke woor den uit het ver haal zijn br uikbaar voor je gedicht? Onder str eep ze in potlood. - Lees de woor den die je onder str eepte in de tekst. Bepaal of er woor den over bodig zijn of er woor den ontbr eken. Schr ap de woor den of duid ze aan. Uitvoer en - Omcir kel de woor den van je definitieve keuze met een balpen. - Lees je gedicht nog eens na en pas indien nodig aan. - Maak alle woor den die je niet gebr uikte uit het fr agment zwar t met een mer kstift. - Kies uit de gedichten die in jullie gr oepje gemaakt wer den het mooiste gedicht er uit. Ver deel de tekst onder de gr oepsleden. Oefen op het expr essief voor dr agen van dit gedicht. - Dr aag je gedicht expr essief voor aan de klas zoals jullie het ingeoefend hebben. - Reflecteer op jullie pr estatie. Wat was goed? Wat kon beter ? Hield je r ekening met de aandachtspunten? Waar aan moet je wer ken? Bespr eek dit in gr oep. Reflecter en Stiftgedicht
  • 19. Brief Jij en enkele klasgenoten gaan samen aan het wer k om een br ief te schr ijven. Je schr ijft een br ief uit de naam van Maur icia en je r icht de br ief aan haar moeder . Maur icia schr ijft de br ief aan haar moeder nadat ze voor het eer st pr obeer de Maur icia te ver moor den met het vogeltje. In de br ief omschr ijf je duidelijk het gevoel, de gedachten en de mening van Maur icia over wat haar moeder met haar pr obeer de te doen. Je gaat eer st per twee aan de slag. Als ieder een klaar is, wor dt de beste br ief gekozen. De br ief is minstens een halve pagina lang. Een brief schrijven - Ar ticuleer duidelijk; - zor g voor een aangename en gepaste intonatie; - pas je leestempo aan het fr agment aan; - maak oogcontact met het publiek tijdens de voor stelling; - hanteer een gepast volume; - maak gebr uik van gebar en; - kies voor een gepaste houding en expr essie. De br ief wor dt aan het eind van volgend lesuur expr essief voor gelezen door jou en je gr oepsgenoten. Je ver deelt de tekst eer lijk zodat ieder een ongeveer evenveel voor leest. Lees ook het fr agment expr essief voor waar in je jouw br ief situeer t in het ver haal. Zo kan de r est van de klas volgen. Wat? Een br ief is een boodschap oppapier die vaak in een envelop wor dt ver zonden. Een br ief kan je opstur en per post, in debr ievenbus stoppen, mailen,onder de deur schuiven,… Opdr acht? Aandachtspunten?
  • 20. Or iënter en - Lees nog eens gr ondig het deeltje door waar over jij een br ief zult schr ijven. - Br ainstor m per twee over welke gevoelens, gedachten en ideeën van Maur icia er in de br ief moeten komen. Wat denkt Maur icia hier over ? Hoe voelt ze zich? Op welke manier staat ze nu tegenover haar moeder ? Voor ber eiden - Zet je br ainstor m op een r ijtje en selecteer de beste ideeën er uit. - Rangschik jouw ideeën. Wat komt er eer st in de br ief? Wat nadien? Hoe sluit je de br ief af? - Kies een aanspr eking die past bij de inhoud van jouw br ief. - Kies een gepaste afsluiter . Uitvoer en - Schr ijf jouw br ief definitief zoals je hem voor ber eidde. - Wissel met je gr oepsgenoten van br ief en bepaal welke br ief de beste is. Vr aag indien nodig r aad aan de leer kr acht. - Ver deel de tekst eer lijk en oefen in hoe jullie gr oep de br ief expr essief zal voor dr agen. - Dr aag de br ief expr essief voor aan de klas zoals jullie het ingeoefend hebben. - Reflecteer op jullie pr estatie. Wat was goed? Wat kon beter ? Hield je r ekening met de aandachtspunten? Waar aan moet je wer ken? Bespr eek dit in gr oep. Reflecter en Brief
