4. Opzet
- Terugblik laatste 5 jaar en stand van zaken anno 2018
- Vooruitblik: verwachting komende 5 jaar:
- SDE
- Rol van de regio > regionale energiestrategieën (RES)
- Ontwikkelaarskeuze
4
6. 6
Terugblik
Energieakkoord 2013 / Regeerakkoord 2017:
2020: 14% van alle gebruikte energie in Nederland komt uit duurzame bronnen.
2023: 16%
Energieakkoord 2013:
Nadruk op grootschalige projecten
‒ Wind op Zee: in 2023 4450 MW opgesteld vermogen
‒ Wind op Land: in 2020 6000 MW opgesteld vermogen
> Zon: decentraal (+overig)
14. SDE en RES
SDE blijft voor zon en WoL bestaan tot 2025 = stabiliteit
• Aanvraag als alle vergunningen zijn verleend
• Gebonden aan locatie
• Dekt prijsverschil tussen (hogere) groen-prijs en (lagere) grijs-prijs
• Gedurende eerste 15 jaar van exploitatie
• Openstelling in fase; projecten met laagste subsidie (per KWh) eerst
RES
• 30 regio’s: vraag naar en aanbod van energie / elektriciteit
• Locatiekeuze zon en wind: decentrale (re) projecten
• Draagvlak en participatie
• Maar ook: mindere belasting e-net
14
15. Ontwikkelaarskeuze
• Hoe gaat het nu?
• Focus op eerst vergunningen; daarna SDE-subsidie
• Grondeigenaar (of houder opstalrecht) ontwikkelt project
• Alternatief: tenderen ontwikkelingsrechten?
• Eerst locatiekeuze
• Daarna ontwikkelaarskeuze
• 2 voorbeelden:
• Tenderen windpark Rijksvastgoedbedrijf
• Doorzettingsmacht niet-grondeigenaar o.g.v. art. 9g Elektriciteitswet
15
17. Voorbeeld 1: tenderen windpark (II)
Voordelen voor de omgeving:
• Energiecoöperatie
• Geen heioverlast, geen slagschaduw, stille windturbine, voorkomen bouwhinder en 1000 KWh gratis
stroom voor 500 huishoudens
= Draagvlak en participatie over boeg tendercriteria
17
18. Voorbeeld 2: art. 9g E-wet (I)
Praktijkvoorbeeld vergunningverlening windpark Zeewolde:
• 221 bestaand (=saneren) > 91 nieuw (=bouw)
• Versnipperde grondeigendom
• SWoL (2014) > Regioplan (2016): 1 initiatiefnemer voor saneren en bouw
• Keuze voor Windpark Zeewolde B.V. (2017) > vergunninghouder
• Actueel: Raad van State: gaat het om schaarse vergunningen?
• Want: als schaarse vergunningen
• NL mededingingsnorm
• Potentiële gegadigden ruimte bieden om mee te dingen / gelijke kansen
• Uitspraak dit najaar / begin 2019 verwacht
18
19. Voorbeeld 2: art. 9g E-wet (II)
Andere aanpak: E-wet biedt mogelijkheid om dit windpark te tenderen:
- Art. 9g E-wet maakt knip tussen grondeigendom <> ontwikkelrecht windpark (≠ zon)
- Grondslag voor tenderen ‘ontwikkelrecht windpark’ op niet-overheidsgronden
Lid 1:
• Windpark> 5 MW: ‘werk van openbaar nut’
• Art. 1 BP: grondeigenaar gedoogplicht
Lid2:
