6. Ervaringsleren volgens Kolb
• Leerstijlen of
Manieren van problemen oplossen
• Persoonlijke leerstijl of
Manier van omgaan met leerstof en activiteiten
9. Activist / doener
• Wil graag aanpakken
• Meester in improviseren
• Direct ervaring opdoen
• Oplossen van problemen
• Wil tastbare resultaten
• In het diepe worden gegooid
10. Analyticus / dromer
• Kan zich goed inleven, fantasie
• Vooraf plannen maken in grote lijn
• Tijd nemen voor beslissingen, twijfel
• Tijd nemen om ervaringen te overdenken
• Nieuwe dingen, brainstormen
• Open situatie, eigen mening
11. Theoreticus / denker
• Denkt vanuit modellen en concepten
• Nauwkeurige voorbereiding
• Logische samenhang
• Structuur en doelstellingen
• Wil begrippen vormen, logica
• Theoretische concepten en modellen
12. Pragmaticus / beslisser
• Toepassen van beschikbare theorie
• Gesloten, gestructureerde opdrachten
• Duidelijk verband tussen leren / werken
• Gericht op praktische zaken
• Inzicht in voor – en nadelen
• Oefenen onder begeleiding
14. Coachen volgens Smart
• Functiegerichte ontwikkeling
• Continu proces binnen organisatie
• Gericht op groei medewerkers en kwaliteit
van de dienstverlening
15. Rol van de Pedagogisch Specialist
• Er zijn, voorbeeld geven
• Feedback geven op pedagogisch
handelen
• Coachen in opdracht
16. Stijl van begeleiden
• Relatie tussen de competentie /
bekwaamheid van medewerker
(Kennis en vaardigheden)
• Attitude; bereidheid, motivatie
17. Stijlen
1. Instrueren; sturen
Veel taak, weinig relatie
2. Overtuigen; coachen
Veel taak, veel relatie
3. Overleggen; ondersteunen
Weinig taak, veel relatie
4. Delegeren; loslaten
Weinig taak, weinig relatie
18. C 4 C 3 C 2 C 1
Bekwaam &
bereid of
gemotiveerd
Bekwaam &
niet bereid of
onzeker
Onbekwaam &
bereid en
gemotiveerd
Onbekwaam &
niet bereid of
gemotiveerd
Hoog Middelmatig Laag
O p p e r d e n k -
b e e l d e n e n h e l p
h e n o m b e s l u i t e n
t e n e m e n
( W E I N I G ) S T U R I N G ( V E E L )
V . O .
W . S .
( V E E L )
V . S .
V . O .
V . S .
W . O .
W . O .
W . S .
( T A A K G E R IC H T G E D R A G )
L i c h t b e s l u i t e n t o e
e n g e e f g e l e g e n h e id
t o t h e t s t e l l e n v a n
v r a g e n
D r a a g v e r a n t -
w o o r d e l i j k h e i d
v o o r b e s l i s s i n g e n
e n h u n u i tv o e r i n g
o v e r
G e e f s p e c i f ie k e
i n s t r u c t i e s , e n
h o u d s t r e n g t o e z i c h t
o p d e g e l e v e r d e
p r e s e n t a t i e s
C O M P E T E N T I E N I V E A U V A N D E M E D E W E R K E R
S 1 = d i r e c t i e v e s t i jl
S 2 = c o a c h e n d e s t i jl
S 3 = o n d e r s t e u n e n d e s t i jl
S 4 = d e l e g e r e n s t i jl
21. Evaluatie
• Hoe zijn gesprekken verlopen?
• Wat viel op?
• Nieuwe inzichten?
• Plenair situatie uitwerken
22. Voor de volgende keer
• De syllabus Coaching lezen
• Coachingprofiel maken voor 2 collega’s
Bij ieder beentje 2 voorbeelden van GEDRAG dat je
niet acceptabel vindt of voor verbetering vatbaar.
• Dit bespreken met jouw leidinggevende
23. Tot slot
• Is coachen een wondermiddel? Plus jouw
motivatie
• Wat is je van vandaag het meest
bijgebleven?
26. Doe als de natuur:
Geef warmte aan je
medewerkers, geef ruimte
aan hun talenten, ideeën,
oplossingen
en je zult zien dat ze
uitkomen
een voor een,
en ook groot worden, alleen
niet allemaal en zeker niet
tegelijkertijd.
27. Voedt niet alleen de
zwakken, maar juist
degenen die erom vragen.
Het zijn niet de “ouders” die
de zwakken uit het nest
stoten, maar hun broertjes
en zusjes
28. Houden van
Houden van je vak
Houden van je werk
Houden van je organisatie
Houden van je collega’s
Houden van je medewerkers
Houden van je klanten
Houden van….
Het begin van ontwikkelen
Het begin van tevreden en gelukkig zijn
Het begin van de kracht om door te
zetten
Het begin van succes!
