1. Energiepact, kernuitstap in 2025, de (politieke)
discussies gaan maar voort. Hoogste tijd voor
wat realiteit met deze 6 misvattingen.
ELEKTRICITEIT
MISVATTINGEN
OVER
ENERGIE
TEKST Els Jonckheere
6
18 MT
2. >
MT19
BUSINESS
misvatting
01Vermogen=energie
We krijgen een rad voor ogen gedraaid met zonne- en
windenergie. Telkens weer wordt gezegd: dit nieuwe
zonnepanelen- of windpark kan in de energiebehoefte van
x gezinnen voldoen. ‘Zo eenvoudig kan je het echter niet
stellen’, zegt prof. dr. ir. Jan Desmet, hoogleraar Elektro-
techniek Universiteit Gent. ‘Deze bronnen kunnen immers
enkel energie produceren indien de zon schijnt of er wind
is.’ Een hoog vermogen betekent nog geen hoge opbrengst,
legt hij uit met een voorbeeld. ‘Algemeen aangenomen
wordt dat een zonnepaneel van 1kWp (kiloWattpiek, red.)
per jaar gemiddeld de energie van 900 uur op vollast
(effectieve zonne-uren, red.) kan produceren. Dat vertegen-
woordigt slechts 10 procent van een jaar en bijgevolg
hetzelfde qua opbrengst. Wind scoort stukken beter dan
zon, maar het is nog weinig: onshore (op land) en offshore
(op zee) bieden ze een gemiddelde opbrengst per jaar van
respectievelijk 25 procent en 40 procent.’
misvatting
02Erisnoggenoegplaatsvoor
zonnepanelenenwindmolens
‘Stellen dat er in België nog genoeg plaats is voor extra
windmolens en PV-panelen om zo tot een 100 procent
invulling van onze energievoorziening te komen, is een
ridicule redenering’, aldus Jan Desmet. ‘PV-panelen op
openbare domeinen is al niet aangewezen vanwege onder-
houds- en toezichtredenen. Bovendien zijn er tientallen km²
grond nodig om het vooropgestelde geïnstalleerd vermogen
te halen. Sites met een dergelijke oppervlakte liggen in ons
land niet voor het grijpen. Alle daken in België vol leggen,
kan misschien wel in genoeg vermogen resulteren. Zelfs met
de hierboven geschetste 10 procent opbrengst zou dit een
ontoelaatbaar hoge belasting voor het bestaande distributie-
net betekenen.’ En wat met de windmolens? ‘Extra potenti-
eel om windenergie onshore te produceren, zit er volgens
mij niet echt meer in’, zegt Jan Desmet. ‘Met de huidige
strenge regelgeving resten maar weinig locaties waar
überhaupt nog veel windmolens mogen worden neerge-
poot.’ Ir. Aldo Peeters, energie-expert bij studiebureau
Sweco Belgium, vervolgt: ‘Bovendien kan je windmolens
niet te dicht bij elkaar plaatsen, anders belemmeren ze
elkaar in het capteren van de wind.’ Op de Noordzee is er
nog wat ruimte, maar zeker niet ongelimiteerd. ‘Het
Belgische deel van de Noordzee is beperkt. Als we meer
turbines willen plaatsen, moeten we richting internationale
wateren uitwijken’, legt energiedeskundige ir. Dirk Meire,
uit. ‘Op lange termijn – we spreken hier over 2040 à 2050 -
verwacht ik wel veel van offshore buiten de Belgische
territoriale wateren, waarbij niet enkel stroom, maar ook
gas op zee wordt geproduceerd’, vertelt Aldo Peeters.
3. 20 MT
ELEKTRICITEIT
‘Westaannogver
vanhetprincipe
datenergiewordt
verbruiktophet
momentdatze
wordtgeproduceerd’
misvatting
03Wekunnenwind-enzonne-energie
altijdgebruiken
Een groot probleem met zonne- en windenergie is dat de
productie van de weergoden afhankelijk is. Gevolg: er zijn
sterke pieken en dalen in de bevoorrading. Jan Desmet:
‘Studies in de grote Duitse windparken hebben aangetoond
dat 80 procent van de opbrengst in 45 procent van de tijd
wordt gerealiseerd. Voor de zon is dat 80 procent op 25
procent van de tijd. Als je dit extrapoleert naar kortere
tijdspannes, zie je enorme fluctuaties. En we staan nog ver
van het principe dat energie wordt verbruikt op het moment
dat ze wordt geproduceerd. Dit is trouwens een uitdaging
waarvoor het maatschappelijk denken zeker nog niet klaar
is.’ Opslaan op batterijen dan maar? In theorie is dit
natuurlijk dé oplossing, maar de praktijk is andere koek.
