5. Ernst 2.0
• www.twitter.com/ecphaff wat doe ik? wat denk ik?
• www.linkedin.com/ecphaff - wat is mijn CV, waar hou ik me professioneel mee bezig?
• wearethepilgrims.blogspot.com - mijn blog.
• del.ico.us/phaff - wat vind ik interessant op het internet
• www.hyves.nl/ecphaff - wie ben ik wie zijn mijn vrienden?
• www.facebook.com/ecphaff - wie ben ik, wie ken ik
• www.foursquare.com/ecphaff - waar ben ik
• www.flickr.com/ecphaff - foto’s
• www.youtube.com/ecphaff - filmjes
• etc.
6. Doelen:
Je bent in staat om op een creatieve manier netwerkplatformen in
te richten, een community te onderhouden en te gebruiken t.b.v.
een boodschap of product.
9. Eisen
Max 3 personen per opdracht.
Ik verwacht:
1 een daadwerkelijk werkend community (URL)
met leden die een echte community vormen.
met een duidelijk concept
1 “pitch” filmpje waarin:
het doel van het netwerk duidelijk is.
de doelgroep duidelijk wordt.
waar je laat zien dat je de theorie (uit de sheets) toepast in je community.
11. Hoe zou ik het doen?
1. Wat wil je bereiken?
2. Stel de demograFie van de doelgroep vast
3. Wat beweegt de doelgroep? Waar zouden ze voor komen?
4. Welke platforms zijn goed? Wat moet het allemaal kunnen?
5. Platform inrichten.
6. Platform onderhouden.
7. Je succes meten (gebeurt er iets?)
12. Weekindeling
Week 1 Intro / opdracht
Week 2 + 3 groepsbrainstorm (indeling volgt)
Week 4 Groundswell
Week 5 Community gardening
Week 6 + 7 vinger aan de pols
Week 8 inleveren opdracht
26. Netwerken
Iedereen is lid van netwerken
offline
sportclubs
vrienden
motorclub
kennissen
werk
leveranciers etc.
online
hyves
linkedin
mailinglist
MSN
lastfm
28. Networks
• losse organisatie (geen duidelijke structuur
nodig).
• “superempowered”
• flexibele inzet (agile: snel kunnen inspringen
op kansen / innoveren).
• open source delen van kennis (bv. “bazaar
van geweld”).
• zelf ondernemen binnen de doctrine
29. Netwerken
ondersteunen:
informatie uitwisseling (hoe doe ik..)
waarde uitwisseling (dit is goed, dat is slecht)
uitwisseling van nieuwe ideeën
netwerken zijn taai en flexibel
ze houden zichzelf in stand
zijn in staat zichzelf te organiseren
je kan heel makkelijk meedoen
30. Waarom nu?
Internet
Web 2.0 (Tim O’Reilly)
opkomst nieuwe technologie
waardoor nieuwe omgangsvormen
gevolg: meer “verbondenheid”
bv. “hyves”
vrienden van vroeguh
“kennissen van kennissen (maar waar je toch iets mee hebt)” (weak links)
mensen met dezelfde interesse of smaak (bv. “rallymaniacs.nl”)
33. Een goudmijn voor Marketing?
Kunnen we netwerken gebruiken om onze doelen te bereiken?
toevoegen waarde door:
informatie (informatie delen)
co-creation (samen dingen maken)
– users <> users
– users <> company
“word of mouth” (viral marketing)
34. Terug naar de opdracht (1)
Als marketeer moet je:
begrijpen wie de doelgroep is.
35. terug naar de opdracht (2)
als marketeer moet je:
weten waar en hoe je de doelgroep kan vinden.
36. Terug naar de opdracht (3)
Als marketeer moet je weten wat de doelgroep beweegt, en wat
hun behoeftes zijn.
wat zijn de trends?
wat “doet” je klant met je product?
wat willen ze in het diepste van hun hart?
En wat ga jij daaraan doen?
37. Voor volgende week:
Bedenk voor welk product of zaak je een sociaal netwerk wilt
bouwen.
Stel je groep samen en mail naar ecphaff@gmail.com
bedenk een onderwerp
Deadline maandag a.s. 1600
Indeling volgende les volgt (mail)
slides: www.slideshare.net/ecphaff
bekijk webcast “social objects” (mail)
ecphaff@gmail.com