1. Rocher Sandrine Actief Leren 2011-2012
1LLO OG5 PP6e lj Leerreflectie 05-03-2012
In dit leerreflectie zal ik trachten om mijn ervaring met het module 'actief leren' te verwoorden aan
de hand van de hoorcolleges, IZW's en actieve leerdag zodat ik er later over kan terugblikken. De
module is begonnen met het indelen van deklas in onderwijsgroepen en in projectploegen. Elk
projectploeg kreeg een leerjaar en moest rond het thema architectuur een actieve leerdag ontwerpen.
Om deze actieve leerdag te ontwerpen kregen we hoorcolleges, ontwerpateliers en een
taalbegeleiding. Er werd ons ook gevraagd om foto's te nemen en een weblog te houden over de
module actief leren. Het is een heel andere module dan het vorige, ook de groepen waren anders
verdeeld maar dit leg ik straks verder uit.
De module begon met de werkcollege 'Lotte actief' waar er ons getoond werd hoe een actieve les
eruit ziet. Al heeft men een idee van hoe een actieve les eruit moet zien, is het niet zo eenvoudig om
er zelf eentje te bedenken. Tijdens het werkcollege 'Lotte actief' kreeg men een beter beeld van hoe
actief leren in elkaar zit. De leerlingen moeten niet gewoonweg actief zijn, in de zin van lichamelijk
actief, de hersenen en de handen werken samen. Het actief leren is het leren aan de hand van
handelen en ervaring, wat zeker het geval was bij 'Lotte actief'. Na het werkcollege kregen we ons
eerst hoorcollege. Hier werden ons de meervoudige intelligentie van Gardner uitgelegd. De theorie
van Gardner gaat ervan uit dat mensen verschillende soorten intelligenties hebben. Zo zou een
persoon acht verschillende intelligenties hebben. Maar de nadruk ligt op het feit dat men niet alle
intelligenties even goed beheersen. Meestal is men sterker in een van de verschillende intelligenties.
Persoonlijk vind ik dit een goede theorie, omdat we niet in alles goed kunnen zijn. Sommige
personen kunnen beter werken met hun handen en anderen kunnen beter werken met hun hoofd en
ook als leerkracht moet men dit kunnen inzien bij kinderen. Als kinderen het moeilijker hebben met
een bepaald onderdeel is hij daarom niet dom, hij heeft het moeilijker om de informatie te
verwerken en op te slaan. Het is een van de taken van een leerkracht om het kind dan te helpen
zodat hij mee kan met de rest van de klas. Dit vond ik het belangrijks van het werkcollege. Het
moeilijke aan de theorie van Gadner is om elk soort intelligentie in een actieve dag te kunnen
plaatsen. Er is altijd een intelligentie waarmee men het zelf moeilijk hebben en die we minder goed
kunnen beheersen maar die ook niet altijd met het thema past. Zoals de muzikale intelligentie
moeilijk te koppelen is met het thema architectuur. Toch hebben we met de groep de meeste
intelligenties in ons activiteiten van de actieve leerdag kunnen plaatsen.
Tijdens de ontwerpateliers gingen we verder in op wat 'actief leren' precies is. Zo heb ik geleerd dat
actief leren verschillende onderdelen heeft. Men heeft:
Leerenergie
◦het moet boeiend zijn
◦er moet exploratiedrang zijn
◦betrokkenheid
◦het moet op de grens liggen van de mogelijkheden
Uitdaging
◦aandacht
◦interesse
◦zin en verlangen
◦acties
◦initiatief
2. ◦creativiteit
Afwisseling
◦differentiatie in werkvormen
◦gevarieerde situaties
Deze drie onderdelen (leerenergie, uitdaging en afwisseling) moeten aan bod komen zodat een
actieve les kan plaats vinden. Als er geen afwisseling is in de werkvormen of situaties worden de
lessen als een routine ervaren en zal de leerenergie zeer laag liggen. Ook is uitdaging van groot
belang voor de leerenergie, het onderhoud de aandacht van de kinderen. In een klas waar leerlingen
altijd hetzelfde doen en de leerlingen kunnen alle oefeningen dan is er geen uitdaging meer in deze
klas. De leerlingen worden dan niet meer aangezet om moeilijkere oefeningen te maken. Deze drie
items zijn de zuilen van het 'actief leren', zonder één van deze zuil kan er geen 'actief leren' plaats
vinden.
In het tweede hoorcollege werd er ons uitgelegd dat er verschillende visies zijn over het 'actief
leren'. Zo heeft zijn er de;
aanpakmensen: zij kijken alleen naar hoe de les werd aangepakt.
procesmensen: zij zijn gericht op hoe 'actief leren' waarneembaar is bij kinderen.
effectmensen: ongeacht de aanpak of proces, zij kijken enkel naar de resultaten.
Hier is het moeilijk om een keuze te maken tussen de verschillende visies ze hebben alle drie delen
waarmee ik akkoord ga maar ook delen waar ik minder mee eens ben. Dit is wel een belangrijk deel
voor het observeren van onze mentoren en na te gaan welk soort leerkracht ze zijn en als ze aan
'actief leren' doen.