  • 21. Tableauvivant • Lees het fr agment dat je toegewezen kr eeg. Duid onder tussen aan welke per sonage jou geschikt lijken om te gebr uiken in het levend schilder ij. • Over leg met je gr oepsgenoten. Welke per sonages zullen er voor komen in je tableau vivant? • Hebben jullie eventueel voor wer pen nodig om je tableau vivant tot een succes te maken? Kijk wat er voor handen is en ga eventueel op zoek naar alter natieven. • Geef elke leer ling een r ol. • Oefen je tableau vivant. Zor g er voor dat de inhoud van je fr agment goed naar vor en komt. Tableau vivant - Zor g er voor dat ieder gr oepslid een r ol heeft. - Ga eventueel op zoek naar voor wer pen op je tableau vivant nog beter te mak en. - Contr oleer of er een essentieel element in ver band met de inhoud naar vor en komt in je tableau vivant. - Oefen en pas eventueel aan waar nodig! Wat? Een levend schilder ij. Eengr oep per sonen alsbeeldengr oep die een levendschilder ij uitbeelden. Dit is een vor m van dr ama waar bij despeler s in een pose zwijgendiets uitbeelden. Opdr acht? Aandachtspunten?
  • 24. Reflectiefase • Wat vond je van de opdracht? • Wat vond je moeilijk? • Wat vond je gemakkelijk? • Wat vind je van jouw eindresultaat? • Wat heb je bijgeleerd? • …
  • 25. Evaluatie van de les • Positieve punten • Moeilijkheden • Vergelijking verschillende klassen • Aanpak in de toekomst • Aandachtspunten • Doeltreffende aanpak • Materiaal

Notas do Editor

  1. waardeoverdracht, waarbij jij via je lessen de leerlingen een aantal (universele of cultuurgebonden) waarden bijbrengt; waardecommunicatie, waarbij je leerlingen leert reflecteren en communiceren over verschillende waarden; waardeverheldering (values clarification), waarbij je de leerlingen bewust probeert te maken van hun eigen waardestelsel en hen zelf waarden leert kiezen.
  2. waardeoverdracht, waarbij jij via je lessen de leerlingen een aantal (universele of cultuurgebonden) waarden bijbrengt; waardecommunicatie, waarbij je leerlingen leert reflecteren en communiceren over verschillende waarden; waardeverheldering (values clarification), waarbij je de leerlingen bewust probeert te maken van hun eigen waardestelsel en hen zelf waarden leert kiezen.
  3. waardeoverdracht, waarbij jij via je lessen de leerlingen een aantal (universele of cultuurgebonden) waarden bijbrengt; waardecommunicatie, waarbij je leerlingen leert reflecteren en communiceren over verschillende waarden; waardeverheldering (values clarification), waarbij je de leerlingen bewust probeert te maken van hun eigen waardestelsel en hen zelf waarden leert kiezen.
  4. Wat vertellen we? klas, graad, leerjaar, onderwijsvorm, school + context opzet en doelen les opbouw van de les evaluatie van de les aanpak in de toekomst
  5. Context Bij de uitwerking van de les dienden we uiteraard rekening te houden met de leerlingenkenemerken. In COLOMAplus is een gemengder publiek aanwezig. In deze klas waren leerlingen met een andere moedertaal dan het Nederlands en leerlingen met een andere culturele achtergrond aanwezig. Dit zorgde ervoor dat we tijdens deze les in COLOMAplus ook op zoek gingen naar die culturele verschillen en hoe volkssprookjes in verschillende culturen een plaats krijgen. Ook de mening van de leerlingen die uit een andere cultuur afkomstig zijn, vormde een belangrijk onderdeel. Dit publiek zorgde ervoor dat we de gelegenheid kregen om de verschillen te ontdekken en erover te praten.
