Islamisering: feiten en ficties door prof.dr. Paul Schnabel 11 maart 2010 ScienceCafé Zeist

2. Islamisering feiten en ficties Zeist, 11 maart 2010 Paul Schnabel Sociaal en Cultureel Planbureau en Universiteit Utrecht

4. Gemengde huwelijken?

5. Meerderheid bevolking?

6. Verandering normen en waarden?

7. Verandering wetten en rechtspraak?

9. Soevereiniteit in eigen kring?

10. Zichtbaarheid in samenleving?

11. Versterking geloofsbeleving

12. ‘Tegenwaarden’/’tegencultuur’?

13. Concentratie en segregatie?Sociaal en Cultureel Planbureau

16. Marokkanen 340.000

17. Iraniërs (30.000), Irakezen (50.000), Somaliërs (22.000) Afghanen (38.000), Surinamers

18. Moslims in Nederland: 5-6% bevolkingSociaal en Cultureel Planbureau

19. Immigratie 2000-2007 20002007 Turkije 5000 2400 Marokko 4200 1300 Afghanistan 4600 400 Irak 4400 1800 Iran 1700 700 Somalië 2000 1200 Sociaal en Cultureel Planbureau

21. Turken (370.000) : niet zo splendid isolation

22. Marokkanen (335.000) : integratie met wederzijds pijn

23. Surinamers (335.000) : geïntegreerd, maar achterblijvend

24. Antillianen (130.000) : aan de top en aan de grondMoslims: eerste generatie geen opleiding, tweede generatie huwelijksimport Marokkanen en Antillianen zeer hoge criminaliteitscijfers Alle minderheden: veel schooluitval, zwakke positie op de arbeidsmarkt Sterke concentratie in bepaalde wijken grote steden: segregatie, kans op parallelle samenlevingen Geen inburgering voor wie al Nederlandse nationaliteit heeft

26. Marokkanen 73 24 4

27. Surinamers 85 12 2

28. Antillianen 77 19 4

29. ‘Nederlanders’ 91 8 1Sociaal en Cultureel Planbureau

31. Nooit 8 12 48

32. Vaak heimwee 35% 24% 12%

33. Nooit heimwee 28 33 56

34. Veel contact familie 41% 38% 35%

35. Nooit contact 8 11 23Sociaal en Cultureel Planbureau

36. Opvattingen over integratie (2006) Zeer eensgezind: Migranten moeten … Nederlandse taal leren 95% … Niet teveel vasthouden aan eigen cultuur en gewoonten 62 Minder eensgezind: Migranten al aardig ingeburgerd 44

38. Rechten allocht. gerespecteerd 49 56 52 59

39. Gastvrij voor allochtonen 50 56 60 68

40. Open voor allocht. culturen 59 53 59 71 Sociaal en Cultureel Planbureau

42. Marokkaans 79% 38%

43. Surinaams 65% 35%

44. Antilliaans 30% 40%Sociaal en Cultureel Planbureau

46. 2e generatie 94% 97%

47. 1x p.w. religieuze bijeenkomst 33% 32%

48. Nooit religieuze bijeenkomst 27% 37%Sociaal en Cultureel Planbureau

51. Nooit religieuze bijeenkomst 2006 25% 35%Sociaal en Cultureel Planbureau

54. Marokkaans 3,37 2,95

56. Marokkaans 1,65 1,93 (28,7)Sociaal en Cultureel Planbureau

58. (zeer) eens - 40%

59. 18-34 jr. - 44%

61. Autoritaire opvoedingsstijl 68% (76)

62. Gevaarlijk fanatiek 26% (20)

63. Misbruiken godsdienst politiek 51% (31)

64. Grijpen gemakkelijk naar geweld 42% (29)

66. Wel respect voor cultuur en leefwijze van anderen 43% (51)Sociaal en Cultureel Planbureau

68. Wel respect voor Islam. cultuur 46% 39%

69. Nl. vrouwen hebben teveel vrijheden 60% 38%

70. Nl. kinderen luisteren niet goed naar hun ouders 35% 28% Sociaal en Cultureel Planbureau

72. Werkn./werkg. 23 6 26 34

73. M/V 9 7 17 7

74. Oud/jong 18 3 17 13

76. Turken 60

77. Marokkanen 58

78. Surinamers 56

80. Marokkanen 58% 42% ()

81. Surinamers 35% 25%

82. Antillianen 35% 15% Sociaal en Cultureel Planbureau

86. Antillianen 70

87. Surinamers 65

88. Overig niet-westers 50

89. Turken 25

90. Marokkanen 15Sociaal en Cultureel Planbureau

91. Opleidingsniveau bevolking, 2006 Autochtoon (25-64 jr) - 7% basisonderwijs, 27% hoger onderwijs Marokkanen (25-34 jr) - 30% basisonderwijs, 15% hoger onderwijs (55-64 jr) - 85% basisonderwijs, 0% hoger onderwijs Surinamers (25-34 jr) - 15% basisonderwijs, 25% hoger onderwijs (55-64 jr) - 43% basisonderwijs, 19% hoger onderwijs

93. Autochtonen, ouders LBO (min) 18%

94. Surinamers/Antillianen 20%

95. Marokkanen 17%

97. Na 7 jaar geslaagd voor einddiploma (begonnen 2000) HBO WO Autochtone vrouwen 78% 85% Autochtone mannen 64% 71% Allochtone vrouwen 61% 69% Allochtone mannen 47% 58%

99. Uit MBO - 35.000

100. 18-24 jr. geen startkwalif., niet schoolgaand

101. Autochtone jongens 15% meisjes 9,5%