Aldo Peeters: ‘Er is de laatste jaren een spectaculaire
vooruitgang geboekt, maar er blijven nog veel beperkingen
op het vlak van levensduur, kostprijs en capaciteit van de
batterijen. Vandaar dat ze vandaag slechts een klein deeltje
van de oplossing vormen.’ Jan Desmet verduidelijkt:
‘Hoewel er al uitzonderingen zijn, hebben de meeste
batterijen moeite om voldoende snel te op- en ontladen in
functie van de vraag en het aanbod. Ook is hun levensduur
(in aantal laadcycli) meestal nog te beperkt. En dan zijn er
nog deze vragen: is een batterijopslag in een residentiële
omgeving wel voldoende veilig? Hoe springen we in de
toekomst met dit afval om?’ Dirk Meire vervolgt: ‘En zelfs
als dit allemaal opgelost geraakt, dan blijft nog het probleem
dat er een indrukwekkende hoeveelheid batterijen nodig is
om een week met weinig wind en zon te compenseren. Als
we volledig op wind en zon zouden omschakelen, spreken
we over een honderdvoud van wat vandaag in de pompcen-
trale van Coo wordt opgeslagen. Daarvoor ontbreekt het
ons in België gewoonweg aan fysieke plaats.’
misvatting
04Zonne-enwindenergiestromen
zodewoonkamerbinnen
Stel nu dat we er op één of andere manier toch in slagen om
100 procent van de energievraag met wind en zon te
produceren, dan nog zal het licht in 2025 uitgaan. De
producenten bevinden zich immers niet in de buurt van de
verbruikers. Doel ligt veel dichter bij de Haven van Antwer-
pen (de grootste verbruiker in België) dan de windmolen-
parken op de Noordzee. En klassieke windturbines in
steden plaatsen, is onmogelijk vanwege ruimtegebrek en
onvoldoende wind. Horizontale turbines op hoge gebouwen
bieden mogelijk een oplossing, maar dan zullen de vermo-
gensgrootte en opbrengst eerder gering zijn, wat econo-
misch gezien niet interessant is. Dus zal de groene elektrici-
teit moeten worden getransporteerd. Alleen: de harde
realiteit is dat ons net totaal niet op de productie van
zonne- en windenergie is afgestemd. Jan Desmet: ‘Het
hoogspanningsnet van ELIA moet aanzienlijk worden
uitgebreid. Geen evidentie in een land als België dat kampt
met het not in my backyard-syndroom en een kluwen van
regelgevingen. Het wordt ook een dure aangelegenheid
omdat er onteigeningen aan te pas zullen komen en de
bekabeling grotendeels ondergronds zal moeten lopen.’ Het
middenspanningsnet (beheerd door Eandis en Infrax) is een
4. >
MT21
BUSINESS
Knokke, windmolens
nog veel groter probleem. De kabelcapaciteit is in vele
gevallen ruim onvoldoende om het beoogde geïnstalleerd
vermogen te transporteren, dus zijn tal van investeringen
nodig om het net uit te breiden en te versterken. En dan
komen we bij het laagspanningsnet (wat bij je thuis komt)
waar de situatie eigenlijk catastrofaal is. Dirk Meire: ‘De
capaciteit van het net is berekend op zo’n 30 procent
gelijktijdig volcontinu verbruik. Als de zon schijnt, dan
schijnt ze echter op alle PV-panelen. Helaas is het net op
veel plaatsen te zwak, waardoor de spanning stijgt. Gevolg
is dat de PV-omvormers (die de opgewekte gelijkstroom
omzetten naar voor het net of thuis bruikbare wisselstroom,
red.) meestal in beveiliging zullen gaan wegens overspan-
ning. Op momenten dat de zon het meest opbrengt, zullen
verschillende PV-installaties om veiligheidsredenen dus
automatisch in off-modus gaan.’
misvatting
05Danimporterenwetochenergie?
‘Ook deze stelling is te belachelijk voor woorden’, aldus Jan
Desmet. ‘Eerst en vooral hebben onze buurlanden – en heel
Europa – dezelfde streefdoelen op energetisch vlak. Ook zij
zoeken hun toevlucht in zon en wind, dus ook zij hebben met
dezelfde problemen te kampen. Bovendien is er weinig verschil
met de buurlanden als het op waaien of zonneschijn aankomt:
ons klimaat is quasi identiek. Als zij een overschot hebben,
zullen ook wij op hetzelfde ogenblik een overschot hebben en
vice versa. Transnationaal biedt de Noord-Zuid-as geen
oplossing voor zonne-energie zolang de elektriciteit niet op
degelijke wijze kan worden opgeslagen. Zowel op de Noord-
pool als de Evenaar schijnt de zon immers quasi op hetzelfde
ogenblik. De West-Oost-as kan eventueel wel een oplossing
bieden, maar dan moet je energie vanuit pakweg Kazachstan
(waar veel open en vrije ruimte is) beginnen te transporteren.
