Met de Visie op public biedt ABN AMRO naast een macro-economische visie op Nederland een omschrijving van de branches die onderdeel uit maken van de publieke sector. Met de trends en ontwikkelingen en de actuele branchecijfers kunt u uw bedrijf vergelijken met anderen.
1. visie op Sectorupdate 2012
onderwijs, zorg
▶▶ Interview
▶▶ Trends & ontwikkelingen
en woningcorporaties
▶▶ Sectorvisie
2.
3. Visie op onderwijs, zorg en woningcorporaties 1
Geachte relatie,
Voor u ligt Visie op Sectoren (VOS), de jaarlijkse dwarsdoorsnede van het
Nederlandse bedrijfsleven. In VOS worden de actuele stand van zaken en de
vooruitzichten van een groot aantal sectoren en branches besproken. Aan de
hand van dit rapport kunt u uw onderneming spiegelen aan de trends en
actuele branchecijfers, kijken hoe het met de branche van uw toeleveranciers
is gesteld en zien wat de verwachtingen van ABN AMRO zijn voor uw eigen
branche.
Als bank anno nu publiceren wij VOS ook op onze nieuwe ABN AMRO Market Insights app voor de
iPad. Op deze app vindt u tevens onze andere sectorgerelateerde en macro-economische publicaties.
Aan het begin van het jaar werd het Nederlandse bedrijfsleven geconfronteerd met, helaas
wederom, een lichte recessie. De impact van deze nieuwe recessie wordt voor een belangrijk deel
bepaald door de mate waarin een sector herstel heeft laten zien na de dip in 2009. Precies de reden
waarom nu sectoren als bouw, retail, horeca en zakelijke dienstverlening het zwaar hebben.
Het lijkt er op dat mondiaal de economie zich herstelt en dit zal een positieve uitwerking hebben op
de Nederlandse export. Ook kan de verwachte daling van de grondstoffenprijzen een positieve
bijdrage leveren. In Nederland ligt echter de belangrijkste sleutel tot structureel herstel in handen van
de consument. Het consumentenvertrouwen is ongekend laag en gaat waarschijnlijk pas stijgen als
de onzekerheden over de Europese schuldencrisis, de eigen woning, pensioenen en de overheids-
financiën uit de lucht zijn. Met het onlangs door een aantal politieke partijen gesloten akkoord wordt
er geprobeerd om het overheidstekort terug te dringen. Hoe de maatregelen zullen uitpakken op de
economie, het consumentenvertrouwen en bijvoorbeeld de sectoren onderwijs, zorg en
woningcorporaties is op moment van schrijven van deze publicatie nog onduidelijk.
Wij hebben drie interviews opgenomen. Voor onderwijs geven Marcel Wintels, bestuursvoorzitter
van Fontys Hogescholen, en Eric Zwaart, sector banker Onderwijs ABN AMRO, hun visie op het
huidige onderwijsstelsel. Wim Groot, hoogleraar gezondheidseconomie aan de Universiteit van
Maastricht gaat het gesprek aan met Marco van Ooijen, directeur Zorg ABN AMRO, over de
‘Zorgmarkt in beweging’. Voor de Woningcorporatiesector geeft Piet Eichholtz, hoogleraar
Financiering en Vastgoed aan de Universiteit van Maastricht, zijn visie op de begrenzing, in gesprek
met Jeroen Dungelmann, directeur Woningcorporaties ABN AMRO.
Hopelijk stimuleert deze publicatie u om met ABN AMRO en uw omgeving van gedachten te
wisselen over de uitdagingen voor uw maatschappelijke onderneming en uw sector in Nederland. Wij
denken graag met u mee en zijn u graag van dienst. Namens alle collega’s van ABN AMRO wens ik u
en uw onderneming alle succes toe!
Met vriendelijke groet,
Joop Wijn
Lid Raad van Bestuur ABN AMRO
5. Visie op onderwijs, zorg en woningcorporaties 3
4 visie op Nederland
6 interview onderwijs
10 onderwijs
12 interview zorg
16 langdurige zorg
18 medisch-specialistische zorg
20 interview woningcorporaties
24 woningcorporaties
26 leeswijzer
28 colofon
6. 4
visie op Nederland
Nederlandse economie
krabbelt in 2012 weer op
Vorig jaar is de economische groei sterk vertraagd en belandde de economie in een
recessie die in het begin van 2012 nog voortduurde. Er zijn echter aanwijzingen dat de
economie in het tweede halfjaar weer groei zal vertonen – waarschijnlijk dankzij een
aantrekkende uitvoer. De consumptieve bestedingen dalen naar verwachting opnieuw.
In 2011 groeide de economie met 1,2%. Ten opzichte van de groei gemiddelde jaargroei toch op 3,8% is uitgekomen, is dan ook gro-
in 2010 (+1,7%) leek de afzwakking beperkt, maar achter die 1,2% tendeels toe te schrijven aan het stevige groeitempo tegen het eind
gaat een forse afkoeling van de economie schuil in de loop van het van 2010.
jaar. In het eerste kwartaal van 2011 steeg het bruto binnenlands
product (bbp) nog met 0,75% ten opzichte van de voorgaande peri- De forse afkoeling bij de uitvoer komt grotendeels, of zelfs hele-
ode. In de daaropvolgende kwartalen viel dat cijfer steeds lager uit. maal, op het conto van de afzetmarkten. Driekwart van de goede-
In het derde en vierde kwartaal was zelfs sprake van krimp (respec- renuitvoer blijft in de EU en daarvan blijft het overgrote deel binnen
tievelijk -0,4 en -0,6% kwartaal-op-kwartaal). Deze ontwikkeling stak de eurozone (krap 59% van de totale goederenuitvoer). De totale
ongunstig af bij die van de eurozone als geheel. In het derde kwar- goedereninvoer van de eurozone is zelfs nog wat meer terug-
taal kromp de Nederlandse economie al, terwijl de eurozone-econo- gevallen dan de Nederlandse uitvoer. We zien hier de gevolgen van
mie nog een plus liet optekenen en in het slotkwartaal van 2011 viel diverse groeivertragende factoren. Denk aan de hoge olieprijzen
het groeicijfer (-0,6%) opnieuw lager uit dan dat voor de eurozone begin 2011, bezuinigingen door overheden en de grote onrust als
als geheel (-0,3%). Jaar-op-jaar viel de groei van het bbp terug van gevolg van de staatsschuldencrisis in de eurozone. Met name die
+2,2% in het begin van het jaar naar -0,2% in het laatste kwartaal. laatste factor heeft het vertrouwen in de economie in de tweede
helft van het afgelopen jaar stevig doen slinken.
Afzwakking groei economie voorbij?
6 120 De economie van de eurozone is naar verwachting in het eerste
kwartaal van 2012 opnieuw gekrompen. Dat kan worden afgeleid
3 105
uit de begin april beschikbare indicatoren. ABN AMRO verwacht dat
de eurozone-economie in het tweede kwartaal stabiliseert, om
% 0 90
vanaf het midden van het jaar weer wat te gaan groeien. Dit be-
75
scheiden herstel kan vooral worden toegeschreven aan de opleving
-3
van de wereldhandel. De binnenlandse bestedingen in de eurozone
-6 60 staan echter onder druk van bezuinigingsmaatregelen. Duitsland
1991 1993 1995 1997 1999 2001 2003 2005 2007 2009 2011
bbp (% j-o-j; l.as) lijkt hierop overigens een uitzondering te vormen.
Economisch-sentimentindicator (r.as)
Bron: Thomson Reuters Datastream De laatste Nederlandse uitvoercijfers lijken (al) wat minder ongun-
stig. In de jaar-op-jaarvergelijking zagen we eind vorig jaar en begin
Uitvoergroei sterk vertraagd, maar dit jaar weer enige stijging van het groeicijfer. Ook de indicatie van
eerste lichtpuntjes zichtbaar de inkoopmanagersindex (PMI) is beter: de deelindex voor de ex-
portorders lag in januari en vooral in februari boven de 50, dat is het
Kijken we naar het verloop van de verschillende bestedingscompo- niveau dat het verschil markeert tussen krimp en groei. Hoewel we
nenten, dan valt op dat de uitvoer (de kurk waar de economie op in maart weer een daling zagen, bleef deze deel-PMI in die maand
drijft) in de loop van het jaar per saldo niet is toegenomen (0,0% nog duidelijk boven de 50.
j-o-j in vierde kwartaal). Na bescheiden kwartaal-op-kwartaal-plus-
sen in het eerste halfjaar, was daarna sprake van minnen. Dat de
7. Visie op Nederland 5
Uitvoergroei lijkt dal gepasseerd Bedrijven die overwegend op de binnenlandse markt georiënteerd
PMI >50 wijst op groei; <50 – krimp zijn (zie ook hieronder), zullen het in 2012 in doorsnee moeilijker
20 70
hebben dan bedrijven die meer exportgericht zijn.
