SlideShare uma empresa Scribd logo
1 de 34
The Diversity of Prokaryotes and Viruses Hoofdstuk 19 2010/2011
prokaryoten Deel  1 2
Bacteriënlevenoveral Bacteriënleven in alleecosystemen op planten & dieren in planten& dieren in de bodem in de diepzee in extreme kou in extreme hitte in extreemzouteomstandigheden op levendeorganismen on dodeorganismen 3
Diversiteit 4
Structuur Eencellig bacilli, coccen, spirocheten Grootte 1/10 van een eukaryote cel 1 micron (1um) Interne structuur geen interne compartimenten geenmembraangebondenorganellen alleenribosomen circulairchromosoom, naaktDNA nietopgeroldrondomeiwitten 5
Prokaryootvs. Eukaryootchromosoom Prokaryoot Eukaryoot dubbele helix   6
Interne structuur mitochondrium chloroplast cyanobacterie(met fotosynthese)  aerobe bacterie  interne membranenvoor respiratiezoals in een mitochondrium(cristae) interne membranenvoor fotosynthesezoals in een chloroplast(thylakoid) 7
Structuurcelwand buitenmembraan van lipopolysacchariden Gram-negatievebacterie Gram-positievebacterie eiwitketens buitenmembraan celwand peptidoglycaan celwand peptidoglycaan plasmamembraan plasma membraan eiwit peptidoglycaan= polysacchariden+ aminozuren lipopolysacchariden= lipiden+ polysacchariden 8
Metabolisme Hoe vergarenbacteriënenergie & nutrienten? fotoautotroof fotosynthetiserendebacteriën chemoautotroof oxidereninorganischeverbindingen stikstof, zwavel, waterstof…   heterotroof leven op planten& dieren reducenten& pathogenen 9
Genetischevariatiein bacteriën Mutaties bacteriënkunnenelke 20 minutenreproduceren binairefissie (= insnoering) fouten in het kopieren van DNA 1  op elke 200 bacteriënheefteenmutatie miljardenE. coli in je darmen! mutatiebiedtmogelijkheden! Genetischerecombinatie bacteriënwisselengenenuit plasmiden klein, additioneel DNA conjugatie directeuitwisseling van DNA 10
Bacteriënalspathogenen Ziekteverwekkers plant bacterievuur, watermerkziekte,vetvlekkenziekte, geelziek dier cariës miltvuur, botulisme pest, lepra, vleesetendebacterie SOA’s: gonorroe, chlamydia tyfus, cholera  tuberculose, longontsteking ziekte van Lyme 11
Nuttigebacteriën Bacteriënzijnnoodzakelijk op aarde reducenten recyclen van nutrienten stikstoffixatie enigeorganismen die N uit de atmosfeerkunnenfixeren nodigvoor de synthese van eiwiten nucleïnezuren wortelknolletjes vertering (E. coli) brekencellulose afvoorherbivoren producerenvitamineK & B12voor de mens producerenvoedsel & medicijnen van yoghurt tot insuline 12
Virussen Deel 2 13
Griep: epidemie 1918 20-100 miljoen doden RNA virus 14
Pokken Uitgeroeid ca. 1978 15
Opkomendevirussen Virussen die van gastheerverwisselen Ebola, SARS, vogelgriep, hantavirus Ebola hantavirus SARS 16
