‘Niet kunnen praten? Toch communiceren?’ was het centrale thema van het symposium dat Stichting Milo op 15 maart 2018 organiseerde bij Zuyd Hogeschool in Heerlen.
OC-behandelaars Angela van Kruisbergen en Karin van Helden gaven de workshop ‘Interactief en ondersteund voorlezen’. Het voorlezen aan kinderen die niet of nauwelijks spreken gaat heel anders dan bij sprekende kinderen die zich normaal ontwikkelen. Deze workshop gaf inzicht in manieren waarop je Ondersteunde Communicatie kunt inzetten tijdens het interactief en ondersteund voorlezen van boeken.
2. Interactief Voorlezen
“Manier van voorlezen waarbij
interactie bestaat tussen degene die
voorleest en de luisteraars die er uit
bestaat dat het voorleesverhaal
gekoppeld wordt aan de ervaringen
van kinderen en vanuit die situatie de
taalontwikkeling wordt bevorderd.”
Bron: www.slo.nl
Workshop Interactief en ondersteund voorlezen 2
3. Belang interactief voorlezen
Kinderen leren vooral van
gesprekken rondom boeken
• Zoek naar mogelijkheden zodat kinderen over hun
eigen ervaringen kunnen vertellen
• Ga door op datgene wat het kind wil vertellen
• Doel van het voorlezen is de interactie,
het boek hoeft niet uitgelezen te worden.
• Je hoeft het boek niet letterlijk te lezen. Vertel over
wat je ziet, en vraag wat je kind ziet.
3Workshop Interactief en ondersteund voorlezen
4. Interactief voorlezen met
Ondersteunde Communicatie
• Ankergestuurd: een verhaal beleven grijpt terug op
een gedeelde ervaring.
• Deze ervaringen kan het kind herbeleven binnen
zijn netwerk op verschillende plaatsen.
• Passende communicatie ondersteuning met
bijvoorbeeld gebaren, foto’s, film, pictogrammen,
spraakcomputers, muziek/rijm, voorwerpen.
4Workshop Interactief en ondersteund voorlezen
5. Optimaliseren van interactie
Variatie in vragen
– Ja/nee-vraag
– Twee- of meerkeuzevraag
– Toetsende open vraag
– Uitnodigende open vraag
Variatie in reacties
– Doorgaan met het verhaal
– Herhalen
– Samenvatten
– Uitbreiden tot een “goede” zin
– Aanvullen van ideeën
Van passief
naar
interactief
Van
éénrichtings-
verkeer
naar
interactief
5Workshop Interactief en ondersteund voorlezen
6. Herkenbaar
• Herhaald voorlezen zorgt voor herkenning
• Door vaste opbouw van voorleesinteractie:
• Introduceren
• Lezen
• Terugkijken/verwerken
ontstaat routine.
• Routines rondom voorlezen: leiden tot strategieën,
kinderen raken zelf beter in staat het leren te
sturen.
6Workshop Interactief en ondersteund voorlezen
7. Centraal staat:
• VOLG het kind
• Lok INITIATIEVENuit
• Bedenk ALTIJD hoe je het initiatief uitlokken wil
gaan doen
• Ondersteun je eigen taalaanbod met gebaren en
pictogrammen, modelleer!
• Communicatie Ondersteunende hulpmiddelen op
maat voor het kind
7Workshop Interactief en ondersteund voorlezen
9. Zelf aan de slag
9
1. Kies je boek. (Welk boek heb je mee). Wat vind je kind leuk?
Je kunt het boek ook aanpassen, kopieer, vergroot, lamineer etc.
Workshop Interactief en ondersteund voorlezen
2. Om taalontwikkeling te stimuleren kijk je naar welke woorden je kind al uit
dit boek kent. Kijk ook naar de plaatjes, welke woorden zie je? Wat kun je
er erover vertellen?
• Kies een of twee werkwoorden (praten, wandelen, geven, zoeken) uit het
boek die je kind passief kent.
• Kies twee of drie zelfstandige naamwoorden (geel, koud, groot, veel) uit
het boek die je kind passief kent.