Gedurende de module kregen we ook een taalobservatie. Tijdens de eerste taalobservatie was het
niet duidelijk wat voor nut de les had. Er werd ons gevraagd om een verhaal te schrijven en voor te
stellen aan de klas rond prenten. Uiteindelijk heb ik persoonlijk ondervonden dat de prenten ons niet
geholpen hebben bij het ontwerpen van ons actief verhaal. Het thema was ook niet eenvoudig om er
een verhaal rond te bouwen en dit heb ik ook bij andere groepen vernomen.
Zoals vorige module hebben we een bundel teksten gekregen die we moesten lezen en studeren
voor de kennistoets. Het nadelige aan het bundel vond ik dat het voornamelijk over kleuters ging.
De meeste voorbeelden van verhalend ontwerpen waren voorbeelden met peuters en kleuters wat
niet altijd toepasbaar is voor kinderen van het lager onderwijs. Ook voor het begrijpen van sommige
delen zouden teksten over kinderen van 6 tot 12 jaar geschikter zijn geweest. Het had on misschien
kunnen helpen voor het ontwerpen van ons actief leerverhaal.
Het werken in een groep verliep in deze module veel beter dan in de vorige. Het verschil met het
vorige module is dat we deze keer in groepen waren verdeeld waar alleen studenten van het lager
samen waren. Het is aangenamer om te werken met personen die we kennen en waarmee we in de
klas zitten. Doordat we elkaar kennen, kunnen we ook makkelijker met elkaar onderhandelen en
plannen. We hebben een groter vertrouwen in elkaar en weten ook hoe we iemand kunnen
opvrolijken als het nodig is, wat af en toe nodig was. Het onderhandelen verloopt vlotter en met de
groep kunnen we ook vlugger doorwerken dan met personen die men niet kent en waarvoor we
steeds moeten oppassen voor wat er gezegd wordt. In het vorig module waren er ook meer personen
die de leiding wouden nemen alhoewel het hun rol niet was. In de groep van module 'actief leren'
was er geen leider en dat hoefde ook niet, iedereen kon perfect zijn werk doen. In onze groep was
eigenlijk iedereen leider maar tegelijk geen leider, wat een aangenaam klimaat is om te werken en
wat ook een grote impact heeft gehad bij onze 'actieve leerdag'. Het goed met elkaar overkomen
3. voor de actieve leerdag was belangrijk wan klas er iemand zijn tekst kwijt was, was er altijd iemand
om te helpen. Ook tijdens het lesgeven kon de lesgever op de anderen rekenen om de klas stil en in
orde te houden. Dit is een belangrijke eigenschap om in een groep les te kunne geven.
Uit deze module heb ik veel geleerd over 'actief leren' en hoe we een 'actieve leerdag' moeten
opstellen. De gekregen en ervaren informatie zullen van groot belang zijn voor mijn stage om de
lessen minder saai te geven, al is het niet altijd even eenvoudig om sommige thema's actief te
maken. Het in groep werken vind ik ook een heel belangrijk punt want het zal ons later zker van pad
komen bij het plannen van een feest of happening op school.
Actief leren is een andere manier van leren dan het traditioneel lesgeven. Bij de traditionele
leerwijze en lesgeven doen de kinderen weinig zelf. De kinderen krijgen de theorie, studeren die en
moeten het kunnen verwerken. Als beginnende leerkracht wilt men dit model niet volgen omdat we
nog in het schoolsysteem zitten, we zijn zelf nog leerlingen en willen dit als leerlingen niet
meemaken. Men wilt niet de theorie krijgen en het moeten studeren zonder meer, zonder praktijk.
Zoals leerlingen willen we 'actief' bezig zijn en als toekomstige leerkrachten moeten we dit kunnen
toepassen in ons latere klas. We moeten de leerlingen zelf laten ontdekken hoe ze sommige doelen
kunnen bereiken en sommige problemen kunnen oplossen.
Actief leren is toepasbaar op alle thema's maar niet toepasbaar voor een heel schooljaar, dat heeft
onze mentor ons ook gezegd en hebben we zelf ook ondervonden. Het vraagt veel werk en
creativiteit, maar ook veel inzicht. Inzicht in de zin dat naar gelang het leerjaar waarmee men werkt
het niet altijd even eenvoudig is om de aandacht van de kinderen te krijgen. Als we het als
leerkracht niet op de juiste manier aanbrengen aan de leerlingen is onze hele planning omzeep en
moeten we in topsnelheid de les kunnen aanpassen om toch de klas in handen te houden. Als
beginner is het niet eenvoudig om dit allemaal in eens te kunnen toepassen en daarom is het
ontwerpen van een actieve leerdag een goede oefening, zowel voor het actief leren als voor het
traditioneel leren.
Voor mij is dan ook de beste lesgeefmethode de methode waar zowel traditioneel lesgeven als actief
leren gecombineerd worden. De leerlingen krijgen theorie maar ernaast moeten ze ook actief
meewerken en zelf experimenteren om tot een antwoord te komen op hun probleem. De leerlingen
moeten actief bezig en het moet hun pakken om hun zin te geven in school. De kinderen mogen niet
vanaf een zeer jonge leeftijd een schelt gevoel hebben over school en er zo vlug mogelijk mee
stoppen.
Als leerkracht is het onze taak om de leerlingen zin te geven in school, dat ze het goed ervaren en
dat ze gegroeid af studeren