1. Telkens als ik je in mijn gebeden noem, elke dag en elke nacht, dank ik God, die ik net als
mijn voorouders met een zuiver geweten dien. Als ik aan je tranen denk, verlang ik ernaar
je terug te zien; dat zal me met vreugde vervullen. Ik denk vaak aan het oprechte geloof
dat je grootmoeder Loïs en je moeder Eunike hadden en dat – daarvan ben ik overtuigd –
jij nu ook hebt. Daarom spoor ik je aan het vuur brandend te houden van de gave die God
je schonk toen ik je de handen oplegde. God heeft ons niet een geest van lafhartigheid
gegeven, maar een geest van kracht, liefde en bezonnenheid. Schaam je er dus niet voor
om van onze Heer te getuigen; schaam je ook niet voor mij, die omwille van hem
gevangenzit, maar deel in het lijden voor het evangelie, met de kracht die God je geeft.
2 Tim 1:3-8 (NBV)
2. Hij zei tegen hen: ‘Waarom hebben jullie zo weinig moed, kleingelovigen?’ Toen stond
hij op en sprak de wind en het water bestraffend toe, en het meer kwam geheel tot
rust. De mensen zeiden vol verbazing: ‘Wat is dit toch voor iemand, dat zelfs de wind
en het water hem gehoorzamen?’ (Matt 8:26-27;NBV)
5. Hij heeft ons gered en ons geroepen tot een heilige taak, niet op grond van onze
daden, maar omdat hij daartoe uit genade besloten had. Deze genade was ons al vóór
alle tijden gegeven in Christus Jezus, maar nu is ze bekend geworden doordat onze
redder Christus Jezus is verschenen, die de dood heeft vernietigd en onvergankelijk
leven heeft doen oplichten door het evangelie. Van dit evangelie ben ik verkondiger,
apostel en leraar; daarom moet ik dit alles ondergaan. Maar ik schaam mij niet, want ik
weet in wie ik mijn vertrouwen heb gesteld en ben ervan overtuigd dat hij bij machte is
om wat mij is toevertrouwd te bewaren, tot de grote dag aanbreekt.
2 Tim 1:9-12 (NBV)
Paulus wist heel goed wie het is die bij hem was:
Als soms vrienden ons verlaten…
6. Timoteüs, jij houdt je altijd aan
mijn uitleg. Jij volgt mijn
voorbeeld: je leeft net zoals ik,
en je probeert hetzelfde doel te
bereiken. Je volgt mijn
voorbeeld: mijn geloof, mijn
geduld en mijn liefde. Ook jij
geeft niet op. Je bent vervolgd
en je moet lijden, net zoals ik
vroeger in Antiochië, Ikonium
en Lystra geleden heb. Ja, ik heb
veel ellende moeten verdragen!
Maar elke keer heeft de Heer
mij gered. Allen die vroom en in
eenheid met Christus Jezus
willen leven, zullen worden
vervolgd.
2 Tim 3:10-11 (NBV)
7. Mijn bloed wordt al als een offer uitgegoten, het moment waarop ik heenga nadert.
Maar ik heb de goede strijd gestreden, de wedloop volbracht, het geloof behouden.
Nu wacht mij de krans van de gerechtigheid die de Heer, de rechtvaardige rechter, aan
mij zal geven op de grote dag; en niet alleen aan mij, maar aan allen die naar zijn
komst hebben uitgezien.
Bij mijn eerste verdediging heeft niemand mij bijgestaan, ze hebben mij allemaal in de
steek gelaten. Moge het hun niet worden aangerekend. Maar de Heer heeft me terzijde
gestaan en me kracht gegeven, zodat ik de verkondiging tot een goed einde heb gebracht
en alle volken de boodschap hebben gehoord. Ik ben gered uit de muil van de leeuw. De
Heer zal me van alle kwaad redden en me veilig naar zijn hemels koninkrijk brengen.
Hem komt de eer toe tot in alle eeuwigheid. Amen.
2 Tim 4:6-8 en 16-18 (NBV)
Paulus wist heel goed wie het is die bij hem was en wat Hij belooft:
8.
9.
10. Jullie zullen allemaal ten val
komen, want er staat geschreven:
“Ik zal de herder doden, en de
schapen zullen uiteengedreven
worden. Maar nadat ik uit de
dood ben opgewekt, zal ik jullie
voorgaan naar Galilea.
Misschien zal iedereen ten
val komen, maar ik niet!
11. Ik verzeker je: juist jij zult me
vannacht, nog voor de haan
tweemaal gekraaid heeft,
driemaal verloochenen.
Al zou ik met u moeten
sterven, ik zal u nooit
verloochenen
13. Weet dat de laatste dagen zwaar zullen zijn. De mensen zullen egoïstisch zijn,
geldzuchtig, zelfingenomen en arrogant. Ze zullen God lasteren, geen ontzag tonen
voor hun ouders, ondankbaar zijn en niets heilig achten. Ze zullen harteloos zijn,
onverzoenlijk, lasterziek, onbeheerst en wreed. Ze zullen het goede haten en
onbetrouwbaar, roekeloos en verblind zijn. Het genot zullen ze meer liefhebben dan
God, ze zullen de schijn van vroomheid ophouden, maar de kracht ervan miskennen.
Keer je af van zulke mensen.
2 Tim 3:1-5 (NBV)
14. Hierna sprak Mozes de Israëlieten opnieuw toe. Hij zei: ‘Ik ben nu honderdtwintig jaar oud
en niet in staat om nog langer leiding te geven. Bovendien heeft de HEER me gezegd dat ik
de Jordaan niet mag oversteken. De HEER, uw God, zal zelf voor u uit gaan en de volken aan
de overkant voor u uitroeien, zodat u hun land in bezit kunt nemen. Jozua zal u daarbij
aanvoeren, zoals de HEER heeft gezegd. De HEER zal hen het lot laten delen van de
Amoritische koningen Sichon en Og, die hij met heel hun land heeft vernietigd. Wanneer hij
u de overwinning op die volken geschonken heeft, moet u met hen precies zo handelen als
ik u heb opgedragen. Wees vastberaden en standvastig. Er is geen enkele reden om bang
voor hen te zijn, want het is de HEER, uw God, die met u meegaat. Hij zal niet van uw zijde
wijken en u niet verlaten.’
Toen riep Mozes Jozua bij zich en ten overstaan
van alle Israëlieten zei hij tegen hem: ‘Wees
vastberaden en standvastig, want jij zult het
volk het land binnenleiden dat de HEER onder
ede aan hun voorouders had beloofd, en
onder jouw leiding zullen ze het in bezit
nemen. De HEER zelf gaat voor je uit, hij zal je
bijstaan en geen moment van je zijde wijken.
Wees niet bang en laat je door niets
ontmoedigen.’
Deut 31:1-8 (NBV)
15. Schroom?
- omdat mensen ons verlaten
- omdat we bespot of vervolgd worden
- omdat we iets te verliezen hebt
- …….