11 juni 2019 vond het symposium over 20 jaar Project XX plaats ín dit circulaire gebouw avant la lettre. Grondlegger en architect Jouke Post evalueerde het ontwerp en gebruik en schetst zijn verwachtingen in bijgaande lezing en zoals door hem uitgesproken op deze activiteit.
https://booosting.nl/event/show/id/315
20190611 Booosting - 20 jaar Project XX - Lezing Jouke Post
1. Central Post
Delftseplein 27h
3013 AA Rotterdam
telefoon 06 4455 4026
mail info@booosting.nl
site www.booosting.nl
twitter @booosting
iban
NL69ABNA0472778579
btw
NL00.92.84.4.00.B.01.
“B o oo st ing he e ft zic h al s do el g e st el d h e t p roc es va n v er ni e u wi n g e n v e rb e te ri n g i n d e bo u w we ze nli jk t e v e rs n ell e n;
d aar vo o r wi l zij i d eeë n e n p ro je ct e n o p h et g eb ie d v an O nd e rzoek , O nt wer p en O nt wik k e l in g in it ië re n e n f aci li te re n”
datum van oprichting
31 augustus 1988
handelsregister 41155375
Lezing van Jouke Post over 20 jaar Project XX
Delft - 11 juni 2019
Jouke Post:
“In een weekend in 1997 nam ik deel aan een groot debat over milieuveilig bouwen.
Deelnemers waren onder meer vertegenwoordigers van de milieubeweging, de NS en
de overheid. Men kwam tot de conclusie dat demontabel bouwen een van de betere
oplossingen was voor een duurzame bouw. Daarmee zou hergebruik van bouwdelen
gestimuleerd en mogelijk worden. De bijeenkomst was in de buurt van Gouda. Aan het
einde van de dag reed ik, reflecterend over de discussie en door het Groene hart, terug
naar huis en bedacht ik dat dit geen goed antwoord op de vraag was. Immers, mijn
ervaring met opdrachtgevers was dat ze vele mooie bedoelingen en idealen hebben,
maar als het er op aankomt altijd het hun bekende kiezen. En dan is de stap naar
vernieuwing of innovatie vaak te groot. Daarnaast zal de maatvoering van de
gedemonteerde bouwdelen ook vaak een lastig uitgangspunt zijn. Mijn verwachting was
dat deze milieuvriendelijke oplossing (demonteren en hergebruiken) uiteindelijk zou
leiden tot opslagplaatsen van, weliswaar netjes gesorteerd, gestapeld bouwafval.
Ook in die periode ergerden velen van ons zich aan de toenemende bebouwing van
bedrijventerreinen langs de snelwegen. Iedere gemeente had voordeel bij de verkoop
van gronden met als resultaat dat de natuurovergangen, de randen, bebouwd werden
met loodsen, kantoortjes en andere bedrijven. Oorspronkelijk zijn de gebieden goed
gebruikt, maar na een periode van enige decennia vertrekken veel bedrijven naar elders
en daarna komen de armoediger bedrijven. Het gebied verloederd op termijn en de
bedrijfjes weg halen is te duur. De gemeente heeft op korte termijn dan wel goed
verdiend aan de verkoop van de grond, maar bereikt zo uiteindelijk een rommelige
stadsrand. In Rotterdam had ik dit van nabij meegemaakt met het Vierhaven-
Merwehavengebied en het bedrijvenpark Spaanse Polder.
Dat bracht mij op de gedachte dat deze terreinen na het gebruik weer beschikbaar
zouden moeten zijn voor andere functies of weer weiland en bos zouden worden. Om
dat te bereiken zouden bestemmingsplannen in de tijd gelimiteerd moeten zijn. Met
daarin de verplichting dat het gebied na gebruik, aan het einde van de vastgelegde
gebruikstijd, weer in de oorspronkelijke staat wordt opgeleverd. Zo doordenkend,
genietend van het mooie landschap, realiseerde ik me dat dit voor investeerders niet
eenvoudig, zo niet onoplosbaar was. Immers, hoe regel je dat financieel en realiseer je
dit? Uiteindelijk, bedacht ik, komt het op het bord van de architect. Als deze een
antwoord kan geven op de vraag om een gebouw te maken dat na de gebruiksperiode
weer zou verdwijnen, zou de investeerder dat op kunnen pakken en de gemeente de
bestemmingsplannen een eindige geldingsduur geven. Dat was de reden dat ik bedacht
dat de bal op onze helft lag. Wij, de architecten, moesten het voorbeeld geven.
