Teksten en liederen die geprojecteerd werden tijdens de derde vastenzondag 2012 (B) op Ten Bos (Sint Amanduskerk Erembodegem)
De teksten van onze vieringen zijn te vinden op de website: http://www.kerkembodegem.be/tenbos/liturgie/vieringen.html
2. op de hoge ber g all een:
Mozes heef t op God gewac ht
en droeg zijn woor d gedr ukt in steen
naar de mens en daar beneden
scheppi ngs woor de n in hun taal ,
maar zij war en hem ver get en
in hun an gs t e n weer ver d wa a l d .
Aan de mens en daar bene den,
aan de kudde zonder land,
wil God het gepas t e geven,
ja, het bes t e van zijn han d,
al de s ter k t e van zijn ar m en
al het goed e van Zijn woor d ,
Gaan twee vrouwen in de rouw maar zij hebben zijn erbar m en
naar een land van hoop op zegen.
Kiezen voor elkaar in trouw,
in hun doof hei d niet gehoor d.
delen wat haar wordt gegeven.
Al het jouwe is het mijne
zusterschap in 't groot en 't kleine. Al hun s ier a a d en ver m o g e n , all es wat een
2 mens ver b l ij d t ,
Bethlehem geeft haar geen brood,
er is bitterheid en zorgen. wat zijn f ees t e n moe t ver h o g e n, heb b e n zij het
Wie is losser uit de nood, bees t gewij d:
wie geeft brood, vandaag en morgen?
Is voor haar niets meer gebleven edel gou d van goe d geh al t e wer d vers p il d ,
dan het recht op arenlezen? ver k wis t , ver d a a n
3
Bukkend achter maaiers aan
en die woedende gest alt e sprak toen in Gods
groeien vragen, hoog als koren.
eigen naam.
Rijpen tot een nieuw verstaan,
een geloven te behoren
tot het volk dat leeft bij wetten
die het recht naar 't leven zetten.
4 Veer ti g dag e n, vee r ti g nac h t e n zijn de
Ruth, een vreemd'ling in het land lout er en de duur
zoekt haar recht en heeft gevonden.
Liefde krijgt de overhand, dat wij God all ee n ver w ac ht e n , gou d moet
Ruth en Boaz, lotsverbonden, s melt e n in het vuu r.
komen samen en het leven
wordt gevierd en doorgegeven.
Zouden wij de mac ht aanbi dd en van de
vruc h t b a a r h ei d , de s tier ,
als het Lam is in ons midden? Mozes roept
ons: “God is hier! ”
16. Dan nog, dan nog klamp ik mij
klamp ik mij vast aan jou,
of je wil of niet,
op ongenade of genade,
Ik zal red mij, red mij roepen
of zoiets als heb mij lief.
( ? / Berthier Jacques)
17.
18. Jij die geen offers van ons wilt,
geen mens of dier voor jou gevild,
gemarteld, doodgeslagen.
Jij die voor dood geen leven ruilt,
maar om het minste leven huilt
dat jou wordt opgedragen. Jij die niet zoekt naar eer en faam,
geen angst en beven voor jouw naam,
jij wilt ons enkel vragen
dat wij ons geven aan elkaar
zo wordt jouw woord van liefde waar,
dat wij elkaar verdragen.
Doe ons dan tot elkander gaan
uit kracht van jou, in 's hemelsnaam,
en help ons vrede maken.
Leid ons voorbij geweld en macht
verlicht ons met uw scheppingskracht,
help ons de boeien slaken
van alwie nu het offer zijn
in deze nacht van mijn en dijn,
zodat het licht zal dagen
en wij geen offeraars meer zijn
en stilaan alle brood en wijn
gedeeld wordt zonder vragen.
23. [SAMEN]
Geloven
is een beetje vreemdeling worden op aarde
alsof je hart een ander land bewoont
en luisterde naar andere signalen.
24. Geloven
is op de uitkijk staan
en turen naar een veel te verre einder.
Het is weet hebben van een ander land
met niets dan heimwee om er ooit te wonen.
25. Geloven
is een beetje vreemdeling worden op de aarde
en toch met beide handen naar je dagtaak
grijpen
als enige middel
om op jouw manier een teken terug te geven
aan „de verre‟,
„de onbereikbare‟,
die jou draagt met de kracht van en geliefde.
26.
27. "De oogst is groot" en op dat woord
zijn velen opgestaan om U te volgen.
Wij bidden U, zend in de tijd
Uw Geest, die stuwkracht is.
28.
29. De avond viel, de morgen brak Jij, diep in mij, een smeulend vuur,
de steen die voor verlichting lag, als warme gist en volle schuur
jouw woorden klonken die zonder antwoord
oorverdovend stil. dood blijft in mijn ziel.
