4. WAAROM STARTEN MET RUGSLAG?
➤ Ligging in het water is veel natuurlijker en minder belastend
➤ Weinig problemen met de ademhaling
➤ De totale beweging is weinig complex en kan gemakkelijk
gevolgd worden
➤ Gemakkelijk om evenwicht te bewaren met op en neergaande
bewegingen van de benen en dus ook verwant aan crawl
➤ Minder belastend voor gewrichten in vergelijking met
schoolslag
➤ Gemakkelijker om aan te leren dan schoolslag
8. VOOR EN NADELEN
➤ Voordelen
➤ ademhaling is gemakkelijk (natuurlijke manier, onder invloed op ligging)
➤ gemakkelijke horizontale ligging
➤ natuurlijke coördinatie
➤ hulpmiddelen gemakkelijk te gebruiken
➤ Nadelen
➤ moeilijke visuele controle
➤ auditieve ondersteuning moeilijk te horen
➤ lenigheid enkels en schouders vereist
➤ drijfmateriaal niet mogelijk te gebruiken
10. SPECIFIEKE KENMERKEN
➤ Ligging (horizontaal, op de rug)
➤ Beenbeweging (gestrekt op en neer - asymmetrische)
➤ Armbeweging (doorhaal: zijwaarts “gestrekt” naast het lichaam, contra:
gestrekte armen)
➤ Ademhaling (op natuurlijke wijze - geen specifiek aanleerproces - ademen
kan op elk moment)
➤ Coördinatie (automatisch - armen gelijktijdig of afslag - benen continue)
11. KENMERKEN
➤ natuurlijke beweging
➤ coördinatie (minst moeilijke slag)
➤ constante stuwing en weinig tot geen remming
➤ been- en armbewegingen verlopen asymmetrisch
12. TERMINOLOGIE
➤ Afwaarts (de arm ligt gestrekt naast het lichaam - richting voeten)
➤ Opwaarts (de arm ligt gestrekt naast het hoofd - naast het oor)
➤ Neutraal (hoofd in het verlengde van het lichaam - zoals bij het rechtstaan)
➤ Doorhaal (de stuwende armbeweging onder water)
➤ Terugvoer (arm die uit het water terug wordt gebracht - contrafase)
13. AANLEREN RUGSLAG
➤ Vereisten voor de start
➤ goede watergewenning (basisvaardigheden en waterveiligheid)
➤ minimaal 10 seconden kunnen drijven op de rug en buik
➤ aquatisch kunnen ademen
➤ zelfstandig kunnen rechtstaan
➤ afstoten op de rug of op de buik in pijl
➤ dynamisch drijven met beenbeweging rugslag
➤ Geen duikbril nodig!
14. AANLEREN RUGSLAG
➤ Starten met de beenbeweging (op de zwembadrand)
➤ knieën moeten onder water blijven
➤ voeten goed afrollen
➤ lange tenen
➤ Horizontale ligging
➤ het hoofd moet in een neutrale houding blijven
➤ opbouwen tot beenstuwing in pijlvorm
➤ Armen
➤ armbeweging verloopt “voortdurend” met gestrekte arm
➤ overhaal is gestrekt opwaarts, doorhaal is “gestrekt” zijwaarts
➤ starten met afslag om vervolgens over te gaan naar gelijktijdige armslag
15. AANLEREN RUGSLAG - TIPS
➤ Lenigheid en flexibiliteit in de enkels is belangrijk
➤ Drijfmateriaal in rugslag is afgeraden
➤ Zwemvliezen kunnen gebruikt worden:
➤ om de armbeweging aan te leren
➤ om de benen/tenen voldoende te strekken
➤ Stuwing gebeurd altijd op een gestroomlijnd lichaam
➤ Geef niet meer dan 2 concrete aandachtspunten mee
➤ Geef enkel een demo als je 100% zeker bent dat deze correct
uitgevoerd kan worden
➤ Observeer continu de ligging
16. AANLEREN RUGSLAG - TIPS
➤ Zorg ervoor dat het hoofd of vingers niet tegen de muur
stoten (oriëntatie is vaak een probleem)
➤ Spreek voldoende luid, beide oren moeten onder water zitten
➤ Zorg voor voldoende afstand tussen de zwemmers
➤ Bij het begin van de leerlijn staat de lesgever best mee in het