2. datum van oprichting
31 augustus 1988
handelsregister 41155375
2
Naast de ervaringen in Rotterdam speelden nog een tweetal ervaringen mee:
• Nadat ik lid was geweest van de Commissie Levensduren van de Stichting Bouw
Research was het begrip Levensduur mij vertrouwd geworden. We hebben
overzichten gemaakt van de levensduren van alle mogelijke bouwmaterialen,
bouwdelen en installaties. Dat was in het kader van de noodzaak om
onderhoudsplanningen en ‘totaalkostenberekeningen’ van projecten te kunnen
maken.
• De andere ervaring was de dramatisch toenemende leegstand van kantoren in het
land. De leegstand van bedrijventerreinen was een groot en herkenbaar probleem.
Velen maakten plannen voor herbestemming van onder meer kantoren, ziekenhuizen,
fabrieken enzovoorts. Bestemmingswijzigingen en leegstand werden een nationaal
aandachtspunt.
Het idee om gebouwen te maken met een vooraf vastgelegde gebruikstermijn
fascineerde mij steeds meer. In veel gesprekken poneerde ik deze gedachte, niet met
het plan om het meteen uit te voeren, maar omdat het me zo bezig hield. Op een kleine
bijeenkomst in het huidige Johan Cruijff stadion, toen nog in aanbouw, had ik zo’n
gesprek met Gijs Verweij, toentertijd Bestuursvoorzitter van Wereldhave n.v.. Hij
reageerde daar meteen op: “Kom eens langs bij mij in Den Haag om deze gedachte
door te praten”. Het werd het begin van een jarenlange intensieve samenwerking met
Gijs, wij hadden elkaar gevonden in deze levensduurbenadering van gebouwen.
Conceptontwikkeling
Een half jaar lang hebben we daarna het idee doorontwikkeld in samenwerking met vele
collega’s, onder meer Jan Westra, Frans van Herwijnen en Marc Maurer, allen afkomstig
van universiteiten en Booosting. Enerzijds was er het conceptuele idee, een gebouw te
ontwikkelen dat niet langer bestond dan de gebruiksduur, anderzijds waren zowel
Wereldhave als wij gewend om concrete stappen te maken. Om het idee te vertalen
naar een voorbeeld. Het voorbeeld werd een van de wat kleinere gebouwen die
Wereldhave in die tijd ontwikkelde en waarin zij investeerde. Zo’n kleiner gebouw met
een vooraf bepaalde eindige levensduur besloten we nu te ontwikkelen. Deze gebouwen
werden meestal verhuurd voor een verhuurperiode van vijf jaar met een verlenging van
nog eens vijf jaar. Vervolgens kwam er daarna een andere huurder in onder dezelfde
voorwaarden. Na twintig jaar was het altijd nodig dat het gebouw grondig werd
gerenoveerd en aangepast aan de dan geldende wensen.
Daaruit volgde overigens ook de naam van het project, Project XX. Waarbij de twee
XX’en stonden voor twintig jaar, maar ook voor twee vraagtekens. Want hoe we dit idee
zouden moesten realiseren was nog een groot vraagteken. Voor de materialisatie
hebben diepgaand onderzocht welke materialen aan onze eisen konden voldoen. Ook
hebben we de bedrijfsleden van Booosting benaderd en gevraagd om hun kennis en
inbreng. Het leidde tot het onderzoeken van veel alternatieve materialen en
bouwsystemen. De hoofdvraag werd om het gebouw samen te stellen uit materialen met
een levensduur van twintig jaar.
3. datum van oprichting
31 augustus 1988
handelsregister 41155375
3
We hebben ontwerpen gehad in glas, karton, staal en hout. Karton had de meeste kans.
Echter, de functie van het gebouw bepaalde de vorm en teveel kartonnen kolommen
zouden de bruikbaarheid erg verminderden. Zo werkend, onderzoekend en verkennend
kwamen we uiteindelijk uit op een basis van hout, glas, zand, staal en zand. Allemaal
materialen die redelijk in de buurt kwamen van het uitgangspunt. Omdat het ideaal
(alleen materialen toepassen met een levensduur van twintig jaar) op deze korte termijn
niet realiseerbaar bleek, is een tweede criterium ingebracht, met name richting
hergebruik. Als het materiaal niet terug zou vallen tot haar grondstoffen (criterium 1)
diende het professioneel hergebruikt te kunnen worden door de particuliere klusser
(criterium 2) en dan pas, in het uiterste geval, gerecycled (criterium 3).
