3. Bacteriënlevenoveral Bacteriënleven in alleecosystemen op planten & dieren in planten& dieren in de bodem in de diepzee in extreme kou in extreme hitte in extreemzouteomstandigheden op levendeorganismen on dodeorganismen 3
10. Genetischevariatiein bacteriën Mutaties bacteriënkunnenelke 20 minutenreproduceren binairefissie (= insnoering) fouten in het kopieren van DNA 1 op elke 200 bacteriënheefteenmutatie miljardenE. coli in je darmen! mutatiebiedtmogelijkheden! Genetischerecombinatie bacteriënwisselengenenuit plasmiden klein, additioneel DNA conjugatie directeuitwisseling van DNA 10
12. Nuttigebacteriën Bacteriënzijnnoodzakelijk op aarde reducenten recyclen van nutrienten stikstoffixatie enigeorganismen die N uit de atmosfeerkunnenfixeren nodigvoor de synthese van eiwiten nucleïnezuren wortelknolletjes vertering (E. coli) brekencellulose afvoorherbivoren producerenvitamineK & B12voor de mens producerenvoedsel & medicijnen van yoghurt tot insuline 12
17. Watis eenvirus? Leeft het? DNA of RNA in eeneiwitkapsel Virussenzijngeencellen Geenenzymenvoormetabolisme Geenribosomenvooreiwitsynthese 17 “A piece of bad news wrapped in protein” – Peter Medawar
23. Levenscyclus Binnendringen viraalDNA/RNA dringtgastheercelbinnen Assimilatie viraalDNA/RNA neemtgastheer over gastheercelmaaktviralenucleïnezuren en eiwitten Zelfassemblage nucleïnezuren& eiwittenvormenzelfnieuwevirusdeeltjes verlatencel 23
24. Symptomenvirusinfectie Koppelingtusseninfectie en symptomennieteenduidig doodtcellen door lysis geïnfecteerdecelmaakttoxine koorts, pijn, bloedingen… componentenkunnentoxischzijn envelop Schade? wellicht… longepitheelhersteltnaverkoudheid schadeaanneuronen door polio is permanent 24
25. Bacteriofaag Virussen die bacteriëninfecteren kop bevat DNA eiwitstaartkoppeltaangastheer en injecteert het DNA van de bacteriofaag in de gastheer 25
26. Levenscyclus bacteriofaag Lytische cyclus faag kopieert in bacterie bacteriecel zwelt op en barst, faag komt vrij Lysogene cyclus viraal DNA wordt ingebouwd in bacterieel DNA reproduceert met bacterie 26
29. RNA virus Retrovirus moetenviraalRNA kopiëren in DNA van de gastheer enzym= reverse transcriptase RNA DNA mRNA transcriptie van viraalDNA in viraalmRNA mRNA codeertvoorviralecomponenten ribosomen van gastheerproducerennieuweviraleeiwitten transcriptie translatie eiwit RNA DNA replicatie 29
30. Retrovirussen HIV Human ImmunoDeficiencyVirus veroorzaaktAIDS Acquired ImmunoDeficiencySyndrome envelop met glycoproteïnenomtebindenaanspecifieke WBC capsidebevat 2 RNA strengen& 2x reverse transcriptase 30
31. HIV infectie HIV dringt gastheercel binnen macrofaag & WBC receptor op celmembraan reversetranscriptase maakt dubbelstrengs DNA van viraal RNA Transcriptie produceert meer kopiën van viraal RNA vertaald in virale eiwitten eiwitten en viraal RNA vormen zelf nieuwe virusdeeltjes verlaat cel door “budding” of door lysis 31
33. Eiwitalsinformatiemolecuul Prionengaan in tegen het “Centrale Dogma” draagtinformatie over op andereeiwitten Pn Pd Stanley Prusiner UC School of Medicine proteinaceous infectious molecule 33