Watis eenvirus? Leeft het?  DNA of RNA in eeneiwitkapsel Virussenzijngeencellen Geenenzymenvoormetabolisme Geenribosomenvooreiwitsynthese 17 “A piece of bad news wrapped in protein” – Peter Medawar
Grootte Vergelijking: eukaryote cel bacterie virus 18
Structuur  Van buiten naar binnen Een envelop (alleen bij dierlijke virussen) Een eiwitmantel (= capside) Het nucleïnezuur (DNA of RNA) 19
Envelop Lipidedubbelmembraanverbergt de eiwitmantel envelop gebaseerd op celmembraangastheer glycoproteïne op het oppervlak HIV 20
Eiwitmantel Capside beschermt DNA/RNA bepaaltwelkecelgeïnfecteerdkanworden 1-2 type eiwitten bv. griep hemagglutine neuraminidase 21
Nucleïnezuur Viraalnucleïnezuur DNA  enkelstrengs dubbelstrengs RNA enkelstrengs dubbelstrengs Lineair of circulair 22
Levenscyclus Binnendringen viraalDNA/RNA dringtgastheercelbinnen Assimilatie viraalDNA/RNA neemtgastheer over gastheercelmaaktviralenucleïnezuren en eiwitten Zelfassemblage nucleïnezuren& eiwittenvormenzelfnieuwevirusdeeltjes verlatencel 23
Symptomenvirusinfectie Koppelingtusseninfectie en symptomennieteenduidig doodtcellen door lysis geïnfecteerdecelmaakttoxine koorts, pijn, bloedingen… componentenkunnentoxischzijn envelop Schade?  wellicht… longepitheelhersteltnaverkoudheid schadeaanneuronen door polio is permanent 24
Bacteriofaag Virussen die bacteriëninfecteren kop bevat DNA  eiwitstaartkoppeltaangastheer en injecteert het DNA van de bacteriofaag in de gastheer 25
Levenscyclus bacteriofaag Lytische cyclus faag kopieert in bacterie bacteriecel zwelt op en barst, faag komt vrij Lysogene cyclus viraal DNA wordt ingebouwd in bacterieel DNA reproduceert met bacterie 26
Lytischecyclus 27
Lysogenecyclus 28
RNA virus  Retrovirus moetenviraalRNA kopiëren in DNA van de gastheer enzym= reverse transcriptase RNA  DNA  mRNA transcriptie van viraalDNA in viraalmRNA mRNA codeertvoorviralecomponenten ribosomen van gastheerproducerennieuweviraleeiwitten transcriptie translatie eiwit RNA DNA replicatie 29
Retrovirussen HIV Human ImmunoDeficiencyVirus veroorzaaktAIDS Acquired ImmunoDeficiencySyndrome envelop met glycoproteïnenomtebindenaanspecifieke WBC capsidebevat 2 RNA strengen& 2x reverse transcriptase 30
HIV infectie HIV dringt gastheercel binnen macrofaag & WBC receptor op celmembraan reversetranscriptase maakt dubbelstrengs DNA van viraal RNA Transcriptie produceert meer kopiën van viraal RNA  vertaald in virale eiwitten eiwitten en viraal RNA vormen zelf nieuwe virusdeeltjes verlaat cel door “budding” of door lysis 31
Prionen Abnormaal gevouwen eiwit infectieus neuronen sterven 32
Eiwitalsinformatiemolecuul Prionengaan in tegen het “Centrale Dogma” draagtinformatie over op andereeiwitten Pn Pd Stanley Prusiner UC School of Medicine proteinaceous infectious molecule 33
Einde