10 60 Huizenmarkt zit vast
De huizenmarkt zit in het slop en er is weinig vertrouwen dat de si-
% 0
50
tuatie spoedig verbetert. De marktindicator van Vereniging Eigen
-10 Huis bereikte in maart een nieuw dieptepunt. Het gebrek aan ver-
40
trouwen draagt bij aan de verwachting dat de huizenprijzen verder
-20
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
30 zullen dalen. Deze verwachting wordt verder gevoed door de ont-
Uitvoer goederen (% j-o-j; l.as) wikkeling van het transactievolume. Het teleurstellend lage aantal
PMI exportorders (index; r.as)
transacties in de eerste maanden van het jaar laat zien dat de hui-
Bron: CBS, Markit NEVI zenmarkt volledig is verkrampt. Dit lage aantal woningtransacties
valt deels terug te voeren op de minder ruimhartige verstrekking van
Binnenlandse bestedingen onder druk hypotheken. De beperkingen op de leencapaciteit vanuit de regelge-
De zwakke stee van de Nederlandse economie is de particuliere ving, zoals de strengere Gedragscode Hypothecaire Financieringen,
consumptie. Deze is al vier kwartalen achtereen gekrompen met de verlaagde Nibud-woonquote en de internationaal aangescherpte
als dieptepunt een terugval van 0,9% kwartaal-op-kwartaal eind kredietvoorwaarden van banken, zijn verantwoordelijk voor een
2011. Daarmee lag de consumptie op het laagste niveau sinds eind minder ruimhartige kredietverlening. Daarnaast speelt de discussie
2003! Gemiddeld kromp de consumptie vorig jaar met 1%. Dat is over de toekomst van de hypotheekrenteaftrek. ABN AMRO houdt
beduidend meer dan de daling van het reëel beschikbaar inkomen er rekening mee dat de huizenmarkt voorlopig vast blijft zitten.
met bijna een half procent. Factoren die verantwoordelijk zijn voor Hoewel de beperkte omvang van de woningvoorraad een prijsval
deze sterkere daling van de consumptie, zijn het vermogensverlies helpt voorkomen, dient rekening te worden gehouden met een ver-
op de aandelen- en de huizenmarkt en het sterk gedaalde consu- dere daling van de huizenprijzen. We schatten dat de huizenprijzen
mentenvertrouwen. Dat vertrouwen stond vorig jaar ook elders in dit jaar met 5% dalen. Ook het aantal transacties blijft laag.
de eurozone onder druk vanwege de staatsschuldencrisis, maar in
ons land speelden nog meer factoren. Zo was er onzekerheid over
de hoogte van de pensioenen vanwege de gedaalde, en te lage, Inflatie
dekkingsgraden van pensioenfondsen. Verder is er het hete hangij- De inflatie liep in 2011 geleidelijk op van 2% in het begin van het
zer van de hypotheekrenteaftrek. Ten slotte wijzen we op de extra jaar naar een piek van 2,7% in september. De toename van het
bezuinigingen. Omdat het begrotingstekort in 2013 flink te hoog prijsstijgingstempo was het gevolg van onder meer hogere arbeids-
dreigt uit te vallen, moet fors extra worden bezuinigd. Ook dat kan kosten en energieprijzen. Daarna viel het cijfer wat terug naar 2,5%
van invloed zijn op de stemming van de consument. in de eerste drie maanden van 2012. Gemiddeld kwam de inflatie in
In 2012 neemt de koopkracht opnieuw af: door bezuinigingsmaatre- 2011 uit op 2,3%.
gelen én omdat de brutoloonstijging (al is deze iets hoger dan in
2011) weer achterblijft bij de inflatie. Alles overziend, gaan we ervan In de loop van 2012 kan het inflatietempo verder afnemen. Deze
uit dat de consumptie dit jaar opnieuw krimp zal vertonen. verwachting baseert ABN AMRO op de aanname dat de olie-
prijzen verder dalen, aangezien het risico van een escalatie in het
Hoewel we voor het tweede halfjaar – vooral dankzij de voorzichtig Midden-Oosten is afgenomen. Echter, door de aangekondigde
aantrekkende uitvoer – weer wat economische groei verwachten, BTW-verhoging kan in het vierde kwartaal de inflatie een sprong
zal het bbp dit jaar (gemiddeld) toch duidelijk dalen. Maar voor 2013 maken.
wordt weer een positief cijfer voorzien.
Particuliere consumptie daalt verder Risico’s
3 De risico’s voor het scenario van ABN AMRO liggen vooral aan de
2
‘onderkant’. In ons scenario gaan wij ervan uit dat de Europese be-
1
leidsmakers erin slagen de staatsschuldencrisis verder te bedwin-
%0
gen, maar dit is verre van zeker. Een nieuwe escalatie van de
-1
staatsschuldencrisis in de eurozone is niet ondenkbaar. Verder
-2
zouden de olieprijzen kunnen stijgen. De economische groei zou in
-3
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 beide gevallen worden gedrukt; en de inflatie valt - bij stijgende olie-
Reëel beschikbaar inkomen Particuliere consumptie
prijzen - hoger uit. Ook bestaat het risico dat de situatie op de hui-
Bron: CBS, ABN AMRO Economisch Bureau zenmarkt verder verslechtert.
8. 6
Marcel Wintels (rechts) in gesprek met Eric Zwaart: ‘Het kan niet de bedoeling zijn dat je na vijf jaar verder studeert
op kosten van de bakker, de slager en de groenteman’
Marcel Wintels, onderwijsbestuurder:
’De samenleving schreeuwt om de
menselijke maat’
Over de kwaliteit van het Nederlandse onderwijs worden stevige debatten gevoerd.
Daarbij worden harde noten gekraakt over het functioneren van het toezicht. En waar
scholenorganisaties tot voor kort almaar groter groeiden, steekt de politiek nu de
loftrompet over kleinschaligheid. Hoe halen we in deze omstandigheden het meeste
rendement uit de deskundigheid van de docent en de inzet van de student?
Bestuursvoorzitter Marcel Wintels van Fontys Hogescholen (en interim-voorzitter van
Amarantis) in gesprek met Eric Zwaart, sector banker Onderwijs bij ABN AMRO.
9. Interview 7
Bureaucratisch systeem ‘We moeten veel meer op de
‘Ik heb niks tegen de prestatieafspraken die in het afgelopen jaar
gemaakt zijn over de kwaliteit van het hbo. Hetzelfde geldt voor professionaliteit van de docent
de langstudeerdersboete. Ik vind al jaren dat het onderwijs veel te
vrijblijvend is. Maar bij de uitwerking haak ik af.’
vertrouwen’
Onderwijsbestuurder Marcel Wintels windt er geen doekjes om.
Het beleid om de problemen aan te pakken deugt, maar in de
uitvoering wordt volgens hem een technocratisch en bureau- ondertussen roept de politiek bij elk incident om stoere maat-
cratisch systeem van toezicht opgetuigd. regelen, die de samenleving het idee moeten geven dat het vanaf
Wintels is voorzitter van het College van Bestuur van de Zuid- nu wel goed geregeld is.’
Nederlandse organisatie Fontys Hogescholen. Daarnaast werd hij Het toezicht kan wat hem betreft veel eenvoudiger, door vaker
in februari 2012 door de minister als interim-voorzitter van voor onaangekondigde inspecties te kiezen. ‘Laat deskundige
Amarantis Onderwijsgroep aangesteld om puin te ruimen. peers van de docent op onverwachte momenten de laatste tien
Presteren onder druk, het zou ook Wintels’ persoonlijke motto beoordeelde opdrachten bekijken. Heb je die als docent op de
kunnen zijn. Want de Amsterdamse organisatie voor voortgezet juiste manier beoordeeld, dan zit je goed. Dit systeem voorkomt
onderwijs en mbo staat aan de rand van het faillissement. ballast in het toezicht en zorgt ervoor dat precies de kern onder de
loep wordt genomen, namelijk de eindkwaliteit. En daarnaast
Wintels vindt dat er eerder te veel dan te weinig controle is op het meet je dan de student- en de docenttevredenheid. Opleidingen
onderwijs. ‘We zouden veel meer op de professionaliteit van de die de studenttevredenheid op orde hebben, blijken namelijk ook
docent moeten vertrouwen. Waar het misgaat, is dat we ons als op de andere indicatoren goed te scoren.’
maatschappij steeds laten leiden door de drie dingen die fout gaan
naast de 97 die goed gaan. Om die fouten te voorkomen, bouwen Bij Fontys wordt deze manier van werken al in praktijk gebracht.
we allerlei controlemechanismen. Maar die zorgen er voor dat de Wintels: ‘Die jongeren moet je kort houden. We houden hun
‘schwung’ verdwijnt bij alles wat er goed gaat.’ studievoortgang scherp in de gaten. En elke studiebegeleider
De bestuurder wuift de problemen in het onderwijs niet weg, moet zich verantwoorden voor de prestaties van zijn groep
integendeel. De manier waarop overheid en politiek de problemen studenten. Driekwart van de studenten moet in staat zijn het
willen aanpakken klopt echter niet. ‘Er worden geen keuzes eindniveau te halen, binnen de tijd die daarvoor staat.’
gemaakt. Neem de NVAO. Die moet de kwaliteit van het hbo Op de professionaliteit van docenten vertrouwen, dat betekent
waarborgen. Wat is daarvoor de belangrijkste graadmeter? Dat dat je docenten de maat laat nemen door collega’s. ‘Want daar
het onderwijs studenten aflevert waarvan deskundigen zeggen: luister je naar. Wanneer je aan een collega moet uitleggen
‘Dit is hbo-niveau’? Toch is het juist daar misgegaan, ondanks alle waarom je een student ten onrechte voldoende hebt beoordeeld,
paperassen van de NVAO. Als we eerlijk zijn, toont dit het gebrek dan voel je je aangesproken op je professionaliteit.’
aan legitimiteit van deze organisatie. Maar dat durven we niet te
zeggen in dit land. Dus laten we de NVAO voortmodderen en
zetten we er de onderwijsinspectie nog eens tegenaan. Het Kracht van het onderwijs
stapelt en stapelt maar.’ Fontys is van ver gekomen. Een paar jaar geleden functioneerde
de organisatie op veel fronten onder de maat. Dat had veel te
maken met de menselijke maat die verdwenen was, constateert
Onaangekondigde inspecties Wintels. ‘Deze fusieorganisatie vertoonde alle nadelen van de
Het ontbreekt volgens Wintels aan focus. ‘Een hogeschool moet – schaalvergroting en geen van de voordelen. Het onderwijs loopt
al balancerend – aan 50 dingen tegelijkertijd voldoen. En vaak stuk op de drang om, vanuit het streven naar efficiency,
10. 8
mensonafhankelijk te worden. Terwijl dat juist de kracht is van het cratische en bureaucratische aanpak in de kwaliteitsdiscussie. Dat
onderwijs.’ is de paradox van de politiek, en de politieke illusie van centrale
Wat er bij Fontys gebeurde is volgens de bestuurder exemplarisch beheersbaarheid.’
voor veel van de fusies in het onderwijs. ‘De fusiegolf is
voortgekomen uit de centralistische benadering vanuit de
Binding met de samenleving
‘Het toezicht kan eenvoudiger, met Hoe dan ook, Fontys heeft besloten om kleinschaliger te werken.