  6. Wat was de opzet van onze les? Vaardigheden zijn zeer gemakkelijk en probleemloos te integreren. Volkssprookjes bieden enorm veel mogelijkheden om mee aan de slag te gaan. Wij kozen ervoor om te werken rond expressie. Daardoor bereikten we heel wat leerplandoelstellingen in het leerplan Nederlands, 2e graad, eerste leerjaar, net: VVKSO. De expressieve functie en cultuuroverdracht De expressieve functie zijn in het leerplan een algemeen doel. Dat zorgt ervoor dat wij hiermee al twee belangrijke pijlers binnen het taalonderwijs nastreefden. De expressieve functie houdt in dat we ons toespitsen op het overbrengen van gevoelens door middel van lichaamstaal. Aan die functie van taal besteedt het vak Nederlands veel aandacht en wil het belang ervan om goed te kunnen functioneren benadrukken. Ook aan cultuuroverdracht wordt veel aandacht besteed. Daarmee wil men duidelijk maken dat een taalgemeenschap ook altijd een draagster is van een cultuur. Goed taalonderwijs wil ervoor zorgen dat leerlingen tot de ontdekking van hun eigen cultuur kunnen komen. 7 De leerlingen tonen een (inter-)culturele gerichtheid op het vlak van kennis en inzichten, vaardighe-den en attitudes  verschillende cultuuruitingen met een talige component in onze samenleving zoals poëzie, li-teraire fragmenten, jeugdboeken, theater, film … exploreren en er betekenis aan geven;  hun gedachten, belevingen en emoties bij ervaringen met de eigen culturele leefwereld in vergelijking met die van anderen verwoorden;  uitgaande van hun eigen referentiekader enige kennis over de diversiteit in het culturele erf-goed met een talige component verwerven en er waardering voor krijgen. Luisteren De leerlingen kunnen een onbevooroordeelde luisterhouding aannemen en luisteraandacht laten blijken. (LPD 1, 2 – ET 1, 2, 3, 4, 7) Spreken De leerlingen zijn bereid om te spreken, spreekremmingen en podiumvrees te overwinnen, voor te lezen, voor te dragen, te vertellen en te spelen. Verder kunnen ze spreektechnisch duidelijk articuleren en hun gevoelen en persoonlijke ervaringen uitdrukken en presenteren. (LPD 5, 6, 7 – ET 8, 9, 10, 11, 12, 14) Lezen De leerlingen kunnen hun persoonlijk oordeel over een bepaalde tekst formuleren, een onbevooroordeelde luisterhouding aannemen en reflecteren op de inhoud van de tekst. (LPD 9, 10 – ET 15, 16, 17, 18, 22). Schrijven De leerlingen zijn bereid om te schrijven, te reflecteren op hun eigen schrijfproces en op de inhoud en de vorm van hun schrijfproduct. Met de leerlingen wordt inzake creatief-expressief schrijven ook het volgende nagestreefd: het overwinnen van schrijfremmingen en bij het schrijven: engagement, spontaneïteit en taal- en vormverzorging.
  7. Mauricia is de oerversie van het Disneysprookje ‘Sneeuwwitje en de zeven dwergen’. In deze versie is Mauricia’s moeder hopeloos jaloers op de schoonheid van haar dochter. De duivel verschijnt in de gedaante van een spin in moeders spiegel en overtuigt haar ervan om Mauricia te laten vermoorden door enkele knechten. Deze knechten krijgen het niet over hun hart om haar te vermoorden en doden niet Mauricia, maar een schaap. Het hart van het schaap en een flesje bloed geven ze aan de moeder. Mauricia vlucht het bos en wordt door zeven moordenaars opgevangen. Zij beteren hun leven en Mauricia zorgt voor hen. Haar moeder onderneemt nog enkele pogingen om Mauricia te doden, tot het haar uiteindelijk lukt. Mauricia drijft in haar kist op het water en een roverskapitein wekt haar terug tot leven. Hij vraagt haar ten huwelijk en ze trouwen.