1. 80
|VM | JUNI
2014
KIRSTEN
JACOBS
«Ik mag me weer verbazen.
Vragen stellen»
2. VM | JUNI
2014
81
Was alles wel vanzelfsprekend bij het OM?
“Ik
heb
elf
jaar
bij
het
OM
gewerkt.
De
laatste
vier
jaar
als
senior
adviseur
bij
het
Ressortspakket,
dat
strafzaken
in
ho-‐
ger
beroep
behandelt.
Het
Ressortspakket
bestond
uit
vijf
OM-‐onderdelen
die
samengesmeed
moesten
worden
tot
een.
-‐
ken.
Vanaf
het
begin
ben
ik
daarbij
betrokken,
van
visieont-‐
wikkeling
tot
implementatie.
Het
was
een
enorme
uitdaging
zo’n
veranderproces
te
begeleiden.
Je
moet
de
mensen
mee
zien
te
krijgen,
verschillende
culturen
laten
samenvloeien,
het
samenwerken
binnen
de
keten
bevorderen.
Ik
vond
het
heel
erg
leuk
en
inspirerend
om
te
doen.”
Maarrr…
“Maar
daarna
kwam
het
punt
dat
ik
dacht:
ik
heb
al
het
leuke
wat
ik
hier
kan
doen
gedaan.
Leuker
wordt
het
gewoon
niet.
Ik
hang
de
theorie
aan
dat
je
een
feestje
moet
verlaten
als
het
nog
net
leuk
is,
dus
dat
heb
ik
gedaan.”
Ins Blaue hinein?
“Nee
dat
niet.
Ik
had
in
2012
een
master
afgerond
in
publiek
-‐
zet.
Ik
wilde
wel
graag
iets
gaan
doen
binnen
de
zorg,
wo-‐
ningcorporaties
of
welzijnswerk.
Ik
heb
ook
oriënterende
gesprekken
gevoerd
met
mensen
in
die
sectoren
om
er
meer
van
te
weten
te
komen.
Toen
ik
via
LinkedIn
een
vacature
voorbij
zag
komen
voor
branchemanager
zorg
bij
Wissen-‐
raet
Van
Spaendonck
heb
ik
de
stoute
schoenen
aangetrok-‐
ken
en
gesolliciteerd.
Het
leek
me
een
uitgelezen
kans
om
mijn
kennis
en
vaardigheden
als
adviseur
te
combineren
met
mijn
interesse
voor
die
branche.”
Lag de rode loper uit?
“Nou,
dat
denk
ik
niet.
Ik
had
natuurlijk
zelf
ook
al
bedacht
dat
ik
het
niet
van
mijn
kennis
van
de
zorg
moest
hebben.
Maar
ik
kwam
helemaal
blij
terug
van
dat
eerste
gesprek.
De
klik
was
er.
Vorig
jaar
september
ben
ik
begonnen
als
bran-‐
chemanager
zorg
en
ik
heb
het
goed
naar
mijn
zin.
O
ja,
en
die
kennis
van
de
zorg
groeit
met
de
dag
natuurlijk!”
Wat is er leuk aan uw werk?
“De
organisatie
is
belangenbehartiger
van
de
klant
richting
stakeholders.
Je
werkt
met
een
klein
team
voor
een
klant.
De
ene
keer
ben
je
bezig
met
de
strategie,
de
andere
keer
zit
je
met
een
groep
ondernemers
aan
tafel.
Dat
is
heel
erg
afwis-‐
selend.
Ik
doe
op
dit
moment
het
meest
voor
Nefemed,
onge-‐
veer
drie
van
mijn
vier
werkdagen.
Nefemed
is
de
branche-‐
organisatie
voor
fabrikanten
van
medische
hulpmiddelen
en
medische
technologie.
Zij
hebben
bijvoorbeeld
de
werkgroep
Health
Technology
Assessment,
een
groep
deskundige
men-‐
sen
die
zich
bezighoudt
met
alles
wat
te
maken
heeft
met
het
op
de
markt
brengen
van
nieuwe
producten,
innovatie,
hoe
en
of
producten
vergoed
worden
door
zorgverzekeraars,
et
cetera.
Het
is
belangrijk
dat
er
ruimte
is
voor
innovatie
en
hoewel
we
daar
in
Nederland
de
mond
vol
van
hebben,
is
de
praktijk
anders.
Daar
spreken
we
dus
over:
waar
zit
het
pro-‐
bleem,
welke
richting
willen
we
op,
wat
is
het
pad
dat
we
gaan
volgen?
Mijn
rol
is
heel
divers,
het
gaat
zowel
over
de
inhoud
als
de
wijze
waarop
we
zaken
daadwerkelijk
voor
el-‐
kaar
kunnen
krijgen
tot
het
voeren
van
gesprekken
met
de
politiek
en
zorgverzekeraars.”
Wat doet u de vierde werkdag?
“Dan
werk
ik
voor
andere
verenigingen.
Samen
met
een
col-‐
lega
begeleid
ik
bijvoorbeeld
een
groep
van
vijftig
onderne-‐
mers
in
de
kinderopvang
bij
de
ontwikkeling
van
toekomst-‐
scenario’s
op
basis
van
trends.
Heel
leuk
om
te
doen,
want
het
verbreedt
mijn
scope
weer
op
een
andere
manier.”
Als u uw vorige en huidige werk vergelijkt dan…
“Dan
zijn
er
zowel
overeenkomsten
als
verschillen.
Een
over-‐
eenkomst
is
dat
je
bezig
bent
met
verandering,
met
mensen
meekrijgen.
Dat
heeft
nu
een
extra
sausje
gekregen
doordat
je
werkt
met
leden,
zij
geven
het
extra
dynamiek.
Dus
dat
is
weer
anders.
Je
moet
als
vereniging
steeds
je
toegevoegde
waarde
laten
zien.
Bij
het
OM
was
dat
natuurlijk
ook
zo,
maar
leden
maken
het
verschil.
Bij
het
OM
waren
de
lijnen
weer
superkort,
ik
zat
dicht
bij
het
vuur.
Binnen
een
vereniging
zit-‐
ten
mensen
verder
weg,
je
moet
meer
plannen.”
Kortom, ik spreek een tevreden mens?
“Jazeker.
Ik
was
op
zoek
naar
wat
nieuws,
wilde
weer
in
het
diepe
springen.
Energie
stoppen
in
nieuwe
dingen.
Voor
mij
is
de
zorg
een
nieuwe
tak
van
sport
waarin
ik
nog
veel
kwijt
kan.
Zaken
zijn
niet
meer
vanzelfsprekend,
ik
mag
me
weer
verbazen.
Vragen
stellen.
Dat
voelt
goed.”
tekst
Ria
Harmelink
Na elf jaar bij het Openbaar Ministerie stond
Kirsten Jacobs (39) open voor een nieuwe
uitdaging. Die vond ze bij Wissenraet Van
Spaendonck. Sinds september 2013 is ze
branchemanager zorg.“Niet alles is meer
vanzelfsprekend.”
DE OVERSTAP
In
de
rubriek
De
overstap
vertellen
verenigingsprofessionals
waarom
zij
voor
een
andere
baan
hebben
gekozen.
23