Wintels: ‘We moeten terug naar een schaal die groot genoeg is
meer onaangekondigde inspecties’ om efficiënt te zijn en klein genoeg om binding te houden met de
samenleving. Daar zijn we al een paar jaar mee bezig. Daarop
voortbordurend kom je volgens mij al gauw uit op een hbo-
instelling per stad. Daar ben je als lokale omgeving ook de
‘eigenaar’ van de school, met alle bijbehorende mogelijkheden en
overheid. Kleinere scholen worden knettergek van alle dingen die uitdagingen. En dan voelt de plaatselijke wethouder zich ook weer
ze van hogerhand moeten. Dat maakt dat ze zich kwetsbaar verbonden met ‘zijn’ school. Ze hebben in Tilburg echt niks met
voelen en elkaar opzoeken. En de grotere willen machtiger Fontys Sittard hoor.’
worden.’
Hoe is dat te rijmen met de politieke voorkeur – van links tot
rechts – voor kleinschaligheid in het onderwijs? Wintels: ‘Dat is
niet te rijmen. De woordvoerders onderwijs in de Tweede Kamer
belijden de kleinschaligheid met de mond. Maar tegelijkertijd
roepen ze de grootschaligheid over ons af door hun techno-
Marcel Wintels: ‘Laat deskundige [curs.] peers [/curs.] van de docent
op onverwachte momenten de laatste tien beoordeelde opdrachten
bekijken’
11. Interview 9
‘De school wordt ten onrechte strikter. ‘Waarom drieduizend euro betalen na dat vijfde jaar? Laat
studenten die na vijf jaar niet zijn afgestudeerd de volledige
gestraft voor de slechte motivatie kosten dragen, dus zesduizend euro. Het is onterecht dat de
van een student’ school – en daarmee goede studenten en docenten – financieel
wordt gestraft voor de slechte motivatie van een student of voor
diens verkeerde studiekeuze. En het kan ook niet de bedoeling
zijn dat je na die vijf jaar verder studeert op kosten van de bakker,
De verbondenheid met de eigen school – en niet met het grote de slager en de groenteman.’
geheel – is ook bij Amarantis duidelijk zichtbaar, zegt interim-
voorzitter Wintels. Deze organisatie gaat defuseren. ‘Kom je bij Natuurlijk zijn er mensen die er buiten hun schuld langer over
onze vestiging aan de Dongestraat, dan ontmoet je docenten die doen, zoals bij langdurige ziekte. ‘Daar moeten we goede
voor hun school willen knokken. Ze zijn zelfs bereid een stukje van oplossingen voor bedenken. Maar de hele discussie dreigt nu over
hun aanstelling in te leveren als dat het voortbestaan van de die uitzonderingsgevallen te gaan’, merkt Wintels op. En wanneer
school mogelijk maakt. Hun school welteverstaan, niet het een hogeschool in Den Haag met een externe afstudeer-
voortbestaan van Amarantis. En dat geldt ook voor de andere begeleider afspreekt dat er alleen een rekening komt wanneer de
vestigingen.’ student de eindstreep haalt, dan valt de politiek daar wat hem
Het interview vindt plaats tussen de verhuisdozen. Het College betreft terecht overheen.
van Bestuur vertrekt uit het luxueuze onderkomen aan de Zuidas. Maar het gekke is dat dit soort no cure no pay afspraken op
‘Dat het bestuur hier is gaan zitten, tekent het moreel faillissement landelijk niveau ineens wél acceptabel gevonden wordt. Wintels:
van deze organisatie’, verzucht Wintels. ‘Hier is echt alles fout ‘Het aantal afgestudeerden per jaar één op één koppelen aan een
gegaan. Wat is er gebeurd, dat het College van Bestuur en de financiële prikkel voor onderwijsinstellingen, dat lijkt eerlijk en
Raad van Toezicht hun eigen gang gingen, zonder dat drieduizend stevig. Maar als Fontys deze indicator niet haalt, dan worden we
medewerkers daar iets tegenin konden brengen?’ Wintels hoopt een of twee procent gekort. Dat betekent: ontslagen. Wat zullen
dat juist die trots op de eigen school de medewerkers en docenten dan kiezen, wanneer ze een student met een vijf of met
studenten zal helpen de ingrijpende veranderingen van de een zes moeten beoordelen? Als ik ooit gevraagd zou worden
komende tijd door te komen. minister van Onderwijs te worden, dan zou mijn drive zijn de draai
te maken naar minder megalomane, verstikkende, centralistische
en bureaucratische systemen. De samenleving, en met name het
Langstudeerdersboete onderwijs schreeuwt om de menselijke maat.’
Terecht dat het hbo en de minister hebben afgesproken de termijn
voor het afstuderen op vijf jaar te zetten, vindt de
onderwijsbestuurder. Wat hem betreft mag het zelfs nog wat
12. 10
onderwijs
“Verbinding op ambitie”: naar een hogere onderwijskwaliteit voor leerling/student
Gedifferentieerd onderwijsaanbod in tijden van bezuinigingen
Talentmaximalisatie versus marktbehoefte
Branchebeschrijving
Geen sector zo veelzijdig, uitdagend , veranderlijk en tegelijkertijd nauw onderwijs dat ze geven. Publiek georganiseerd onderwijs is nu nog
verbonden met onze samenleving als het onderwijs. Er werken ruim volledig aanbodgericht gefinancierd. Dit gaat snel veranderen onder
400.000 professionals en ruim 3,8 miljoen leerlingen en studenten invloed van nieuw beleid gericht op vraagsturing, prestatie-afspraken en
volgen onderwijs. De overheid stelt de eisen waaraan de kwaliteit van minder kansloze studies.
het onderwijs moet voldoen en de instellingen maken keuzes over het
Trends en ontwikkelingen
Drie belangrijke ontwikkelingsthema’s kunnen worden genoemd. trust omgeving.
“Verbinding op ambitie” gaat over de aanpak om het Nederlandse on- • (Her-)verbinding met de omgeving ; ouders, leerlingen, maatschappe-
derwijs over de hele breedte naar een hoger niveau te tillen. Dit mag lijk veld en bedrijfsleven.
niet gezien worden als een opgave van alleen het onderwijs zelf, “Gedifferentieerd onderwijsaanbod” De stijging van het opleidings-
.
alhoewel het daar wel begint. Belangrijke speerpunten zijn: niveau van de Nederlandse bevolking is behaald dankzij het goed
• Professionalisering: de professional meer pedagogisch en didactisch bereikbare, gedifferentieerde onderwijsbod dat wij hebben
toegerust en de bestuurder meer dienend onderwijskundig leider “Talentmaximalisatie versus marktbehoefte” Drempelloos opleiden
.
vanuit een heldere profilering en breed gedragen visie. zonder zicht op beroepsperspectief of voor banen die er niet zijn is niet
• Stimulerende, lerende omgeving voor zowel leerling/student als pro- “anno nu” Een passende opleiding, goede motivatie en contextrijk
.
fessional. leren leidt doorgaans tot meer plezier en tot beoogd studieresultaat
• Eigenaarschap op elk niveau en maximale betrokkenheid in een high van de deelnemer en iedereen die daaraan heeft bijgedragen.