Erg rendabel is dat allemaal niet als we terugkomen op het
probleem van de werkelijke opbrengst van PV- en windparken.’
Aldo Peeters voegt hieraan toe: ‘De Chinezen werken wel aan
een intercontinentaal transportnet voor energie, maar dat zal
pas in 2050 daadwerkelijk kunnen worden geëxploiteerd.’
5. 22 MT
ELEKTRICITEIT
misvatting
06Wekunnenanderegroenetechnieken
inzetten
Een andere piste waarop aanvankelijk sterk werd ingezet
(inclusief enorme subsidies) waren de biomassacentrales om
energie op te wekken. Alleen blijkt deze oplossing eveneens
water naar de zee dragen: België zal immers een groot deel
van de biomassa moeten importeren, met CO2-uitstoot
door transport als gevolg. Bovendien is de kans reëel dat
ecologisch waardevolle bossen onder druk komen te staan
om aan de vraag aan hout(pellets) te voldoen, waardoor ook
de biodiversiteit in het gedrang komt. Aldo Peeters:
‘Hydrocentrales voor energieproductie (waterkracht, red.)
zijn wel interessant, maar in België zijn de mogelijkheden
beperkt gezien de geografische randcondities. Ons land
biedt enkel potentieel voor een noemenswaardig vermogen
aan pompcentrales om elektrische energie op te slaan bij
overschotten van zonne- en windenergie. Uitbreidingsmo-
gelijkheden zijn beperkt, want daarvoor is voldoende vrije
oppervlakte en hoogteverschil nodig. Bovendien is het geen
zaligmakende oplossing, gezien de opslagcapaciteit van
dergelijke installaties niet oneindig groot is.’
Watisdanweldeoplossing?
Diverse onderzoeken tonen aan dat het elektriciteitsver-
bruik alleen maar zal stijgen. Zowat alle bronnen voorspel-
len dat we in België tegen 2050 zo’n 100 à 120 TWh
(terrawattuur) zullen verbruiken (tegenover 83TWh
vandaag). Deze toename zal voornamelijk uit het gebruik
van warmtepompen en elektrische auto’s komen. Dirk
Meire: ‘De doelstellingen van de Belgische overheid is om
tegen 2030 40 procent meer onshore, 260 procent meer
offshore en 40 procent meer PV-panelen te plaatsen. Samen
goed voor 7 TWh extra energie geleverd door geïnstalleerde
duurzame energiebronnen. Daarmee krijgen we slechts 8
procent van het totale Belgische verbruik ingevuld. Als we
dit vergelijken met de kernuitstap, dan wordt veel duidelijk,
want die betekent een daling van 40 TWh energieproductie.’
Jan Desmet: ‘Deze cijfers alleen spreken boekdelen: met
wind en zon komen we er niet. De enige oplossing is streven
naar een gezonde mix van technologieën, waarin de
kerncentrales voorlopig voor een stabiele basisbehoefte
zorgen, gezien nieuwe en alternatieve oplossingen binnen
vijf à tien jaar nog zeker niet operationeel kunnen zijn. We
kunnen ze dan langzaam maar zeker door nieuwe gascen-
trales vervangen die een beter rendement hebben en dus
minder CO2 uitstoten dan de hedendaagse. De kans is
trouwens reëel dat we over enkele jaren met ‘schone’ gassen,
zoals waterstof of synthetische gassen, kunnen werken.’
Zeebrugge, windboerderij
‘Deharderealiteit
isdatonsnettotaal
nietopdeproductie
vanzonne-enwind-
energieisafgestemd’
6. MT23
Welkeuitdagingenmoeten
wehethoofdbieden?
Het is hoog tijd dat met de bouw van de nieuwe gascentra-
les wordt gestart. Ook moeten dringend nieuwe distributie-
en transportnetten voor elektriciteit worden aangelegd.
‘Maar evenzeer is het nodig dat er wordt geïnvesteerd in
gasnetten om de gascentrales te voeden’, aldus Jan Desmet.
