1. Photoshop module 1
Maskers
Met maskers kun je een gedeelte van een laag verbergen en daarmee gedeeltes van
onderliggende lagen zichtbaar maken. In deze module werken we met laagmaskers en
uitknipmaskers.
LaagMaskers
Laagmaskers zijn niet-destructief, dat wil zeggen dat je de maskers later opnieuw kunt bewerken
zonder de pixels die ze verbergen te verliezen.
In het lagenpalet worden laagmaskers als extra miniaturen rechts naast het laagminiatuur
weergegeven.
Je kunt een laagmasker bewerken als je elementen aan het gemaskerde gebied wil toevoegen of
eruit wil verwijderen. Een laagmasker is een grijswaardenafbeelding. Gebieden die je zwart maakt
zijn verborgen en gebieden in wit zijn zichtbaar. Gebieden in grijswaarden worden meer of minder
transparant afhankelijk van de helderheidswaarde.
Tussen het miniatuur van de afbeelding en het masker van de miniatuur staat een koppelingsteken.
Dit zorgt ervoor dat het laagmasker mee verplaatst of getransformeerd wordt, zodra je de
afbeelding bewerkt.
Klik op het koppelteken om het uit te zetten. Je kunt nu de afbeelding of het laagmasker los van
elkaar verplaatsen of transformeren.
Er zijn 5 opties om een laagmasker aan te maken:
- 88 - CVO Heusden - Zolder / photoshop module 1
2. Photoshop module 1
Laag > Laagmasker toevoegen > alles tonen: Je begint met een wit masker. De laag blijft
zichtbaar.
Laag > Laagmasker toevoegen > alles verbergen: Je begint met een zwart masker. De hele laag
wordt transparant.
Laag > Laagmasker toevoegen > selectie tonen: Als je een deel van de laag geselecteerd
hebt, zet Photoshop de selectie automatisch om in een laagmasker als je het masker maakt. Alles
wat zich binnen de selectie bevindt, blijft zichtbaar. Hetzelfde gebeurt als je op het pictogram
“Laagmasker” onder in het palet lagen klikt. Het gebied buiten de selectie wordt transparant.
Laag > Laagmasker toevoegen > selectie verbergen: Je kunt het toekomstige masker omkeren,
zodat het deel binnen de selectie transparant wordt en het gebied erbuiten zichtbaar. Je kunt ook
op Alt drukken en klikken op het pictogram Laagmasker in het palet lagen.
Plakken in een selectie: Er is één opdracht die automatisch een laagmasker maakt : Bewerken
-> Plakken in. Kies deze opdracht om de inhoud van het klembord (als je iets kopieert wordt dit
tijdelijk onthouden in het geheugen van de computer. Dit geheugen wordt klembord genoemd)
in de huidige selectie te plakken, zodat de selectie fungeert als masker. Omdat Photoshop de
inhoud van het klembord in een nieuwe laag plakt, wordt de selectie omgezet in een laagmasker.
Photoshop heft de koppeling tussen de laag en het masker op.
- 89 - CVO Heusden - Zolder / photoshop module 1
3. Photoshop module 1
Laagmaskers uitschakelen / tonen
Het masker uitschakelen: Je kunt het masker tijdelijk uitschakelen door op Shift te drukken en te
klikken op de miniatuur van het laagmasker. Er verschijnt dan een rood kruis in de miniatuur en alle
gemaskeerde pixels in de laag worden zichtbaar. Klik nogmaals met ingedrukte Shift toets om het
masker weer in te schakelen.
Het masker bekijken: Photoshop beschouwt een laagmasker als een laagspecifiek kanaal
Het masker staat ook in het palet Kanalen. Om het masker zelf weer te geven (als zwart-wit
-afbeelding), druk je op Alt en klik je op de miniatuur van het laagmasker in het palet Lagen.
Herhaal deze handeling om de afbeelding opnieuw weer te geven.
een masker omzetten in een selectie: Dit doe je door op Ctrl te drukken en te klikken op het
pictogram Laagmasker. Druk daarbij ook nog Shift en Alt in, als je het laagmasker wilt toevoegen
aan of verwijderen uit een bestaande selectie.
een laagmasker verwijderen: Sleep de miniatuur van het laagmasker naar het prullenbakje
onderaan in het lagenpalet. Er verschijnt nu een melding waarin gevraagd wordt of je het masker
wil verwijderen of permanent wilt toepassen op de laag. Maak hier een keuze.
Werkwijze 1
• Maak een selectie van het object dat zichtbaar moet blijven in de afbeelding.
• Klik onderaan in het lagenpalet op het icoontje “laagmasker toevoegen”.
- 90 - CVO Heusden - Zolder / photoshop module 1
4. Photoshop module 1
• Als je de selectie nog wil bijwerken, kan je gebruik maken van de tekengereedschappen.
• Kies het penseelgereedschap en stel de penseelopties in. Teken met wit in het laagmasker om
transparante delen terug zichtbaar te maken. Teken met een zwart penseel in dit laagmasker om
extra delen van de foto transparant te maken.
Werkwijze 2
• Open een afbeelding en kopieer en plak ze op een andere foto.
• Maak een laagmasker aan op de bovenste laag door op het laagmasker icoontje te klikken
onderaan in het lagenpalet (zonder iets te selecteren),
• Er wordt een wit laagmasker aangemaakt. Teken met een zwart penseel in dit laagmasker om
delen van de laag transparant te maken. Gebruik een zacht penseel met een lagere dekking om
een geleidelijke overgang te creëren.
• Teken met een zwart penseel in het laagmasker om delen transparant te maken.
- 91 - CVO Heusden - Zolder / photoshop module 1