29. • Coachen is kunnen omgaan met onvolkomenheden
• Het grootste geschenk dat je jezelf kan geven is tijd om te
coachen
• Coachen is aandacht geven, niet het probleem voor de ander
oplossen
• Gras groeit niet harder door eraan te trekken
• Kijk uit dat je niet de bloeiende plant raakt, als je naar de vlieg
slaat
• Wat er in potentie niet in zit kan er niet uit gecoacht worden
30. Voorwaarden voor coaching
Bij de medewerker
• Vertrouwen in de leidinggevende
• Wil om aan zichzelf te werken
• Mate van ambitie
• Open- en eerlijkheid
• Tijd en inzet
Bij de coach
• Lol in het coachen
• Vertrouwen in de medewerker en
zijn mogelijkheden
• Ambitie om eruit te halen wat
erin zit
• Integriteit
• Tijd vrij maken voor coaching
• Vasthoudendheid
• Vermogen tot zelfreflectie
Notas do Editor
Programma
Welkom, training over coachen
Hoe gaat het? Leerdoelen, opdrachten, reflecties…….
Vragen?
Uitleg en oefenen met dominante leerstijlen
Theorie over coachen en begeleiden
Na de lunchpauze
Verhaal
Praktijk van het coachen
Nieuwe huiswerk en oefenopdracht voor de laatste bijeenkomst over coachen
Hoe gaat het tot nu toe?
Voldoet het aan verwachtingen?
Lukt het met de opdrachten?
Zijn er vragen, voordat we beginnen met coachen?
Oefening Dominante leerstijl
Naam: Bruggenbouwers
Creatieve oefening met diverse materialen.
Doel: Kennismaken en ervaren de vier leerstijlen.
Inzicht in proces en effect van de verschillende leerstijlen.
Resultaat: Een brug met een hoogte van minimaal twee bekertjes
Maak van de materialen een brug die zelfstandig kan blijven staan. Het mag abstract en fantasievol, het mag ook concreet.
Gebruik zoveel mogelijk alle materialen.
Proces: Ieders inbreng telt.
Ieder doet mee en heeft inbreng.
Let op het verloop van het proces; hoe is de brug tot stand gekomen?
Tijd: 10 minuten
De basis van ontwikkeling is zelfkennis en inzicht. Inzicht in jouw leerstijlen en die van de ander.
Evaluatievragen:
Hoe zijn jullie gestart? Wat was de eerste stap?
Wat is de reden dat jullie op die manier zijn begonnen?
Wat hebben jullie vervolgens gedaan?
Welk gedrag heb je waargenomen bij je teamgenoten?
Welk effect heeft dat gehad?
De basis van ontwikkeling is zelfkennis en inzicht. Inzicht in jouw leerstijlen en die van de ander.
Leren en oplossen van problemen zijn processen.
Persoonlijk, omdat ieder een eigen stijl heeft.
Of ook wel dominant, omdat die manier van leren jouw voorkeur heeft, ook wel voorkeurstijl genoemd.
Bewustwording: heel belangrijk begrip in leerprocessen. Ingevoerd door Paolo Freire, leren aan volwassenen.
Bewust zijn van hoe je nu leert en weten hoe je effectiever zou kunnen leren.
De vaste manier van omgaan met leren of problemen is een patroon.
Kenmerk van coachen is om patronen te doorbreken, dan ontstaat er groei.
Weten van je eigen stijl, en doorbreken.
Zo groei je in je ontwikkeling en wordt je completer en effectiever in je handelen
Kennen van de stijl van de ander, om te kunnen aansluiten met opdrachten of stijl van coachen. Om vervolgens ook dat patroon te doorbreken. En de ander effectief te laten leren.
De verticale as: van concreet ervaren naar abstract conceptualiseren
De horizontale as: van actief experimenteren naar reflectief observeren
concreet ervaren
De verticale as: van concreet ervaren naar abstract conceptualiseren
De horizontale as: van actief experimenteren naar reflectief observeren
concreet ervaren
Belangrijk: wat wordt er van mij verwacht in de rol van pedagogisch specialist?
Aandacht besteden een formeel coachen met een opdracht
En dagelijkse begeleiding, aanspreken, sturen etc. van collega’s
Continue proces……betekent niet dat je op alles aanspreekt…..
Afgeleid van situationeel leidinggeven van Hersey en Blanchard
Wanneer ben ik effectief?
Communicatievaardigheden,
relatie met de ander
het afstemmen op de ander
Dus, wie is de ander, die ik ga coachen of begeleiden?
Instrueren of sturen
Heldere opdrachten en wijze van uitvoering
Daarover uitleg hoe en waarom
Gewenst resultaat aangeven
Overtuigen of Coachen
Reden van de coaching
Opdracht geven en ruimte aan medewerker om mee te denken
Is zowel sturen als ondersteunen
Overleggen of ondersteunen
Vooral gericht op medewerker en attitude
Relatie, ook met collega’s
Helpen met oplossen van problemen
In groepjes van drie:
Abrengt situatie in en is de coach
Bde medewerker die wordt gecoached
Cobservant
Gesprek gaat over de huiswerksituatie. Korte uitleg geven, hoeft niet in alle details, dat komt tijdens het verloop van het gesprek.
Vooraf bespreken waar de medewerker zit als het gaat om taakvolwassenheid en vanuit welke stijl je het gesprek wilt voeren
C let op A:communicatievaardigheden: - ik-boodschappen
- luisteren
- actief luisteren
- lichaamstaal
- stemtaal
C let op B:Hoe reageert B?- lichaamstaal
- stemtaal
- woorden / zinnen
Vraag 1: plenair in een rondje
Vraag 2: Antwoorden op geeltjes zetten, innemen