Onze visie
De geschetste uitdagingen waarvoor onderwijsinstellingen vandaag de budgetruimte daarvoor te creëren.
dag staan, zijn groot. De druk om te presteren wordt fors opgevoerd. Naast hervormingen in het onderwijs zou in onze visie ook een
Het instrumentarium dat men hiervoor gebruikt bestaat uit bekostigings- vereenvoudiging van de uitvoering van de bestuurlijke inrichting op zijn
maatregelen, met name voor het MBO en HO. Deze raken zowel de plaats zijn. Daarmee kunnen de vele inconsistenties en tegen-
leerlingen/studenten en maken een einde aan de voorspelbaarheid van strijdigheden in het systeem worden opgeruimd en kan het daarmee
budgetten voor instellingen De impact van deze en andere maatregelen vrijgemaakte budget dienen voor de hogere onderwijskwaliteit.
op de bedrijfsvoering van scholen is nog diffuus en verschilt bovendien De koers “verbinden op ambities” is een verstandige en kan ook veel
per instelling. Wat wel vaststaat, is dat er minder publiek geld en meer energie opleveren. Verbinden op ambitie, niet alleen in de onderwijs-
regels komen. Er moet dus verder bezuinigd worden terwijl het keten (nieuwe wegen), maar juist ook met de omgeving (andere
bereiken van een hogere onderwijskwaliteit juist ook investeren bronnen).
betekent. Het vraagt grote stuurmanskunst van bestuurders om zelf
Kerngegevens Websites
aantal ROC/AOC’s: 70 Aantal Universiteiten: 14 www.vsnu.nl
aantal deelnemers FOC: ca 495.000 Aantal studenten Universiteiten: 246.000 www.mboraad.nl
aantal HBO’s: 35 www.hbo-raad.nl
Aantal Studenten HBO’s: 423.000 www.abnamro.nl/onderwijs
13. onderwijs 11
Ontwikkeling aantal gediplomeerden Bron: OCW kerncijfers 2006-2010
▶▶ In 2010 haalden 440 duizend jongeren een diploma. 180
160
▶▶ Doorstroom naar vervolgonderwijs nam over de gehele linie de
140
afgelopen jaren toe.
120
▶▶ Nederland behoort binnen de EU tot de scherpste dalers van
100
voortijdig schoolverlaters. Binnen de groep 18-25 jarigen is het
80
percentage in enkele jaren teruggelopen van 15,4% naar 10.9 %.
60
40
20
0
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
vo mbo hbo wo
Opleidingsniveau van de Nederlandse bevolking Bron: OCW kerncijfers 2006-2010
40
▶▶ De stijging van het opleidingsniveau is vooral toe te schrijven aan
35
het aandeel personen met een hbo of een wo diploma.
30
▶▶ Het percentage met een startkwalificatie is gegroeid naar 72%.
25
Een startkwalificatie biedt significant meer perspectief op werk.
20
15
10
5
0
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009
Basisonderwijs vmbo/mbo 1 havo/vwo
mbo 2-4 hbo wo
Netto arbeidsparticipatie Bron: OCW kerncijfers 2006-2010
▶▶ Het aantal werkenden is niet verder toegenomen, ook al had 100
Mannen
90
ongeveer driekwart van de bevolking een betaalde baan. 80
Vrouwen
▶▶ De arbeidsparticipatie is hoger naar mate men hoger is opgeleid. 70
60
▶▶ Het verschil in opleidingsniveau tussen mannen en vrouwen is
50
kleiner geworden. In de groep 25-34 jarige vrouwen hebben zij hun 40
mannelijke leeftijdgenoten zelfs ingehaald. 30
20
10
0
Totaal
mbo 2-4
vmbo/mbo 1
havo/vwo
Basisonderwijs
wo
hbo
Raming ontwikkeling opleidingsniveau 30-34 jarigen Bron: Referentieraming 2011
▶▶ Per jaar verlaten ruim 300.000 leerlingen en studenten het 50
onderwijs. Dit zal de komende jaren constant blijven. Een deel gaat 45
40
nadat ze uitgestroomd zijn na enige tijd opnieuw het bekostigd
35
onderwijs in. 30
25
▶▶ Als gevolg van de stijging hbo- en wo- deelname zal deze groep
20
toenemen van 42% naar 47%. 15
▶▶ Het aandeel middelbaar opgeleiden is gedaald en zal nog iets 10
5
verder dalen. 0
1990 1995 2000 2005 2010 2015 2020 2025 2030
Geen vmbo havo/vwo/mbo
wo hbo
14. 12
Marco van Ooijen (rechts Wim Groot): ‘Als reactie op de takendiscussie, zie je vooral dat ziekenhuizen elkaar opzoeken’
Wim Groot, hoogleraar gezondheidseconomie:
’De zorg is een groeimarkt, ook
in tijden van recessie’
De Nederlandse zorgmarkt is in beweging. De introductie van marktwerking heeft het
gesprek over kwaliteitsverbetering vooruit geholpen. En ziekenhuizen bezinnen zich op
hun taken. Ook AWBZ-aanbieders stellen zich in toenemende mate ondernemend op.
Wim Groot, hoogleraar gezondheidseconomie aan de Universiteit Maastricht , in gesprek
met Marco van Ooijen, directeur Zorg bij ABN AMRO.
15. interview 13
Ingrijpen aan vraagzijde ‘We hebben nog altijd de
‘We beleven spannende tijden met de onderhandelingen in het
Catshuis’, zegt Wim Groot. ‘De ruimte om in tijden van laagste eigen bijdrage van
bezuinigingen in te grijpen in de zorg is beperkt geworden. De
tarieven worden immers steeds meer overgelaten aan de vrije
Europa’
prijsvorming, dus blijft ingrijpen aan de vraagzijde over. Daar liggen
wel wat mogelijkheden. We hebben nog altijd de laagste eigen
bijdrage van Europa. Die zou je kunnen verhogen. En je kunt er dat marktwerking een kostenopdrijvend effect kan hebben. Wordt
gericht voor kiezen bepaalde zorguitgaven voor eigen rekening te de zorg er op de lange termijn beter en goedkoper van als er meer
laten komen.’ ruimte komt voor ondernemerschap?’
Het probleem is dat het basispakket alles dekt, zowel grote als Groot: ‘Ik denk dat de introductie van marktwerking per saldo
kleine risico’s, zowel kleine als grote uitgaven. Groot: ‘Neem de positief heeft uitgepakt. Het was een belangrijke aanzet tot
bloeddrukverlagende middelen. Die kosten een paar tientjes per kwaliteitsverbetering. We hebben nog veel stappen te gaan, maar
jaar. Dat zouden mensen zelf kunnen betalen. Hetzelfde geldt de beweging naar een gerichtere inkoop van zorg en de toe-
voor het bezoek aan de huisarts, wat negen euro per keer kost. nemende aandacht voor kwaliteit is onmiskenbaar. Tot voor kort
Eventueel kan ook het inschrijftarief van de huisarts voor eigen was kwaliteitsverbetering een mistige discussie. Maar sinds CZ,
rekening komen. Zelf betalen heeft als voordeel dat mensen en in het verlengde daarvan de Inspectie, zich op het standpunt
kritischer gaan kijken wat de huisarts voor ze doet.’ gesteld heeft dat kwaliteit te maken heeft met het volume, is de
discussie helderder geworden.’
In de AWBZ liggen ook nog de nodige ingrepen in het verschiet,
verwacht de hoogleraar. ‘Denk hierbij aan het overhevelen van de Aan de andere kant moet het duidelijk zijn dat marktwerking niet
persoonlijke verzorging naar de Wet maatschappelijke onder- tot kostenbeheersing leidt, merkt Groot op. ‘Vooral niet zolang er
steuning. Maar het belangrijkste onderwerp blijft toch het onvoldoende tegenwicht is voor zorgaanbieders en zorgver-
scheiden van wonen en zorg. Het verzorgingshuis verdwijnt en er zekeraars. Marktwerking zorgt wel voor meer efficiency, maar
komen waarschijnlijk mogelijkheden voor private financiering in leidt ook tot volumegroei en dus hogere uitgaven.’
aanvulling op AWBZ-zorg. In de toekomst zal deze zorg naar Meer ruimte voor ondernemerschap vraagt ook om een ander
verwachting alleen beschikbaar zijn voor wie het niet zelf kan type bestuurder. Met name voor AWBZ-instellingen liggen hier
bekostigen. Dus moeten burgers hun voorzorgen nemen: aan- volgens Groot nog kansen voor verbetering. ‘Veel aanbieders van
vullend verzekeren, een pensioenfonds dat zorg voor je inkoopt AWBZ-zorg denken nog te sterk vanuit de budgetgedachte en
of het vermogen van je huis gebruiken door middel van een functioneren in feite vooral als uitvoerder, in plaats van als onder-
omkeerhypotheek.’ nemer. En dat terwijl de toenemende personeelskrapte wel om
ondernemerschap vraagt. AWBZ-instellingen moeten veel meer
inspelen op de mogelijkheden van domotica (huisautomatisering)
Ruimte voor ondernemerschap en andere middelen om te besparen op de factor arbeid. Ook
‘Als bank zijn we blij dat er meer volgens de regels van de markt zouden instellingen die met behoud van kwaliteit een producti-
gewerkt gaat worden in de zorg’, zegt Marco van Ooijen. ‘Dat past viteitsgroei weten te realiseren, een bonus moeten krijgen.’
beter bij de manier waarop banken werken. We financieren liever
in een systeem van marktwerking, dan – zoals nu – op basis van
steeds veranderende regelgeving. Wel wordt er gewaarschuwd
16. 14
Takendiscussie hebben in Nederland de traumazorg ook weten te regelen, dan
In de ziekenhuiszorg speelt de discussie over de vraag in welke moet dat met de spoedeisende hulp toch ook kunnen?’
taken een ziekenhuis zich moet specialiseren. Het lijkt er
Van Ooijen: ‘Als reactie op de takendiscussie, zie je vooral dat
‘Meer ruimte voor ondernemerschap ziekenhuizen elkaar opzoeken. Het Kennemer Gasthuis praat met
het Spaarne Ziekenhuis, het OLVG met het Sint Lucas Andreas
vraagt om ander type bestuurder’ Ziekenhuis en Atrium met Orbis. Een nieuwe fusiegolf lijkt op
komst. Was dat de bedoeling?’