‘Een ander obstakel is de nood aan een mentaliteitsverande-
ring. Willen we de mix omarmen waarin groene energie een
prominente rol speelt, dan zullen we enkel elektriciteit
moeten verbruiken wanneer deze beschikbaar is. En dit in
combinatie met een drastische vermindering van het
energieverbruik. De kans is erg groot dat energie over
enkele jaren op sommige momenten een schaars en erg
duur goed wordt. Tenzij er natuurlijk technologische
innovaties op de markt komen die de situatie volledig
veranderen. Het gaat allemaal zo snel dat het moeilijk is om
voorspellingen te doen. Denk maar aan de gsm: vijf jaar
geleden kom je ermee bellen en sms'en, nu zijn de mogelijk-
heden bijna onuitputtelijk. Dirk Meire: ‘Er zullen zeker
andere technologische ontwikkelingen komen die een
oplossing bieden. In elk geval pleit ik ervoor om energie niet
enkel als een politieke materie te bekijken, maar als een
prangend praktisch probleem dat enkel via technologie en
wetenschappelijk onderzochte maatregelen kan worden
aangepakt. Geef prioriteit aan energie-efficiëntie, blijf
investeren in de maximale ontwikkeling van hernieuwbare
energie en opslag, maar laat ons tegelijk ook starten met het
bouwen van gascentrales. Anders wordt het heel erg
moeilijk om in 2025 kernenergie volledig stop te zetten.’
Aldo Peeters beaamt dit: ‘Op korte termijn hebben we de
conventionele technologie nodig om onze maatschappij
gaande te houden omdat ons elektriciteitssysteem niet op
massieve hoeveelheden wind- en zonne-energie is afge-
stemd. Toch bemerken we dat de trend van hernieuwbare
energieprojecten is gezet, inclusief de realisatie van batte-
rij-opslag. Het is ook al aangetoond dat het financieel
rendabel kan zijn om de (groeiende) stroomoverschotten op
industriële schaal in nuttige warmte om te zetten om
zodoende CO2 en aardgas te besparen. Maar hoe dan ook
mag de efficiëntie niet worden vergeten: de goedkoopste
energie is diegene die we niet verbruiken. En op dat vlak
zijn er industrieel, tertiair en residentieel nog tal van
mogelijkheden.’ ■
BUSINESS
8. >
MT25
BUSINESS
BESPAAR MET
GEOTHERMIE
Al eens gedacht aan energie die bijna gratis
voor het grijpen ligt, gewoon onder onze voeten?
Geothermie wordt steeds interessanter voor
grote én kleine bedrijven.
In onze regio zijn gebouwen goed voor ongeveer 40 procent
van het totale energiegebruik. Het gros wordt door verwar-
ming ingenomen, maar ook koeling speelt een alsmaar
prominentere rol. Als we beide nu eens vervangen door een
technologie die quasi geen elektriciteit en geen aardgas of
stookolie vereist? Met geothermie is dit wel degelijk een
realistische denkpiste. Naargelang de conceptopbouw zou
op die manier een besparing van 20 tot 71 procent kunnen
worden verwezenlijkt.
Overwatgaathet?
Onder onze voeten zit een gigantisch potentieel aan
warmte. Op een diepte van vijftien meter heerst een
evenwichtige temperatuur van 10 à 12°C. Per honderd
meter dat je dieper gaat, komt daar 2 à 3°C bij. Deze
thermische energie kan worden aangewend voor de
verwarming én koeling van gebouwen. Dit kan via een
gesloten ondergronds leidingnetwerk (BEO-veld) waarin
een vloeistof stroomt die de temperatuur van de bodem
overneemt. Deze wordt vervolgens met een warmtepomp
verhoogd om een gebouw te verwarmen. Door het wegtrek-
ken van die warmte, koelt de ondergrond stelselmatig af. De
zo opgeslagen koude kan in de zomer worden gebruikt voor
koeling. Het overschot aan warmte in de zomer wordt in de
ondergrond opgeslagen om in de winter terug te worden
gebruikt. Zo is de cirkel rond. Tweede mogelijkheid is KWO
of koude-warmte opslag waarbij twee putten tot in een
watervoerende laag worden gebruikt. De diepte van de
bronnen is geologisch bepaald, maar in Vlaanderen liggen
ze veelal op 50 à 250 meter. In de winter wordt het grond-
water uit één put gewonnen om te verwarmen. Hierbij
onttrekt een warmtepomp de temperatuurwarmte uit het
grondwater en brengt deze op een hoger temperatuurni-
veau. Het afgekoelde water wordt naar de tweede put
afgevoerd. In het koelseizoen wordt de stroomrichting
omgedraaid en wordt dit water voor koeling aangewend.
Voorwelketoepassingen?