Jouw fluisterbries in mijn gezicht, Met schroom, vonkt vanuit de nacht
ik voel Jou met mijn ogen dicht- Jouw droom, waarop de wereld wacht
bij alles wat nu zacht zingt: gesmoord zing ik zachtjes:
Hallelujah Hallelujah
Ontredderd in die grote tuin “opgestaan uit de doden”
zoveel te doen, onmenselijk puin hoe kunnen wij dat geloven?
de hemel die doorkruist werd toch roepen en schreeuwen wij
door Jouw pijn wat ons ontsnapt in dit uur.
en toch weer is het graf niet dicht Want toch weer is het graf niet dicht
schijnt uit de leegte Jouw levend licht schijnt uit de leegte Jouw levend licht
doorheen de tranen klinkt er: doorheen de tranen klinkt er:
Hallelujah (Peter Biesbrouck / L. Cohen)
Hallelujah
30.
31. Rond de tafel
[pr]
Tot jou bidden wij,
Ongeziene, levende God,
Schepper van waarachtig leven,
van mensen voor mensen.
32. [al]
Terwijl wij ons druk maken
om jou een plek te geven in ons bestaan,
zit je zelf neer op onze drempel
en vraagt ons als een mens op de vlucht
om asiel,
om bad en bed,
om werk en brood,
om mensenrecht.
33. [pr]
Jij bent de vrouw die tevreden is
met de gevallen aren
op onze welgestelde akkers,
Je bent te horen in het voorbeeld
van de man
die zijn land en rijkdom met anderen wil delen.
34. [al]
Jij bent iedere man en vrouw,
die geen land, geen huis,
geen eten en drinken heeft,
en je fluistert ons in:
alwat je hen doet,
heb je mij gedaan;
alwat je hen onthoudt,
heb je mij onthouden.
35. [pr]
Niet alle mensen ineens
en niet de hele wereld leg je ons op de nek,
maar je komt ons tegen van dag tot dag
als iemand die ons nodig heeft,
die klopt aan onze deur om brood en beker,
om recht van bestaan.
36. [al]
Je bent er meestal onverwacht,
op altijd ongelegen tijden,
en je hoopt dat wij onze deur niet sluiten,
maar open staan voor jou.
Je overvalt ons als Ruth en Noömi
en je hoopt dat wij gastvrij zullen zijn,
niet wetend wie wij herbergen:
mensen als wij,
engelen of Jou. (rechtstaan
37. Je nodigt ons aan tafel en herinnert ons aan
Jezus ,
die ons heeft voorgeleefd, dat niemand leeft
voor zichzelf, niet eet en drinkt voor zich
alleen,
maar met en voor jou, wilde delen tot het
uiterste, op die avond voor zijn lijden en dood
….
Zo gedenken wij in grote dankbaarheid Jezus,
38. [al] Zend ons dan in Jouw naam
Zijn Geest hier in ons midden.
Dan kunnen wij ervaren wat het zeggen wil
met Jou en met elkaar verbonden te zijn
in Jouw koninkrijk.
Door Hem en met Hem en in Hem
kunnen wij dan één worden doorheen
zijn leven en verrijzenis,
wordt Jouw beloofde land ook onze droom
van nu en tot in eeuwigheid. Amen.
39. Onze Vader verborgen,
uw Naam worde zichtbaar in ons,
uw koninkrijk kome op aarde
uw wil geschiede, een wereld
met bomen tot in de hemel,
waar water schoonheid en brood
gerechtigheid is en genade -
40. waar vrede niet hoeft bevochten,
waar troost en vergeving is
en mensen spreken als mensen
waar kinderen helder en jong zijn,
dieren niet worden gepijnigd
nooit één mens meer gemarteld,
niet één mens meer geknecht.
41. Doof de hel in ons hoofd
leg uw hand op ons hart
breek het ijzer met handen
breek de macht van het kwaad.
Van U is de toekomst
kome wat komt.
(Oosterhuis Huub / Löwenthal Tom)
42.
43. Dona la pace Signore, a chi confida in te,
Dona, dona la pace Signore, dona la pace
Geef ons Uw vrede, geef vrede,
aan wie op U vertrouwt. Geef ons.
Geef ons Uw vrede, geef vrede.
Geef ons Uw vrede
(Paul Scholaa
44.
45. 1.
Behoe d en bewaar ons, lieve God
wijs ons de goede wegen
wil in de woes ti j n
ons mann a zijn
omgeef ons met Uwe zegen.
2.
Behoe d en bewaar ons, lieve God
wees met ons in al het lijden.
W ees war mt e en licht,
een mens‟ li j k gezic ht
nabij ons in donker e tijden.
3.
Behoe d en bewaar ons, lieve God
en geef gel oof en vert r o u w e n:
een vl am die niet doof t ,
in vr ed e gel o of t.
Geef dat wij daar zelf aan bouwen.
4.
Behoe d en bewaar ons, lieve God,
omgeef ons met Uw zege n.
W il in de woes t ij n
een bron voo r ons zijn
en zet ons op nieuwe wegen.