Groot: ‘Als de NMa het niet tegenhoudt, hebben we over pakweg
vooralsnog op dat elke ziekenhuisorganisatie zoveel mogelijk twintig jaar nog vijftig ziekenhuizen over. Weliswaar met meerdere
taken blijft vasthouden, terwijl op macroniveau meer specialisatie vestigingen per ziekenhuis, maar er dreigt monopolievorming op
wenselijk geacht wordt. Blijven de ziekenhuizen stil of komen ze lokaal niveau. De NMa zou daar veel strikter op kunnen toezien.
in beweging? ‘Er gebeurt wel wat, maar het is de vraag of dat Dat geldt ook voor de macht van de verzekeraars. Toen Achmea
voldoende is’, reageert Groot. De Friesland overnam, klaagden apothekers mijns inziens terecht
De hoogleraar denkt dat er meer beweging komt wanneer de dat ze weinig meer te kiezen hebben in de provincie Friesland.
overheid zich zou uitspreken over de verspreiding en toeganke- Deze combinatie heeft daar tachtig procent van de markt.’
lijkheid van de spoedeisende hulp. ‘De spoedeisende hulp is voor Het zou volgens Groot ook kunnen dat de ziekenhuismarkt zich
elk ziekenhuis een belangrijk onderdeel van de bedrijfsvoering, meer langs de zorginhoudelijke lijnen ontwikkelt. ‘De RVZ heeft
waar veel andere functies aan vast hangen. Ziekenhuizen zullen het over netwerkstructuren binnen een regionale keten, waar dan
daar nooit op eigen initiatief in snijden. Het is ook de vraag of een eerstelijnscentra en algemene, topklinische en academische
zorgverzekeraar zich daar aan wil branden. Wie wil er bij zijn ziekenhuizen deel van uitmaken. En voor bijvoorbeeld borstkanker
klanten bekend staan als de organisatie die de spoedeisende hulp kan ik me goed voorstellen dat er een landelijk netwerk van
heeft opgeheven? Toch moet er wat gebeuren aan de ziekenhuizen komt. Het staat of valt eigenlijk met de vraag hoe
overcapaciteit in de spoedeisende hulp, vooral in de Randstad. We we in de toekomst tegen het ziekenhuis aankijken. Is dat een
gebouw dat grotendeels samenvalt met een organisatie, zoals nu?
Of is het een soort bedrijfsverzamelgebouw, waarin bijvoorbeeld
Wim Groot: ‘Ik denk dat zorginstellingen vooral zullen moeten ook een landelijke keten van orthopedische ziekenhuizen of een
investeren in kennis en kundigheid op financieel gebied’ buitenpost van een topklinisch ziekenhuis gevestigd wordt?’
17. interview 15
‘De rol van banken Rol van banken
‘Dat is inderdaad een mooi voorbeeld van hoe dit werkt’, reageert
is gewijzigd door de stelselwijziging Van Ooijen. ‘Voorheen presenteerde een ziekenhuis ons hun
managementopgave. Maar dat volstaat niet meer. Wij zijn als
in de zorg’ financier vooral ook geïnteresseerd in de manier waarop ze de
investeringen denken terug te verdienen. De rol van de banken is
gewijzigd door de stelselwijziging in de zorg. We dragen meer
Veilige belegging risico en stellen daarom andere eisen. Dat is een tamelijk nieuwe
Groot verwacht dat de financiering van zorgorganisaties benadering, voor zorginstellingen en voor ons. De reacties van
mogelijkheden biedt voor risicodragende investeringen. ‘De zorg zorgbestuurders lopen uiteen. De een vindt ons te terughoudend,
is een groeimarkt, ook in tijden van recessie. Al is het rendement de ander vraagt zich af waarom wij nog steeds ziekenhuizen
niet hoog, het is wel een relatief veilige belegging voor de lange financieren.’
termijn. En er is nog veel ruimte voor efficiencyverbetering. De
beperkingen die de minister stelt, bijvoorbeeld dat er pas na drie Groot: ‘Je moet je afvragen of zorginstellingen de knowhow
jaar winst mag worden uitgekeerd, hoeft toch ook het probleem hebben om alle veranderingen die op hen afkomen, aan te
niet te zijn.’ kunnen. Ik denk dat ze vooral zullen moeten investeren in kennis
Daar komt bij dat de mogelijkheden voor bancaire financiering niet en kundigheid op financieel gebied. Een chief financial officer in
groter geworden zijn, constateert Groot. ‘Dan kunnen risico- de Raad van Bestuur zou niet misstaan. Dat geldt ook voor de
dragende kapitaalverschaffers een alternatief zijn, met name voor Raad van Toezicht. Er worden in de financiering van de zorg de
activiteiten waar banken misschien wat huiverig tegenover staan. nodige fouten gemaakt. Misschien moeten we dat ook
En het is voor een zorgdirecteur sowieso belangrijk om je voor de accepteren. Maar laat het niet te wijten zijn aan gebrekkig
kapitaalverstrekking niet afhankelijk te maken van één partij.’ Hij financieel inzicht.’
merkt op dat banken meer te zeggen hebben gekregen. ‘Bij
recente bouwinvesteringen hebben sommige ziekenhuizen onder
druk van de banken een efficiencyslag moeten maken. Vreemde
ogen dwingen.’
18. 16
langdurige zorg
Verzorgingshuizen verdwijnen; ouderen gaan eigen woonruimte organiseren
Woonzorgaanbod wordt steeds diverser
Kansen voor nieuwe toetreders op de markt voor wonen en zorg
Branchebeschrijving
Tot de langdurige zorg behoren de ouderenzorg, de gehandicaptenzorg aangeboden als in woonvoorzieningen. De langdurige zorg wordt
en de langdurige geestelijke gezondheidszorg. In de sector zijn voor het grootste deel betaald uit de AWBZ, een verplichte volks-
ongeveer 800 instellingen actief en werd in 2010 EUR 29,3 miljard verzekering. Vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
uitgegeven (Bron CBS). De doelgroepen zijn zeer divers en daarmee wordt de huishoudelijke zorg thuis vergoed.
ook het zorgaanbod. Langdurige zorg wordt zowel in de thuissituatie
Trends en ontwikkelingen
De langdurige zorg wordt in de afgelopen jaren gekenmerkt door een als team verantwoordelijk zijn voor alle zorgtaken voor een bepaalde
steeds groter gebruik van de beschikbare voorzieningen, sterk groeien- groep mensen. Van de 500 duizend nieuwe banen sinds 2000, is drie-
de zorguitgaven en steeds grotere instellingen met relatief veel regel kwart in de zorg gecreëerd. De zorg is daarmee een van de motoren van
geving en zelf opgelegde bureaucratie. Als reactie hierop is een beweging de Nederlandse economie. Bij ongewijzigd beleid zijn in de zorg de
te zien naar meer nadruk op de vertrouwensrelatie tussen de zorg- komende 15 tot 20 jaar 400 duizend extra medewerkers nodig om te
verlener en de cliënt. Er zijn nieuwe toetreders op de markt gekomen voldoen aan de toenemende zorgvraag. Deze zijn niet beschikbaar. Er
die adequaat inspelen op deze ontwikkeling. Voorbeelden hiervan zijn moeten dus andere soorten oplossingen komen: meer mantelzorg,
instellingen als de Thomashuizen voor de gehandicaptenzorg en Buurt- efficiënter werken, innovaties van zorgprocessen en E-health. De
zorg voor de thuiszorg. Ook grote instellingen zijn bezig een omslag te zorgverzekeraars gaan vanaf 2013 de AWBZ uitvoeren, zodat meer
maken naar kleinschaligheid en naar het afschaffen van regelgeving die samenhang ontstaat met de medisch-specialistische zorg en de
beknellend werkt in de relatie tussen zorgverlener en cliënt. Voor deze zorgkosten beter integraal beheerst kunnen worden.
instellingen betekent dat kleinere woongroepen en medewerkers die
Onze visie
In 2014 worden de eerste stappen gezet op het gebied van scheiding op vastgoed dat geschikt is voor zorg, maar ook alternatief
van wonen en zorg. ABN AMRO verwacht dat dit de komende jaren aanwendbaar. Zo ontstaat voor vastgoedinvesteerders een belegging
uitgebreid wordt naar een grotere doelgroep en dat dit een grote impact met een maatschappelijk rendement in een stabiele groeimarkt. Vooral
heeft op de woonzorgvoorzieningen. Verzorgingshuizen als grote de markt voor ouderenzorg is door de groeiende zorgvraag interessant
intramurale voorziening, zullen verdwijnen. Ouderen gaan hun eigen voor vastgoedbeleggers. Dit leidt tot een meer divers aanbod van
woonruimte organiseren, individueel of in groepsverband. De voorzieningen, passend bij de zorgvragen, leefstijlen en financiële
zorginstellingen moeten hun positie bepalen als zorgverlener of als mogelijkheden van de cliënten. ABN AMRO verwacht een groot aantal
leverancier van woonzorgoplossingen. Vastgoed zal niet alleen meer toetreders in de markt die inspelen op de ontwikkelingen en een
door zorgaanbieders en woningcorporaties gerealiseerd worden, maar bijdrage leveren aan een meer divers aanbod.
er komen nieuwe spelers. Bijvoorbeeld vastgoedfondsen die zich richten
Kerngegevens Websites
Uitgaven ouderenzorg: EUR 16 mrd Uitgaven langdurige zorg per hoofd: EUR 1.764 www.minvws.nl
Uitgaven gehandicaptenzorg: EUR 7,9 mrd Aantal instellingen: circa 800 www.nza.nl
Uitgaven geestelijke gezondheidszorg: Aantal klanten: 600.000 www.actiz.nl
EUR 5,4 mrd Aantal medewerkers zorg & welzijn: 1.300.000 www.vgn.nl
19. langdurige zorg 17
Ontwikkeling zorguitgaven Bron: CBS
▶▶ De totale zorguitgaven zijn in 2010 met 3,6% toegenomen. De 14%
stijging van de zorguitgaven was veel minder sterk dan in de drie 12%
11,90% 11,80%
voorgaande jaren.