Ondiepe geothermie wordt bij voorkeur in laagenergie
gebouwen (goed geïsoleerde dus) toegepast. Het is belangrijk
om de juiste afgiftesystemen met lage watertemperaturen te
gebruiken, zoals vloerverwarming, betonkernactivering (de
dichte betonmassa gebruiken voor het opslaan en afgeven
van warmte of koelte) of meer klassieke systemen met
aangepast waterregime. Wim Boydens van boydens enginee-
ring: ‘De techniek zal vooral rendabel zijn indien er zowel een
verwarming- als koelbehoefte bestaat.’ De volledige warmte-
vraag invullen met geothermie is niet altijd het meest
lucratief, weet Luc François, projectleider van WTCB. ‘Soms
is 80 à 100 procent perfect haalbaar, maar het kan ook zijn
dat het beter is om 50 à 80 procent met traditionele verwar-
ming in te vullen. Alles hangt af van de grootte van het
gebouw, het soort warmteafgiftesysteem, de keuze tussen
KWO of BEO, … Zelfs de hoeveelheid aanwezige personen
en warmteproducerende installaties spelen een rol.’
Onderonzevoeten
ziteengigantisch
potentieelaan
warmte
TEKST Els Jonckheere
9. 26 MT
Degrootstetroeven
In tegenstelling tot zonne- en windenergie is warmte en koude
in de bodem altijd beschikbaar. Geothermie is ook 100 procent
groen: er is geen CO2-uitstoot en het elektrisch verbruik van
de geothermische warmtepompen is beperkt. Raf Schilder-
mans, Business Unit Manager van Iftech: ‘De technologie
streeft een een zeker evenwicht tussen koeling en verwarming
na. Dat zorgt ervoor dat geothermie , gecombineerd met de
geschikte afgiftesystemen, als erg comfortabel wordt ervaren.
Bovendien hebben goed uitgevoerde geothermische systemen
een enorm rendement: voor gebouwen met een gecombineer-
de verwarming- en koelvraag, zoals ziekenhuizen, rusthuizen,
kantoorgebouwen, … bedraagt de terugverdientijd gemiddeld
vijf tot zeven jaar.’ Luc François: ‘Dit heeft vooral te maken
met het feit dat je bovenop de verwarming quasi gratis koeling
krijgt. Een simpele uitschakeling of bypass van de warmte-
pomp volstaat. Er is enkel een klein beetje elektriciteit nodig
voor de circulatiepompen.’ Mooi meegenomen, is dat het
systeem een architecturale vrijheid creëert, vooral indien de
techniek wordt toegepast in combinatie met betonkernactive-
ring (het GEOTABS-concept). In dit geval zijn het immers de
betonnen wanden, vloeren en plafonds die als afgiftesysteem
fungeren, met als gevolg dat er geen radiatoren of blazers zijn
die het uitzicht verstoren. Ook is er geen luchtverplaatsing of
tocht, waardoor het comfortniveau nog verhoogt. En buiten
hoeft de architect geen rekening te houden met schoorstenen
of koelmachines/torens (die trouwens flink wat lawaai maken).
Watisernodig?
Hoe installeer je geothermie? Neem hiervoor sowieso een
gespecialiseerd studiebureau onder de arm. Wil je weten of
er genoeg ruimte us om een BEO-veld aan te leggen? Op
http://tool.smartgeotherm.be kan je de wettelijke vereisten
en informatie over de haalbaarheid van je project vinden.
Trouwens: voor de aanleg van BEO-velden tot 150 meter
diepte is in een groot deel van Vlaanderen geen vergunning
vereist.
Waarzitdemarkt?
Momenteel wordt ondiepe geothermie voornamelijk
toegepast in ziekenhuizen, scholen en grote kantoren
complexen. Raf Schildermans: ‘De mogelijkheden zijn
echter legio, zelfs voor kleinere projecten. Zo zien we een
opmars van de techniek in culturele centra, kinderdagver-
blijven, woon- en zorgcentra, …’ Ook kleinere kantoren-
complexen beginnen interesse te vertonen. Een mooi
voorbeeld is het hoofdkantoor van DMOA Architecten
dat amper 325 m² groot is. Vanwege de beperkte grond
oppervlakte werden in deze case ‘energiepalen’ toegepast:
een paalfundering waarin de geothermische functie is
geïntegreerd. ‘Na twee jaar kunnen we stellen dat deze
oplossing in combinatie met betonkernactivering en
zonnepanelen er wel degelijk voor zorgt dat we elke
dag gratis van een aangenaam binnenklimaat kunnen
genieten,’ aldus Ir-Architect Benjamin Denef. ■
GEOTHERMIE
BUSINESS