Mais conteúdo relacionado

Semelhante a Hoofdstuk 19 - Audesirk

Epigenetica presentate 22 11-2011
Epigenetica presentate 22 11-2011Epigenetica presentate 22 11-2011
Epigenetica presentate 22 11-2011frankloosen
 
Nw iii 1 variatie in voortplanting
Nw iii 1 variatie in voortplantingNw iii 1 variatie in voortplanting
Nw iii 1 variatie in voortplantingRPHwetenschappen
 
Virussen Mol Gen
Virussen Mol GenVirussen Mol Gen
Virussen Mol GenSoltaren
 
Het rijk van de protisten
Het rijk van de protistenHet rijk van de protisten
Het rijk van de protistenTimothyWauters
 
Het rijk van de protisten
Het rijk van de protistenHet rijk van de protisten
Het rijk van de protistenTimothyWauters
 
Vaccinatie Paard van Troje, over het risico van vaccinaties
Vaccinatie Paard van Troje, over het risico van vaccinatiesVaccinatie Paard van Troje, over het risico van vaccinaties
Vaccinatie Paard van Troje, over het risico van vaccinatiesFrancMuller
 

Semelhante a Hoofdstuk 19 - Audesirk (10)

Hoofdstuk 6 1e deel
Hoofdstuk 6 1e deelHoofdstuk 6 1e deel
Hoofdstuk 6 1e deel
 
Hoofdstuk 04 - Audesirk
Hoofdstuk 04 - AudesirkHoofdstuk 04 - Audesirk
Hoofdstuk 04 - Audesirk
 
Epigenetica presentate 22 11-2011
Epigenetica presentate 22 11-2011Epigenetica presentate 22 11-2011
Epigenetica presentate 22 11-2011
 
Bio afweer
Bio  afweerBio  afweer
Bio afweer
 
Bio afweer
Bio  afweerBio  afweer
Bio afweer
 
Nw iii 1 variatie in voortplanting
Nw iii 1 variatie in voortplantingNw iii 1 variatie in voortplanting
Nw iii 1 variatie in voortplanting
 
Virussen Mol Gen
Virussen Mol GenVirussen Mol Gen
Virussen Mol Gen
 
Het rijk van de protisten
Het rijk van de protistenHet rijk van de protisten
Het rijk van de protisten
 
Het rijk van de protisten
Het rijk van de protistenHet rijk van de protisten
Het rijk van de protisten
 
Vaccinatie Paard van Troje, over het risico van vaccinaties
Vaccinatie Paard van Troje, over het risico van vaccinatiesVaccinatie Paard van Troje, over het risico van vaccinaties
Vaccinatie Paard van Troje, over het risico van vaccinaties
 

Mais de Pascal van de Nieuwegiessen (17)

Hoofdstuk 42 - Audesirk
Hoofdstuk 42 - AudesirkHoofdstuk 42 - Audesirk
Hoofdstuk 42 - Audesirk
 
Hoofdstuk 10 - Audesirk
Hoofdstuk 10 - AudesirkHoofdstuk 10 - Audesirk
Hoofdstuk 10 - Audesirk
 
Hoofdstuk 25 - Audesirk
Hoofdstuk 25 - AudesirkHoofdstuk 25 - Audesirk
Hoofdstuk 25 - Audesirk
 
Hoofdstuk 05 - Audesirk
Hoofdstuk 05 - AudesirkHoofdstuk 05 - Audesirk
Hoofdstuk 05 - Audesirk
 
Hoofdstuk 18 - Audesirk
Hoofdstuk 18 - AudesirkHoofdstuk 18 - Audesirk
Hoofdstuk 18 - Audesirk
 
Hoofdstuk 02 - Audesirk
Hoofdstuk 02 - AudesirkHoofdstuk 02 - Audesirk
Hoofdstuk 02 - Audesirk
 
Hoofdstuk 03 - Audesirk
Hoofdstuk 03 - AudesirkHoofdstuk 03 - Audesirk
Hoofdstuk 03 - Audesirk
 
Hoofdstuk 01 - Audesirk
Hoofdstuk 01 - AudesirkHoofdstuk 01 - Audesirk
Hoofdstuk 01 - Audesirk
 
Hoofdstuk 32 - Audesirk
Hoofdstuk 32 - AudesirkHoofdstuk 32 - Audesirk
Hoofdstuk 32 - Audesirk
 
Hoofdstuk 40 - Audesirk
Hoofdstuk 40 - AudesirkHoofdstuk 40 - Audesirk
Hoofdstuk 40 - Audesirk
 
Hoofdstuk 38 - Audesirk
Hoofdstuk 38 - AudesirkHoofdstuk 38 - Audesirk
Hoofdstuk 38 - Audesirk
 
Hoofdstuk 37 - Audesirk
Hoofdstuk 37 - AudesirkHoofdstuk 37 - Audesirk
Hoofdstuk 37 - Audesirk
 