• Gedoogplicht > natrekking windturbine ovk art. 5:20 lid 2 BW
• Bevoegde aanlegger = eigenaar
19
24. A license to operate the Energy-transition
Grondgebonden zonneparken
Voorwaarden voor een succesvolle businesscase
Relatie met beleid
Vereisten aan een ruimtelijke onderbouwing
24
25. Voorwaarden voor een succesvolle businesscase
Praktische randvoorwaarden en
maatwerk
1. Huidige (ondergrondse) infrastructuur
2. Geschiktheid locaties
3. Subsidies en marktbeweging
25
28. Geschiktheid locaties
28
1. Oppervlak locatie (commerciële partijen >10ha);
2. Niet in natuurgebied, maar wat te denken van strak er tegenaan?
3. Landschappelijke en ecologische kenmerken versterken;
32. Geschiktheid locaties
32
1. Oppervlak locatie (commerciële partijen >10ha);
2. Niet in natuurgebied, maar wat te denken van strak er tegenaan?
3. Landschappelijke en ecologische kenmerken versterken;
4. Maatschappelijke bijdragen / participatie
33. Subsidies en marktbeweging
33
Subsidie voor grondgebonden zonne-energie blijft vooralsnog
noodzakelijk;
Alternatieven zijn er, worden nog niet geïmplementeerd;
Aantal geschikte locaties gelimiteerd;
Marktbeweging zal steeds nauwer gaan samenhangen met beschikbare
capaciteit infrastructuur.
34.
35.
36. Deze presentatie
• Ontwikkeling duurzaam bedrijvengebied Greenport Venlo, rol Etriplus
• Ontwikkeling van Windpark Greenport Venlo
• Lessons learned
36
40. Ontwikkelen van energieprojecten
Twee aspecten centraal:
• Creatie van waarde (investeren)
• Wegnemen van onzekerheden
Zekerheden:
• Grondposities – koop of lease (recht van opstal)
• Benodigde vergunningen
• SDE+ subsidie
Deze zekerheden bepalen de waarde van het project
40
41. Proces besluitvorming en vergunningverlening
• Februari 2016 Intentieverklaring Gemeente-Provincie-Etriplus:
windpark 30 MW binnen zoekgebied
Greenport
• Maart-Nov. Veldonderzoeken (o.a. flora en fauna)
• Nov. 2016–Jan. 2017 NRD
• Feb.–Sept. Opstellen MER, advies ‘Cie MER, BP’s, vergunningen
• Okt.-Nov. Aanvulling MER
• Dec. Positief toetsingsadvies ‘Cie MER
• Dec.2017-febr. 2018 Erosie politieke steun
• Maart Besluitvorming Raad – week voor verkiezingen
• Maart-april Verzoek PIP – besluit provincie april 2018
• September Vaststelling PIP in Provinciale Staten inclusief
vergunningverlening
• Oktober SDE+ aanvraag inclusief vergunning
41
42. Vergunningentraject gemeente (1)
Delegatiebesluit van
provincie naar gemeente
(art. 9f 1e en 2e lid Ew
n.v.t. verklaren):
M.e.r. als strategisch
instrument
Drie
bestemmingsplannen in
twee gemeenten
Wet natuurbescherming
+ Omgevingsvergunning
bouwen
Omgevingsvergunning
milieu door vrijwillig
m.e.r.
42
43. Vergunningentraject gemeente (2)
43
Vergund is:
9 Turbines
Max. ashoogte 140 m
Max. rotor: 142 m
Hoge grote turbines,
project haalbaar maken
(minder wind op locatie)
38 MW
Stilstandsvoorzieningen
(geluid, slagschaduw,
vleermuizen)
44. Vergunningentraject gemeente (3)
Besluitvorming op basis
van:
Onbekend turbinetype
Aanvraag op hoofdlijnen,
contouren van het
windpark
September 2017 in
ontwerp vastgesteld
Maart 2018: definitieve
besluiten geweigerd
Waarom? En dan?
44
45. Van gemeente naar provincie: Provinciaal Inpassingsplan?
Delegatiebesluit
ingetrokken,
besluitvorming terug bij
provincie:
Discussie: wel of niet de
Elektriciteitswet 1998?
Discussie: wel of niet een
Provinciaal
Inpassingsplan?
Wie besluit zoiets
(provincie – Etriplus)?