• Kies een woord dat het kind actief kan gebruiken (bv poes) en dat steeds
terugkomt in het verhaal.
• Welke ondersteunende communicatie (middelen)
heb je nodig?
10. Zelf aan de slag
10
3. Start waar jezelf goed in bent! Wat zijn je sterke punten?
• Wat vind je leuk?
• Ben je goed in; rijmen, zingen, geluiden maken met de mond, gebruik van
media, gebaren, computer om plaatjes of picto’s te zoeken en te printen,
knutselen, of ben je een echte vinder van spulletjes?
• Alles wat je doet is goed. Start en je zult zien dat het groeit.
• Kinderen leren door herhaling, dus zorg voor herhaling binnen het verhaal.
Denk bijvoorbeeld aan het boek: “ wie heeft er op mijn kop gepoept”.
Workshop Interactief en ondersteund voorlezen
Een mama vertelt….
11. Zelf aan de slag
11
4. Kijk naar wat je kind en jou aanspreken in het boek.
• Gebeurtenissen
• Verhaallijnen
• Grapjes of serieuze zaken
• Plaatjes
Workshop Interactief en ondersteund voorlezen
5. Hoe kun je dit versterken?
• Koppel een liedje of rijmpje bij een plaatje dat je steeds herhaalt
• Koppel er een beweging aan (bv blazen, dansen, gebaren, springen…)
• Koppel er materialen aan ( bv ster, beer, sneeuw in de vorm van
watjes, mand…)
• Koppel er een activiteit aan (ster knutselen, sneeuwpop versieren, ijs
voelen, verven….)
12. Zelf aan de slag
Workshop Interactief en ondersteund voorlezen 12
6. Maak een plan hoe je per bladzijde interactie met je kind kunt
uitlokken. Denk hierbij ook aan regelmatig herhalen.
7. Maak de ondersteunende communicatiehulpmiddelen klaar voor
gebruik:
• Modelleren (=voordoen) en ondersteunen van woorden door deze
met een pictogram te laten zien. Los of op een aanwijskaart.
• Oefen de gebaren bij de gekozen woorden.
• Initiatief van het kind mogelijk maken met…
• Keuzes en regie van het kind mogelijk maken met…
8. Oefenen en DOEN!!!
13. 13Workshop Interactief en ondersteund voorlezen
Tips ondersteunde communicatie
Praatknoppen en kijkraam
o.a. te bestellen bij:
• www.eelkeverschuur.nl
• www.rdgkompagne.nl
Communicatie apps voor ipad
• HeHajo
• GoTalkNow
• Widgit Go NL
• Proloque2Go
• Pictello (pratend fotoboek)
• Snap scene (visual scene display)
Afbeeldingen:
- Foto’s
- Google afbeeldingen
- Stukjes uit boek scannen
Tips voor gratis picto’s:
- Pictoselector
- www.sclera.be
- www.arasaac.org
Betaalde versies;
• widget online
• symbolstix
• mind express
• Tobii communicator
Gebaren:
• gebaar van de dag (facebook)
• kindergebaren ipad app
• DVD lotte&max,
www.lottemax.nl
• isignNGT ipad app
• Gebarencentrum.nl
14. En nu voorlezen, hoe dan?
14
1. Leg alle materialen klaar die je wilt gebruiken
2. Zorg dat er geen afleiding is (bv telefoon weg, tv en radio uit).
3. Zorg dat jullie fijn zitten en je kind het boek en jou goed kan zien.
Workshop Interactief en ondersteund voorlezen
15. En nu voorlezen, hoe dan?
15
4. Zorg voor herhaling
5. Zorg voor een laag tempo
6. Alles wat je doet is goed, zolang je reageert op je
kind, en je kind op jou kan reageren. Je hoeft dus niet
vast te houden aan je oorspronkelijke plan/ verhaal.
7. Maak van het voorlezen een ritueel.
• Kondig steeds op eenzelfde manier aan (bv met
verwijslied)
• Rond steeds op eenzelfde manier af (bv met klaar
gebaar of liedje/rijmpje).
Workshop Interactief en ondersteund voorlezen