Met de hulp van prof. Pierre Leijendeckers konden we een verwarmings- en
ventilatiesysteem ontwikkelen dat dicht bij ons doel kwam. Verwarming en ventilatie met
het gebruik van de dubbele gevel: een eenvoudig systeem, doeltreffend en uiterst
vernieuwend.
Implementatie van het idee
De boodschap was helder, het doel duidelijk, maar ook bleek dat het doel zo ver weg
lag dat de boodschap dikwijls niet werd begrepen. Neem alleen maar het
animatiefilmpje. Een bedrijf had opdracht gekregen dit te verbeelden en toch
presenteerden ze een animatie waar het gebouw in elkaar werd gezet, in plaats van uit
elkaar viel. Dit is uiteindelijk opgelost door de animatie om te draaien.
Zo ontmoetten we ook onbegrip tijdens de aanbestedingsfase. De boodschap was voor
velen uit de dagelijkse praktijk, vele bruggen te ver. Gedurig werden pogingen gedaan
om de toe te passen materialen te wijzigen in de gebruikelijke materialen en werkwijzen.
Een voorbeeld waren de kartonnen ventilatiekanalen. Tot op het laatste moment is door
de installateurs geprobeerd deze te wijzigen in verzinkt stalen buis.
In die periode gaf ik regelmatig lezingen, ook de toehoorders begrepen al te vaak de
boodschap niet. Velen voelden zich bedreigd omdat hun onroerend goed haar waarde
zou verliezen. Het was een interessante periode.
Voorwaarden
Ondanks de vele pogingen, tijdens de voorbereiding en de uitvoering, om de
materialisatie terug te brengen tot “normaal”, is het gebouw toch gerealiseerd zoals wij
dat wilden. Ik heb me gerealiseerd dat dat bijzonder is. Ik heb ook ervaren dat zoiets,
het realiseren van een bijzonder doel, zelden lukt. Waardoor lukte dit nu wel? Dat was
te danken aan de bijzondere samenwerking tussen, in dit geval, de architect en de
opdrachtgever. Beiden hadden in elkaar het volste vertrouwen en dekten elkaar volledig.
Het lukte andere partijen niet daar tussen te komen en het concept aan te tasten, te
verwateren en uiteindelijk om zeep te brengen. Het was dan ook volledig terecht dat een
jaar later de Nationale Bouwprijs aan Wereldhave werd verstrekt. Deze prijs is te
vergelijken met de Gouden Pyramide die nu jaarlijks voor uitmuntend
opdrachtgeverschap worden versterkt.
4. datum van oprichting
31 augustus 1988
handelsregister 41155375
4
Twintig jaar gebruik
Het gebouw is dikwijls onderwerp van onderzoek geweest. Meetsystemen zijn erop los
gelaten om te zien hoe het gebouw zich verhoudt tot traditionele gebouwen. Dikwijls was
het gebouw onderdeel van PhD-onderzoek, met name op het onderwerp disassambly.
Het werd vaak getoetst op de demontabiliteit, zowel nationaal als internationaal. Toch
was dit voor mij een signaal dat ook bij de onderzoekers de kern van het idee niet was
begrepen. Het was niet ontworpen om straks eenvoudig te kunnen demonteren, maar
om materialen toe te passen waarvan de levensduur gelijk aan de gebruiksduur en de
milieu-impact minimaal zou zijn. Liefst géén footprint. Dat het gebouw eenvoudig
demonteerbaar was vond ik prima, maar dit was niet van belang. In praktische zin
natuurlijk weer wel, omdat er nauwelijks materialen bestonden die aan onze eisen
voldeden.
Interessant is dat het gebouw, het idee, telkens weer meeliftte met de trend van de tijd.
In alle programma’s ‘Open bouwen’, ‘Industrieel-Flexibel-Demontabel (IFD)’, ‘Cradle to
Cradle (C2C)’ en nu ‘Circulariteit’ werd het gebouw als voorbeeld gebruikt. En dat kon
omdat het ook op deze voortschrijdende inzichten klopte. Het is een illustratie dat het
concept zijn tijd ver vooruit was.