10%
▶▶ De zorguitgaven zijn in de periode 1999 tot en met 2010 7,60% 7,40% 8%
8%
verdubbeld en bedragen in 2010 EUR 87 miljard.
,6 5,60%
6,10% 5,80%
6%
▶▶ Het aandeel van de zorguitgaven als percentage van het bruto 4%
3,60% 3,60%
4%
3,30%
binnenlands product (bbp) bedraagt in 2010 14,8%. Volgens de
2%
OESO heeft Nederland na de Verenigde Staten de hoogste
0%
zorgkosten ten opzichte van het bbp. 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
Aantal 80-plussers in verzorgingshuis of verpleeghuis Bron: CBS
▶▶ Het aantal 80-plussers is van 2000 tot 2011 gestegen van 480.000 30%
naar 640.000. Daarvan woont een steeds kleiner aandeel (21,1% 24,5%
25%
in 2000 en 14,5% in 2011) in een verzorgingshuis of verpleeghuis. 21,1%
20%
▶▶ Het aantal 80-plussers dat in een verzorgingshuis of verpleeghuis 17,4%
14,5%
woont is ook in absolute zin gedaald. In 2000 woonden 106.000 15% 13,4%
80-plussers in een verpleeghuis of verzorgingshuis. In 2011 was 10% 9,0%
dat aantal 97.000. 5%
▶▶ Door de vergrijzing neemt het aantal 80-plussers de komende jaren
0%
verder toe. Een steeds groter deel van deze groep blijft zelfstandig Mannen
2000 2011
Vrouwen
wonen en ontvangt zorg aan huis. Totaal
Ontwikkeling resultaten zorginstellingen Bron: CIBG, analyse ABN AMRO
▶▶ De resultaten (als percentage van de omzet) zijn de laatste drie
3%
jaren in de gehandicaptenzorg het hoogst geweest en in de gees-
3% 2,4%
telijke gezondheidszorg het laagst.
2% 1,9%
▶▶ De resultaten variëren in elk van de drie sectoren tussen de -5%
1,5% 1,5% 1,5%
en de +10%. Ongeveer driekwart van de instellingen heeft een 2% 1,4%
1,1%
resultaat tussen de 0 en 2%. 1% 0,8%
▶▶ De instellingen zijn de afgelopen jaren, na de overgang naar de zzp-
1% 0,4%
bekostigingssystematiek, gemiddeld gesproken goed in staat
0%
geweest om hun bedrijfsvoering aan te passen aan de nieuwe Ouderenzorg Gehandicaptenzorg Geestelijke Gezondheidszorg
2008
regelgeving. Een beperkte groep instellingen blijft daarin achter. 2009
2010
Ontwikkeling solvabiliteit zorginstellingen Bron: CIBG, analyse ABN AMRO
▶▶ Zowel in de ouderenzorg als in de gehandicaptenzorg en de 25,0%
23,6%
geestelijke gezondheidszorg is de solvabiliteit van de 21,2% 21,1% 21,8% 21,2%
20,0%
20,0%
zorginstellingen de afgelopen jaren verbeterd. 16,7%
14,7% 14,8%
▶▶ Van de zorginstellingen heeft 15% een solvabiliteit lager dan 15%. 15,0%
Waar instellingen verouderd vastgoed op de balans hebben staan,
10,0%
zal door herwaardering de eigen vermogenspositie verslechteren.
▶▶ De solvabiliteit van de instellingen in de geestelijke gezondheids- 5,0%
zorg is het laagst met gemiddeld 16,7%. De bezuinigingen in deze
0,0%
sector zetten de financiële positie van de instellingen de komende Ouderenzorg Gehandicaptenzorg Geestelijke Gezondheidszorg
2008
jaren verder onder druk. 2009
2010
20. 18
medisch-specialistische zorg
Zorgverzekeraars hebben steeds meer invloed op zorgketen
Liquiditeiten ziekenhuizen staan onder druk
Ziekenhuizen moeten durven kiezen
Branchebeschrijving
De curatieve zorg is gericht op behandeling en genezing. In de eerste gespecialiseerde zelfstandige behandelcentra (ZBC’s). De totale
lijn wordt dit uitgevoerd door onder meer de huisartsen, apothekers kosten van de medisch-specialistische zorg bedroegen in 2010
en tandartsen. Tot de tweede lijn behoort de medisch-specialistische EUR 22,4 miljard, 3,5% meer dan in 2009. EUR 400 miljoen aan zorg
zorg. In deze sector zijn 91 algemene ziekenhuizen actief en acht wordt geleverd door de ZBC’s.
academische ziekenhuizen. Daarnaast zijn er ongeveer 200
Trends en ontwikkelingen
De minister van Volksgezondheid gaat verder waar de vorige ministers mogelijkheden ontstaan en risico’s gedeeld kunnen worden. De
zijn opgehouden. De garanties op budgetten en continuïteit zijn groten- ziekenhuizen worden daardoor minder afhankelijk van de banken.
deels verleden tijd. In een bestuurlijk akkoord is overeen gekomen dat Tegelijkertijd wordt een positieve impuls verwacht door de inbreng van
de kosten van de medisch- specialistische zorg de komende jaren maxi- nieuwe competenties en toezicht door aandeelhouders. De liquiditeiten
maal met 2,5% mogen toenemen. Dat is aanmerkelijk lager dan de 3% van ziekenhuizen staan in 2012 onder grote druk door het terugbetalen
tot 6% groei in de afgelopen jaren. Overschrijdingen worden terug- van financieringsoverschotten aan de zorgverzekeraars en het afschaffen
gehaald en de zorgverzekeraars zijn na afschaffing van de expost risico- van de verplichte bevoorschotting. Zorgverzekeraars zijn bereid te
verevening, financieel verantwoordelijk voor de kosten van hun eigen bevoorschotten onder voorwaarde van een contract. De zorg-
cliënten. Er ligt een wetsontwerp waarin winstuitkering onder voorwaar- verzekeraars hebben een regierol gekregen in het proces naar meer
den wordt toegestaan. Het doel daarvan is het aantrekken van risico- gespecialiseerde ziekenhuizen en het concentreren van zorg.
dragend kapitaal, zodat er voor ziekenhuizen nieuwe financierings-
Onze visie
De minister wil dat ziekenhuizen zich meer gaan specialiseren. De een aandoening en zorgen voor innovatie van het zorgproces. De
eerste stappen zijn gezet. Ziekenhuisbestuurders en medisch specialis- komende jaren worden ziekenhuizen die het financieel zwaar hebben,
ten kiezen voor een specialisme of een profiel waarmee het ziekenhuis overgenomen door particuliere investeerders en zorgondernemers die
zich wil onderscheiden. Tegelijkertijd zien we dat ziekenhuizen nog moei- nu al actief zijn.. Het onderscheid tussen deze ziekenhuizen en de ZBC’s
zaam afstand doen van een specialisme om deze aan een ander zieken- vervaagt. Zo ontstaat een speelveld waarin reguliere ziekenhuizen
huis over te laten. De roep om specialisatie heeft een sterke impuls ge- opereren naast ziekenhuizen en ZBC’s die in particuliere handen zijn.
geven aan de samenwerking tussen ziekenhuizen en er zijn een aantal Wij verwachten voor de komende jaren dat de zorgverzekeraars steeds
voorgenomen fusies tussen ziekenhuizen. Het achterliggende doel meer invloed krijgen op de zorgaanbieders. Ze worden integraal verant-
moet daarbij niet uit het oog verloren worden: verbeteren van de kwali- woordelijk voor alle zorg voor hun cliënten en krijgen daardoor een groot
teit en de efficiëntie van medisch-specialistische zorg. De ZBC’s zijn een belang in het optimaal functioneren van de zorgketen.
goed voorbeeld van specialisatie. Zij richten zich op een specialisme of
Kerngegevens Websites
Totale uitgaven gezondheidszorg in 2008: EUR Aantal bedden: 46.515 www.minvws.nl
87,6 mrd Gemiddelde reistijd patiënt naar het ziekenhuis: www.nza.nl
Uitgaven gezondheidszorg per hoofd: EUR 5.272 13,3 minuten www.wfz.nl
Aantal ziekenhuizen: 91 Gemiddelde ligduur: 5,3 dagen www.nvz.nl
Aantal ZBC’s: 200 Aantal medewerkers ziekenhuizen: 273.000
21. medisch-specialistische zorg 19
Marktaandelen zorgverzekeraars medisch-specialistische zorg Bron: NZA
▶▶ De markt van zorgverzekeraars is sterk geconcentreerd. Er zijn vier
grote zorgverzekeraars en één inkoopcombinatie. De grootste zorg- Achmea (inclusief Agis)
verzekeraar is Achmea (inclusief Agis), die zal samengaan met De 12,8% VGZ
Friesland (nu onderdeel Multizorg inkoopcombinatie). 30,2% CZ
13,2% Menzis
▶▶ De regionale marktaandelen voor de zorgverzekeraars zijn nog Multizorg
groter. Zo hebben CZ en VGZ gezamenlijk 85% marktaandeel in
21,6%
Zuid-Nederland.
