3.
“Staycation is een populaire trend. Steeds meer
jonge gezinnen kiezen voor een vakantie thuis en
dus wordt ook het lokale vrijetijdsaanbod
belangrijker. “
In onze steden en gemeenten is er vaak een ruim
en divers aanbod aan activiteiten voor deze
doelgroepen.
=> welke aandachtspunten bij de promotie van
dit aanbod?
4.
Groeiende groep thuisblijvers uit o.a. financiële
en ecologische overwegingen
Wat ruimer bekeken gaat om:
– Mensen die de hele vakantie thuis doorbrengen (incl.
daguitstapjes)
– Mensen die weliswaar elders op vakantie gaan, maar
ook een stuk vakantie thuis doorbrengen
– Mensen die elders op vakantie gaan, en in de periode
daarbuiten activiteiten zoeken omdat niet de ouders
maar wel kinderen-dan-nog-vakantie-hebben
7.
Sportdienst, jeugddienst, cultuurcentrum, bibliotheek,
verenigingen, … bieden allen activiteiten aan.
Hoe communiceer je dat:
– elk afzonderlijk?
– samen?
– of een mix van allebei?
Cruciaal: hou het aanbod
– 1° vindbaar
– 2° overzichtelijk voor het publiek
=> belang van gebundelde informatie, zeker voor een “koud” publiek
dat je organisatie/aanbod niet (goed) kent (*kansengroepen)
7
8.
9.
Als je kiest voor “een gebundelde aanpak”: hoe geef je
met je communicatie initiatieven met een verschillende
aanpak ‘smoel’, identiteit en hoe maak je de verschillen
duidelijk?
=> belang van aanvullende, flankerende communicatie
Apart logo of niet?
=> noch gemeentelijke wapenschild noch wildgroei…
=> Kwestie van afspraken maken en consequent blijven…
9
11. Wie zijn de doelgroepen?
Wie (eerst): kinderen, jongeren, ouders en/of grootouders?
Mensen met interne of externe « locus of control » (Darley & Lim):
– Met interne locus of control: zijn zelfstandiger (ook in het zoeken en
vinden van info), en laten zich wat minder beïnvloeden door anderen
– Met externe locus of control: zijn afhankelijker, laten zich meer
beïnvloeden door anderen
Vier types deelnemers aan “attracties” (Bryon & Goubin, 2009):
–
–
–
–
Actieve ontdekkers (34%)
Passieve recreanten (17%)
Sociale actiezoekers (20%)
Leergierigen (27%)
• => heeft gevolgen voor inhoudelijke accenten in de communicatie:
welke « beleving » kan men verwachten
11
12.
Realiteit:
– Er is een besluitvormingsproces, met toenemende rol van de
kinderen zelf naarmate ze ouder worden
– De mama’s zijn doorgaans doorslaggevend, zowel bij
tweeouder- als bij eenoudergezinnen
PS: Heb je de gezinnen met kinderen in kaart: e-mail adres /
gewoon adres?
12
13. 4.
Wat willen we eigenlijk bereiken
met de promotie van het “staycation”
vrijetijdsaanbod?
13
14. Communicatiedoelen: waarom communiceren?
“Het aanbod zit toch al vol, waarom dan nog
promotie?”
=> Er zijn potentieel méér communicatiedoelen
dan het bereiken en mobiliseren van veel volk…
14
16.
1. aandacht trekken
– top of mind zijn
– stijgende bekendheid van beleid, diensten, activiteiten, ideeën...
2. Informeren / kennis verhogen
–
–
–
–
–
alle info is beschikbaar voor wie er om vraagt
alle info is vindbaar voor wie er naar zoekt
de doelgroepen zijn actief geïnformeerd
de informatie is kwaliteitsvol (tijdig, correct, bevattelijk, …)
de informatie kan worden « beleefd »
3. Overtuigen en werven
–
–
–
–
besef beïnvloeden (awareness)
houding beïnvloeden (attitude)
gedrag beïnvloeden (behavior)
een beoogd imago nastreven (imagebuilding, branding,
reputatiemanagement…)
– voldoende deelnemers aan activiteiten / cliënten voor diensten /
aanhangers van een idee(ëngoed) genereren
16
17.
4. Ondersteunen
– inschrijvingsmogelijkheden bieden
– regelmatig opnieuw aandacht trekken (reminders)
– beschikbaarheid voorzien van info voor wie méér, méér
gedetailleerde, méér info op maat wenst
– bekend en/of top of mind houden van de
communicatiekanalen (communicatie over de
communicatie)
5. Onderhouden
– je publiek op duurzame wijze blijven bereiken: regelmaat
in de communicatie
– creëren van gemeenschapsgevoel / betrokkenheid
6. Positief omgaan met interactiviteit
– interactie van het publiek bekomen
– positieve omgang met personen met vragen, kritieken,
klachten, suggesties…
17
20.