45
46. Vergunningentraject provincie
Vrijwillige m.e.r.
procedure, PIP en
Omgevingsvergunning:
Drie weken voor
aanvullende
locatiestudie,
aanpassingen MER,
opstellen PIP en
vergunningaanvraag
Nieuw bevoegd gezag,
nieuwe
vergunningverleners
Meenemen in het proces
Ontwerp vergund, SDE+
aangevraagd
46
47. Lessons learned: ingrediënten voor een succesvolle business case
Zorg voor voldoende acceptatie bij bewoners
en draagvlak bij Raad en PS
Besluitvorming voor een dergelijk NIMBY-
project (vlak) voor de verkiezingen is niet
wenselijk
Provincie: delegeren of niet?
Een nieuw bevoegd gezag, meenemen in
eerder gemaakte afwegingen en keuzen
Mobiliseer de stilzwijgende meerderheid
47
48.
49.
50. Voorwaarden voor een succesvolle businesscase
Publiekrechtelijk perspectief
• Veelheid aan kaders
• (tijdelijke?) Omgevingsvergunning
• Schaarse vergunning
• Ruimtelijke aanvaardbaarheid
50
51. Wind:
- UP: gecentreerd in de
Wieringermeer
- vervanging 2 / 1 regeling
- niet meer dan totaal 685,5
MW
Zon:
- vergunning maximaal 25 jaar
- verwijderen opstelling +
financiële zekerheid
51
Wind:
- UP: Aansluitend aan
bedrijventerrein
- vergunning maximaal 25 jaar
- “maatschappelijke
meerwaarde”
Zon:
- vergunning maximaal 25 jaar
- verwijderen opstelling +
financiële zekerheid
- “maatschappelijke
meerwaarde”
Wind:
- UP: Locaties voor
Windenergie
- afwijkingsmogelijkheid
voor kleine en middelgrote
windturbines
- vervanging van grote
windturbines mogelijk
Zon:
- geen bepalingen
- Visie ruimte en mobiliteit
- handreiking in de maak
52. 52
Wind:
- UP: Aansluitend aan
bedrijventerrein
- vergunning maximaal 25 jaar
- “maatschappelijke
meerwaarde”
Zon:
- vergunning maximaal 25 jaar
- verwijderen opstelling +
financiële zekerheid
- “maatschappelijke
meerwaarde”
6.18, lid 3, Verordening ruimte
De maatschappelijke meerwaarde wordt
onderbouwd vanuit de volgende criteria:
a. de mogelijkheid voor de omgeving om direct
te participeren in het project;
b. de bijdrage aan het oplossen van een
maatschappelijk of ruimtelijk probleem;
c. de bijdrage aan het realiseren van een
maatschappelijk of ruimtelijk doel.
“Een maatschappelijke meerwaarde wordt onderbouwd door de maatregelen die
zijn getroffen om de impact van de windturbines op de omgeving te beperken en
de bijdrage aan maatschappelijke doelen. Dit zijn doelen vanwege duurzaamheid
maar ook vanwege draagvlak in de omgeving, maatschappelijke cohesie of
(financiële) bijdragen aan maatschappelijke opgaven enz.”
53. Tijdelijke vergunning?
Voor- en nadelen onderdeel 11 van de kruimelregeling:
• kortere procedure
• instemming gemeenteraad niet nodig
• maximaal 10 jaar
Wetgever over de kruimelregeling (NvT, Stb. 2014, 333,
p.56):
• bij verlenen vergunning dient aannemelijk te zijn dat
de activiteit binnen de termijn daadwerkelijk kan en
zal worden beëindigd
53
54. Tijdelijke vergunning?
Wetgever:
• daadwerkelijk kan en zal worden beëindigd
Raad van State 4 april 2018, ECLI:NL:RVS:2018:1112, BR
2018/54 (gemeente Coevorden):
• “feitelijk mogelijk en aannemelijk moet zijn dat activiteit
zonder onomkeerbare gevolgen kan worden beëindigd”
Rechtbank 19 september 2018, ECLI:NL:RBOVE:2018:3422
(gemeente Staphorst):
• “of aannemelijk is dat het zonnepark aan het einde van
de instandhoudingstermijn van tien jaar zal worden
verwijderd”
• Niet aannemelijk als: op voorhand duidelijk is dat het
zonnepark binnen deze exploitatietermijn niet rendabel
kan zijn
54
55. Tijdelijke vergunning?
55
Stc. 2018, 53028 - 14 september 2018: Wijziging uitvoeringsregeling SDE+
• Tijdelijke kruimelvergunning wordt niet in aanmerking genomen bij
subsidieverlening
“Het is met het oog op de tijdige realisatie van projecten en de kosteneffectieve inzet van
subsidiemiddelen van belang dat een project vooraf over een vergunning beschikt voor
tenminste de gehele looptijd van het project. Een tijdelijke omgevingsvergunning voldoet hier
niet aan.”