22,3%
▶▶ Door de concentratie hebben de zorgverzekeraars een aanzienlijke
inkoopkracht tegenover de ziekenhuizen en worden ze steeds meer
bepalend voor de inrichting van de medisch-specialistische zorg.
Omzet Zelfstandige Behandelcentra Bron: Boer&Croon
▶▶ Het aantal en de omvang van de ZBC’s is de laatste jaren fors 450
400
gegroeid. Van EUR 43 miljoen in 2005 tot EUR 400 miljoen in 2010 400
335
350
(cijfers t/m 2009 bron Boer & Croon, 2010 is schatting ABN AMRO).
300
▶▶ De NZA geeft aan dat in 2011 200 ZBC’s gecontracteerd zijn. Zorg- 250
179
verzekeraars zijn in 2012 terughoudender met het contracteren van 200
ZBC’s, omdat zij nu zelf verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling 150
115
100
van de zorgkosten. 43
72
50
▶▶ Voor specialismen als orthopedie, oogheelkunde en dermatologie 0
2005 2006 2007 2008 2009 2010
ontstaan steeds meer bovenregionaal en landelijk werkende
ketens van ZBC’s.
Ontwikkeling financieel resultaat van de ziekenhuizen Bron: NvZ, CIBG
▶▶ Het financiële resultaat van de Nederlandse ziekenhuizen bedraagt 2,0%
1,90%
1,80%
in 2010 1,9% (resultaat als aandeel van de omzet). De afgelopen 1,8%
1,6%
1,50%
twee jaar zijn de resultaten van de ziekenhuizen verbeterd. 1,4%
▶▶ De positieve resultaten worden voor een belangrijk deel verklaard 1,2%
1,00% 1,00%
1,0%
door de ‘winsten’ die de ziekenhuizen behalen met de 0,80%
0,8%
kapitaallastenvergoeding. Deze is met de huidige regelgeving vaak 0,6%
0,60%
hoger dan de werkelijke kosten zijn. 0,4%
0,2%
▶▶ De prestatiebekostiging kan grote effecten hebben op de 0,0%
exploitaties van ziekenhuizen. De verschillen in resultaten tussen 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
de ziekenhuizen nemen de komende jaren verder toe.
Ontwikkeling solvabiliteit van de ziekenhuizen Bron: CIBG, analyse ABN AMRO
▶▶ De solvabiliteit (eigen vermogen als aandeel in het balanstotaal) is 16%
14,0%
in de periode 2006 tot en met 2010 gestegen van 8,1% tot 14,0%. 14%
12,1%
▶▶ Een sterkere balanspositie voor de ziekenhuizen is noodzakelijk, 12%
10,8%
gegeven de toegenomen risico’s door de invoering van de 10%
9,0%
8,1%
8%
prestatiebekostiging en de uitbreiding van het B-segment tot 70%
6%
in 2012.
4%
▶▶ Nog ongeveer de helft van de ziekenhuizen zou het eigen
2%
vermogen de komende jaren moeten verbeteren om te voldoen
0%
aan een streefratio voor de solvabiliteit van 15%. 2006 2007 2008 2009 2010
22. 20
Piet Eichholtz (links) in gesprek met Jeroen Dungelmann: ‘Het kabinet had de verlaging van de overdrachtsbelasting
als wisselgeld moeten bewaren’
Piet Eichholtz, hoogleraar financiering en vastgoed:
’Kijk opnieuw naar de begrenzing van
woningcorporaties’
Met de val van het kabinet wordt de woningmarkt op korte termijn niet meer uit het slob
getrokken. Maar zodra er een geloofwaardig totaalplan ligt zullen mensen weer huizen
gaan kopen, voorspelt Piet Eichholtz. Intussen heeft de corporatiebranche nog voldoende
huiswerk: het toezicht verbeteren, scheefwonen aanpakken en de liquiditeit verhogen.
Piet Eichholtz, hoogleraar Vastgoedfinanciering en Vastgoedbeleggingen aan de
Universiteit van Maastricht, in gesprek met Jeroen Dungelmann, directeur
Woningcorporaties bij ABN AMRO.
23. interview 21
Duurzame financiering duizend euro zitten. Daar moeten we wat mee. Ik vind het moreel
‘Ik vind dat de politiek het prima kan verkopen om alsnog niet verteerbaar als deze mensen gesubsidieerd blijven huren. Ze
voor afschaffing van de hypotheekrenteaftrek te kiezen. De hebben een lot uit de loterij, op kosten van de gemeenschap. En
economische omstandigheden zijn immers drastisch veranderd de dat is op zichzelf nog niet eens zo erg. Maar er zijn tegelijkertijd
afgelopen jaren. En de consument komt pas weer in beweging als honderdduizenden economisch zwakkeren die daardoor geen
de overheid met een geloofwaardig plan komt dat een einde corporatiewoning kunnen krijgen. Schandalig dat woning-
maakt aan de onzekerheid op de huizenmarkt. Maar ik vrees dat corporaties niet meewerken aan overheidsbeleid om daar wat aan
enkele politieke partijen zich teveel hebben ingegraven met haar te doen. Dan kiezen ze dus tégen de zwaksten in de samenleving.’
“nee” tegen de afschaffing’, aldus Piet Eichholtz.
De hoogleraar is een van de 22 economen achter het manifest Falend toezicht
Naar een duurzame financiering van de woningmarkt. Iedereen is Een ander heet hangijzer is het falende toezicht op de woning-
het er volgens hem over eens dat de problematiek van de huur- en corporaties. Eichholtz: ‘Ook al blijken er in de praktijk vooral
koopmarkt in een allesomvattend plan moet worden aangepakt. schaalnadelen te zijn, toch fuseert de ene na de andere corporatie.
Eichholtz: ‘Oliedom dat het kabinet alleen met een verlaging van Het bestuur komt verder op afstand te staan, de kosten per
de overdrachtsbelasting kwam. Dat hadden ze als wisselgeld woning gaan omhoog en de doelgroep wordt slechter bediend.’
moeten bewaren voor het totaalplan.’ Volgens Eichholtz komen fusies niet voort uit de vaak genoemde
De onzekerheid in de woningmarkt heeft voor een toename van drang naar efficiency, of uit de wens rijke en arme corporaties aan
de vraag naar huurwoningen gezorgd. Maar die is tijdelijk, zegt elkaar te verbinden. Eichholtz: ‘De eigenlijke drijfveer is bijna altijd
Eichholtz: ‘Voor de crisis was er meer behoefte aan koop- de ijdelheid van de bestuurder. Je hebt vijfduizend woningen,
woningen, met name in de grote steden. In Amsterdam is maar maar wilt de baas worden over tienduizend. Dus zoek je de
20% eigen woningbezit en al jaren blijkt uit marktonderzoek dat buurman op, waarvan de bestuurder toch bijna met pensioen
veel mensen eigenlijk willen kopen. Maar nu kiezen ze voor huren, gaat.’ Dit soort overwegingen speelt in het bedrijfsleven net zo
goed, weet de hoogleraar. ‘Maar daar heb je vaak met aandeel-
‘Het is moreel onverteerbaar houders te maken, die een sterke tegenmacht vormen. Bij een
woningcorporatie grijpt een toezichthouder zelden in.’
als scheefhuurders Zestien jaar geleden zei Eichholtz in het blad Beleggers Belangen
gesubsidieerd blijven huren’ dat woningcorporaties wel naar de beurs zouden kunnen. De
corporaties vonden dat een schandalige suggestie, herinnert hij
uit onzekerheid over hoe de koop van een huis op de lange termijn zich. Maar een beursgenoteerd bedrijf heeft in ieder geval met de
zal uitpakken.’ Zodra de overheid met geloofwaardig beleid komt, macht van de aandeelhouder te maken. In het huidige stelsel
zullen mensen weer een huis gaan kopen, voorspelt de hoog- krijgen de woningcorporaties nauwelijks weerwoord. Ook de
leraar. overheid heeft geen middelen meer om rechtstreeks in te grijpen.
‘Het wordt tijd om opnieuw naar de begrenzing van woning-
corporaties te gaan kijken’, vindt de hoogleraar. Het kabinet deed
Scheefwonen volgens hem op een verkapte manier al iets aan de governance-
Het is Eichholtz in het verkeerde keelgat geschoten dat een op de problemen, door de huurders van een corporatiewoning het recht
zes woningcorporaties nog niet weet of ze de vijfprocents- op koop te geven. Eichholtz: ‘Stel dat je een flink deel van de 2,4
maatregel van de minister tegen het scheefwonen wil uitvoeren: miljoen corporatiewoningen verkoopt, dan heb je voor die
‘Er zijn bijna een half miljoen scheefhuurders en nog eens een woningen de governance meteen goed geregeld. Al vraag ik me
half miljoen huurders die net boven de inkomensgrens van 33 af of dit beleid in de praktijk tanden krijgt. De corporaties proberen
24. 22
‘De eigenlijke drijfveer bij fusies Financiële expertise
Dat het toezicht slecht functioneert, wordt voor iedereen duidelijk
is bijna altijd de ijdelheid wanneer woningcorporaties met liquiditeitsrisico’s te maken
van de bestuurder’ krijgen. Recent trokken vooral de problemen met rentederivaten
de aandacht. Jeroen Dungelmann:‘Onze relatiemanagers merken
dat woningcorporaties sterker zijn gaan letten op het liquiditeits-
risico. Incidenten zijn schadelijk voor de reputatie van de sector.
al jaren hun woningen aan zittende bewoners te verkopen, maar Maar we zien ook dat men deze incidenten in perspectief weet
die blijken daar niet erg happig op te zijn.’ te plaatsen.’ Dungelmann verwacht dat de Herzieningswet en de
bijbehorende Algemene Maatregelen van Bestuur en beleids-
regels op korte termijn een helder kader geven, zonder dat er
sprake is van overregulering.