water
➤ Tijdens het uitvoeren van opdrachten kan er bijgestuurd
worden door het geven van demo’s aan de badrand
➤ Pas je taalgebruik aan in functie van je groep
➤ Pas je eigen positie t.o.v. de groep aan (multidimensionaal beeld)
18. LIGGING
➤ zo horizontaal mogelijk
➤ zo vlak en gestrekt mogelijk
➤ hoog aan het wateroppervlak
➤ natuurlijke houding op rug
➤ vormspanning
➤ benen volledig gesloten
➤ hoofd neutraal in het verlengde van het lichaam
➤ bekken hoog aan het wateroppervlak
➤ backstroke body position - Ryan Lochte
19. NEUTRALE HOOFDPOSITIE
➤ oren liggen beide in het water
➤ neus is recht naar het plafond gericht
➤ kin mag niet op de borst geknikt worden
➤ hoofd te ver naar achter kantelen is foutief
➤ ogen (kijkrichting) is recht naar boven
➤ hoofd blijft in het verlengde van het lichaam (geen rotatie)
21. BENEN
➤ knieën moeten onder water blijven
➤ voeten goed afrollen
➤ lange tenen
➤ soepele gestrekte voeten tijdens de volledige beweging
➤ geen remmende delen (zoals bijvoorbeeld bij schoolslag)
➤ asymmetrische continue beenstuwing (evenwicht)
➤ benen zijn lichtjes open (maximaal op heupbreedte)
➤ bijdrage tot de totale stuwing is laag (anders dan bij schoolslag)
➤ backstroke kick - Ryan lochte
22. BEENSTUWING VERGROTEN
➤ voeten naar binnen draaien (supineren van de voeten)
➤ trapbeweging vanuit de heupen
➤ losse voetjes (soepel), afrollen van de voet
➤ lange tenen maken
➤ tenen maken schuim (spetters maken naar het plafond)
➤ knieën moeten onderwater blijven
➤ benen niet spreiden (binnen heupbreedte)
23. VERHOGEN / BEHOUDEN VAN LENIGHEID IN DE ENKELS
➤ Voeten losdraaien in alle mogelijke richtingen
➤ Kniezit, voeten strekken en met zitvlak op je voeten zitten
➤ Zit op de grond, twee benen gestrekt. Proberen met tenen de grond te tikken
zonder hiel van de grond te liften en/of knieën te plooien
➤ Lang op de tippen van de tenen staan
➤ Dagelijks trainen is de boodschap
➤ Let op:
➤ Goede opwarming vereist!
➤ Nooit over de pijngrens gaan, zo ontspannen mogelijk
➤ Symmetrisch werken (linker en rechter zijde)
➤ Duur: afhankelijk (+- 15-20 seconden)
26. ARMEN
➤ armbeweging verloopt “voortdurend” met een gestrekte arm
➤ overhaal is gestrekt opwaarts
➤ doorhaal is een “gestrekt” zijwaartse beweging
➤ bijvoorkeur gelijktijdige uitvoering (afslag variant kan ook)
➤ start van de contra komt de arm uit het water met duim eerst
➤ einde van de contra gaat de arm in het water met pink eerst
➤ insteek gebeurt op schouderbreedte
➤ continue asymmetrische armbeweging
➤ backstroke stroke - Ryan Lochte
31. ADEMHALING
➤ zo kort mogelijk inademen
➤ hoofd blijft neutraal (zo dicht mogelijk tegen wateroppervlak - oren net
onder water)
➤ uitademen gebeurt door de neus en mond
➤ backstroke breathing - Ryan Lochte
33. FOUTENANALYSE
➤ hoofd niet neutraal (teveel beweging)
➤ pink niet eerst in het water, duim niet eerst uit het water
➤ geen correcte been/voet positie (gestrekte benen en voeten - soepel)
➤ fietsende beenbeweging
➤ teveel draaiing rond de lengte-as
➤ insteek armen te breed of te veel over de middenlijn (zwalpen)
➤ armen nemen te diep water
➤ geen gestrekte arm bij de contra (geplooide ellebogen)
➤ stuwing gebeurt te snel
➤ armfrequentie te hoog of te laag