56. Schaarse rechten bij ruimtelijke besluiten?
Hoofdregel: in ruimtelijke besluiten worden
geen schaarse rechten toebedeeld
(ABRvS 6 juni 2018, ECLI:NL:RVS:2018:1847)
Uitzondering:
- maximumstelsel voor verlening van vergunningen
- ABRvS 30 augustus 2017, ECLI:NL:RVS:2017:2332
(Havenbedrijf Amsterdam)
- relativiteitsvereiste in de weg aan beroep op mogelijke
schaarste van vergunning:
- ABRvS 4 april 2018, ECLI:NL:RVS:2018:1146
(Windpark Bijvanck)
56
57. Weerstand tegen wind- en zonneparken
• Wie zijn de belanghebbenden?
• Rechtspersonen
• statutaire doelstelling én feitelijke
werkzaamheden
• Natuurlijke personen
• degene die rechtstreeks feitelijke
gevolgen ondervindt
‘gevolgen van enige betekenis’
(ABRvS 23 augustus 2017,
ECLI:NL:RVS:2017:2271)
57
Licht-
overlast Trillingen
58. Weerstand tegen wind- en zonneparken
‘Gevolgen van enige betekenis’
• Windparken:
binnen een afstand van maximaal 10
keer de tiphoogte kúnnen gevolgen
van enige betekenis aanwezig zijn
(ABRvS 21 februari 2018, ECLI:NL:RVS:2018:616
Windpark De Drentse Monden en Oostermoer)
• Zonneparken geen algemeen criterium
• Veelal beroep op o.a. aantasting natuur- en
landschapswaarden
• ABRvS 11 juli 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2338 (Plan voor de
zon Leeuwarden), Rb Limburg 31 oktober 2018,
ECLI:NL:RBLIM:2018:10322 (Zonneweide Leudal)
58
Licht-
overlast Trillingen
62. Draagvlak en participatie
• Belang:
“Juist de beginfase biedt de meeste ruimte om de inbreng van
derden mee te nemen. De inbreng van belangstellende en be-
langhebbende burgers, bedrijven en organisaties kan de kwaliteit
van de besluitvorming en het draagvlak vergroten. Dit zal door-
gaans ook leiden tot een afname van het aantal zienswijzen en
bezwaar- en beroepschriften. Een goede participatie van derden
in het beleids- of besluitvormingsproces moet ertoe leiden dat
inbreng vanuit de maatschappij gedurende het gehele proces
wordt meegenomen, dat eventuele initiatieven vanuit de maat-
schappij met dezelfde zorg worden behandeld als overheidsinit-
iatieven en dat de participatie op een transparante wijze plaats-
vindt.”
MvT Ow, p. 217-218.
62
63. Hoe is het nu geregeld? (i)
• Draagvlak en participatie regelen ≠ vereist:
“de Wro noch enige andere wet- of regelgeving [verplicht] de raad (…)
eisen te stellen aan het organiseren van draagvlak, mede-eigendom,
winstdeling door projectontwikkelaars en daarover een regeling in een
bestemmingsplan op te nemen.”
ECLI:NL:RVS:2018:3528 (Windpark Dalfsen).
• Afwegen belangen (i) omwonenden en (ii) energietransitie:
“Het ontbreken van draagvlak (…) betekent op zichzelf echter niet dat
de ministers het plan niet hadden mogen vaststellen. Er is geen wette-
lijke regel die bepaalt dat een ruimtelijk plan een ontwikkeling alleen
mogelijk mag maken als daarvoor voldoende draagvlak in de omgeving
bestaat. Bij projecten zoals dit windpark moeten de ministers een afwe-
ging maken tussen het nationale belang van een duurzame energie-
voorziening en de belangen van de omwonenden.”