Eichholtz: ‘Het moet me van het hart dat de corporaties slecht worden bediend in de wetgeving’
25. interview 23
De financiële expertise in de raad van commissarissen is door- Staatssteun
gaans te zwak, constateert Eichholtz. ‘Toezichthouders hebben Vooruitblikkend verwacht Eichholtz dat de woningcorporatiemarkt
per definitie een informatieachterstand op de raad van bestuur, de komende vijf jaar kleiner zal worden. ‘Dat proces is al volop
dus moeten ze deze expertise actief in huis halen.’ Maar het aan de gang. Veel corporaties bouwen op elke twee woningen die
probleem zit dieper, waarschuwt hij. ‘De woningcorporaties ze afstoten één nieuwe.’ Daarnaast zullen corporaties zich weer
bedienen zo’n enorm deel van de markt – vier keer zoveel als het meer op de lokale markt gaan richten. Eichholtz: ‘Lokale
Europees gemiddelde – en er gaat zoveel kapitaal in om, daar specialisatie werkt. Met vijf- tot tienduizend woningen in een
móet je extra toezicht voor optuigen. Al die miljarden, wie houden gemiddelde stad ben je er als corporatie wel. Dan gaan we van de
er toezicht op? Onvoorstelbaar dat zoiets groots onder de radar huidige 400 terug naar zo’n 200 corporaties en blijft er alsnog
van het financiële toezicht blijft.’ voldoende lokale concurrentie over.’
Vooral het toezicht op de kasstroom schiet tekort. Corporaties zijn
veel – ruim 50% van hun bruto huurinkomsten – kwijt aan vaste
lasten. Eichholtz: ‘Daarmee maken ze zich ongelooflijk kwetsbaar. ‘Toezichthouders hebben per definitie
Er gaat enorm veel verloren aan inefficiëntie. Het moet zonder een informatieachterstand’
meer mogelijk zijn om 10% op de vaste lasten te bezuinigen. Bij
commercieel vastgoed liggen de vaste lasten gemiddeld op 25%.’
Onduidelijk is in hoeverre het Nederlandse systeem van geborgde
financiering in stand blijft, merkt Eichholtz op. ‘We hebben in ons
Alternatieve financiering land van oudsher veel gefinancierd op basis van garantstelling.
Corporaties zijn gewend om met geborgde leningen te werken. Dat is geen probleem zolang alles goed gaat en er niet op die
Voor financiering buiten de zogenaamde ‘diensten van algemeen garanties getrokken hoeft te worden. Maar als het fout gaat, dan
economisch belang’ (DAEB) verandert dit regime. Woning- worden die garanties plotseling echte staatsschulden. En dat staat
corporaties zijn zich soms nog onvoldoende bewust van de haaks op het Europese denken over de manier waarop landen de
alternatieve mogelijkheden voor ongeborgde financiering, staatsschuld in de hand moeten houden.’
constateert Dungelmann. ‘Ze kunnen voor financiële constructies
kiezen waarbij investeringen niet op de balans drukken. Lease
bijvoorbeeld. Wij financieren duurzame energieprojecten bij
woningcorporaties, zoals warmtekoudekoppeling. Ook de
subsidieaanvraag en dergelijke kunnen wij volledig uit handen
nemen. Willen we in Nederland echt grote slagen maken in het
terugdringen van CO2-uitstoot en het toepassen van alternatieve
energiebronnen, dan vormen de 2,4 miljoen woningen van de
corporaties natuurlijk een aantrekkelijk volume.’ Aan deze
verduurzaming van de BV Nederland draagt ABN AMRO graag bij,
merkt Dungelmann op.
Eichholtz: ‘Met behulp van dit soort financiële oplossingen kunnen
woningcorporaties een substantiële bijdrage leveren aan een
cultuuromslag. En investeren in duurzaamheid leidt tot hogere
huren, verbeterde bezetting en een betere verkoopbaarheid.
Het moet me wel van het hart dat de corporaties slecht worden
bediend in de wetgeving. Huurders zijn best bereid een huur-
verhoging te accepteren in ruil voor een lagere energierekening.
Maar voor die verhoging biedt de wet nauwelijks ruimte. En zelf
een energiebedrijf opzetten mogen de corporaties ook al niet. De
corporaties zouden bij uitstek grote slagen kunnen maken in
duurzaamheid, maar het systeem verhindert dat. Dat is de
paradox van de duurzaamheid in de woningmarkt.’
26. 24
woningcorporaties
Splitsing DAEB en niet-DAEB financiering krijgt vorm
Opkomst alternatieve financiering duurzaamheid en tijdelijke huisvesting
Hogere exploitatiekasstroom van jaarlijks EUR 1 miljard
Branchebeschrijving
De meeste huurwoningen in Nederland zijn in eigendom van beheren en verhuren van (huur)woningen. Daarnaast leveren zij een
woningcorporaties. Ons land telt 400 corporaties. Circa driekwart van belangrijke bijdrage aan het verbeteren van leefbaarheid en investeren
de huurwoningen en eenderde van de totale woningmarkt in zij in duurzaamheid. In 2010 hebben zij circa EUR 10 miljard
Nederland is in handen van corporaties (2,4 miljoen woningen). geïnvesteerd.
Woningcorporaties houden zich ondermeer bezig met het bouwen,
Trends en ontwikkelingen
Een belangrijke ontwikkeling voor de sector is de herziening van de specifieke huisvestingsthema’s, zoals voldoende huisvesting voor
Woningwet. Deze ligt ter behandeling voor in de Tweede en Eerste studenten en EU-arbeidsmigranten. De druk om de
Kamer. Na goedkeuring stelt de Ministerraad een Algemene Maatregel exploitatiekasstroom verder te verbeteren, blijft toenemen. Door de
van Bestuur op en legt deze voor aan de Tweede Kamer. Er komt een stagnerende verkoopresultaten en de bijdrage aan de huurtoeslag, die
splitsing in borgbare (DAEB) en niet-borgbare (niet-DAEB) activiteiten, corporaties moeten gaan afdragen, moet de ingezette trend van de
waarbij het kader wordt vastgesteld door huurprijs- en dalende onderhouds- en bedrijfslasten de komende jaren doorzetten.
inkomensgrenzen. Verder staat investeren in duurzaamheid op de De historisch lage rente heeft een positief effect op de gemiddelde
strategische agenda. Het verlagen van de totale woonlast voor de rentelast van de sector, maar heeft tegelijkertijd duidelijk gemaakt dat
huurder is hierbij een uitgangspunt, maar ook het toevoegen van liquiditeitsmanagement en het toezicht daarop, moet verbeteren.
waarde aan het vastgoed. Daarnaast komt er meer aandacht voor
Onze visie
Corporaties krijgen door de nieuwe woningwet te maken met een komende jaren geleidelijk daalt naar circa 1,5 miljoen. Door verkopen
- tenminste - administratieve splitsing in ’sociale’ en ’commerciële’ vallen miljarden aan stille reserves vrij. De kasstromen verbeteren
activiteiten. Dit brengt tevens een scheiding in financieringsbronnen door verlaging van onderhouds- en bedrijfslasten enerzijds en
met zich mee. Corporaties moeten, net als iedere onderneming, gaan huurverhogingen anderzijds. De huur in de sector bedraagt gemiddeld
bepalen welke financiering voor een financieringsvraagstuk het beste zo’n 70% van maximaal redelijk. ABN AMRO verwacht dat dit
alternatief is. ABN AMRO verwacht dat de komende jaren een percentage de komende tien jaar stijgt naar zeker 80%. Dat resulteert
driedeling ontstaat in de financiering: geborgde financiering, in een hogere kasstroom, ondanks de geleidelijke daling van het aantal
traditionele bancaire financiering voor niet-DAEB vastgoed en sociale huurwoningen, van jaarlijks EUR 1 miljard. Corporaties
objectfinanciering. Objectfinanciering is bijvoorbeeld goed toepasbaar verkleinen hun leningenportefeuilles en investeren blijvend in de
bij investeringen in duurzame installaties en (semi-)tijdelijke kwaliteit en duurzaamheid van hun woningvoorraad. Een cruciale
huisvesting en gaat de komende jaren een sterke groei laten zien. voorwaarde is wel dat ’Den Haag’ een deel van dit vermogen en deze
ABN AMRO schat in dat het totaal aantal sociale huurwoningen de hogere kasstroom in de sector laat.
Kerngegevens Websites
Aantal woningcorporaties: 400 Aantal nieuwe huurwoningen: 28.600 www.aedesnet.nl
Aantal woningen: 2,4 mln Aantal nieuwe koopwoningen: 7.900 www.cfv.nl
Gemiddelde maandhuur: EUR 422 Aantal medewerkers: 28.000 www.wsw.nl
Gemiddelde WOZ-waarde: 157.000 www.rijksoverheid.nl
Gemiddelde solvabiliteit: 27,2% www.woconet.nl