Hoofdstuk 36 - Audesirk
Hoofdstuk 36 - AudesirkHoofdstuk 36 - Audesirk
Hoofdstuk 36 - Audesirk
 
Hoofdstuk 34 - Audesirk
Hoofdstuk 34 - Audesirk Hoofdstuk 34 - Audesirk
Hoofdstuk 34 - Audesirk
 
Hoofdstuk 35 - Audesirk
Hoofdstuk 35 - AudesirkHoofdstuk 35 - Audesirk
Hoofdstuk 35 - Audesirk
 
Hoofdstuk 39 - Audesirk
Hoofdstuk 39 - AudesirkHoofdstuk 39 - Audesirk
Hoofdstuk 39 - Audesirk
 
Hoofdstuk 11 - Audesirk
Hoofdstuk 11 - AudesirkHoofdstuk 11 - Audesirk
Hoofdstuk 11 - Audesirk
 

Hoofdstuk 19 - Audesirk

  • 1. The Diversity of Prokaryotes and Viruses Hoofdstuk 19 2010/2011
  • 3. Bacteriënlevenoveral Bacteriënleven in alleecosystemen op planten & dieren in planten& dieren in de bodem in de diepzee in extreme kou in extreme hitte in extreemzouteomstandigheden op levendeorganismen on dodeorganismen 3
  • 5. Structuur Eencellig bacilli, coccen, spirocheten Grootte 1/10 van een eukaryote cel 1 micron (1um) Interne structuur geen interne compartimenten geenmembraangebondenorganellen alleenribosomen circulairchromosoom, naaktDNA nietopgeroldrondomeiwitten 5
  • 7. Interne structuur mitochondrium chloroplast cyanobacterie(met fotosynthese) aerobe bacterie interne membranenvoor respiratiezoals in een mitochondrium(cristae) interne membranenvoor fotosynthesezoals in een chloroplast(thylakoid) 7
  • 8. Structuurcelwand buitenmembraan van lipopolysacchariden Gram-negatievebacterie Gram-positievebacterie eiwitketens buitenmembraan celwand peptidoglycaan celwand peptidoglycaan plasmamembraan plasma membraan eiwit peptidoglycaan= polysacchariden+ aminozuren lipopolysacchariden= lipiden+ polysacchariden 8
  • 9. Metabolisme Hoe vergarenbacteriënenergie & nutrienten? fotoautotroof fotosynthetiserendebacteriën chemoautotroof oxidereninorganischeverbindingen stikstof, zwavel, waterstof… heterotroof leven op planten& dieren reducenten& pathogenen 9
  • 10. Genetischevariatiein bacteriën Mutaties bacteriënkunnenelke 20 minutenreproduceren binairefissie (= insnoering) fouten in het kopieren van DNA 1 op elke 200 bacteriënheefteenmutatie miljardenE. coli in je darmen! mutatiebiedtmogelijkheden! Genetischerecombinatie bacteriënwisselengenenuit plasmiden klein, additioneel DNA conjugatie directeuitwisseling van DNA 10
  • 11. Bacteriënalspathogenen Ziekteverwekkers plant bacterievuur, watermerkziekte,vetvlekkenziekte, geelziek dier cariës miltvuur, botulisme pest, lepra, vleesetendebacterie SOA’s: gonorroe, chlamydia tyfus, cholera tuberculose, longontsteking ziekte van Lyme 11
  • 12. Nuttigebacteriën Bacteriënzijnnoodzakelijk op aarde reducenten recyclen van nutrienten stikstoffixatie enigeorganismen die N uit de atmosfeerkunnenfixeren nodigvoor de synthese van eiwiten nucleïnezuren wortelknolletjes vertering (E. coli) brekencellulose afvoorherbivoren producerenvitamineK & B12voor de mens producerenvoedsel & medicijnen van yoghurt tot insuline 12
  • 14. Griep: epidemie 1918 20-100 miljoen doden RNA virus 14