ECLI:NL:RVS:2018:616 (Windpark De Drentse Monden en Oostermoer)
63
64. Hoe is het nu geregeld? (ii)
• Draagvlak ≠ goede ruimtelijke ordening:
“dat onder de bevolking geen draagvlak voor het plan zou bestaan, wat
daar verder van zij, (…) betekent [niet] dat de raad het plan niet in re-
delijkheid heeft kunnen vaststellen. Deze omstandigheid betekent niet
dat het plan niet in overeenstemming is met een goede ruimtelijke or-
dening.”
en:
“Dat er bij een deel van de omwonenden geen draagvlak bestaat voor
het zonnepark vormt ook geen aanleiding om te oordelen dat het colle-
ge de omgevingsvergunning diende te weigeren. Het college dient in
het kader van een goede ruimtelijke ordening alle ruimtelijke belangen
af te wegen.”
Zie bijv: ECLI:NL:RVS:2018:3693; ECLI:NL:RVS:2018:1747, en
ECLI:NL:RVS:2015:1702
64
65. Hoe is het nu geregeld? (iii)
• Voorwaarden in BP / aan OSB mogen niet en medewerking
weigeren wegens geen / te weinig draagvlak (dus) ook niet.
• Maar hoe dan (wel)?:
Toelichting (N.B. zeer lage drempel!).
Provincies en gemeenten via Verordening Ruimte, resp.
BP twijfels over rechtsgeldigheid.
Tenders.
Inspraak: facultatief en schending ≠ vernietiging.
Contracten: vrijwilligheid.
65
67. Intentieovereenkomst
67
Gemeente en Exploitant
• Afspraken over proces en vervolgovereenkomsten (denk bij
dit laatste aan GO/NO GO-voorwaarden!).
• Toetreden andere partijen (bijv. belangenverenigingen)?
• Harde verplichtingen voor wat betreft de – vormgeving van
de – participatie zijn ‘gewoon’ mogelijk:
“Ontwikkelaar zal conform het Stappenplan en Planning de dialoog
met de omgeving voeren over zijn voornemen tot realisatie van het
Project en daarvan uiterlijk op [x] verslag van doen.”
68. AO / SOK
68
• Contractsvrijheid, maar groot gezamenlijk belang!
• In praktijk AO en SOK vaak in één overeenkomst.
• Advies om dit niet te doen om (schijn van) betaalplanologie te
voorkomen! Maak onderscheid tussen:
i. AO: kostenverhaal (bijdrage aan ruimt ontw. Structuur-
visie!!) en “tempo, aard en omvang van het bouwpro-
gramma, de mogelijkheid om ook wat te verevenen en
meer regiezaken te regelen en […] andere aspecten als
grondoverdracht of exploitatie van vastgoed […]”
ii. SOK: afspraken over (financiële) participatie: (harde) af-
spraken over vormgeving en uitvoering participatie
69. Hele korte blik vooruit (Ow en Ob)
• Participatie ‘loopt dwars door alle besluiten en instrumenten
van de Omgevingswet heen’. (NvT Ob, p. 64).
• Procedurele voorschriften: BO moet aangeven op welke wij-
ze ‘relevante’ burgers, bedrijven, maatschappelijke organi-
saties en andere overheden worden*/zijn betrokken.
• Nog altijd weinig waarborgen:
i. verplichting over betrekken alleen bij PB*;
ii. geen ‘recht op participatie’;
iii. geen kwaliteitseis (‘vrije invulling’), en;
iv. bescherming via art. 4:8 Awb & motiveringsplicht.
69
70. Kort samengevat
I. Participatie en draagvlak is van groot belang voor het
(z.s.m.) slagen van een project;
II. Participatie en draagvlak vormgeven ‘hoeft niet’;
III. Draagvlak op zichzelf ≠ goede ruimtelijke ordening, en
IV. Mag geen voorwaarde zijn voor planologische medewerk-
ing.
Dus: Goed vastleggen in Intentieovereenkomst en SOK!
70