En waar komt het vandaan?

1. Marcel Cohen presenteert zijn fotografiekunst

2. Bestaat het kwaad?

3. Een universiteitsprofessor besloot op zekere dag zijn studenten uit te dagen.

4. Hij vroeg: heeft God alles geschapen wat bestaat?

5. Een gelovige student antwoordde : "Inderdaad. Ja!"

6. - ‘Alles’, vroeg de Prof? - ‘Ja, alles’, was (na enige aarzeling) het antwoord van de student.

7. ‘ In dat geval, heeft God ook het kwaad geschapen. Correct? ‘ Aangezien het kwaad bestaat’, zei de professor …

8. Hier had de student geen antwoord op, en hij zweeg dan maar De prof was in zijn nopjes dat hij de gelegenheid had gegrepen om nog maar eens aan te tonen dat het geloof enkel een mythe was.

9. Plots stak een andere student zijn hand op en vroeg: “Mag ik u een vraag stellen, professor?” “ Natuurlijk”, antwoordde deze...

11. “ In feite bestaat de kou niet, meneer. Volgens de studies van de fysica, is koude de totale en volledige afwezigheid van warmte.

12. Een voorwerp kan alleen bestudeerd worden wanneeer het energie heeft en afgeeft en het is de warmte van een voorwerp dat zijn energie doorgeeft .

13. “ Zonder warmte zijn de voorwerpen inert, niet in staat te reageren. Maar koude bestaat niet. We schiepen die term ‘ koude ’ om de afwezigheid van warmte uit te leggen”

14. “ En duisternis?” , vervolgde de student. -”Die bestaat”, wierp de professor op.

15. “ U heeft het opnieuw mis voor, meneer, duisternis is gewoon de totale afwezigheid van licht.

16. U kan licht en helderheid bestuderen, maar niet de duisternis. Het prisma van Nichols toont de variëteit van verschillende kleuren waarin het licht kan uiteenvallen volgens de lengte van de golven.

17. Duisternis is de ‘term’ die wij geschapen hebben om de totale afwezigheid van licht uit te leggen.”

18. En tenslotte vroeg de student: “ En het kwaad, meneer, bestaat het kwaad?”

19. God schiep het kwaad niet. Het kwaad is de afwezigheid van God in de harten van de mensen, het is de afwezigheid van liefde, menselijkheid en geloof. Liefde en geloof zijn zoals warmte en licht. Zij bestaan. Hun afwezigheid leidt tot het kwaad”

20. Nu was het de beurt van de professor om de stilte te bewaren...

21. De naam van de student was : ALBERT EINSTEIN