  • 16. Opkomendevirussen Virussen die van gastheerverwisselen Ebola, SARS, vogelgriep, hantavirus Ebola hantavirus SARS 16
  • 17. Watis eenvirus? Leeft het? DNA of RNA in eeneiwitkapsel Virussenzijngeencellen Geenenzymenvoormetabolisme Geenribosomenvooreiwitsynthese 17 “A piece of bad news wrapped in protein” – Peter Medawar
  • 18. Grootte Vergelijking: eukaryote cel bacterie virus 18
  • 19. Structuur Van buiten naar binnen Een envelop (alleen bij dierlijke virussen) Een eiwitmantel (= capside) Het nucleïnezuur (DNA of RNA) 19
  • 20. Envelop Lipidedubbelmembraanverbergt de eiwitmantel envelop gebaseerd op celmembraangastheer glycoproteïne op het oppervlak HIV 20
  • 21. Eiwitmantel Capside beschermt DNA/RNA bepaaltwelkecelgeïnfecteerdkanworden 1-2 type eiwitten bv. griep hemagglutine neuraminidase 21
  • 22. Nucleïnezuur Viraalnucleïnezuur DNA enkelstrengs dubbelstrengs RNA enkelstrengs dubbelstrengs Lineair of circulair 22
  • 23. Levenscyclus Binnendringen viraalDNA/RNA dringtgastheercelbinnen Assimilatie viraalDNA/RNA neemtgastheer over gastheercelmaaktviralenucleïnezuren en eiwitten Zelfassemblage nucleïnezuren& eiwittenvormenzelfnieuwevirusdeeltjes verlatencel 23
  • 24. Symptomenvirusinfectie Koppelingtusseninfectie en symptomennieteenduidig doodtcellen door lysis geïnfecteerdecelmaakttoxine koorts, pijn, bloedingen… componentenkunnentoxischzijn envelop Schade? wellicht… longepitheelhersteltnaverkoudheid schadeaanneuronen door polio is permanent 24
  • 25. Bacteriofaag Virussen die bacteriëninfecteren kop bevat DNA eiwitstaartkoppeltaangastheer en injecteert het DNA van de bacteriofaag in de gastheer 25
  • 26. Levenscyclus bacteriofaag Lytische cyclus faag kopieert in bacterie bacteriecel zwelt op en barst, faag komt vrij Lysogene cyclus viraal DNA wordt ingebouwd in bacterieel DNA reproduceert met bacterie 26
  • 29. RNA virus Retrovirus moetenviraalRNA kopiëren in DNA van de gastheer enzym= reverse transcriptase RNA  DNA  mRNA transcriptie van viraalDNA in viraalmRNA mRNA codeertvoorviralecomponenten ribosomen van gastheerproducerennieuweviraleeiwitten transcriptie translatie eiwit RNA DNA replicatie 29
  • 30. Retrovirussen HIV Human ImmunoDeficiencyVirus veroorzaaktAIDS Acquired ImmunoDeficiencySyndrome envelop met glycoproteïnenomtebindenaanspecifieke WBC capsidebevat 2 RNA strengen& 2x reverse transcriptase 30
  • 31. HIV infectie HIV dringt gastheercel binnen macrofaag & WBC receptor op celmembraan reversetranscriptase maakt dubbelstrengs DNA van viraal RNA Transcriptie produceert meer kopiën van viraal RNA vertaald in virale eiwitten eiwitten en viraal RNA vormen zelf nieuwe virusdeeltjes verlaat cel door “budding” of door lysis 31
  • 32. Prionen Abnormaal gevouwen eiwit infectieus neuronen sterven 32
  • 33. Eiwitalsinformatiemolecuul Prionengaan in tegen het “Centrale Dogma” draagtinformatie over op andereeiwitten Pn Pd Stanley Prusiner UC School of Medicine proteinaceous infectious molecule 33
  • 34. Einde