Hoewel de huurder tevreden is met het gebouw, vind ik niet alles geslaagd. Ik had me
nogal ingezet voor een met zand gevulde houten vloer, die als een betonvloer aan moest
voelen. De vloer voelt niet als een betonvloer aan en kraakt teveel. Veel discussie
hebben we gevoerd om geen radiatoren te plaatsen, immers verwarming zou nauwelijks
nodig zijn als gevolg van de warmteopbouw ten gevolge van de computers en de vele
mensen. Inmiddels leveren computers veel minder warmte en is de bezetting met het
huidige aantal mensen bij lange na niet gehaald. Dit was enige tijd geleden reden voor
aanpassing van de verwarming. Toch blijft het nog steeds een prettig bewoonbaar
gebouw dat nog steeds goed verhuurd is.
Stort het nu in?
U komt hier om het einde mee te maken. Twintig jaar geleden heb ik beloofd dat aan het
einde van de termijn het gebouw zou verkleuren en grommen. Hiervoor zou iedereen
gewaarschuwd worden en met de computers naar buiten lopen, zodat wij gezamenlijk
het gebouw in konden zien storten. Precies zoals op de animatie.
Wereldhave heeft het gebouw inmiddels verkocht aan een nieuwe investeerder die niets
van de achtergronden van gebouw weet en Holland Signaal (nu: Thales) is vanaf het
begin huurder en wil dat nog langere tijd blijven.
Ik moet u teleurstellen, het gebouw is te goed. Zelfs het driedubbele glas toont geen
lekkages. De termijn zal worden overschreden.
Maar, het idee (levensduur en circulariteit) is grootschalig opgepakt. Kantoren worden
niet meer voor eeuwig gebouwd, ook ziekenhuizen, verzorgingshuizen, sportgebouwen
niet. Met dit besef en uitgangspunt worden andere bouwsystemen en materialisaties
5. datum van oprichting
31 augustus 1988
handelsregister 41155375
5
ontwikkeld. Niet alleen voor gebouwen, maar ook voor de infrastructuur. De pitches die
u zo dadelijk bijwoont gaan daar over. Vergelijkend met de gedachten die ik ruim twintig
jaar geleden had, is in ieder geval bereikt dat het ontwerpen en denken in levensduren
voor gebouwen inmiddels een strategie is. We zijn nog lang niet op het niveau van het
eindige bestemmingsplan. Toch heb ik al voor gemeenten en woningcorporaties
plannen ontworpen voor gebieden met een (tijdelijke) bestemming van ruim tien jaar.
Het begin is gemaakt. Maar het zal wel even duren voordat dit een juridisch instrument
wordt. Deze middag heeft als doel een terugblik en een vooruitblik. Ik ben ervan
overtuigd dat deze middag en de hernieuwde publiciteit leidt tot de volgende stap.
Tot slot
Is het gelukt?
Ik ga even terug naar John Habraken. Hij introduceerde rond 1970 het boekje ‘De
dragers en de mensen’ over de voordelen van verstandige industrialisatie en het boekje
‘Aap, noot, mies, huis’ om te laten zien hoe eenvoudig dit eigenlijk is. Het wilde duidelijk
maken dat het, met betere afspraken vooraf, mogelijk was om binnen hetzelfde budget
een diversiteit aan woningtypen te maken en de bewoner meer vrijheid te geven. De
SAR (Stichting Architecten Research) werd hieruit opgericht met een maatsysteem voor
het ontwerp en de producent. Twintig jaar geleden deed Habraken zijn beklag tegen mij
dat het hem allemaal niet gelukt was. Ik legde hem uit dat het wel gelukt was, alleen niet
in zijn vorm. Op dat moment was immers Open Bouwen gemeengoed geworden en had
de overheid het programma ‘Industrieel Flexibel Demonteren’ (IFD) geïntroduceerd.
Allemaal uitvloeisels van het gedachtengoed van Habraken.
Zo kijk ik ook naar het Project XX. Letterlijk valt het niet uit elkaar op het geplande
moment. Maar het gedachtengoed heeft veel impact gehad. Het heeft een forse
stimulans gegeven in de materialisatie van gebouwen en niemand vindt ‘levensduur-
denken’ meer vreemd. Levensduur-denken is een onderdeel van de bouwopgave
geworden. In vele gedaanten, circulariteit is daar een van. Het was bijzonder te
constateren dat het ook internationaal nog steeds veel belangstelling krijgt.
Ja, het is gelukt, maar niet zo letterlijk als we het geïntroduceerd hebben. Gebouwen
hebben nu een materialenpaspoort, de footprint wordt nu uitgerekend en circulariteit is
een breed gedragen begrip geworden. Wij allen hier hebben daar onze bijdrage aan
geleverd, onder meer met het Project XX.”