Elk communicatiemedium heeft een specifiek
“communicatievermogen”: vermogen om in de belangstelling te
brengen, te informeren, te overtuigen, te ondersteunen, publiek
te behouden, positief om te gaan met interactie.
Voor elk type zijn verschillende communicatiekanalen
meer/minder geschikt
Dit is geen exacte wetenschap: veel hangt ook af van
doelgroep, omgeving, te communiceren inhoud/boodschap, …
Aandacht is wenselijk voor de synergie tussen de verschillende
communicatiekanalen
20
21. Type 1: aandacht trekken, vooral via:
(landelijke, regionale en/of lokale) pers: printmedia (dagbladen,
periodieken, huis-aan-huis, gemeentelijk infoblad), audiovisuele
media, digitale media
affiches op geschikte locaties
folder of pamflet (= flyer)
persoonlijke brief / direct mail
mondelinge media (aanspreken, telefoneren, …)
stand op een beurs, evenement, …
sms-bericht
e-mail en e-zine
sociale media
21
22. Type 2: informeren, vooral via:
website
folder / brochure
direct mail
mondelinge media (aanspreken, telefoneren, infolijn,
vergadering, stand…)
e-zine
pers (+/-)
22
23. Type 3: overtuigen, vooral via:
mondelinge communicatie (incl. via intermediairs)
TV-redactioneel / filmpjes (incl. YouTube)
(sociale media => vnl overtuigend i.f.v. “instant” impulsgedrag,
maar weinig duurzaam)
23
24. Type 4: ondersteunen, vooral via:
website
brochure / folder
sociale media
mondelinge communicatie
24
25.
26. Type 5: je publiek behouden/
onderhouden, vooral via:
mondelinge communicatie
tijdschrift
(nieuws)brief
e-zine
sociale media
26
33. 2 x 3 prioriteiten voor gemeentelijke mediamix
Voor de burger op zoek naar lokale overheid:
– 1. Website als informatiemoederschip (pull-kanaal)
– 2. (Centraal) telefoonnummer
– 3. Doordachte loketwerking
Voor de lokale overheid op zoek naar de burger,
algemeen:
– 1. Stedelijk/gemeentelijk infoblad als belangrijkste push-kanaal
=> niet alleen info- maar ook gemeenschapsblad => niet alleen
informatie, maar ook beleving
– 2. Doelgroep- en doelgerichte inzet van mondelinge
communicatie & netwerken
33
– 3. Doelgroep- en doelgerichte inzet van sociale media
34. Voor de lokale overheid op zoek naar de burger,
specifiek i.v.m. vrijetijdsinformatie:
Als « pull-kanaal »: gemeentelijke website als informatiemoederschip
Als « push-kanaal », om te inspireren en weg te dromen: blijvend
belang van een attractieve overzichtsfolder of –brochure
(distributie: huis aan huis, via school/boekentas, via gemeentelijk
infoblad)
34
36. Andere aandachtspunten
voor de communicatiestrategie
Nood aan slimme, complementaire mix van communicatiekanalen => niet telkens zelfde inhoud, maar elkaar
versterkende inhoud
Nood aan aandacht voor communicatie over de
communicatie(kanalen)
Belang van « ambassadeurs » en « lokale helden »
Toonzetting: noch kinderlijk/kinderachtig noch ambtelijk… ;
kort & krachtig, fris & speels…
36
37.
38.
39. Andere aandachtspunten
voor de communicatiestrategie (vervolg)
Communicatie staat of valt met de kwaliteit en de
attractiviteit van het activiteitenaanbod…
Onderkennen van drempels in organisatie en promotie van
activiteiten:
– materiële drempels
– intellectuele drempels
– psychologische drempels
39
40. Wanneer communiceren?
Grosso modo drie types in het publiek:
– planners
– lastminuters
– blended…
nood aan info voor elk van hen
continu up to date info op de website in combinatie + periodieke
overzichtsfolder/brochure + (voor activiteiten waar nog volk bij kan)
last minute infoflashes (flyer, sociale media, e-mail…)
Overzichtsfolder/brochure:
maandelijks/driemaandelijks/zesmaandelijks/jaarlijks?
Belang van duurzame communicatie => ook communicatie in de
loop van het jaar: digitale nieuwsbrief, sociale media
40
41. Belang van gebruiksvriendelijke informatiearchitectuur
Hoe gaan mensen om met een brochure of met een
website?
Hoe informatie structureren: per dienst, per thema, per
doelgroep, chronologisch, … ?
=> belang van niet één maar verschillende zoekpaden,
afhankelijk van aanbod, publiek, aanbieders
41
42.
43.
44.
45.
46. Bedankt voor uw aandacht!
Volg ons op:
www.memori.be
www.thomasmore.be
Eric.Goubin@Thomasmore.be
Alsook op LinkedIn, Twitter, Facebook, …
46